Telegrafische berichten. Gemengde berichten. Landbouwberichten. andere worden afgebroken eu is dan ,/De Krim" geheel verdwenen. Stopueldfjk. Door notaris Van Dalsum te Hulst is de akte van oprichting ouzer boeren- leenbank opgemaakt en zal op hare statuten de Koninkliike goedkeuring worden aangevraagd. in plaats van den heer G. Castenmiller, die bedankt heeft, is tot lid van den raad van toezicht ge- kozen de heer J. de Maal Lenisen. De heer G. Stroecken, kapelmeester onzer fanfare, moet van plan zijn deze functie ueer te leggen. Dit zou ons zeer spijten, daar de heer Stroecken door zijn energie ons muziekgezelschap op zijne tegenwoordige flinke hoogte heeft ge- brscht en daarbij den bijzonderen tact bezit om met zijne muzikanten om te gaan. 't Ware voor het gezelschap te wenschen, dat het plan geen werkelijkheid worde. Dezer dagen zijn hier aardappelen verkocht tegen 4,40 de 100 K. G. Een hooge pnis voorzeker, doch die zijne verklaring vindt in de schaarschte van dit voedingsmiddel. Knol- en Wortelgewassen als Veevoeder. A1 onze knol- en wortelgewassen zijn over- blijvende planten, welke eerst in het tweede jaar bloem en vrucht voortbrengen. Zij ver- zamelen in bare onderaardsche deelen de noodige stoffen om het zoover te kunnen brengen. Die deelen zijn dus bewaarplaatsen van reservestoffen, voorraadschuren, waarin de planten alles hebben opgehoopt om bloem en zaad te kunnen voort brengen. Het reseive voedsel in wortel- en knolgewassen bestaat vooral nit zetmeel en eiwitstoffen en wordt daarom door de menschen veelal benut, voor dat de planten zelve er gebruik van kunnen maken. Daardoor zij u de knol- en wortelgewassen een belangrijk vee voeder geworden. Vooral op stal worden aard- appels, mangelwortelen, suikerbieten, rapen, knollen, peen gebruikt en van vele dezer gewassen ook de bladeren. Nu de tijd daarvoor is aangebroken, kan het zijn nut hebben met een enkel woord te wijzen op eenige punten, die bij de voedering niet uit het oog mogen verloren worden. Daar om hun hoog gehalte aan organische zuren en asch de bladeren van mangelwortelen en suikerbieten van nadeeligen invloed op het dier kunnen zijn en den schadelijken -doorloop tengevolge kunnen hebben, moeten zij niet in te groote hoeveelheid gevoederd worden. Veel minder nadeel is te vreezen van het loof der rapen en peen. Tevens hebben de knol- en wortelgewassen bij belangrijke hoeveelheden gedurende langen tijd gevoederd een verslap- penden invloed op de spijsverteringswerktuigen der dieren, zoodat er noodzakelijk hooi, stroo en ander krachtvoer bij gegeven moet worden. Het meest voordeelig wordt de voedering met knol- en wortelgewassen geacht als hunne hoeveelheid droge stof hoogstens het vierde deel bedraagt van het gelijktijdig gevoerde hooi, stroo enz. Zooals bekend is, beeft het voeder^ weinig invloed op het vetgehalte der melk. Van veel grooteren invloed is het op de melk en boter wat haar reuk, kleur en smaak betreft. Zoodra oijvoorbeeld de tijd van voederen met knollen, rapen etc. aanbrak, werd geklaagd over den sterken onaangenamen geur en smaak der melk en boter. Lang was die raapsmaak voor den landbouwer zoowel als voor den verbruiker een ware plaag. Voor gene, omdat hij zijne botei op de markten aan verminderden prijs moet verkoopen en raak zijne geregelde afnemeis verliestvoor deze omdat hij dikwijls genood- zaakt is met tegenzin een slechtsmakend zuivel te gebruiken. Tot voor eenige jaren dacht men, dat de raapsmaak in melk en boter veroorzaakt werd door zekere bestanddeelen van dit voeder, welke uit de spijsbuis der dieren door het bloed opgenomen en alzoo verwerkt in den uier ge- raakten. Hoe verkeerd deze meening was hebben proefnemingen herhaaldelijk aangetoond. In Denemarken ondervond men in 1899, dat koeien die op stal zooveel rapen ontvingen, als zij wilden en buiten gebracht werden bij liet melken, aan de melk en later aan de boter niet de minste onaangename reuk ot smaak te constateeren was. Zeer natuurlijk was het dus, dat men daaruit besloot dat de raapgeur en raapsmaak onder het melken, door de melk opgenomen werd, in den stal, waar de lucht gewoonlijk met dien raapgeur bezwangerd is als deze knollen en het loof daar geborgen zijn. Dr. Th. Griiber te Kiel heeft dan ook ontdekt, dat die geur en smaak bij melk en boter slechts toe te schrijven is aan een bacterie. Trouwens de meeste melkgebreken, welke men langen tijd ten onrechte gezocht heeft in de gesteldheid van den bodem van de weiden, in de samenstelling van het voeder, in ziekten der koeien of anderzins worden veroorzaakt door bacterien, laagbewerktuigde planten, die in de natuur zulk een belangrijke rol spelen. Griiber gaf der bacterie den naarn van Pseudomonus carotoe. Hij had herhaaldelijk bemerkt, dat in boter soms raapsmaak ontstond verscheidene weken na haar bereiden en wist de bacterie af te scheiden, welke den onaangenamen smaak overbracht. Ook in kaas, die verschillende groene vlekken vertoonde en een sterken raap geur verspreidde, kon hij de bacterie afzonderen, welke de oorzaak was van dit verschijnsel. Het middel om den onaangenamen raapsmaak uit boter verwijderd te houden, dat trouwens in de practijk reeds jaren bekend was, doch door Dr. Griiber wetenschappelijk is aangetoond, is daardoor als vanzelf aangewezen, namelijk het verwarmen van melk of room op 80 graden. Natuurlijk moeten deze aanstonds na het melken op dien warmtegraad gebracht worden waarna de bacterien geene gelegenheid hebben den leelijken smaak voort te brengen. Om te eindigen wijzen wij ten slotte nog op een belangrijk feit, medegedeeld door Dr. B. Sjollema te Groningen in de maandvergadering van den Bond van Cooperatieve Zuivelfabrieken in Friesland. Proeven werden door hem eerst genomen met bietenloof en koppen van bieten als bij voeder ook in de weide waarbij eene aanzienlijke stijging der vluchtige vetzuren in de melk plaats had doch bij voortgezette proefnemingen bleek, dat met het loof maar de koppen der bieten dien invloed uitoefenden, waaruit is af te leiden dat een suikerrijk Hij voeder gunstig werkt. Ook met mangelwortelen, waarvan de koeien 's daags 20 K.G. graag eten, heeft eene belangrijke stijging der vluchtige vetzuren plaats. gaan. Een ouder kind veroorzaakte met lucifers waarschijnlijk het ongeluk. Dinsdagnacht na twaalf uur is op het ran- geerterrein nabij het Centraalstatiou te Utrecht de 64jarige treinsmid A. v. H. door een locomo- tief aangereden. De raderen gingen over zijn beide beenen en over zijn liukerhand, waardoor de dood bijna onmiddellijk intrad. Te Zegge bij Rozendaal (N.B.) is de landbouwer J. van der Westen vau deu hooizolder gevallen en zoo ongelukkig met het hoofd op den rand van een ijzeren voederbak terrechtgekomen, dat hij gisteren aan de gevolgen is overleden. De gemeenteraad van Diuxperlo heeft be- sloten aan alle personen, die bij het oefenen met de brandbluschmiddelen tegenwoordig moeten zijn, een schadevergoeding van 10 cent voor elken keer te geven. De politie te Lseuwarden heeft den jongen opgespoord, die verleden Vrijdagmiddag op de Nienwe-stad een stuk vuurvrerk met een lucifer in brand stak. Het is een dertienjarige knaap. De zaak wordt gerechtelijk vervolgd. Volgens een bericht uit Breslau is bij Dombrowa een ontzettend ongeluk gebeurd. Er werden slakken per spoor overgebracht, terwijl werklieden met het inladen bezig waren, raakte plotseling een hooge stapel slakken los en dertig menschen werden er onder begraven. Twee uren later waren zeven lijken gevonden. Semeenteraad wan Axel. Nedei Zondag aan verm Braid a van Nesto Gro Op Zon buiteogewi Tannha Wagner. Getroi die ook i dank be langstelli Middel stichten schappen, Neuzen i: Dinsd; K. J FEIJTE1 W. SCI J. YOGI 'S Gravenhage, 29 Jan. Bij de begrafenis van den h^er Tak van Poortvliet waren tegen woordig de Ministers van Financien, Kolonieu en Waterstaat, eenige uud-Ministers, leden der Eerste en Tweede Kamer en oud-Kamerleden. Vele geestverwanten van den ontslapene, benevens ver- tegenwoordigers van de maatschappij Zeelaud, van de vereeniging voor de scheepvaart en van vele industrieele ondernemingen. De Staatsraad de heer De Beer Poortugal en de oud-Miuister Pierson huldigden den heer Tak van Poortvliet als een staatsman, die met onver- droten ijver, vasten wil en een onverzettelijk karakter zijn werkkracht heeft gegeven in het belang van het land en tot welzijn van het volk in de harten waarvan hij louter grootsche gedachten wilde brengen. De heer Mr. Pokker, huldigde hem namens de Maatschappij Zeeland, in dienst waarvan hij jarenlang zijne bekwaamheid en werk kracht stelde, en waarin hij zag eene nationale ondernemiDg, maar bovenal de belangen van de proviucie Zeeland waar hij zijne jeugd doorbracht. Eerste Kamer. De justitiebegrooting is aangenomen, nadat de Minister de besliste nood- zakelijkheid van het in het leven roepen eener politiewet had bet.oogd. Bij de behandeling der begrooting van binnen- landsche zaken werd door den heer Van Ziunicq Bergmann aangedrongen op de vergemakkelijkiog van risico-overdracht, aan particuliere maatschap- pijen Van ongevallenveizekering. De heer Stork betoogde de noodzakelijkheid van wijziging der Ongevallenwet, onder meer in het belang van tijdige uitkeeringen. Spreker hoopte dat de ziekte-rerzekeringen, wat eene zaak der arbeiders is, van beter allooi zal zijn. staande regelen niet in alien deele juist of volledig zullen zijn, hetgeen mij met liet oog op den korten tijd ook niet mogelijk was, maar ik meen dat zij aanleiding mogen geven tot verdere besprekingen. Zou het daartoe niet het beste zijn ais eerst d« betrokken polderbestnren de zaak eens samen bespraken, dan konden zij daarna hunne ingelanden nader inlichten Wie neemt hiertoe het initiatief? Mr. F. C. VAN DEINSE. Ter Neuzen, 27 Januari 1904. Woeusdagmiddag om twaalf uur werd er brand ontdekt in het pakhuis van de firma Boutens, in de Zusterstraat te Middelburg, gevuld met ledige olievaten en kisten. De brand nam spoedig in hevigheid toe en een dikke rookwolk hing over de stad, terwijl men overal in de stad de brand- lucht kon waarnemen. De brandweer was spoedig ter plaatse en met eenige slangen op de water- leiding slaagde men er in ruim een half uur in het gevaar tot het aangetaste perceel te beperken. Het pakhuis is zoo goed als geheel uitgebrand. Assurantie dekt de schade. Dinsdagavond is te Goes een driejarig meisje waarvan bij het spelen met lucifers de kleeren in brand waren geraakt in het gasthuis aan ds brandwonden overleden. Woensdagavond deed de 22jarige A. van A., te Rotterdam op het politiebureau in de Witte de Withstraat aangifte, dat men haar knad van 2 jaar, hetwelk zij uitbesteed had, had ontvoerd. Men ging op onderzoek, en al spoedig viel de verdenking op den bootwerker N. v. d. P., met wien de vrouw vroeger zeer bevriend was. Iuder- daad bleek hij de ontvoerder te zijn hij had het kind gebracht bij zijne moeder. Door de politie wordt hij opgespoord en iumiddels het kind onder de hoede der moeder teruggebracht. Op een gehucht onder Tholen is Woensdag een kind verbrand. Terwijl een moeder afwezig was om een emmer water te halen uit een put dicht bij haar huis, geraakten de kleeren van haar tweejarig jongetje in brand. Bij haar terugkomst had de kleine zulke deerhjke brandwonden bekomen, dat hij na een uur ruim bezweek. De vrouw zelve had de handen erg gebrand, daar zij haar kind buiten bracht, teneinde verder onheil te voorkomen. De matten toch waren ook reeds aan 't smeulen ge- INGEZONDEN STUK KEN. Een nieuw waterschap. Dezer dagen is door Gedeputeerde Staten van Zeeland aan de betrokken polderbesturen een ontwerp-voorstel tot vorming van een nieuw waterschap toegezonden. Voor 1 April moeten de bezwaren der verschillende polders tegen dit ontwerp bij Gedeputeerde.Staten zijn ingediend en daarom meen ik dat eenige opmerkingen over dit nieuwe plan aanleiding kunnen geven tot meer nanwkeurige beschouwingen. Voorop zij gesteld dat de toestand van het onver- dedigde oevervak voor de polders Noord, Ser-Lippens en Nieuw Othene dringend voorziening behoeft, waar immers dit door een deskundige als de hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat noodzakelijk wordt geacht. Eveneens kan geen bezwaar bestaan tegen het begmsei van Gedeputeerde Staten dat gemeenschap van belangen medebrengt gemeenschap van verplichtingen. Maar juist aan dit beginsel wensch ik een oogenblik de voorgestelde regeliag te toetsen en dan rijst on middellijk de vraag hoe zijn Gedeputeerde Staten er toe gekomen de in hun ontwerp genoemde polders als belanghebbende te beschouwen Misschien door al die polders als belanghebbende te nemen, welke loozen op de oostelijke rijkswaterleiding en daarvan niet door voldoende waterkeeringen zijn gescheiden Gaat »ien de lijst der volgens het voorstel vereemgae polders na, dan vindt men daarop alle polders welke op de oostelijke rijkswaterleiding loozen (de polder Willem III misschien uitgezondera). Men schijnt dus in deze richting gearbeid te hebben en uit het oog te hebben verloren dat het hebben van eene gemeenschappelijke afwatering, waarvoorbuitendien jaarlijks aan het Rijk door iederen polder tlink wordt bijgedragen, voor de meeste polders weinig of niets te maken heeft met de in het ontwerp bedoelde zeewering. Leverde immers deze waterleiding het groote gevaar op, dan zouden toch door het in goeden staat brengen van de Buthsluis reeds alle achterliggende polders zijn gebaat. Doch in alien gevalle is het aldus ingenomen standpunt onjuist daar men, door alle polders welke op de oostelijke rijkswaterleiding loozen als belang- hebbenden te nemen, liooggelegen polders, welke zelfs in het ongunstigste gevai niet kunnen onderloopen, dwingt, in voor hen totaal nuttelooze, uitgaven mede te betalen. Zoo is het b. v. moeielijk aan te nemen dat de polder Wildelanden ooit last van zeewater zou kunnen kF(iaat men daarna het rapport van den Ingenieur van den Provincialen Waterstaat, de heer Sibmacher Zijnen, na, dan ziet men hoe nauw gezocht is naar meerdere betalenden, doch zorgvuldig die polders er buiten latend welke niet op de oostelijke rijkswaterleiding 10 De zwakke punten die de polders als belanghebbenden bestempelen, schijnen volgens dat rapport te zijn door- gravingen in dijken en duikers zonder schuiven. Duikers zonder schuiven zouden toch wel met eenige moeite veranderd kunnen worden zoodat dit gevaar voor den betrokken achterliggenden polder werd op- geheven zonder tot eene jaarlijksche bijdrage te yer- plichten tot aanleg en instandhouding eener zeewering die voor hem slechts een gering belang heeft. In de doorgravingen der dijken schijnt het groote bezwaar niet te zitten, want men mist dan in het voorstel verschillende polders die, naar die maatstaf gerekend toch evengoed als de anderen belanghebbenden zouden zijn. Om eenige voorbeelden te noemen het moet duideiijk zijn dat, vvanneer de Catharina- polder invloeit dit met'den polder Stoppeldijk en dus ook met den Ser Pauluspolder en den polder Hengstdijk het geval moet zijn. Vloeit de polder Hulster Nieuwland in, dan ook noodwendig het geheele waterschap Lamswaarde. Eveneens, indien de polder Klein Kieldrecht wordt. overstroomd, is het een noodzakelijk gevolg dat dit ook zal plaats hebben met bijna al de polders welke langs den Paal loozen. Allen dus belanghebbenden Men mag dus veilig aannemen dat dit niet de kenteekenen zijn, tenzij het beginsel niet zuiver is doorgevoerd. Zou het echter ook mogelijk zijn dat Gedeputeerde Staten zijn teruggeschrikt voor de vorming van een waterschap uit eenige polders niet te ver verwijderd van de bedreigde punten En zouden zij dus niet hebben gedachthoe meer zielen hoe meer vreugd Het calamiteuze waterschap Walzoorden ware anders daar tot voorbeeld maar gaarne zij toegegeven dat eene dergelijkc regeling voor bijv. den Zaamslagpolder geene geringe finaneieele gevolgen zou hebben Ten slotte nog eene opmerking. De polders Noord, Ser-Lippeds en Nieuw Othene zijn naar ik meen, niet calamiteus en zullen dit door de voorgestelde regeling ook niet worden, integendeel zij zullen daardoor in betere conditie komen Ligt hierin nu niet een groote onbillijkheid tegenover andere polders die wel calamitous verklaard zijn, zooals eenige jaren geleden de Zimmermanpolder, en mag nu daarvoor het motief gelden dat de uitgaven hier te groot zij n Ik ben volkomen overtuigd dat misschien boven Zitting van 26 Januari 1904. Tegenwoordig de heeren M. Wolfert, P. van Fraaijen- hove, F. Dekker Fz., P. Dregmans, P. ran Hoeve, P. Dekker Fz., J. Smies en D. J. Oggel, leden en J. A. van Vessem, secretaris. Afwezig met schriftelijke kennisgeving de heer W. Dieleman, met mondelinge kennisgeving de heer L. I Lamaitre en zonder kennisgeving de heer C. N.Jansen I van Roosendaal. Voorzitter de heer D. J. Oggel. De Voorzitter opent de vergadering, wenscht den I leden en hunne gezinnen een gelukkig jaar, tevens I hopende dat Gods zegen ruste moge op hetgeen door den Raad in het belang der gemeente wordt besloten. Hij zegt verder dat er dezer dagen nog een feit is geschiedt, namelijk dat onze geliefde Koningin-Moeder den dag mocht 'herdenken, waarop zij, nu 25 jaren geleden, haar inkomst in Nederland deed. Hij meent dat het zeker in den geest van den Raad zal zijn, wanneer hij voorstelt een telegram van hnlda aan H. M. namens den Raad te zenden. Hierna wordt op voorstel van den Voorz. z. h. s. E besloten het navolgende telegram aan II. M. te zenden. Hare Majesteit Koningin Moeder, 's Gravenhage. Gemeenteraad van Axel, hedcn vergadert, brenet dankbare hulde aan Uwe Majesteit metzilveren jubile Uwer Majesteits komst in Nederland. Burgemeester, Oggel. Secretaris, Van Vessem. Hierna worden de notulen van de vorige vergadering gelezen en onveranderd goedgekeurd. 1. Mededeeling ingekomen stukken. Kennisgevingen van de heeren M. L. van Vessem, Ph. J. van Dixhoorn, A. Esselbrugge, J. A. Dregmans, A. J. Claessens, J. Verijzer, P. Koole en B. van Ruijven, dat zij hunne benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim aannemen. Brief van den heer A. J. van de Vijver, onder dank- betuiging voor het in hem gestelde vertrouwen, dat hij tot zijn spijt door drukke werkzaamheden voor het oogenblik verhinderd is, zijne benoeming tot lid der w commissie tot wering van schoolverzuim aan te nemen. V Missive ran heeren Ged. Staten dezer provincie hou- dende toezending van een afschrift uit het Koninklijk besluit van 5 Dec. 1.1., waarbij is goedgekeurd, dat bij besluit van Ged. Staten van Zeeland d.d. 23 Oct. 1903, de jaarwedde ran den burgemeester en die van den secretaris der gemeente Axel, met ingang van 1 Januari 1904 elk zijn vastgesteld op 1200. Als voren houdende terugzending ran het gezegeld besluit van den Raad tot voorloopige vaststelling van de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over 1902, voorzien ran het bewijs van definitieve vaststelling. Verslag van de wertzaamheden der commissie tot wering van schoolverzuim over het jaar 1903, luidend* als voigt Overeenkometig het bepaalde in art. 14 van het Huis- houdelijk Reglement voor de commissie tot wering van schoolveizuim in de gemeente Axel, nemen wij da vrijheid u toe te zenden het verslag onzer werkzaam heden over het jaar 1903. In het afgeloopen jaar heeft de Commissie '19 maal vergaderd, waarvan 16 maal ter behandeling van de kennisgevingen bedoeld in art 21 2 der Leerplichtwet en 2 maal voor de behandeling van eenige gevallen van absoluut verzuim. Wegens gepleegd betrekkelijk verzuim zijn aan de aansprakelijke personen verzonden 129 oproepingen om voor de Commissie te verschijnen. Hiervan zijn er 76 verschenen, terwijl aan 53 een schriftelijke waarschuwing is verzonden. Evenals vroeger verklaarden de meesten weder de kinderen noodig gehad te hebben voor het verrichten van veld- of huisarbeid. Vooral werd geklaagd over geringe verdiensten als een gevolg van werkloosheid, veroorzaakt door het ongunstige weder gedurende de zomermaanden. In vele gevallen was de Commissie er van overtuigd, dat de bij verdiensten der kinderen onmogelijk konden worden gemist ter voorkoming van armoede in het gezin, zoodat in 45 gevallen aan den schoolopziener werd geadviseerd het verzuim wegens armoede als ver- schoonbaar te willen aanmerken. Toch kwam het aan de Commissie vreemd voor, i dat kinderen zelfs van 7 en 8 jaar, maanden achtereen de school verzuimden om veldarbeid te verrichten, terwijl de ouders verklaarden, door werkloosheid bijna niets te hebben verdiend. Het was daardoor voor de Commissie dikwijls zeer inoeilijk met juistheid te beoordeelen, in welke gevallen het verzuim enkel en alleen een gevolg was van armoede. In het geheel; zijn behandeld 27 gevallen van absoluut verzuim. °Van de aansprakelijke personen, hiervoor opgeroepen, gaven de meesten als reden op, dat hunne kinderen niet waren gevaccineerd. Dit ontsloeg hun echter niet van de verplichting tot het inzenden eener verklaring als bedoeld in art. 9 der Leerplichtwet. Op grond, dat door sommigen eene dergelijke ver- klaring ook later niet werd ingezonden, zijn door ons op aanschrijven van den arr.-sckoolopziener 9 kinderen ambtsbalve op de o. 1. school als leerlingen ingeschreven. I Later, nadat de bedoelde verklaring was ingezonden, zijn deze kinderen weder van de lijst afgevoerd. Ook zijn 3 kinderen, die nog niet ten voile aan de voorschriften der wet hadden voldaan en de Bijz. school in de Molenstraat reeds hadden verlaten, daarop weder ambtsbalve geplaatst. Verder zijn op de o. 1. school nog ambtshalve inge schreven 4 kinderen, welke vroeger die school hadden bezocht, doch wier vaccinatiebewijs was opgevraagd, met het doel ze als leerlingen te laten inschrijven op de nieuw geopende Roomsch-Kath. school aan den Armendijk waar echter voor hen geen plaats werd verkregen. Een dezer leerlingen is evenwel kort daarna op ver- zoek en met goedvinden van den arr. schoolopziener naar de R. C. school overgeplaatst en aldaar toegelaten. Tot haar spijt wil de Commissie in dit verslag nog- maals constateeren, dat vooral de langzame werking der wet belemmerena werkt op het geregeld schoolbezoek. Meermalen toch is het haar gebleken, dat aansprake lijke personen, voor wie geen enkele verschooning kon worden aangevoerd, wegens de overtreding eerst werden veroordeeld ruim 6 maanden nadat zij voor het feit voor de Commissie waren verschenen. Neemt men nu in aanmerking, dat zij alvorens voor de Commissie te verschijnen ook eerst nog door den arr.-schoolopziener zijn aangemaand om aan hunne verplichting te voldoen, dan zijn er allieht 9 maanden verloopen, alvorens de overtreding door eene veroor- deoling wordt gevolgd. Kenhisgevingen van de heeren Dieleman en L-amaitre dat zij de tegen heden belegde vergadering niet kunnen bijwonen. Allen worden voor kennisgeving aangenomen. Missive van terugzending zij atleiden ds vermelde peri personen recb thans die peri dat, indien goed is te si het besluit za personen den Verder ver: lichtingen, c. besluit zal wi Z. h. s. wo te zenden. 2. Missive houdende ter keuring, voor dezer gemeen dat echter secretaris 1 waarvan zij tegemoet zien Z. h. s. w komstig te w 3. W ordt Bnrg. Armb. De Voorzil commissie, 1 Dekker en F 1. Wordt heeren Ged. dat de herbe: commissie to met art. 22 van drie jar intrekking vs is herbenoem Z. h. s. wo 5. Benoen verzuim tenj Van de Vijv Op de aan heeren A. E Uitgebrach zoodat de he Een briefj i 6. Aangei Weth. om, o te betuigen a 7. Op voc Weth. wordl den veldvvac voor het verr het jaar 190! Tegen ster 8. Verzoe verhooging Op voorst 6 tegen 2 sti Tegen stei 9. Verzoe ziening van Op voorste het verzoeks te kennen te van het koh met haar ve 10. Het li 1904 wordt vergadering. Op de vr heeft mede gevaar lijken van den vee De Voorz met Februa worden gen gesloten. De heer 1 wel met eer De heer 1 van den her De Voorz en deelt ver Van Hoeve dempt was. Niets mei zitting gesl beslotene vr te houcb 10 Xjn UU

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1904 | | pagina 6