Telegrafische berichten.
Gemengde berichten.
Landbouwberichten.
andere worden afgebroken eu is dan ,/De Krim"
geheel verdwenen.
Stopueldfjk. Door notaris Van Dalsum te
Hulst is de akte van oprichting ouzer boeren-
leenbank opgemaakt en zal op hare statuten de
Koninkliike goedkeuring worden aangevraagd. in
plaats van den heer G. Castenmiller, die bedankt
heeft, is tot lid van den raad van toezicht ge-
kozen de heer J. de Maal Lenisen.
De heer G. Stroecken, kapelmeester onzer
fanfare, moet van plan zijn deze functie ueer te
leggen. Dit zou ons zeer spijten, daar de heer
Stroecken door zijn energie ons muziekgezelschap
op zijne tegenwoordige flinke hoogte heeft ge-
brscht en daarbij den bijzonderen tact bezit om
met zijne muzikanten om te gaan. 't Ware voor
het gezelschap te wenschen, dat het plan geen
werkelijkheid worde.
Dezer dagen zijn hier aardappelen verkocht
tegen 4,40 de 100 K. G. Een hooge pnis
voorzeker, doch die zijne verklaring vindt in de
schaarschte van dit voedingsmiddel.
Knol- en Wortelgewassen als
Veevoeder.
A1 onze knol- en wortelgewassen zijn over-
blijvende planten, welke eerst in het tweede
jaar bloem en vrucht voortbrengen. Zij ver-
zamelen in bare onderaardsche deelen de noodige
stoffen om het zoover te kunnen brengen. Die
deelen zijn dus bewaarplaatsen van reservestoffen,
voorraadschuren, waarin de planten alles hebben
opgehoopt om bloem en zaad te kunnen voort
brengen. Het reseive voedsel in wortel- en
knolgewassen bestaat vooral nit zetmeel en
eiwitstoffen en wordt daarom door de menschen
veelal benut, voor dat de planten zelve er
gebruik van kunnen maken. Daardoor zij u de
knol- en wortelgewassen een belangrijk vee
voeder geworden. Vooral op stal worden aard-
appels, mangelwortelen, suikerbieten, rapen,
knollen, peen gebruikt en van vele dezer
gewassen ook de bladeren.
Nu de tijd daarvoor is aangebroken, kan het
zijn nut hebben met een enkel woord te wijzen
op eenige punten, die bij de voedering niet uit
het oog mogen verloren worden.
Daar om hun hoog gehalte aan organische
zuren en asch de bladeren van mangelwortelen
en suikerbieten van nadeeligen invloed op het
dier kunnen zijn en den schadelijken -doorloop
tengevolge kunnen hebben, moeten zij niet in
te groote hoeveelheid gevoederd worden. Veel
minder nadeel is te vreezen van het loof der
rapen en peen. Tevens hebben de knol- en
wortelgewassen bij belangrijke hoeveelheden
gedurende langen tijd gevoederd een verslap-
penden invloed op de spijsverteringswerktuigen
der dieren, zoodat er noodzakelijk hooi, stroo
en ander krachtvoer bij gegeven moet worden.
Het meest voordeelig wordt de voedering met
knol- en wortelgewassen geacht als hunne
hoeveelheid droge stof hoogstens het vierde
deel bedraagt van het gelijktijdig gevoerde
hooi, stroo enz.
Zooals bekend is, beeft het voeder^ weinig
invloed op het vetgehalte der melk. Van veel
grooteren invloed is het op de melk en boter
wat haar reuk, kleur en smaak betreft. Zoodra
oijvoorbeeld de tijd van voederen met knollen,
rapen etc. aanbrak, werd geklaagd over den
sterken onaangenamen geur en smaak der melk
en boter. Lang was die raapsmaak voor den
landbouwer zoowel als voor den verbruiker een
ware plaag. Voor gene, omdat hij zijne botei
op de markten aan verminderden prijs moet
verkoopen en raak zijne geregelde afnemeis
verliestvoor deze omdat hij dikwijls genood-
zaakt is met tegenzin een slechtsmakend zuivel
te gebruiken.
Tot voor eenige jaren dacht men, dat de
raapsmaak in melk en boter veroorzaakt werd
door zekere bestanddeelen van dit voeder, welke
uit de spijsbuis der dieren door het bloed
opgenomen en alzoo verwerkt in den uier ge-
raakten. Hoe verkeerd deze meening was hebben
proefnemingen herhaaldelijk aangetoond. In
Denemarken ondervond men in 1899, dat koeien
die op stal zooveel rapen ontvingen, als zij
wilden en buiten gebracht werden bij liet
melken, aan de melk en later aan de boter
niet de minste onaangename reuk ot smaak te
constateeren was. Zeer natuurlijk was het dus,
dat men daaruit besloot dat de raapgeur en
raapsmaak onder het melken, door de melk
opgenomen werd, in den stal, waar de lucht
gewoonlijk met dien raapgeur bezwangerd is
als deze knollen en het loof daar geborgen zijn.
Dr. Th. Griiber te Kiel heeft dan ook ontdekt,
dat die geur en smaak bij melk en boter
slechts toe te schrijven is aan een bacterie.
Trouwens de meeste melkgebreken, welke men
langen tijd ten onrechte gezocht heeft in de
gesteldheid van den bodem van de weiden, in
de samenstelling van het voeder, in ziekten der
koeien of anderzins worden veroorzaakt door
bacterien, laagbewerktuigde planten, die in de
natuur zulk een belangrijke rol spelen. Griiber
gaf der bacterie den naarn van Pseudomonus
carotoe. Hij had herhaaldelijk bemerkt, dat
in boter soms raapsmaak ontstond verscheidene
weken na haar bereiden en wist de bacterie
af te scheiden, welke den onaangenamen smaak
overbracht. Ook in kaas, die verschillende
groene vlekken vertoonde en een sterken raap
geur verspreidde, kon hij de bacterie afzonderen,
welke de oorzaak was van dit verschijnsel.
Het middel om den onaangenamen raapsmaak
uit boter verwijderd te houden, dat trouwens
in de practijk reeds jaren bekend was, doch
door Dr. Griiber wetenschappelijk is aangetoond,
is daardoor als vanzelf aangewezen, namelijk
het verwarmen van melk of room op 80 graden.
Natuurlijk moeten deze aanstonds na het melken
op dien warmtegraad gebracht worden waarna
de bacterien geene gelegenheid hebben den
leelijken smaak voort te brengen.
Om te eindigen wijzen wij ten slotte nog op
een belangrijk feit, medegedeeld door Dr. B.
Sjollema te Groningen in de maandvergadering
van den Bond van Cooperatieve Zuivelfabrieken
in Friesland. Proeven werden door hem eerst
genomen met bietenloof en koppen van bieten
als bij voeder ook in de weide waarbij
eene aanzienlijke stijging der vluchtige vetzuren
in de melk plaats had doch bij voortgezette
proefnemingen bleek, dat met het loof maar
de koppen der bieten dien invloed uitoefenden,
waaruit is af te leiden dat een suikerrijk Hij
voeder gunstig werkt. Ook met mangelwortelen,
waarvan de koeien 's daags 20 K.G. graag eten,
heeft eene belangrijke stijging der vluchtige
vetzuren plaats.
gaan. Een ouder kind veroorzaakte met lucifers
waarschijnlijk het ongeluk.
Dinsdagnacht na twaalf uur is op het ran-
geerterrein nabij het Centraalstatiou te Utrecht
de 64jarige treinsmid A. v. H. door een locomo-
tief aangereden. De raderen gingen over zijn
beide beenen en over zijn liukerhand, waardoor
de dood bijna onmiddellijk intrad.
Te Zegge bij Rozendaal (N.B.) is de landbouwer
J. van der Westen vau deu hooizolder gevallen
en zoo ongelukkig met het hoofd op den rand
van een ijzeren voederbak terrechtgekomen, dat
hij gisteren aan de gevolgen is overleden.
De gemeenteraad van Diuxperlo heeft be-
sloten aan alle personen, die bij het oefenen met
de brandbluschmiddelen tegenwoordig moeten zijn,
een schadevergoeding van 10 cent voor elken
keer te geven.
De politie te Lseuwarden heeft den jongen
opgespoord, die verleden Vrijdagmiddag op de
Nienwe-stad een stuk vuurvrerk met een lucifer
in brand stak. Het is een dertienjarige knaap.
De zaak wordt gerechtelijk vervolgd.
Volgens een bericht uit Breslau is bij
Dombrowa een ontzettend ongeluk gebeurd. Er
werden slakken per spoor overgebracht, terwijl
werklieden met het inladen bezig waren, raakte
plotseling een hooge stapel slakken los en dertig
menschen werden er onder begraven. Twee uren
later waren zeven lijken gevonden.
Semeenteraad wan Axel.
Nedei
Zondag
aan verm
Braid a
van Nesto
Gro
Op Zon
buiteogewi
Tannha
Wagner.
Getroi
die ook i
dank be
langstelli
Middel
stichten
schappen,
Neuzen i:
Dinsd;
K. J
FEIJTE1
W. SCI
J. YOGI
'S Gravenhage, 29 Jan. Bij de begrafenis
van den h^er Tak van Poortvliet waren tegen
woordig de Ministers van Financien, Kolonieu en
Waterstaat, eenige uud-Ministers, leden der Eerste
en Tweede Kamer en oud-Kamerleden. Vele
geestverwanten van den ontslapene, benevens ver-
tegenwoordigers van de maatschappij Zeelaud, van
de vereeniging voor de scheepvaart en van vele
industrieele ondernemingen.
De Staatsraad de heer De Beer Poortugal en
de oud-Miuister Pierson huldigden den heer Tak
van Poortvliet als een staatsman, die met onver-
droten ijver, vasten wil en een onverzettelijk
karakter zijn werkkracht heeft gegeven in het
belang van het land en tot welzijn van het volk
in de harten waarvan hij louter grootsche gedachten
wilde brengen. De heer Mr. Pokker, huldigde
hem namens de Maatschappij Zeeland, in dienst
waarvan hij jarenlang zijne bekwaamheid en werk
kracht stelde, en waarin hij zag eene nationale
ondernemiDg, maar bovenal de belangen van de
proviucie Zeeland waar hij zijne jeugd doorbracht.
Eerste Kamer. De justitiebegrooting is
aangenomen, nadat de Minister de besliste nood-
zakelijkheid van het in het leven roepen eener
politiewet had bet.oogd.
Bij de behandeling der begrooting van binnen-
landsche zaken werd door den heer Van Ziunicq
Bergmann aangedrongen op de vergemakkelijkiog
van risico-overdracht, aan particuliere maatschap-
pijen Van ongevallenveizekering.
De heer Stork betoogde de noodzakelijkheid
van wijziging der Ongevallenwet, onder meer in
het belang van tijdige uitkeeringen. Spreker
hoopte dat de ziekte-rerzekeringen, wat eene zaak
der arbeiders is, van beter allooi zal zijn.
staande regelen niet in alien deele juist of volledig
zullen zijn, hetgeen mij met liet oog op den korten
tijd ook niet mogelijk was, maar ik meen dat zij
aanleiding mogen geven tot verdere besprekingen.
Zou het daartoe niet het beste zijn ais eerst d«
betrokken polderbestnren de zaak eens samen bespraken,
dan konden zij daarna hunne ingelanden nader
inlichten
Wie neemt hiertoe het initiatief?
Mr. F. C. VAN DEINSE.
Ter Neuzen, 27 Januari 1904.
Woeusdagmiddag om twaalf uur werd er brand
ontdekt in het pakhuis van de firma Boutens,
in de Zusterstraat te Middelburg, gevuld met ledige
olievaten en kisten. De brand nam spoedig in
hevigheid toe en een dikke rookwolk hing over
de stad, terwijl men overal in de stad de brand-
lucht kon waarnemen. De brandweer was spoedig
ter plaatse en met eenige slangen op de water-
leiding slaagde men er in ruim een half uur in
het gevaar tot het aangetaste perceel te beperken.
Het pakhuis is zoo goed als geheel uitgebrand.
Assurantie dekt de schade.
Dinsdagavond is te Goes een driejarig meisje
waarvan bij het spelen met lucifers de kleeren
in brand waren geraakt in het gasthuis aan ds
brandwonden overleden.
Woensdagavond deed de 22jarige A. van A.,
te Rotterdam op het politiebureau in de Witte
de Withstraat aangifte, dat men haar knad van
2 jaar, hetwelk zij uitbesteed had, had ontvoerd.
Men ging op onderzoek, en al spoedig viel de
verdenking op den bootwerker N. v. d. P., met
wien de vrouw vroeger zeer bevriend was. Iuder-
daad bleek hij de ontvoerder te zijn hij had het
kind gebracht bij zijne moeder. Door de politie
wordt hij opgespoord en iumiddels het kind onder
de hoede der moeder teruggebracht.
Op een gehucht onder Tholen is Woensdag
een kind verbrand.
Terwijl een moeder afwezig was om een emmer
water te halen uit een put dicht bij haar huis,
geraakten de kleeren van haar tweejarig jongetje
in brand. Bij haar terugkomst had de kleine
zulke deerhjke brandwonden bekomen, dat hij na
een uur ruim bezweek. De vrouw zelve had de
handen erg gebrand, daar zij haar kind buiten
bracht, teneinde verder onheil te voorkomen. De
matten toch waren ook reeds aan 't smeulen ge-
INGEZONDEN STUK KEN.
Een nieuw waterschap.
Dezer dagen is door Gedeputeerde Staten van Zeeland
aan de betrokken polderbesturen een ontwerp-voorstel
tot vorming van een nieuw waterschap toegezonden.
Voor 1 April moeten de bezwaren der verschillende
polders tegen dit ontwerp bij Gedeputeerde.Staten zijn
ingediend en daarom meen ik dat eenige opmerkingen
over dit nieuwe plan aanleiding kunnen geven tot
meer nanwkeurige beschouwingen.
Voorop zij gesteld dat de toestand van het onver-
dedigde oevervak voor de polders Noord, Ser-Lippens
en Nieuw Othene dringend voorziening behoeft, waar
immers dit door een deskundige als de hoofdingenieur
van den Provincialen Waterstaat noodzakelijk wordt
geacht.
Eveneens kan geen bezwaar bestaan tegen het begmsei
van Gedeputeerde Staten dat gemeenschap van belangen
medebrengt gemeenschap van verplichtingen.
Maar juist aan dit beginsel wensch ik een oogenblik
de voorgestelde regeliag te toetsen en dan rijst on
middellijk de vraag hoe zijn Gedeputeerde Staten er
toe gekomen de in hun ontwerp genoemde polders als
belanghebbende te beschouwen
Misschien door al die polders als belanghebbende te
nemen, welke loozen op de oostelijke rijkswaterleiding
en daarvan niet door voldoende waterkeeringen zijn
gescheiden
Gaat »ien de lijst der volgens het voorstel vereemgae
polders na, dan vindt men daarop alle polders welke
op de oostelijke rijkswaterleiding loozen (de polder
Willem III misschien uitgezondera).
Men schijnt dus in deze richting gearbeid te hebben
en uit het oog te hebben verloren dat het hebben van
eene gemeenschappelijke afwatering, waarvoorbuitendien
jaarlijks aan het Rijk door iederen polder tlink wordt
bijgedragen, voor de meeste polders weinig of niets te
maken heeft met de in het ontwerp bedoelde zeewering.
Leverde immers deze waterleiding het groote gevaar
op, dan zouden toch door het in goeden staat brengen
van de Buthsluis reeds alle achterliggende polders zijn
gebaat. Doch in alien gevalle is het aldus ingenomen
standpunt onjuist daar men, door alle polders welke
op de oostelijke rijkswaterleiding loozen als belang-
hebbenden te nemen, liooggelegen polders, welke zelfs
in het ongunstigste gevai niet kunnen onderloopen,
dwingt, in voor hen totaal nuttelooze, uitgaven mede te
betalen.
Zoo is het b. v. moeielijk aan te nemen dat de polder
Wildelanden ooit last van zeewater zou kunnen
kF(iaat men daarna het rapport van den Ingenieur van
den Provincialen Waterstaat, de heer Sibmacher Zijnen,
na, dan ziet men hoe nauw gezocht is naar meerdere
betalenden, doch zorgvuldig die polders er buiten
latend welke niet op de oostelijke rijkswaterleiding
10 De zwakke punten die de polders als belanghebbenden
bestempelen, schijnen volgens dat rapport te zijn door-
gravingen in dijken en duikers zonder schuiven.
Duikers zonder schuiven zouden toch wel met eenige
moeite veranderd kunnen worden zoodat dit gevaar
voor den betrokken achterliggenden polder werd op-
geheven zonder tot eene jaarlijksche bijdrage te yer-
plichten tot aanleg en instandhouding eener zeewering
die voor hem slechts een gering belang heeft.
In de doorgravingen der dijken schijnt het groote
bezwaar niet te zitten, want men mist dan in het
voorstel verschillende polders die, naar die maatstaf
gerekend toch evengoed als de anderen belanghebbenden
zouden zijn.
Om eenige voorbeelden te noemen
het moet duideiijk zijn dat, vvanneer de Catharina-
polder invloeit dit met'den polder Stoppeldijk en dus
ook met den Ser Pauluspolder en den polder Hengstdijk
het geval moet zijn.
Vloeit de polder Hulster Nieuwland in, dan ook
noodwendig het geheele waterschap Lamswaarde.
Eveneens, indien de polder Klein Kieldrecht wordt.
overstroomd, is het een noodzakelijk gevolg dat dit
ook zal plaats hebben met bijna al de polders welke
langs den Paal loozen.
Allen dus belanghebbenden
Men mag dus veilig aannemen dat dit niet de
kenteekenen zijn, tenzij het beginsel niet zuiver is
doorgevoerd.
Zou het echter ook mogelijk zijn dat Gedeputeerde
Staten zijn teruggeschrikt voor de vorming van een
waterschap uit eenige polders niet te ver verwijderd van
de bedreigde punten En zouden zij dus niet hebben
gedachthoe meer zielen hoe meer vreugd
Het calamiteuze waterschap Walzoorden ware anders
daar tot voorbeeld maar gaarne zij toegegeven dat
eene dergelijkc regeling voor bijv. den Zaamslagpolder
geene geringe finaneieele gevolgen zou hebben
Ten slotte nog eene opmerking.
De polders Noord, Ser-Lippeds en Nieuw Othene zijn
naar ik meen, niet calamiteus en zullen dit door de
voorgestelde regeling ook niet worden, integendeel zij
zullen daardoor in betere conditie komen
Ligt hierin nu niet een groote onbillijkheid tegenover
andere polders die wel calamitous verklaard zijn,
zooals eenige jaren geleden de Zimmermanpolder, en
mag nu daarvoor het motief gelden dat de uitgaven
hier te groot zij n
Ik ben volkomen overtuigd dat misschien boven
Zitting van 26 Januari 1904.
Tegenwoordig de heeren M. Wolfert, P. van Fraaijen-
hove, F. Dekker Fz., P. Dregmans, P. ran Hoeve, P.
Dekker Fz., J. Smies en D. J. Oggel, leden en J. A. van
Vessem, secretaris.
Afwezig met schriftelijke kennisgeving de heer W.
Dieleman, met mondelinge kennisgeving de heer L. I
Lamaitre en zonder kennisgeving de heer C. N.Jansen I
van Roosendaal.
Voorzitter de heer D. J. Oggel.
De Voorzitter opent de vergadering, wenscht den I
leden en hunne gezinnen een gelukkig jaar, tevens I
hopende dat Gods zegen ruste moge op hetgeen door
den Raad in het belang der gemeente wordt besloten.
Hij zegt verder dat er dezer dagen nog een feit is
geschiedt, namelijk dat onze geliefde Koningin-Moeder
den dag mocht 'herdenken, waarop zij, nu 25 jaren
geleden, haar inkomst in Nederland deed.
Hij meent dat het zeker in den geest van den Raad
zal zijn, wanneer hij voorstelt een telegram van hnlda
aan H. M. namens den Raad te zenden.
Hierna wordt op voorstel van den Voorz. z. h. s. E
besloten het navolgende telegram aan II. M. te zenden.
Hare Majesteit Koningin Moeder,
's Gravenhage.
Gemeenteraad van Axel, hedcn vergadert, brenet
dankbare hulde aan Uwe Majesteit metzilveren jubile
Uwer Majesteits komst in Nederland.
Burgemeester, Oggel.
Secretaris, Van Vessem.
Hierna worden de notulen van de vorige vergadering
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
1. Mededeeling ingekomen stukken.
Kennisgevingen van de heeren M. L. van Vessem,
Ph. J. van Dixhoorn, A. Esselbrugge, J. A. Dregmans,
A. J. Claessens, J. Verijzer, P. Koole en B. van Ruijven,
dat zij hunne benoeming tot lid der commissie tot
wering van schoolverzuim aannemen.
Brief van den heer A. J. van de Vijver, onder dank-
betuiging voor het in hem gestelde vertrouwen, dat hij
tot zijn spijt door drukke werkzaamheden voor het
oogenblik verhinderd is, zijne benoeming tot lid der w
commissie tot wering van schoolverzuim aan te nemen. V
Missive ran heeren Ged. Staten dezer provincie hou-
dende toezending van een afschrift uit het Koninklijk
besluit van 5 Dec. 1.1., waarbij is goedgekeurd, dat bij
besluit van Ged. Staten van Zeeland d.d. 23 Oct. 1903,
de jaarwedde ran den burgemeester en die van den
secretaris der gemeente Axel, met ingang van 1 Januari
1904 elk zijn vastgesteld op 1200.
Als voren houdende terugzending ran het gezegeld
besluit van den Raad tot voorloopige vaststelling van
de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over 1902,
voorzien ran het bewijs van definitieve vaststelling.
Verslag van de wertzaamheden der commissie tot
wering van schoolverzuim over het jaar 1903, luidend*
als voigt
Overeenkometig het bepaalde in art. 14 van het Huis-
houdelijk Reglement voor de commissie tot wering van
schoolveizuim in de gemeente Axel, nemen wij da
vrijheid u toe te zenden het verslag onzer werkzaam
heden over het jaar 1903.
In het afgeloopen jaar heeft de Commissie '19 maal
vergaderd, waarvan 16 maal ter behandeling van de
kennisgevingen bedoeld in art 21 2 der Leerplichtwet
en 2 maal voor de behandeling van eenige gevallen
van absoluut verzuim.
Wegens gepleegd betrekkelijk verzuim zijn aan de
aansprakelijke personen verzonden 129 oproepingen om
voor de Commissie te verschijnen. Hiervan zijn er 76
verschenen, terwijl aan 53 een schriftelijke waarschuwing
is verzonden.
Evenals vroeger verklaarden de meesten weder de
kinderen noodig gehad te hebben voor het verrichten
van veld- of huisarbeid.
Vooral werd geklaagd over geringe verdiensten als
een gevolg van werkloosheid, veroorzaakt door het
ongunstige weder gedurende de zomermaanden.
In vele gevallen was de Commissie er van overtuigd,
dat de bij verdiensten der kinderen onmogelijk konden
worden gemist ter voorkoming van armoede in het
gezin, zoodat in 45 gevallen aan den schoolopziener
werd geadviseerd het verzuim wegens armoede als ver-
schoonbaar te willen aanmerken.
Toch kwam het aan de Commissie vreemd voor, i
dat kinderen zelfs van 7 en 8 jaar, maanden achtereen
de school verzuimden om veldarbeid te verrichten,
terwijl de ouders verklaarden, door werkloosheid
bijna niets te hebben verdiend. Het was daardoor voor
de Commissie dikwijls zeer inoeilijk met juistheid te
beoordeelen, in welke gevallen het verzuim enkel en
alleen een gevolg was van armoede.
In het geheel; zijn behandeld 27 gevallen van absoluut
verzuim. °Van de aansprakelijke personen, hiervoor
opgeroepen, gaven de meesten als reden op, dat hunne
kinderen niet waren gevaccineerd.
Dit ontsloeg hun echter niet van de verplichting tot
het inzenden eener verklaring als bedoeld in art. 9 der
Leerplichtwet.
Op grond, dat door sommigen eene dergelijke ver-
klaring ook later niet werd ingezonden, zijn door ons
op aanschrijven van den arr.-sckoolopziener 9 kinderen
ambtsbalve op de o. 1. school als leerlingen ingeschreven. I
Later, nadat de bedoelde verklaring was ingezonden,
zijn deze kinderen weder van de lijst afgevoerd.
Ook zijn 3 kinderen, die nog niet ten voile aan de
voorschriften der wet hadden voldaan en de Bijz. school
in de Molenstraat reeds hadden verlaten, daarop weder
ambtsbalve geplaatst.
Verder zijn op de o. 1. school nog ambtshalve inge
schreven 4 kinderen, welke vroeger die school hadden
bezocht, doch wier vaccinatiebewijs was opgevraagd,
met het doel ze als leerlingen te laten inschrijven op
de nieuw geopende Roomsch-Kath. school aan den
Armendijk waar echter voor hen geen plaats werd
verkregen.
Een dezer leerlingen is evenwel kort daarna op ver-
zoek en met goedvinden van den arr. schoolopziener
naar de R. C. school overgeplaatst en aldaar toegelaten.
Tot haar spijt wil de Commissie in dit verslag nog-
maals constateeren, dat vooral de langzame werking
der wet belemmerena werkt op het geregeld schoolbezoek.
Meermalen toch is het haar gebleken, dat aansprake
lijke personen, voor wie geen enkele verschooning kon
worden aangevoerd, wegens de overtreding eerst werden
veroordeeld ruim 6 maanden nadat zij voor het feit
voor de Commissie waren verschenen.
Neemt men nu in aanmerking, dat zij alvorens voor
de Commissie te verschijnen ook eerst nog door den
arr.-schoolopziener zijn aangemaand om aan hunne
verplichting te voldoen, dan zijn er allieht 9 maanden
verloopen, alvorens de overtreding door eene veroor-
deoling wordt gevolgd.
Kenhisgevingen van de heeren Dieleman en L-amaitre
dat zij de tegen heden belegde vergadering niet kunnen
bijwonen.
Allen worden voor kennisgeving aangenomen.
Missive van
terugzending
zij atleiden ds
vermelde peri
personen recb
thans die peri
dat, indien
goed is te si
het besluit za
personen den
Verder ver:
lichtingen, c.
besluit zal wi
Z. h. s. wo
te zenden.
2. Missive
houdende ter
keuring, voor
dezer gemeen
dat echter
secretaris 1
waarvan zij
tegemoet zien
Z. h. s. w
komstig te w
3. W ordt
Bnrg. Armb.
De Voorzil
commissie, 1
Dekker en F
1. Wordt
heeren Ged.
dat de herbe:
commissie to
met art. 22
van drie jar
intrekking vs
is herbenoem
Z. h. s. wo
5. Benoen
verzuim tenj
Van de Vijv
Op de aan
heeren A. E
Uitgebrach
zoodat de he
Een briefj i
6. Aangei
Weth. om, o
te betuigen a
7. Op voc
Weth. wordl
den veldvvac
voor het verr
het jaar 190!
Tegen ster
8. Verzoe
verhooging
Op voorst
6 tegen 2 sti
Tegen stei
9. Verzoe
ziening van
Op voorste
het verzoeks
te kennen te
van het koh
met haar ve
10. Het li
1904 wordt
vergadering.
Op de vr
heeft mede
gevaar lijken
van den vee
De Voorz
met Februa
worden gen
gesloten.
De heer 1
wel met eer
De heer 1
van den her
De Voorz
en deelt ver
Van Hoeve
dempt was.
Niets mei
zitting gesl
beslotene vr
te houcb
10 Xjn UU