BIJVOEGSEL
Tsr Hsuzenschs Courant
Dinsdag 10 Mei 1904. No. 4510.
Telegrafischo berichten.
Binnenland
;j«
De aaugifleformulieren, voor de vennogens-
belasting, die deze week werden rondgezonden,
waren vergezeld van het navolgend document,
gedrukt met bloedroode letters
Bekendmaking.
De wet op de vermogensbelasting is aangevuld
met eenige bepalingen omtrent navordering van
belasting.
Dientengevolge zal voortaan, wanneer na de
vaststelling van een aanslag blijkt van een grooter
vermogen dan werd aangegeven, nog een aanslag
worden opgelegd, en wel voor vijfmaal het te
weinig betaalde bedrag.
Hstzelfde geldt voor aangiften, waarin ten
onrechte werd verklaard, dat het vermogen geen
f 13,000 bedraagt.
Mitsdien heeft niet het minst de belasting-
schuldige zelf geldelijk belang bij het doen van
een juisle vermogensaangifte.
's Gravenhage, den lstea Mei 1904.
De Minister van Financien,
HARTE VA.N TECKLENBURG.
TER NEUZEN, 9 Mei 1904.
Zaterdag jl. zakte de groentenleurder A. v. d.
W. alhier, die met zijne kar aan de huizen groenten
ventte plotseling ineen en was terstond een lijk.
's Gravenhage, 9 Mei. De Hcoge Raad ge-
lastte een nader onderzoek, dat is opgedragen
aan den raadsheer-commissaris Nelissen, op de
revisie aanvraag van Petrus Nijssen te IJzendijke,
veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf wegens meineed
in de strafzaak tegen den landbouwer Buijsse te
Biervliet.
De ooraandoening van H. M. de Koningin
heeft thans een zoo gunstig verloop, dat het
vertrek met den Prins naar het Loo bepaald is
op aanstaanden Woensdag.
Middelburg, 9 Mei. Heden slaagden alhier
voor het onderwijzers-examen de heeien A. D.
de Waal van Hontenisse, E. Th. Verhoosel van
Hoofdplaat en H. Willems van Oostburg.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
o
w
I I
8S3S8S8S8S8S8
.IMII
I I
§83
X.
UJ
i
a-
f
i
VAN DE
VAN
Vergadering van Donderdag 5 Mei 1904.
(V E R V O L G).
De Voorzitter wil voor een bezoek aan de scholen de ge-
legenheid voor de leden wel openstellen. Watde oorzaak
is dat ie Sluiskil niaar 3 kinderen taalonderwijs volgen, weet
spreker niet. Er is een periode geweest dat er ook meer
waren. Wat de bedoeling is met die doktoren begrijpt spreker
niet.
De heer Wieland zegt nogal van bceldspraak te houden.
Toen ten opzichte van de brandweer over doktoren gesproken
werd, was dat, omdat de dokters die we zelf hebben, niet
vertrouwd waren; in dezen bedoelt hij daarom ook, ofandercn
die statistitken niet eens zouden behooren na te gaan.
De VoorzitterDie cijfers zijn officieel en daarvan hangt
voor de gemeente veel aidat hebben we ondervonden toen
voor Sluiskil terstond een onderwijzer met hoofdacte noodig
was, omdat het toegelaten cijfer met eenigen werd over-
schreden.
De heer Moes merkt op, dat te I.Jzendijke toeh aan't licht
gekomen is, dat hot aantal schoolgaande kinderen ten on
rechte le hoog was opgegeven.
De heer Visser noemt dat verlacht maken van do hoofden
van scholen.
De heer Wieland ontkent zulks, maar hij heefi altijd
controle noodig geoordeeld; hij hechtte aan de cijfers id
weinig, maar na het gebeurde te I.Izendijke hebben die all e
waarde voor hem verloren.
De heer Van den iloek is niet zoo pessimisti.ch omtrent
die opgaven die bevatten het aantal kinderen dat wettelijk
is ingeschreven en ze zullen wel navraag kunnen lijden.
't Spreekt van zelf, als men school A ging bezoeken zou men
daar niet de 358 ingeschreven kinderen vinden, er zijn altijd
kinderen absent, tengevolge van ziekte of willekeurig en on-
willekeurig sehoolverzuim, maar het wettelijk ingeschreven
aantal bestaatdaarnaar regelt de wetgever de subsidie.
De Voorzitter: Er wordt op die cijfers voldoendecontrole
gehouden door den schoolopziener aan wie de hoofden steeds
opgaaf moeten doen van elk kind dat op de school wordt toe-
gelaten of deze verlaat. Omtrent de cijfers behoeft dus geen
twijfel te bestaan.
De heer DeesIk zou gaarne van de voorstellers ver-
nemen hoe ze aan het getal van 90 leerlingen zijn gekomen
en hoe het gaan moet met het taalonderwijs, dat thacs van
half vier tot half vijf aan school B wordt gegeven.
De heer Van den Hoek Dat blijkt uit het voorstelop
C worden onderwezen de vakken ak en op A en D aI
I is de Fransche taalaan school A zijn onderwijzers die
reeds langdurig voor het bezit der Eransche taalakte werden
bezoldigd, zonder er ooit iets voor te doen, er kan dus niets
tegen zijn om hen thans dat onderwijs op te dragen.
De heer Dees Maar vioeUn zij dat doen
De heer Van den Hoek Zij zijn daartoe verplicht omdat
ze er voor betaald worden kr .chtens eene oude verordening
genieten het hoofd en de eerste onderwijzer f 100 verhooging
voor het bezit der akte Fransche taal het hoofd heeft dat
reeds 1820 jaren en ook de eerste onderwijzer reeds een
geruimen tijd genoten, zonder dat er werk voor gevorderd
werdzij kunnen er toch niets tegen hebben dat dit nu
eindelijk wordt gevorderd en dat kost aan salaris dus niets meer.
De heer Wieland: Zie, dat is voor mij nu weer een
Jichtpunt, daaraan ziet men dat het toch goed is te vragen.
De heer Van den HoekIk geloof ook niet dat u zult
kunnen klagen dat wij weigeren om inlichtingen te geven.
De heer Dees Ik wil ook nog vragen waarom het hoofd
van school B 50 meer krijgt.
De heer Van den Hoek: Dat is volgens de bestaande
verordening, omdat er een onderwijzer bij komt er wordt
werkelijk geen cent noodeloos besteed. Ja, ik wil het wel
meedeelen, ik geioof dat mijne medeleden van het Dag. Best.
daartegen geen bezwaar zullen hebben, maar het oorspron-
kelijk voorstel is van mij geweest
De heer DeesJa, dat begrepen wij ook wel zonder dat
u het zeide, omdat u zoo als verdediger optreedt.
De heer Van den Hoek: Om te komen tot een raming
van het aantal kinderen dat vermoedelijk van dat onderwijs
zal gebruik maken hebben we genomen de lijsten der school
gaande kinderen en nagegaan het aantal der kosteloos en dat
der tegen betaling het onderwijs volgende kinderen. Uit de
laatsten zijn genomen de kinderen wier ouders een inkomen
hebben van f 650 tot 700 en hooger, als zullende die er
vermoedelijk wel zooveel voor over hebben om hunne kinderen
dat onderwijs laten volgen. Neemt men ze alien, dan zou
de opbrengst zelfs hooger zijn, maar ik heb met voordacht
de ontvangsten niet hooger genomen. Nu zullen er wel met
al die kinderen dat onderwijs volgen, doch daartegenover staat
dat er ook nog wel zullen komen van menschen met een lager
inkomen. Want het is wel van terzijde beweerd, dat hier
sprake zou zijn van een klasse- of liever een standenschool,
maar dat is onjuist. Het tarief is zoodanig gesteld dat mdereen
er van profiteeren kan. Een school voor enkelen inrichten,
zou ik ook zeer onverantwoordeiijk achten, maar, men moet
er toch wat voor over hebben en dan meen ik, dat zelf
menschen met een inkomen van 500 er geen bezwaar tegen
kunnen hebben, om voor meer uitgebreid lager onderwijs 45,
60 of 75 cent per maanil te betalen, dat is f 8,621 per jaar
in de hoogste klassen. Die kunnen echter geen 4 per
maand betalen, werd zoo'n schoolgeld ingevoerd, dan zou het
aantal deelnemenden werkelijk zdo beperkt zijn, dat het
werkelijk een standenschool zou worden.
De heer Dees: Het is gemakkelijk nu te zeggener
zullen 90 kinderen aan deel nemen, maar u had evengoed
kunnen zeggen 180
De heer Van den Hoek: Ja, bewijzen kan ik het na-
tuurliik niet.
De heer Moes heeft tegen het voorstel bezwaar omdat
daarmee in onmiddellijk verband staat verlagiDg van school
geld. Hij betreurt dat voorstel; er begon meer en meer
toenadering te komen tnsschen de voorstanders van openbaar
bijzonder onderwijs, terwijl nu de strijd weer aangewakkerd
wordt door verlaging van het schoolgeld. Het iijkt wel of
we weer een 40 jaar terug zijn gegaan, toen uit vrees voor
concurrentie van de bijzondere scholen op vele plaatsen het
schoolgeld werd verlaagd of ook wel geheel afgeschaft.
De heer Visser U zult u toch wel herinneren dat, toen
de vorige heffing werd vastgesteld ik reeds tegen verhooging
was en nu de regeling van het onderwijs aan de orde kwarn,
was ik van meening dat dit nu tegelijk ook weer kon geregeld
worden. Ik wil wel zeggen dat ik het met de andere heeren
niet eens ben eu nog verder zou widen gaan ik zou de klasse
van 500 geheel willen vrij laten. Voor zulke menschen is,
wanneer zij 3 of meer kinderen op school hebben, zelfs de
voorgestelde heffing nog bezwarend. Ziet eens naar Hoek,
daar begiut men met 20 cent en betalen zelfs de hoogste
klassen maar 60 cent per maand.
De heer Moes Als u vergelijkingen maakt, moet u met
alleen Hoek, Axel en Zaamslag nemen, maar ziet dan eens
naar Vlissingen, daar wordt deter dagen het schoolgeld ook
opnieuw geregeld, het laagste is daar op 4,80 per jaar
bepaald.
De heer Dees: Neen, op de scholen A, B en t per
jaar, D 12, C 18 en op school E 30 voor de 6 laag.te
leerjaren en f 48 per jaar en per leerling voor de volgende
leerjaren. Als men met het oog op de eischen die aan het
onderwijs gesteld zouden mogen worden vergelijkingen maakt
met grootere plaatsen, moet men die ook nemen met betrekking
tot het schoolgeld.
De heer Visser: Het is mijne persoonlijke overtuiging da*
het thans voorgestelde schoolgeld nog te hoog is, maar de
heeren zijn het niet met me eens.
De heer Dees Ik wil er op wijzen dat de meerderheid
van den gemeenteraad te Vlissingen van dezelfde richting
is als de heer Visser.
De heer Van den Hoek U moet niet vergeten dat die
hooge schoolgelden aldaar op school D worden voorgesteld,
omdat dit eene inrichting is uit-luitend voor meer uitgebreid
lager onderwijs, dat is geheel iets anders dan hier wordt
voorgesteld hoeveel kinderen zullen op die school gaan
De heer Dees Het is ook de vraag hoeveel er hier zullen
komen. U zegt 90, maar u had evengoed 80 of 100 kunnen
zeggen.
De heer VersluijsIk houd het er \oor, dat, als het
eenmaal geregeld is, er veel meer zullen komen.
De heer DeesDat is zeer goed mogelijk.
De heer Versluijs Ik wil wel verklaren. dat ik de
indiening van dit voorstel met ingenomenheid heb begroet
De heer Moes: Dat begrijp ik.
De Voorzitter wil even opmerken, dat wat het schoolgeld
betreft, art. 46 der wet zegt«Ter gemoetkoming in de
kosten, welke voor rekening der gemeente blijven, met uit-
zondering van bedeelden en van hen die, ofschoon niet bedeeld
onvermogond zijn, wordt een schoolgeld geheven van ten
minste 20 cent per maand." En dan volgt°De minver-
mogenden worden, indien het schoolgeld voor ieder kind van
dezelfde klasse gelijk is, slechts voor een gedeelte aan de
heffing onderworpen." Men zou dus nog lager dan 20 cent
knnnen gaan.
De heer Moes Jawel, naar de letter, maar dat zou zijn
in strijd met den geest der wet.
De heer Versluijs Ik was nog niet uitgesproken. Zooals
ik zeg, heb ik het voorstel met ingenomenheid begroet, maar
toeh acht ik het nog maar een halven maatregel, we moesten
hier eigenlijk reeds discuteeren over eene Hoogere Burger-
school. Ik ben het wat het schoolgeld betreft ook niet eens
met de heeren, en al was het dat men de klasse van f 50O
niet wilde vrijstellen, dan zou ik toch tot 20 cent hebben
willen gaan. Maar juist met het oog op de oilers die de
gemeente zich naar alle waarschijnlijkheid voor de havenwerken
zal moeten getroosten, zal ik mij ook niet tegen dat voorstel
verzetten. Het is hier meer een kwestie van principe, dan wel
van wat anders. Er zijn in Nederland wel andere meerder-
heden die toch ook gelden nitgeven voor het onderwijs.
In Noord-Brabant is zelfs wel subsidie uitgegeven aan
bijzondere inrichtingen. En wat de opmerking van den heer
Moes betreft, dat er toenadering zou zijn tusschen de voor
standers van het openbaar en van het bijzonder onderwijs,
daarvan is nog niet veel te bemerken. Als men de woorden
nagaat dat een anli-revolutionair lid van de Tweede Kamer
De heer Van den Hoek: Talma!
De heer Vesluijs: Ja, ik zeg maar een lid, welnu, als
men nagaat dat deze in Goes zeide dat men zijne kinderen
liever naar een slechte bijzondere school moest zenden, dan
naar een goede openbare, dan blijkt nog weinig van het
einde van den strijd. En ten slotte, er is nu reeds veel
gesproken, doch waar zelfs de geleerden reeds zoolang over
het onderwijs twisten, zullen wij het er ook wel niet over
eens worden.
De heer MoesMaar de heer Thlma bedoelde daarmee
niet scholen waar slecht onderwijs gegeven wordt, doch had
iets anders op 't oog.
De heer Versluijs Dat heb ik er niet uit kunnen lezen
De heer DeJonge: U doet een beroep op de woorden van
Talma, maar dan moet u de porte van die woorden nagaan
en dat was niet om de openbare school in een verkeerd
daglicht te stellen. Ik kan echter wel woorden van jullie
kornuiten aanhalen
De heer Van DeinseKornuiten?
De heer De JongeNu dan mannen van jullie partij.
Ziet eens naar Frankrijk. Daar hebben groote vrijgeesten
als Victor Hugo en Jules Simon gewaarsehuwd tegen het
zenden van de kinderen naar de openbare scholen en
integendeel aangeraden, ze naar particuliere inrichtingen te
zendeneerstgenoemde zeide„sleep uw kinderen liever
voor de rechtbanken, dan ze naar de staatsscholen te zenden
terwijl de laatste de ongeloovige scholen prulscholen noemde
Als zelfs mannen van uwe richting er zoo over denken
is het niet te verwonderen, dat wij ona met de openbare
scholen ook niet kunnen tevreden stellen.
De heer Vair den Hoek: We zijn hier in Nederland,
maar niet in Frankrijk, zooals die mannen, dat zal ook wel
verschil maken.
De heer Moes: Ja, maar waar de heer Versluijs zoo even
de woorden van Talma aanhaalde
De heer Versluijs: Pardon, ik noemde eenvondig een
Kamerlid.
De Voorzitter; Heeren, nu geloof ik, dat we heelemaal
van het onderwerp afdwalen.
De heer Van Deinse Mijnlieer de VoorzitterIk geloof
dat we de beschouwingen van den heer De Jonge over de
openbare school ecrust kunnen lalen, voor wat ze zijn. En
wat nu de berekening van kosten betreft, die is naar men-
schelijke berekening gemaakt, de cijfers zijn door den heer
Van den Hoek met zorg verzameld en we hebben aangegeven
hoe het misschien kan komenmeer kunnen we niet,
of het overschot 22,50 zal zijn, of misschien 22,75,
dat is niet te zeggen. We hebben uit het aantal betalende
schoolgaande kinderen dat getal genomen dat we meenden
als een normaal cijfer te mogen aanneinen. Of zou men
misschien denken dat we met de cijfers gefoefeld hebben
De heer Dees Evenals de heer Van Deinse de beschou
wingen van den heer De Jonge aan dezen wil laten, wil ik
de gronden waarop de berekening van het getal leerlingen en
het batig slot berust aan den heer Van Deinse lalen.
De heer Moes stemt daarmee inhet zijn maar vage be-
rekeningen, maar men zou met pertinente cijfers moeten komen.
De heer Van den HoekIk ben aan die berekening ook
niet vreimd. Er is berekend dat zij die in de termen vallen
van 60 cent schoolgeld per maand voor het eerste kind, en
hooger, hunne kinderen daar naar toe zullen sturen. Voorts
is er berekend dat maar '/s van het daaronder begrepen aaDtal
schoolgaande meisjes van dai onderwijs gebruik zal maken, omdat
de meisjes niet zoo talrijk voor hoogere studie worden opgeleid
als de jongens en nu zullen al de kinderen die voor de be
rekening in aanmerking genomen zijn wel niet aan het meer
uitgebreid lager onderwijs detlnemen, maar daartegenover staat
dat er ook van de kinderen van hen die in de lagere klassen,
zelfs voor 40 cent staan, wel zullen komen. En ooker be-
hoeven geen 90 kinderen te zijn om aan het voor het schoolgeld
opgegeven--bedrag te komen; we hebben het juist wat ver-
mindurd, om het niet te gnnstig voor te stellen.
Ik geloof ook dat het eerste jaar het geraamde aantal kinderen
wel niet aan het onderwijs zal deelnemen, maar na 2 of 3
jaar zal het toenemen.
De heer Dees: Ja. ja 1
De heer MoesHet heeft bij mij dadelijk voorgezeten, dat
bij de voorstellers eene vrees bestaat voor de bijzondere
school, of de mogelijke oprichting eener Katholieke school.
Ik heb er dat terstond ingezien door de tevens voorgestelde
verlaging van schoolgeld en dat is bij mij de grootsle grief.
De heer Visser Het voorstel tot verlaging van schoolgeld
betreft alleen de menschen met inkomens van 500-/ 1000
en als die 3 en meer kinderen ter school hebben, dan wordt
het men mag zeggen wat men wil voor hen zeer be
zwarend. W ij die zelf niet met zoo'n inkomen behoeven rond
te komen, knnnen daar zoo niet over oordeelen.
De heer Van den Hoek Juist om de verlaging alleen te
beperken tot de laagste inkomens hebben wij de klassen van
85 en 95 cent laten vervallen, zoodat de heffing bij inkomens
van af 1100 gelijk b.ijft voor het eerste kind, doch de
reductie voor meerdere kinderen is verlaagd zoodat reeds bij
de klasse van f 1400 geen reductie meer wordt toegestaan,
wat volgeus de geldende verordening eerst hij inkomens van
1500 het geval is; voor de klassen van f 11001400
verhoogd de heffing dus een weinig.
De heer De Jonge: Hoeveel zal de vermindering van
schoolgeld volgens de voorgestelde regeling bedragen.
De Voorzitter denkt dat dit bedrag niet groot zal zijn.
De heer Wieland Het zal toch wel niet uit dat overschot
van f 22,50 kunnen vergoed worden.
De heer Van den HoekDe stukkken hebben alle ter
inzage gelegen en de heeren hebben het dus kunnen nagaan.
De heer De Jonge: Ik meen dat wij niet verplicht zijn
om dat zelf uit te rekenen, maar dat wij het recht hebben
om van de voorstellers te eischen ons de gevolgen van hun
voorstel in cijfers uiteen te zetten.
De heer Dees: Ik wil erkennen, dat het voor menschen
met veel kinderen drukkend is, schoolgeld te betalen, en
daarom heb ik destijds bij de behandeling der verordening
voorgesteld om Burg en Weth. voor zulke gezinnen vrijheid
van kandelen te geven om de kinderen boven een bepaald
aantal geheel vrij te stclhn toen werd echter gezegd dat dit
niet kon, als zijnde in sirijd met de wet, hoewel ik in ver-
ordeningen van andere gemeenten dusdanige bepaling wel heb
aangetroffen.
Wat zal nu dc vermindering van schoolgeld menschen met
500 inkomen baten, als ze hiervan wat minder moeten
betalen Er is bij de vaststelling van den Hoofdelijken
omslag weer rekening mee gehouden en velen zijn met toog
daarop een klasse verhoogd, zoodat ze het aan den anderen
kant weer meer n oeten betalen en daarmee worden ook
velen getroffen die geen kinderen op de openbare school
hebben, waaronder ook verschillende bootwerkers en andere
werkmenschen zijn.
De heer Moes merkt op, dat, zooals uit een schrijven van
Gedep. Staten is geMeken, de tegenwoovdige verordening
vrijheid laat om daarmee rekening te houden.
De Voorzitter zegt, dat hierover de meeningen verschillen
daar in de verordening niet bekend staat dat de aanslagen
in den Hoofdelijken omslag voor de berekening van het
schoolgeld zullen gelden, hoewel dat wel de bedoeling is
geweest. Volgens de redactie van het nieuwe voorstel is
twijfel echter buiten gesloten.
De heer De JongeEr gaan bij ons ook kinderen op
school \an menschen met maar 500 inkomen en die heel
wat meer schoolgeld betalen.
De heer Visser: Een goede ontwikkeling is voor hen
die weinig bezitten het voornaamste dat ze hunne kinderen
kunnen nalaten. Eene vrouw op SIuDkil met een inkomen
van 500 klaagde er tegen mij over, misschien heeft ze
het ook wel tegen den heer Dees gezegd dat ze het
schoolgeld van hare 4 kinderen onmogelijk kan blijven beta
len, en daarom verplicht te zullen zijn van ze thuis te houden
De heer MoesZe wist ook wel tegen wie ze dat zei.
De heer DeesMen wil wel dat er voor het onderwijs
veel gedaan wordt, maar als het er op aankomt om zelf wat
te offercn wil men daarvan niet weten, onder beweren dat
men het niet kan missen hoewel er wel geld is voor andere
zaken. Als men er in huis komt zou je niet zeggen dat het
er zoo nauw zit, dan vindt je er orgels, etc. etc. Geheel
anders is het bij het bijzonder onderwijs, daar komt een groot
bedraz aan schoolgeld binnen.
De" heer Van den HoekMen moet niet vergeten dat
juist de leerlingen waarvoor niet betaald kan worden, voor
rekening der gemeente worden gelaten.
De heer De JongeOch kom, ik weet niet hoe je nog
met die bewering voor den dag durft komen.
De heer DeesEr is ons vroeger wel eens toegevoegd
dat onze voorstellen betreffende schoolgeld regeling leegpom-
perij van de openbare school beoogden, maar nu kunnen wij
wel spreken van leegpomperij van de bijzondere school.
De heer Van den Hoek weerspreekt ditbij dit voorstel
is in het geheel geen rekening gehouden met ook maar iets wat
de bijzondere school betreft; wat daar gebeurt raakt zijn koude
kleeren niet.
Die daarvan gebruik wil maken moet het zell weten. flet
voorstel is alleen voortgevloeid zegt spreker uit hetgeen
wij voor de gemeente noodig achten en als dan een gemeente
van 9O00 zielen nog geen inrichting voor meer uitgebreid
onderwijs mag hebben, weet ik het niet meer. In Goes, een
gemeente met 6060 zielen, is eene Hooge Burgerschool.
Een lid Maar daar zit fortuin
De Voorzitter: Moeten de kinderen dan hier van hooger
onderwijs verstoken blijven omdat er geen fortnin z't
De heer Van den Hoek geelt den heer Dees het leerplan
van het m. u 1. o. ter inzage
De heer Moes wil niet beweren, dat hier geen inrichting
voor n eer uitgebreid lager onderwijs zou mogen zijn, maar
zijn grootste bezwaar is gelegen in de voorgestelde verlaging
van schoolgeld.
De heer De Jonge gelooft dat de kosten van het meer
uitgebreid lager onderwijs meer zullen bedragen dan berekend
is en kan niet aannen en dat men met 5 onderwijzers 6
klassen zal kunnen onderwijzen.
De VoorzitterEr wordt toch voorgesteld om maar een
onderwijzer meer op te roepen.
De heer Van den Hoek geeft aan de verdeeling der reeds
aan school B werkzaam zijnde onderwijzeres en 5 onder-
wijzers, over de verschillende klassen, terwijl het de bedoeling
is den op te roepen onderwijzer met akte middelbaar Fransch
of Engelsch te bestemmen voor hulp van het hoofd in de 3
hoogste klassen.
De heer Wieland vraagt of het hoofd en de eerste onder
wijzer aan school A genegen zullen zijn om onderwijs in de
Fransche taal te geven, daar ze dit nog niet hebben gedaan.
Men hoort tegenwoordig zooveel van stakingen
De heer Van den HoekDaartoe zijn ze volgens de
verordeniDg verplicht en als ze weigerachtig waren zou de
Raad hen kunnen ontslaan.
De heer Van Deinse Men mag toch niet aannemen dat
ze zouden weigeren
De heer Wieland: Ik weet niet hoe dat zit, en of ikwei
zou helpen om die menschen te ontslaan.
De heer MoesUit het voorstel zal voortvloeien dat er0
nog een school moet bijkomen.
De Voorzitter: Dat moet toch.
De heer Moes: Dat zou anders nog niet behoeven. -*
De VoorzitterMaar hoe kant u dat nu beweren, dat
weet u toch wel beter
De heer Moes: Juist omdat ik er wat van weet durf ik
het zeggen. Maar mijn hoofdbezvvaar blijft dat in het voorstel
het schoolgeld verlaagd is.
De heer De FeijterZou het schoolgeld niet kunnen
blijven zooals het is? J
De heer DeesEn dan aan Burg, en Weth. de macht
verleenen om met groote gezinnen rekening te houden.
De heer MoesDat mag wettelijk niet
De heer DeesIn andere verordeningen staat het toch.
De heer VersluijsDe verlaging is gering en voor de
hoogste klassen is zelf de reductie verminderd.
De Voorzitter leest het bestaande en het voorgestelde tarief.
De heer Moes zou eerst de schoolgeldheffing willen be-
handelen en daarna de verordening tot regeling van het
onderwijs.
De Voorzitter merkt op dat zulks niet kan, daar artt. 4 en 5
der heffingsverordening rekening houden met het hepaaldein
de regelingsverordening, omdat daarin het schoolgeld voor
m. u. 1. o. wordt geregeld en er dan toch eerst dient bepaald
te worden of er m. u. 1. o. zal gegeven worden.
Alvorens tot stemming over de artikels der verordening
tot regeling van het openbaar lager onderwijs wordt overge-
gaan wenscht de heer Versluijs te eonstateeren dat uit de
verklaringen van den heer Moes blijkt, dat deze ook een
open oog heeft voor de belangen van het onderwijs, dat er
andere redenen zijn, die hem bezwaar doen maken, en ook n t
de woorden van den heer De Feijter meent spreker te moeten
affeiden dat deze niet tegen het inrichten van meer uitgebreid
lager onderwijs is.
De heeren Moes en de Feijter stemmen dit toe, maar
hebben bezwaar tegen de schoolgeldregeling.
Met 9 tegen 4 stemmen wordt art. 1 aangenomen.
Voor stemmen de heeren Harte, Visser, Grenu. Dees, Van
de Velde, Versluijs, Van Deinse, Van Dale en Van den
Hoek; tegen de heeren De Feijter, Wieland, De Jonge en
Moes.
Met dezelfde stemmenverhouding wordt hierna ook art. 2
aangenomen cn vervolgens en bloc de 2e afdeeling, hevattende
de huishoudelijke bepalingen, waarin enkele wijzigingen zijn
geb: acht.
Met 10 tegen 3 stemmen, die der heeren De Feijter,
Wieland en de De Jonge, wordt als 3e afdeeling aan de
verordening toegevoegd de bepalingen betreffende de plaatse-
lijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, wat thans
bij afzonderlijke verordening geregeld is.
De geheele verordening wordt hierna met 9 tegen 4 stem-
men, die der heeren De Feijter, Wieland, De Jonge en
Moes, ilangenomcn.
Vervolgens komt in behandeling de verordening tot heffing
van het schoolgeld.
De heer Van den Hoek deelt mede dat verzuimd is eene
slotbepaling te maken en dat er als art. 12 aan behoort te
w rden toegevoegd
„Deze verordening treedt in werking voor zoover het lager
onderwijs en het herhalingsonderwijs betreft met 1 Jannari
1905 en voor wat het meer uitgebreid lager onderwijs betreft
bij den aanvang daarvan."
Het doel is, dat dit zal zijn met 1 April 1905.
De Voorzitter wenscht dan liever die datum voor inwer-
kingtreding opgenomen.
De heer Van den Hoek, hoewel van meening dat men bij
de door hem aangegeven redactie somtijds gemakkelijker is,
als zijnde dan niet aan een tijdstip gebonden, neemt daarmee
genoegen.
De Voorzitter merkt op dat art. 1 ongeveer gelijk is aan
het oude, alleen wordt daarin thans nauwkeurig omschreven
dat alles naar den Hoofdelijken omslag wordt geregeld en
dat aan het meer uitgebreid lager onderwijs alleen gratis zal
kunnen worden gevolgd door die kinderen van ouvermogende
ouders, welke voldoen aan de slotbepaling van art. 5 dat is
wanneer zij blijken van goeden aanleg geven en getrouw de
school bezoeken.
Art. 1 wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmentegen
stemmen de heeren De Feijter, Wieland, de Jongeen Moes.
Art. 2 wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen, die der
heeren Wieland, Dees, De Jonge en Moes.
De heer De Feijter was afwezig.
Art. 3. Schoolgeld voor gewoon lager onderwijs.
*j99tn
pupi uapai
•ugjapupi
U9IA
•U9.I9pUI5[
9Up
•U9J9pnt5[
99MJ
"g -pnni u99
M
<5
<1
h4
co
|z;
<1
so
ei
D
O
O
otNifloot-oiM^t'Oinooo
t-< vH tH <M <M C^CO^CO
o~ cT cT cT cT o" cT cT t-5
t- GO <M CO <M iG lO 1
co
©^©^©^^th^^^^cn (^co^eo CO
kO CO vH lO I
C^o^c^^co c^cq^© 1^
©tHtHtH-t—It-1 tH tH (M iM (N (M CO
-H t- CO >o I
qo th^co^ io ao
CT ©©nrinrfrlrlrHrlrGM
CO CO ^^xO^kO^CO^CO^t^t-^C
CTrf tH Wt-T
iQiOCDCDI>l>COCOQ050rH(NCq
c
xO »0 Xo XO
xOxOCOCOC-C-OOOOC
n
5
xO
c
(Bij de tegenwoordige heffing begint de aanslag voor een
kind met 40 cent per maand, terwijl eerst bij inkomens van
f 1500 geen reductie meer verleend wordt)
Het voorgestelde artikel wordt aangenomen met 8 tegen 5
stemmen; voor de heeren Harte, Visser, Grenu, Van de Velde,
Versluijs, Van Deinse, Van Dale en Van den Hoek; tegen
de heeren De Feijter, Wieland, Dees, De Jonge en Moes.
Art. 4. Het schoolgeld voor het hijwonen der lessen van
het herhalingsonderwijs, bedraagt voor de jongens de helft
en voor do meisjes een vierde van het bedrag, dat genoemd
wordt in art. 3 en voor een kind is bepaald.
Het schoolgeld voor onderwijs in de vreemde talen of wis-
kunde op de avondschool van school B bedraagt voor ieder
kind dat de dagschool hezoekt, de helft en voor ieder kind
dat de dags.hool niet bezoekt het voile bedrag dat genoemd
wordt in art. 3 en voor een kind is bepaald. Voor dit onder
wijs en voor herhalingsonderwijs wordt geene reductie toege
staan, wanneer meer dan een kind uit een gezin daarvan ge
bruik maakt. Het onderwijs in de Fransche taal op de