A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
VACCINATUM
xNo. 4496.
Dinsdag 16 Februari 1904.
44e Jaargarig.
BE EBPSSHAMB.
KINBEKBESCHEBMIN G.
FEUILLETON.
ABO^NNEMENT:
Inzending van advertentien vbor 3 uren op den dag der uitgave
Op Dondes*x8ag 25 Februari 3S04,
Op Urijdag 2© Februari daarna, op
deDZ°lfden tijd voor degenen, die wonen in het
Paradijs, Boeregat eu de Knol beide dagen ten
huize van den geneesheer.
lie wet op de ouderiajke macht en
de voogdij van 6 Februari 1901.
Stbl. 62.
IX.
Voogdij van stichiingen enz.
Toeziende voogdij.
Hij is derhalve verplicbt te zorgen, dat de
De ooriog tusschen Itlusiand
en Japan.
SEtZESSCHE (MRAST.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,—Franco per post
Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie /'1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit h I ml verscliijnt Jlaanda^, Woensdag.
en Vrijda^avond, uitgezonderd op Feesidajfen, bij de Firinii P. JT. VAI 9)E SAWWK te Ter Menzen.
iaasBsseaffisii" 1 1
Burgemeester en Wethouders van HOEK maken
bekend, dat gelegenheid tot vaccinatie zal worden
gegeven
tusschen 2 en 3 uur 's namiddags voor degenen,
die wonen in de. kotn, Hasjesstraat en Manrilsfort.
Hoek, 15 Februari 1904.
A. WOLFERT, Burgemeester.
J. M. DREGMAN8, Secretaris.
(4e soort.)
De zoogenaamde gestichtenvoogdij wordt
volgens de nieuwe wet genoemd„de voogdij
van vereenigingenslichtingen of inslellingen van
weldadigheid."
De oude wet zegt omtrent de gestichtenvoogdij
alleen (art. 421) dat tninderjarige kinderen, die
in een gesticht van weldadigheid zijn opgenomen,
zoolang zij zieh daarin bevinden of daartoe
behooren, staan onder de voogdij van de regenten
van dat gesticht en dat deze geen zekerheid
beboeven te stellen.
Dit is alles.
De nieuwe wet is uitvoeriger. En dat moest
ook omdat deze wet aan deze soort voogdij,
met liet oog op de verwaarloosde jeugd vooral,
veel waarde hecht.
Het le lid van art. 421, zooals bet in de
nieuwe wet is opgenomen, luidt als volgt
,/In alle gevallen waarin de kantonrechter
„of de rechtbank een voogd te benoemen
„heeft, kan de voogdij worden opgedragen
#aan eene in het Koninkrijk gevestigde
^rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni-
"ging of aan eene aldaar gevestigde stichting
,/of fnstelling van weldadigheid, wier statu-
„ten, stichtingsbrieven of reglementen duur-
vzame verzorging van minderjarigen voor-
,/Schrijven."
9)
//Het is noodzakelijk, dal wij allereerst met
openbartigheid over uwen toestand spreken,
mejuffrouw Alice antwoordde de jonkman, haar
oplettend gadeslaande. „Op de gebeurtenis van den
afgeloopen nacht behoeven wij niet terug te komen
maar het is noodig, dat wij elkander begrijpen
omtrent hetgeen wij in de eerstkomende uren te
wachten hebben. Zeg mij daarom, mejuilrouw
Alice, is u mondig
„In begrijp niet, wat u daarmee bedoelt."
//Dan zal ik mijn vraag anders iukleeden. Hebt
ge uw een en twintigste ievensjaar volbracht
//Reeds twee maanden gtleden."
„Ik vraag dit niet uit nieuwsgierigbeid, maar
omdat de van uw ouderdom afhangende mou-
digheid medebrengt, vrije beschikking over uwe
persoou en uwe goederen, aangenomen ualuurlijk,
dat ge in het bezit zijt van uwe voile verstand
iets wat mijuheer Carringshliff betwist.
#Gelocft u hem
Veroorloof mij, u hierop te antwoorden aan
bet einde van ous gesprek eu laten wij thans
over iets anders spreken. Ge verteldet ons gister-
avond, dat uwe ouders dood zijn en gij zijt alzoo
een wees. Daareutegen heeft Carringshliff mij
zoo even verklaard, dat hij op last van uw vader
bij mij kwam en het is wel te voorzien, dat lord
Norman binnen weinige uren hier zal zijn om
zijue docbter op te eischeu."
Yoor deze voogdij behoeft, zooals we zagen,
geen zekerheid te worden gestelff; ter wij 1 ook
de regenten of bestuurders geen eed behoeven
af te leggen, zooals andere door den rechter
benoemde voogden.
Tenzij de wet anders bepaalt, zijn aan deze
voogdij dezelfde rechten en verplichtingen ver-
bonden als aan eene gewone voogdij.
Van bijzondere beteekenis is bet 4e lid van
het artikei, waarover in de Kamer heel wat is
te doen geweest. Het luidt
,/De leden van het Bestuur zijn persoon-
,/lijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de
,/uitoefening der voogdij, voor zooverre deze
//door bet bestuur geschiedt en voor zooverre
z/de leden van bet Bestuur niet ten genoegen
z/des recbters aantoonen bet bunne gedaan
z/te hebben tot beboorlijke uitoefening der
^voogdij of wel buiten staat te zijn geweest
z/daarvoor te waken."
Ik vermeld hier alleen nog dat de woningen
en gesticbten, waarin minderjarigen zijn opge
nomen, telkens wanneer zij dat noodig oordeelen,
moeten worden bezocbt door den Officier van
Justitie en den Voogdij raad.
Met welk doel is echter niet gezegd.
De toeziende voogd moet in de gelegenheid
worden gesteld de minderjarige over welke bij
de toeziende voogdij uitoefent eenmaal's weeks
te bezoeken.
Met welk doel is ook bier weer een raadsel.
Ik kom tbans aan de zevende afdeeling van
titel 16, handelende over den toezienden voogd.
Deze wordt steeds benoemd door den rechter,
in de eerste plaats door den kantonrechter, in
wiens banden hij onverwijld na het begin der
toeziende voogdij den eed moet afleggen *dat
hij zijnen plicbt deugdelijk en getrouwelijk zal
waarnemen."
Ook in deze afdeeling zijn eenige wijzigingen
en aanvullingen gebracht, welke evenwel niet
van zooveel beteekenis zijn om daarvan melding
te maken.
Wat is em toeziende voogd
De toeziende voogd (of voogdes) is de door
den rechter aangestelde man (of vrouw) om toe
te zien dat de voogd zijne verplichtingen nakomt
terwijl hij ook de belangen der kinderen moet
waarnemen als deze belangen met die van den
voogd in strijd zijn.
wO, die laagbartige riep het meisje uit. *Ik
wist, dat hij mij ten verderve zou brengen. O,
mijn arm hoofd En ik mag dat leugenweefsel
niet ontwarrenik moet het verdragen, dat ik als
leugeuaarster voor u sta. Ach, ik arme Wat
moet ik doen? Wanneer ik u de onverbloemde
waarheid zeg, zal ik daarmede niets bereiken dan
eene bevestiging der opgaven van dien ellendeling
tfHet zij verre van mij, dat ik mij in uw] ver-
trouwen zou willen dringen, mejuffrouw Alice,
doch ik moet u tocb opmerken, dat gij zelf mij
de handen bindt en mij verbindert voor u werk-
zaam te zijn, zooals ik dat wensch, als ge mij
niet een mzicht geeft in uw toestand."
z/Ik kan nietO, heb medelijden met eene
ongelukkigeHoe gaarne zou ik aan uw ver-
langen voldoen. De band, die mijn long bindt,
is van ijzer O, met duivelachtige sluwheid
hebben ze mijn ondergang voorbereid en wanneer
ik sprak, zouden zij weer een nieuw bewijs tegen
mij in handen hebben. Als u mij kondet ge-
looven Maar dat is juist het kwaadik kan
nergens geloof vinden."
Op hartverscbeurenden toon sprak zij deze woor-
den uithaar geheele lichaam beefde en de traneH
welden onopboudelijk op uit haar schoone oogen.
Walther eu Edith waren ten diepste geroerd door
bet wetklagen van het ongelukkige meisje, doch
Walther begreep te gelijker tijd, dat deze oube-
paalde, niets opbelderende uitingen tot niets voer-
den en alleen geschikt waren om het vermoeden
te versterken, dat men met een waanzinuige te
doen had.
,/Als ik bad kunnen denken, dat mijn een-
voudige
zouden doen ontstelleu mejuf-
voogd zekerheid stelt en inventaris opmaakt in
alle bo .'dels, waarin de minderjarigen gerechtigd
worden.
Hy moet om de twee jaren, behalve wanneer
hjj staat tegenover een vader-voogd of eene
moeder-voogdes, rekening en verantwoording
vorderen en zich alle effecten en bescheiden
laten voorleggen terwijl bij de afzetting van
den voogd moet vorderen indien geweigerd wordt
rekening en verantwoording te doen zoomede
indien bij in die rekening en verantwoording
sporen van ontrouw of grove nalatigbeid ontdekt,
welke afzetting bij overigens in alle andere
gevallen door de wet bepaald, moet vorderen.
Valt de voogdij open, dan moet de toeziende
voogd zorgen voor de benoeming van een
nieuwen voogd terwijl bij in den tusschentijd
zelf als voogd zal optreden.
A1 deze rechten en verplichtingen schrijft ook
de onde wet voor.
Uitdrukkelijk is in de nieuwe wet bepaald
dat de toeziende voogd moet zijn ingezetene
van bet Koninkrijk.
Hieriaede zijn de voornaamste wijzigingen en
aanvullingen in de zeven eerste afdeelingen van
titel 16, handelende over minderjarigheid en
voogdijzoomede eenige andere voorscbriften,
waarin sommigen, naar ik meende, belang zouden
stellen, medegedeeld.
Gemelde titel heeft evenwel nog vijf afdeelingen,
namelijk
Afd. 8. Van de redenen, die van de voogdij
en de toeziende voogdij verscboonen.
Afd. 9. Van de uitsluiting, de ontbefSng en
de ontzetting van de voogdjj en de toeziende
voogdij.
Afd. 10. Van het toezicht van den voogd
over den persoon des minderjarige.
Afd. 11. Van het bestuur van een voogd.
Afd. 12. Van de rekening en verantwoording
van den voogd.
In al deze afdeelingen zijn wijzigingen en
aanvullingen gebracht, evenwel niet alle van
groot gewicht.
In een volgend artikei zal ik daaromtrent
nog bet een en ander mededeelen.
Al schrijvende ben ik uitgebreider ge worden
dan in het begin mijne bedoeling was. Maar
bet is vrijwel onmogelijk om dergelijk onder-
werp heel kort en tocb niet onduidelijk te
behandelen.
Naar aanleiding van eene mij gemaakte op-
frouw Alice, dan zou ik stellig niet over deze
aangelegenheid gesproken hebben. Echter verzoek
ik u toch, mij ten einde toe aan te hooren. Ik
wensch in het vervolg niet door u gerekend te
worden tot degenen, die u terecht of ten onrechte
als uw vervolgers beschouwt. Ik stel veel belang
in uw lot en zou niets liever wenschen, dan dat
het mij verleend ware daarin een gunstiger omme-
keer te bewerken tot nu toe is mijne hoop daarop
zeer gering. Ik wil u echter niet in onwetend-
h.-id laten omtrent dit puntik heb geen recht
u aan uw vader te onthouden of aan dengene,
die zich daarvoor uitgeeft en de noodige bewijzen
levert."
z/Moet ik dan weg van hier, in de macht van
die eerloozen, die mij sedert jaren achter slot en
greudel houden En de vrijheid is zoo zoet,
o, mijn God
z/Niemaiid koestert meer dan ik den billijken
wensch, u daarin te helpen, doch de omstandig-
heden zijn sterker dan mijn wil, ik ben ook
gebondeu aan de bepaliagen der wet."
z/Hoor dan mijn eenige en laatste bede, mijn-
heer Lund. Laat mij niet in hunne handen over-
gaan, zoolang gij afwezig zijt. Lever mij zelf
aan mijne vijanden over. Als de man, die zich
onbeschaamd mijn vader durft noemen, hier komt
om zijn zoogenaamde dochter in outvangst te
nemen, blijf dan aan mijne zijde en hoor, wat ik
zeggen zal. Ik zweer u, dat ik hem dan de
waarheid in het gezicht zal slingeren, ja, de
zuivere waarheid, en dan zult ge uit zijne gelaats-
trekken kunnen lezen, of hij de waarheid heeft
vernomen of niet."
z/Ik ben gaarne bereid aan uw wensch te vol-
ruerking over onvolledigbeid, verwjs ik naar
hetgeen ik in den aanvang zeide. Ik vvenschte
slechts eenige grepen te doen. Geenszins was
bet mijne bedoeling om eene handleiding te
schrijven voor ouders en voogden. Hiervoor
zou heel wat meer tijd noodig zijn dan waarover
ik kan beschikken.
VAN DER MOER.
Wordt vervolgd).
We moeten nog teren op den ouden kost, ons bekelpen
met kliekjes, tot tijd en wijle er berichten ko-men van
nieuwe ontmoetingen tusschen de beide vijandelijke
machten.
Wel maakt een telegram van Vrijdag uit Shanghai
aan de Daily Telegraph melding van het voorteetten
van den aanval op Port Arthur door de Japanners
waardoor weer drie Russische kruisers lek geschoten
werden en door het bo-mbardement de Russische Bank
vernield werd, maar deze tijding behoeft nog bevestiging.
Aan een ander Engelsch blad werd uit Weihaiwei
geseind, dat de *Fuping", die Chineesche vluchtelingen
naar Sanghai bracht, bijzonderheden meldde over den
slag bij Port Arthur, die zeer in het nadeel waren vaa
de Russen, wier rloot deerlijk toegetakeld moet zijn.
Al komt dit nieuws uit een den Japanners goedgezinde
bron, toch doet de eenstemmigheid in de berichten over
den eersten zeeslag niet in het voordeel van Rusland.
Het begin van den krijg is bKjkbaar niet gelukkig
roor de Rn»senzij hebben nogal pech. Zaterdag
werd weer bericht van een ongeluk, een Russisch
transportschip overkomen, dat door een ontploffing ge-
zonken is, tengevolge waarvan de commandant, de
de officier-machinist, twee adelborsten en 92 man zijn
omgekomen.
De slag bij Chemulpo. Admiraal Oerin rapporteert,
naar aanleiding van het treffen bij Chemulpo, aan
de regeering, hoe, na het verschijnen van het uit vijf
schepen bestaande Japansche eskader voor Chemulpo,
de »Waryag" e* //Koryez" het gevecht aanvaarden, dat
35 minuten duurde. In den loop van den strijd kreeg
de jrWaryag" zware averij, een mast werd hem wegge-
schoten en op het achterdek ontstond brand. Daarhet
sship echter zeewaardig bleef, ging het naar de binnen-
haven, waarheen de Japanners het niet dadelijk konden
volgen. Later hooide men op het Japansche eskader
daarop '.wee ontploffingen en een op informatie uitge-
zonden torpedoboot meldde, dat de Russen en Waryag"
en .Koryez", nadat de bemanning de schepen verlaten
had, in de lucht hadden laten springen.
Volgens dit Japansche bericht, dat wat het voorgaande
betreft alweer van de andere lezingen afwijkt, werd
gedurende het geheele gevecht de Japansche vloot door
geen enkel Russisch schot getroffen en leed men geen
verliezen.
Daareutegen meldt de Associated Press uit Nagasaki,
dat de Waryag" niet gezonken, maar door de Japanners
genomen is en naar Saseho opgebracht.
De berichten zijn dus reeds dadelijk bij de eerste
oorlogstelegrammen weinig overeenstemmend.
Wat echter wel uit de verschillende lezingen van dit
gevecht blijkt, is, dat. de Russen moedig gevochten hebben,
hoewel zij verre in de minderheid waren. Een Duitsch
marinespecialiteit wijst er op, dat het gevecht bij
Chemulpo zeker niet in de haven kan zijn gevoerd, die
doen, mejuffrouw Alice, maar zou het uiet ge-
raden zijn, u de sterke aandoeningen te besparen,
die aau zulk een tooneel onvermijdelijk verbonden
zijn? Uw zwak lichaam mocht hierbij de noodige
kracht missen en licht zoudt ge u daardoor een
zware ziekte op den hals halen."
tfMijn lichaam schijnt u zwak toe en het is
inderdaad zwak, maar nnjn zenuwen enmijnwils-
kraeht zijn des te sterker. Men heeft u gezegd,
dat mijn verstand niet helder is en u gelooft dat,
omdat ik niet in staat ben geweest u het tegendeel
te bewijzen. Hoe zou het mogelijk geweest zijn,
dat ik de gevolgen van jarenlange gevangeusehap
verdragen heb, als het anders ware dan ik
beweer
z/Het verheugt mij u in het bezit te zien van
de kracht, waarmee ge uw treurig lot kuut dragen.
Dat de hemel u moge beschermen, is miju hart-
grondige wensch. Wees niet boos op mij, omdat
ik u niet kan helpen op een wijze, waar
door u voortdurend geluk en vrede verzekerd
worden."
z/Ik weet dat uw hart goed is, mijnheer Lund,
en dat ge mij geen kwaad wilt berokkenen. Een
ding alleen ontbreekt u vertrouwen in mij
en dat is mijn ongeluk. Ik smeek God, dat het
oogenblik spoedig aaubreken moge, waarin het
mij vergund zal zijn, voor u geen enkel h ekje
van mijn hart meer verborgen te houden. Als
dat oogenblik gekomen is, zult ge met ontzetting
inzien, hoe de menschen zich am een beklagtns-
waardig meisje konden bezondigen."
(Wordt vervolgd).