A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Afsluiting weg.
Opeabare Verkooping.
Donderdag 28 April 1904.
44e Jaargang,
DE ElfSIIAME.
Binnenland.
FEUXLLET0N.
adyertentiEn
Inzending van advertenUen vooi
uren
op den dag der uitgave
zal op Zaterdag 30 April
1904, des namiddags ten 5 ure, op het dorpsplein
worden verkocbt
De oorlog tusschen Rusland
en Japan.
Ook de Polen worden onrustig.
st^arasoaKd^
&^^X£8kEE2!Z3
KS»sa«»<#j»KB»y
SEI2EISCHE KM itA VT
ABONNEMENT:
Yoor
eigie j i,*u. auitiiao y
alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
peI d,i. maandeD binuei. Ter NWn 1,-. Franco per po.t
Nederl.nd ,1H- Voo, Belgie 1,40. Yoor Amenka 1.S2J.
Men abonneert zich bij
bushouders.
en Vfijdagavond, nitgezonilerd op Feesidagen, bij de Pirma I". J. VAS BE 8AA DE te Ter A'eazea.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elkea regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekeDd.
■Ml bind verschijnt fflaandag-, Woensrtag-
nlaB)«nebekend dat bllfkenT 'm issivevan
Sto tenvanSand? dd. 22 April 1904, N o. 144 2e Afdeel.ng
het velkeer over de brug in de Groote Kraag in den
Ter Neuzenschen weg, no. 2 van den ligger
en vnetnaden in de gemeente Zaamslag, op
1904 van 6 uur voormiddag tot 6 unr namidoag za zijn
afgesloten.
Ter Neuzen, 27 April 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J A. 1'. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretary.
De Burgemeester van TER NEUZEN, zal
op WoesAsdas den 4 Mes 8304, des
voormiddags ten 11 lireop de Markt, in het
openbaar a confcant verkoopen, de hieronder
o-enoemde overblijfselen van bet, op het kanaai
ran Ter Neuzen naar Gent, op den 4en April
j.l. gedeeltelijk verbrande en daarna gezonken
vaartuig //ONTARIO".
38 partijtjes^ Touwwerk.
1 houten Eenschijfsblokje.
1 Takelloopertje met 2 eeuschi]fblok]es.
3 Timmermansbeitels.
1 Kettingsluiting.
4 Propankers.
1 Roeper.
1 roode Lantaarn.
6 Schoorboomen met en zonder baken.
2 zinken Slagpompen.
1 gegalvaniseerd ijzeren Kachelpijp.
3 Schoorhaken.
1 Mast met ballastplaten.
31 heele Luiken.
6 halve Luiken.
29 Merkels.
Wrakhout en
1 Roeiboot.
Ter Neuzen, 25 April 1904.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Ten overstaau van ondergeteekende
1. eenige honderden KG. aan oude couran
ten, boekwerken en ander papier
2. een partij oud ijzer en oude lantaarns
der straatverlichting
3. olmenstammetjes en mulsaards;
4. de vuilnishoop in een perceel of met
gedeelten.
5. hetgeen verder zal worden geveild.
Zaamslag, 27 April 1904.
De Burgemeester,
WORT MAN.
38)
Het rijtuig der dames, begeleid door lord
Rumsdale, sloeg den weg in naar Oxfordstreet,
terwijl lord Norman alleen in zijn rijtuig naar
Regent-street terug keerde. Toen deze thuis kwam,
berichlte de kamerdienaar hem, dat een heer reeds
geruiuneo tijd op zijn lordschap wachtte. De man
had zich met laten afwijzen, ofschoon hem gezegd
was, dat de lord op Zondag niemaud te woord
stond. Tegelijkertijd bood de kamerdienaar zijn
heer op een verguld preseuteerblad het naamkaartj
van den bezoeker aan. De lord nam bet op en
las Dr. Brown, Worcester.
llij bedacht zich een oogeublik, of hij niet bij
bet afvrijzende beschtid van zijn bediende zou
blijven volharden, doch het volgende oogenblik
schoot be de gedachte door het hoofd, dat hij
daar misscbien verkeerd aan deed. Misscbien kon
een persoonlijk ouderhoud met den dokter hem
een vingerwijzing geven naar het middel, om zich
van den advocaat te oiit-slaan. Als Carringshliff
Het verluidt, dat de Czaar in Juli naar het
oorlogslerrein vertrekt. Japan ouderhandelt op
't oogenblik te Genua over den beuw van vier
gepautserde kruisers van het type //Kasoega", dat
zoo uitnemend voldoet.
De //Daily Chronicle" verwacbt nog biunen de
week pogingen tot landing van de Japanners,
tegelijkertijd westelijk en oostelijk van Port-Arthur,
en westelijk van den Jaloemond. Maar dat zoa
den Japanners uog niet genoeg ziju. Terzelfier
tijd zou een leger van 50,000 man dan ook be-
proeven, de Jaloe over te steken.
In zuid-west Mantsjoerije schijnen bereden ban
dieten veel verwoestiug aan te richten.
Een hooggeplaatst ambtenaar te Moskou zou,
volgens een bericht van daar van iemand die een
hoogeu post bekleedt bij den Franschen inlichtin-
gendieust, meedeeling hebben ontvangen, dat sedert
het begin van den Russisch-Japauschen oorlog
Parijs van Japansche spionuen wemelt. Zij be-
schikken over groote geldmiddelen eu houden het
oog op hooggeplaatste Russen te Parijs en op de
scheepswerven.
Hun voornaamste opdracht zou zijn, bet tijdstip
uit te visschen, waarop de Oostzeevloot naar de
Stille Zee vertrekt, en de plaatsen te weten te
komen waar zij onderweg steenkool zal inuemen.
Reuter seint uit Helsingfors
Men heeft beproefd om de nieuwe Russiscbe
kruisers ^Zjemtsjoeg" en ^Izoemroed", die gebouwd
zijn aan de Newa-werven en op bet oogenblik
uitgerust worden, in de lucht te laten vliegen.
Met dat doel waren te Schliisselburg vier drijvende
mijnen in de Newa geworpen, maar ze wrrdeu
ontdekt door eenige schuitenvoerders, die ze vlak
voor de werf uit het water haalden, voor ze nog
eenige schsde hadden, kunnen aanrichten.
Er is een onderzoek ingesteld. Men neemt aan
dat de schuldigen twee Finnen zijn, die laatst
geheimzinnige, op mijnen gelijkende vooiwerpen
vervoerden.
De //Zjemtsjoeg" en //Izoemroed" zijn pantser-
dekkruisers van 3100 ton.
Louden, 25 April. De Japansche legatie ont-
ving een depeche van den Japanschen consul te
Gensan, meldeude dat heden twee Russische torpe-
dobooten van het Wladiwostok-eskader de haven
binuen kwamen en de kleine Japansche stoomboot
^Goyomaroe" van 600 tonnen in den grond boor-
den. De Russiscbe schepen vertrokken daarop
weer.
Petersburg, 25 April. Twee Japanners, als
Chineesche bedelaars verkleed, deden een poging
om Koeropatkin te vermoorden tijdens zijn bezoek
aan Nioetswang. Zij slaagden er in, den geaeraal
te naderen, maar een kozak bemerkte dat een van
hen de hand onder zijn kleeren stak, waarop bij
den man tegen den grond sloeg. Bij heide man
ner, die valsche pruiken droegen, werden messen
gevonden.
meer in zijn eigen belang dan in dat van den lord
gehandeld had, dan werd hem du een schoone
gelegenheid aangeboden, om dit te weten te komen.
/,BreDg den heer in miju kabinetbeval hij.
Nog eenige oogenblikken na het heengaau van
den bediende bleef hij in gedachten staan en ging
toen in zijn kabinet. Hij vond daar een ietwat
gezet man, van middelbaren leeftijd, met een rond
gelaat, zonder veel uitdrukkiug en een piar listige
oogen, die achter een gouden bril glinsterdtn.
Dokter Brown maakte een diepe, eerbiedige bui-
ging, die door den lord met een hoofdknik be-
antwoord werd.
#Het doet mij veel leed, dat ik uwe lordschap
op zulk een ongeschikteu tijd met mij a bezoek
moet lastig vallen. Zaken, die geen uitstel konden
lijden, riepen mij naar Londen, en nu ik die zoo
spoedig mogelijk heb afgedaan, roept de zorg voor
de mij toevertronwde patienteu mij dringerd uit
de hoofdstad terug."
Dit was de iuleiding van den dokter.
„Ge zult mij verplichten, als ge zonder verdere
omwegen overgaat tot de reden van uw bezoek'
autwoordde de lord.
#lk zal de bevelen van uw lordschap opvolgen.
Iu het begin der vorige week bracht de advocaat
Een telegram, den 25* door Koeropatkin aan
den Czaar gezonden, berichtDen 23° stak een
Japansche troepenafdeeling, uit twee kompagnieen
cavalerie bestaande, de rivier over, 15 werst be-
nedeu Siaopusische. 20 werst boven de Siaopusische
troffen de Japanuers voorbereideode maatregelen
om de rivier over te steken.
In het gebied ten zuiden van de Jaloe was den
24n alles rustig.
Tokio, 26 April. De bemanning van de //Goyo-
maroe" is te Gensan aan land gezet, voor dat het
schip zonk.
Tientsin, 26 April. Yolgens gerucht bombar-
deerden de Japanners MaandagDacht Nioetsjwang.
Rusland maakt moeilijke tijden door. Nu de
buiteulandscke vijand 't zoo met succes bestookt,
worden ook de inlandsche vijanden roerig. Anar-
chisten en nihilisten worden er telkens iu hechtenis
genomen, en te Warscbau is nu een samenspan-
ning ontdekt tegen de regeering, met het doel de
Poolsche vrijheidsvaan weer te verheffen.
Er zouden reeds 18 samenzweerders opgeknoopt
zijn.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag.
Hoewel sedert Vrijdag zich nog verscbillende
sprekers voor de algemeene beschouwingen over
de Drankwet hadden opgegeven, kreeg toch de
Minister van Binnenlandsche Zaken reeds nu
het woord ter bespreking van een speciaal punt,
nl. de noodzakelijkheid van de indiening van
een noodwetje. De Minister betoogde, dat de
Regeering, zich plaatsende op bet standpunt
van den letter, den tekst van de wet, niet tot
de indiening van een noodwet behoefde over
te gaan. Zij had uitsluitend rekening te houden
met den duidelijk in den tekst uitgesproken
wil des wetgevers, en deze is z. i., dat de in 1901
aangenomen verlengingswet loopt tot 30 April
1905, daar bet vergunningsjaar aanvangt op
1 Mei.
De beer Talma sloot zich bij dit betoog aan.
Zoo ook de heeren Rink en Smidt, laatst-
genoemde verdedigde daarbij de rapporteurs
tegen bet verwijt, gezocht te hebben naar een
middel om aan een noodwetje te ontkomen.
De heer Mees wees er op, dat de Minister
nog in Februari het standpunt innam, dat hij
thans bestrijdt, en drong nogmaals ernstig op
indiening van een noodwetje aan.
De Minister antwoordde, dit onnoodig te
achten, omdat het geen eind zou maken aan
de onzekerheid. Wei zou bij overwegen of er
aanleiding bestaat, bij de toenemende onzekerheid
te komen met een interpretatieve wet, die elke
moeilijkheid afsnijdt.
De heer Van Karnebeek wees daarna ook
Carringshliff op last van u eeu meisje in myn
gesticht voor kraukzinnigen. Hij overhandigde mij
bij die gelegenheid eenige pipieren, die volgens
de wettelijke voorschriften bij de opname vereischt
worden. Ik nam die papLren zonder onderzoek
aan, omdat ik mocht aannemen, dat ze in orde
wareu, aangezien ik niet voor de eerste maal met
mijnheer Carringshliff in aanraking kwam en zijn
kenois van zaken mij bekend is. Zoo is de advo
caat dan weggereisd, zonder mij weei te zien.
Eerst na zijn afreis ontdekte ik, dat een der ge-
wichtigste en noodzakelijkste stukken ontbrak. Ik
ben heden ook niet in gebreke gebleven mijnheer
Carringshliff op te zoeken, om hem naar dat bewijs-
stuk te vragen, doch ik trof hem, helaasniet
thuis en zoo ben ik tot mijn leedwezen genoodzaakt
uwe lordschap lastig te vallen."
/,Eq wat is dat voor eeu bewijsstuk, dat ge
zoo noodzakelijk acht vroeg de lord, het voor-
hoofd fronseude.
z/Het is de eenstemmige verklaring vau twee
dokters, dat de jonge dame werkelijk lijdt aan
storing van het verstand."
Op dat oogenblik wenschte de lord den dokter
naar den duivel en vervloekte zijn beslnit om
hem te woord te staan.
nog eens op't gevaar van rechterlijke uitspraken
in stryd met die van den Minister.
De heer Talma wees er nog op, dat, als er
storing mocht komen, deze door den heer Mees
zal zijn uitgelokt, die hij uitnoodigde om zijn
uitlegging door een motie te doen beslissen,
opdat bij verwerping de rechterlijke macbt een
interpretatie vernemen kan.
Naar aanleiding van een vraag van den heer
Smidt, verklaarde de Minister van Justitie zich
beslist voor de uitlegging van art. 26 door
den Minister van Binnenlandsche Zeken gegeven,
en verzekerde, dat hij geen aanschrijvingen zal
doen uitgaan om niet te vervolgen, onder op-
merking evenwel dat het parket bevoegd, niet
verplicht is te vervolgen. Intusschen achtte
de Minister vervolging schier ondenkbaar, na
de duidelijke interpretatie, maar ook hij is bereid
een interpretatieve wet te geven, in dien zin
b. v. dat zij zal bepalen, dat de vergunning
loopt tot 1 Mei 1905.
Op een vraag van den heer Mees, of de
Regeering spoedig deze interpretatieve wet zou
indienen, zeide de Minister Kuyper niet te
antwoorden, omdat de beer Mees twee van
's Ministers vragen onbeantwoord liet.
Daarin zag de heer Mees een persoonlijk
feit, waarin hij aanleiding nam te protesteeren
tegen 's Ministers houding tegenover hetgeen
hij, spreker, in het algemeen belang, ter wille
van de rechtszekerheid, vroeg.
De algemeene beraadslaging over het Drank-
wet-ontwerp zelf, werd daarna voortgezet.
De heer De Savornin Lohman had liever
een radikaler omwerking van de bestaande,
door hem schoorvoetend aanvaarde Drankwec
gewenscht, omdat het daarbij aangenomen
stelsel niet geleid heeft tot het doelbevordering
der matigheid door beperking van het aantal
drankhuizen. Z. i. vermindert deze wet niet
het aantal drankgelegenheden, maar beschermt
zij het monopolisme, maakt den tappers het
leven zuur, maar berordert het huisdrinken.
Hij bestreed het stelsel en zou daarom wenschen
dat waar alkohol verkocht werd, niets anders
mag verkocht worden.
Hij betreurt de ongemotiveerde wegneming
van het Gothenburger stelsel en voelt ook veel
voor de local option.
De heer Rink was aan't woord, maar wegens
het vergevorderde uur ging de Kamer uiteen
tot heden 11 uur.
Naar men meldt, is door den directeur-
generaal der posterijen ter kenuis van de hrieveu-
en telegrambestellers van alle postkantoren ge-
bracht, dat het verbod, om bij de ingezetenen te
wenschen" gehandhaaft blijft. Nietterain is het
den bestellers vergund giften of fooieu, die hun
ongevraagd gegeven worden, aan te nemen.
Afgekeurd en verboden wordt in dezelfde cir-
culaire bij de ingezetenen propaganda te maken
om als donateur van de vereeniging De Post tos
te treden enkele afdeelingen vau deze vereeniging
hadden daartoe besloten om op die wijze eenigs-
zins schadeloos gesteld te worden door het derven
van de tot nu toe genoten fooien.
vHet was mij volkomen onbekend, dat zulk een
verklaring noodig is," zeide hij, //en mijuheer
Carringshliff heeft dat stellig ook gedacht. In
ieder geval zal het 't best zijn, als ge uw be-
denkiugen ter zijde zet, mijuheer Brown. Als
vader van het meisje kau ik u kort en bondig
verklaren, dat miju kind volgens de overeenstem-
mende meening der bekwaamste geueesheereu van
het vaste land, aan waanzin lijdt en deze verzekering
van mij moet u voldoende zijn."
ffZij is voor mij geheel voldoeude, mylord, doch
daarvan is geen sprake. Door uw vertrouwen in
mijn kunst gevoel ik mij genoeg vereerd, om alle
bedenkingen ter zijde te stellen. Doch met de
rechtbank is het lets anders, mylord. Ik ben
verplicht elke maand een rapport bij de rechtbank
in te leveren over de patienten in mijn gesticht
en daar meet ik dan tegelijkertijd de bedoelde
verklaringen bij overleggeD. Wanneer ik hierin
nalatig was, zou ik uwe lordschap en mij z lven
niet kunnen vrijwaren van groote moeielijkhedeu."
(Wordt vervolgd.)