Chr. School to Sluiskil.
Oproeping.
ENG. VLAMKOLEN,
Ontvangen:
CREPON
Zwarte en geklenrdn ZIJDE
Advertentien.
Yan af Men in lossing tot Donderdag
in de nieuwste dessins.
BKJRGERLiJKE STAND.
KOLENVEREENIGING,
bij G. v. d. PEIJL,
voor Boeken en Schorten.
W. de Regt, Noordstr., Ter Neuzen.
Gemeenteraad van Philippine.
Nederlandsch Tooneel van Gent.
Grooten Schouwburg te Gent.
Zaterdag 30 Januari 1304,
De VEREENIGDE LANDBOU-
WERS van Zeeuwsch-Clinge, bieden te
koop aan de opbrengst van pi. m.
(Campagne 1904).
eene lading puike
aan verminderde prijs,
in Bouwmaterialen.
Ter Neuzen, 22 Jan. 1904.
niet inzae, en dat buitendien over onvoldoende ver-
lichting van het vaarwater door anderen nog wet was
eeklaafd, doch dat hij bereid was tar plaatse bedoeld
helboeien te laten leggen.
Nuschenkt een belboei wel eenig voordeel boven
een gewone boei, maar met een beetje mist heeft men
er zeer weinig aan, want door het malen van een boot,
speciaal van een raderboot, zal men dikwijls de bel
niet kunnen hooren.
Ik vond in een en ander aanleiding om dit punt
hier ter sprake te brengen, opdat men ook van andere
ziide zich hierover eens kau uitspreken en stel voor
bit verzoek te doen aan den Minister van Marine om
in het Pas van Ter Neuzen en bij het plaatje van
Breskens een lichtboei te leggen. Dan kan voorts ad-
haesie voor dit verzoek worden gevraagd bij alle be-
langhebbenden, b. v. de Kamers van Koophandel te
Vlissingen en Middelburg, de afdeelingen van Schutte-
vaer te Ter Neuzen en Middelburg, het gemeentebestuur
van Breskens, het Nederlandsch en Belgisch loodswezen
te Vlissingen en Ter Neuzen.
De beer Van de Velde Volgens mij is een belboei
lang niet zoo nnttig als een gasboei™ora,lbi) "'f
dan is het meestal stil, of er waait een Zuld-£°stehjke
wind. De rivier zakt dan stil af en de stroom bezit
niet genoeg kracht om de boei in bewegmg e rengen,
door welke beweging de bel luidt, zoodat men dan
de bel noch zien, nocli hooren kan.
De heer Tholens: Als het mistig is, zal men het
licht van eene gasboei ook niet kunnen zien.
De heer BlankersTo.ch wel beter dan een belboei.
De heer Van de Velde: Ik ben eens bij eemgen
mist van Zierikzee gekomen en dan was de daar in
het vaarwater liggende gasboei goed waar te nemen,
niettegenstaande we er nog al tamelijk ver vandaan
De heer Kramer denkt dat eene belboei toch beter
Van de VeldeHet best was eene gas- in
want het
zou zijn.
De heer
belboei.
De heer Versluijs is het daarmee eens,
kwam onlangs voor dat we zegt-spreker met een der
nrovinciale booten zeer nabij de lichten van Borssete
biina in den dijk zaten. We zaten al haast tegen den
di'jk, eer we de lichten konden zien, zoodat een licht
iii den mist toch ook niet afdoende helpt.
Met algemeene stemmen wordt thans het voorstel van
den Voorzitter aangenomen en besloten aan den Minister
van Marine te verzoeken in het Pas van Ter Neuzen en
aan het plaatje van Brekens eene gas- in belboei te laten
Na eenige discussie wordt besloten adhaesie te be-
tuigen aan een adres van de Nederlandsche Kamer van
Koophandel te Londen en een adres van ongeveer dezelfde
strekking der Kamer van Koophandel te Gouda, be-
treffende den kaashandel, en waarin de wenschelijkheid
wordt betoogd om, wil de vette Nederlandsche kaas
haren goeden naam op de wereldmarkt handhaven,
maatregelen te nemen, waardoor wordt voorkomen, dat
minder waardige koopwaar, met name van een veel
lager vetgehalte, onder denzelfden vorm als de goede
kaas, in den handel wordt gebracht.
Met 4 tegen 2 stemmen wordt besloten voor kennis-
geving aan te nemen een verzoek om adhaesie aan haar
pogen, van hetlandelijk comitd werkzaam ter veikrijging
van afschaffing van den accijns op het geslacht.
Het comite is van gevoelen dat de export naar het
buitenland zeer zou toenemen, vooral van ossehaas naar
Frankrijk, terwijl die verzending thans niet kan toe
nemen, daar de hier te lande te betalen accijns van
het geslacht, nevens het door Frankrijk geeischte, nogal
hooge invoerrechten, concurreeren onmogelijk maakt.
Nederland geniet nog alleen met Italie de twijfelachtige
eer dat daar een accijns op het geslacht geheven wordt.
Het derven der opbrengst van 31 a 4 millioen zou voor
de schatkist, naar de meening van het comitd ook zoo
geen bezwaar zijn, daar een zeer groot deel van dat
bedrag thans moet worden besteed aan inning van de
gelden en het houden van controle.
Voor adhaesie betuiging stemmen de heeren Versluijs
en Blankers; tegen de heeren Van de Velde, Tholens,
Kramer en de Voorzitter.
Een verzoek van de Kamer van Koophandel te Eind
hoven, om adhaesie aan haar pogen tot het verkrijgen
van een hoofdkanaal, in plaats van een zijkanaal, bij
een in Noord-Brabant voorgenomen kanalenaanleg, wordt
voor kennisgeving aangenomen. De Kamer meent dat
dit meer een plaatselijk belang geldt, en acht zich door
onbekendheid met die streken, tot oordeelen onbevoegd,
Voorts zijn ingekomen de gewone periodieke stukken.
De heer Kramer deelt mede dat de gezagvoerders
der zeeschepen klagen, over den last die zij ondervinden
van te groote sleepen in het kanaal. Nu schijnt er in
het kanaalreglement eene bepaling te staan dat een
sleepboot tegelijk 12 vaartuigen mag trekken. Dat is
echter eene oude bepaling, uit den tijd, dat hier niets
dan kleine vaartuigen kwamen, maar nu er zulke groote
Rijnschepen binnenvallen, is die bepaling veel te zwak.
Wanneer een het kanaal afkomend ledig zeeschip een
sleepboot, waarachter een twee- of drietal van die
groote schepen, moet passeercn, moet men de grootste
moeite aanwenden om aanvaring te vermijden en bij
eenigen wind is dit haast onmogelijk. Spreker zou
daarora willen voorstellen een verzoek te doen tot
wijziging der bestaande bepalingen, tenzij er mogelijk-
heid bestond, dat den havenmeester de vrijheid werd
gegeven om de lengte die een sleep mag hebben te
bepalen.
De heer Van de Velde Volgens het Belgisch kanaal
reglement mogen er maar 4 vaartuigen achter elkaar
slepen en als het groote zijn, (boven een zekere tonnen-
maat) maar 2.
De heer KramerJawel, maar dat geldt alleen voor
het Belgisch gedeelte en daar ondervindt men ook
herhaaldelijk den last.
De heer' Van de Velde beaamt dit. In Schutteva&r
is ook het sleepen op de rivieren ter sprake gekomen,
en verzocht toe te zien dat er op de bovenrivieren geen
sleepen in dezelfde richting naast elkaar varen, want
daardoor werd dikwijls voor van andere richting
komende schepen de rivier afgesloten.
De heer Versluijs is van meening dat de Kamer zich
deze zaak niet behoeft aan te trekken, want de zeeschepen
die van dat sleepen last hebben, zijn de zulken, die de
haven van Ter Neuzen reeds zijn gepasseerd en naar
Gent doorvaren. Daarom heeft de Ter Neuzensche Kamer
er geen belang bij, als behoorende zij alleen de Ter
Neuzensche belangen te bevorderen.
De heer TholensAls de werken aan het kanaal
eens klaar zijn en het kanaal op grootere breedte, zal
men er zooveel last niet meer van hebben.
De heer Kramer meent dat het steeds lastig zal blijven
om een sleep van misschien wel 3, 4 a 5 hor.derd
meters lengte te passeeren.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit
punt aan te houden, tot men in het bezit is van een
Belgisch kanaalreglementdan kan men nagaan hoe
5t daar geregeld is en wanneer het noodig of gewenscht
voorkomt een verzoek doen tot wijziging vanhetregle-
ment voor het Nederlandsch gedeelte.
De heer Blankers heeft een en ander vernomen dat
er eenige werking is gekomen in de plannen tot ver-
betering en uitbreiding der kaden alhier, meer bepaal-
delijk, dat er onderhandelingen zijn geoper.d. Hij vraagt
of er geen mogelijkheisl bestaat, dat de plannen eventu-
eel ook aan de belanghebbenden zullen worden medege-
deeld; hij heeft hier meer op 'toog de middelen die
zullen worden beraamd om de kosten te dekken.
De Voorzitter: Ik had deze zaak ook aangestipt en
was voornemens, die aan 'teind der vergadering te be-
spreken. Reeds in het begin der vergadering stipte ik
de haventoestanden aan. Het is zoo.De Minister van
Waterstaat heeft onderhandelingen aangeknoopt met het
Dag. Bestuur der provincie Zeeland over verbetermg der
losplaatsen, in verband met de verbetering der kanaal-
werken.
De zaak is evenwel nog niet zoover gevorderd dat nu
reeds onderhandelingen met de gemeente Ter Neuzen
zouden kunnen worden aangevangen, daar de som door
den Minister geraamd als bijdrage in de kosten van
provincie en gemeente van dien aard was, dat Ged.
Staten huiverig waren, daaraan te beginnen. De toe-
lichting was ook nog zoo vaag, dat Ged. Staten de cijfers
nog moeilijk konden beoordeeien.
Evenwel, de zaak is thans in aantocht. De Minister
zal zeker vastbouden aan zijn idde, dat de provincie
Zeeland, de gemeente Ter Neuzen en wellicht ook de
spoorwegmaatschappijen eene bijdrage in de kosten
moeten verleenen,als zullen de laatstendaartoe vermoede-
lijk ook niet in staat zijn.
Het is een heel bedrag dat voor uitvoering der plannen
benoodigd is; de som is wel niet meer zoo hoog als
volgens het eerste plan, maar het loopt toch nog over
honderdduizenden.
Gewenscht is het dus m. i dat men op het oogenblik
in Ter Neuzen weet, wat er in aantocht is en ik hoop
dat van de gemeente en de provincie eene bijdrage zal
verkregen worden tot zoodanig bedrag, dat do Minister
bereid zal zijn de hand aan den ploeg te slaan.
De verbeteringswerken aan het kanaal gaan hard
vooruit, waarschijnlijk zullen dit jaar al de werken
worden aanbesteed en het laat zich voorzien dat dan
binnen drie jaar dezelve voltooid zullen zijn. Dan
diende ook Ter Neuzen klaar te zijn, wil men het ge-
vaar vermijden, dat de grootere schepen, die alsdan door
de nieuwe sluis op het kanaal kunnen komen, door te
geringe diepte langs de tegenwoordige kaden hier niet
kunnen ontvangen worden, al zijn de reeders ook ge-
negen hunne schepen ter lossing te zenden.
Wat de buitenlandsche scheepvaart voor Ter Neuzen
beteekent, bleek ten voile in geafgeloopen zomermaanden.
Er was toen volop werk en er heerschte eenigermate
weelde onder den kleinen man, omdat hij gelegenheid
had ruimschoots zijn brood te verdienen. Ik geloof wel
dat ieder burger ten zeerste overtuigd is, dat er ietsmoet
gedaan worden.
Als de Minister van oordeel blijft, dat wij eene bijdrage
moeten verleenen, wat hij trouwens ook in anndere
provincien tot voorwaardc stelt, dan zullen wij den
dans niet kunnen ontspringen.
He heb gemeend dit hier ter sprake te moeten brengen,
omdat de tijd niet ver meer af is, dat er eene beslissing
zal moeten genomen worden. En een offer is de zaak
m. i. voor Ter Neuzen wel waard. Wanneer men
berekend dat er ongeveer 4C0 bootwerkers zijn en dan
daarbij telt hunne vrouwen en kinderen, komt men
tot een aanzienlijk aantal personen, en die alien zouden
als rfe scheepvaart te niet ging, zoo niet tot den bedelstaf
vervallen, dan toch moeilijk brood kunnen verdienen.
Ik hoop in de Staten te doen wat in mijn vermogen
is, voor de belangen van onze haven en dat ook de
gemeentsraad eventueel zal willen meewerken, opdat
we tot uitvoering der noodige werken kunnen komen.
De heer Blankers herhaald nog de vraag, of de
belanghebbenden gelegenheid zullen hebben kennis te
nemen van de plannen, om na te gaan op welke manier
men de kosten zal wilien dekken.
De Voorzitter denkt dat daarvoor wel gelegenheid zal
zijn. Als de gemeente in de werken betrokken wordt
voor eene bijdrage, zal zij vermoedelijk daarvoor ver-
foeding krijgen door het recht om eene retributie te
effen van de opslagplaatsen. Mocht dit eventueel
minder opbrengen dan de raming, dan kan er altijd
nog naar middelen worden uitgezien om haar daarin
eenigszins tegemoet te komen. Ook denkt de Voorzitter
dat de Minister de Kamer van Koophandel wel zal
hooren.
De heer Blankers hoopt dat, als eenmaal de plannen
worden meegedeeld, deze dan niet reeds definitief zullen
vaststaan, maar, zoo noodig, nog wijzigingen kunnen
worden voorgesteld.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Vergadering van Maandag 18 Januari 1904.
Aanwezig al de leden en de Voorzitter.
De Voorzitter opent de vergadering.
De notulen van de vorige vergadering worden voor-
gelezen en goedgekeurd.
Onder de ingekomen stukken komt een schrijven
voor van de Weegbrugvereeniging alhier, dat door den
Voorzitter, zonder den gemeenteraad met den inhoud
in kennis te stellen, als ongezegeld wordt ter zijde
gelegd. (In vorige raadsvergadering werd daar geen
aanmerking op gemaakt
Ook een verzoek van F. Voerman, tot het plaatsen
van een doel op zijne erve onderging om dezelfde reden
dat lot.
Een dergelijk verzoek, maar nu op zegel van J. F.
M. de Krijger, werd wel voorgelezen doch ter zijde
gelegd, zonder daarover het gevoelen van den Raad in
te winnen. (Waarom dit schrijven dan ter tafel gebracht
Hierna leest de Voorzitter een schrijven van Ged.
Staten
De Voorzitter: Mijneheeren Zooals ge zoo even hebt
fehoord uit een schrijven van H.H. Ged. Staten, is het
ouwterrein door u in de vorige vergadering voor de
nieuwe school aangewezen afgekeurd, dus dienen wij
over te gaan om eene andere plaats aan te wijzen.
Wie van de heeren weet nog eene geschikte plaats P
De heer De MulBurgemcesterik zou het 'tbeste
achten onze school af te breken en op die plaats een
nieuwe te plaatsen, er is ruimte genoeg voor zes
lokalen.
De VoorzitterDaar is geen ruimte voor.
De heer De MulWel ja, als men maar twee hoog
gaat.
De Voorzitter: Zijn er van de heeren, die het voorstel
van den heer De Mul nader kunnen toelichten.
De heer Wijne Ik ben voor het voorstel van den
heer De Mul; ik ben er van eerstaf voor geweest;
wanneer men de nieuwe school op een andere plaats
zal bouwen, wat zal men dan met de oude school
aanvangen Er is wel sprake geweest er een post- en
telegraafkantoor van te maken, maar ik acht de plaats
daarvoor niet geschikt, want er zal ook een woonhuis
moeten gemaakt worden voor den postbeambte; de
oude school zou daardoor nog een groote last voor de
gemeente opleveren aangezien de school eene flinke
hersteljing noodig heeft om ze daarvoor in te richten.
De heer MinneboWaar moeten dan de kinderen
naar de school gaan, of moeten die dan maar op straat
loopen
De heer WijneNeen mijnheer Minnebo, wanneer
het voorstel van den heer De Mul zou worden goed
gekeurd, dan zou men een hulpschool op het markt-
plein kunnen bouwen
De heer Minnebo Dat zal ook geen geld kosten
De heer Wijne: Ja, dat zal zeker geld kosten, maar
het is toch de schoonste plaats, die wij vinden kunnen
in onze gemeentebovendien zullen de uitgaven nog
zoo groot niet zijn, als dat wij een school laten bouwen
op de plaats, door den Burgemeester aangewezen, want,
zooals ik reeds gezegd heb, zal de grond daar alleen
op 1500 komen eer die in ons bezit is, en wanneer
wij de oude school doen afbreken en den afbraak ver-
koopen, zou dat ook nog al wat opleveren het is geen
oud gebouw, de steen zal zich dus zeer gemakkelijk
laten schoonmaken en van de opbrengst zouden we
een flinke hulpschool kunnen laten bouwen, waarvan
wij toch zeker meer dan de helft terug krijgen als ze
weder verkocht wordt,
De heer Minnebo Ik ben er geheel op tegen, want
in Axel heeft het onderwijs er ook zooveel door geleden.
De heer Wijne: Och, mijnheer Minnebo, nu het
onderwijs er toch al zooveel door geleden heeft en er
■og door lijdt, kunnen er die drie maanden wel bij,
want hadden wij het voorstel, dat de heer De Mul nu
heeft gedaan, al vroeger aangenomen, dan was alles al
in orde.
De heer Minnebo Ik vindt het toch aardig, dat men
van den zomer in een strooibiljet van de verkiezing
schreef, geen groote uitgaven te maken, waarmede de
gemeente in lasten zou komen.
De heer Wijne: Mijnheer Minnebo, ik meen dat u
nu te verre gaat spreken, over het kiesbriefjes strooien,
dan moet ik mijn spijt daar over te kennen geven, omdat
wij dat in onze gemeente niet gewoon zijnmaar
daaraan kent men de lage personen, die zulks durven
doen. Ja, ze schreven in een tweede pamflet, dat de
kiezers moesten oppassen, want dat de wolf in een
schanenvachtje omhuld zat, maar als hij moest herkozen
worden, hij zich wederom in zijne vuile brutale gedaante
zou vertoonen maar dat heeft die lage aanvaller niet
kunnen baten en daarmede kennen wij ook die vuile
lage personen het is niet dat ik u bedoel Minnebo
maar dat laag geschrijf in de Couranten en dat particu-
liere schrijven, kunnen in verband staan met dat
pamflet, maar die schrijven of schrijvers dat zijn de
wolven in schapenvachtjes.
De Burgemeester gevoelt zich met meer op zijn ge-
mak en legt de heer Wijne het zwijgen op. (Gemompel
onder het publiek, zoodat de Burgemeester verplicht
is ook het publiek het zwijgen op te leggen).
De Burgemeester leest de wetsartikelen voor, wat
noodig is te doen om de school op de oude plaats te
zetten en ook wegens de Ilinderwet.
De heer MinneboEn dat gedorsch van den heer
Van Hijfte zal niet hinderlijk zijn 1
De heer Wijne: Dat dorschen is zoo hinderlijk niet,
dat is maar een enkelen keer, dat dat voorvalt, maar
als de school moest komen waar de Burgemeester wil,
dan stond zij tusschen twee smeden, dan zeker zouden
de kinderen alle dagen het genot hebben in de school
weddingschappen aan te gaan wie van de twee smeden
in een schooltijd het mee3t op het aambeeld heeft ge
stagen.
Daarna brengt de Voorzitter het voorstel van den
heer De Mul in omvraag en dit wordt met 5 tegen 2
stemmen aangenomen.
Tegen stemmen de heeren Arbroscheer en Minnebo.
De Voorzitter leest daarna eene circulaire van de
Commissie van huldeblijk aan II. M. de Koningin-
Moeder. Met hartelijke belangstelling wordt daarvan
kennis genomen en de gemeenteraad machtigt den
Burgemeester daarvoor eene commissie te benoemen,
om in de gemeente gelden daarvoor in te zamelen.
De agenda afgewerkt zijnde vraagt de Voorzitter of
er van de heeren zijn, die nog iets voor te stellen
hebben.
De heer WiskerkeJa, Burgemeesterwegens de
onzedelijke handelingen, die zich hier gedurende de
kermisdagen roordoen in die danstenten stel ik voor
die tenten in de gemeente te verbieden, evenals ze in
Ter Neuzen gedaan hebben.
De Burgemeester vindt het goed dit aan te houden
tot een volgende vergadering.
De heer WiskerkeOok moet ik IT opmerkzaam
maken, dat ik gezien heb, bij het vele water, dat er
onlangs geweest is, dat de banden om de vloeipalen
er niet zijn ingewerkt, zoodat er vaartuigen op zijn
blijven hangen, daarover zou wel eens met den aan-
nemer gesproken moeten worden. De Burgemeester
zal zulks doen.
De Voorzitter: Ik heb ook nog iets voor te stellen,
en dat is, wanneer wij op de haven een strook keien
ter breedte ran 1,25 M. uitbraken en daar klinker-
steenen inlegden om daarna die keien aan den Oostkant
der haven te gebruiken. Dit voorstil wordt tot eene
volgende vergadering aangehouden, terwijl de Burge
meester aan den heer Wiskerke vraagt of hij zich
daarmede eens wilde belasten en om daarvan eene
begrooting op te maken, wat Wiskerke op zich neemt.
De heer Wijne: Burgemeester ik ben er niet tegen,
maar dan maar zoo spoedig mogelijk te beginnen, aan-
gezien er veel suikerbieten op de haven zullen komen.
'ok heb ik nog een voorstel, om onze gemeente boot
maar te verkoopen, om reden zij toch maar ligt te
vergaan, omdat er niets mee uitgevoerd wordt.
Men kan de trappen niet meer zien van al het vuil
dat er op licht. Vroeger hebben wij een gemeente-
werker gehad, die behoorlijk iedere week eenige dagen
in (de haven werkzaam was, en nu deze gemeente-
werker een traktement van f 300 heeft gekregen, gebeurt
er niets meer van dien aard in de haven. Kan hij dan
toch niet eens een dag in de week de trappen wat
zuiveren, we zouden daardoor voor grootere uitgaven
gespaard blijven?
Verder moet ik den Burgemeester attent maken op
het aanleggen der goten aan de huizen het schijnt
dat de Burgemeester er niet mede op de hoogte ishet
water moet toch met een afvoerbuis naar beneden
geleid worden, en er zijn al zooveel buizen aangelegd,
die het water werpen te midden op de straat, dat bij
regenachtig weder zeker lastig is voor de voorbijgangers.
De Burgemeester zal er eens op letten.
Niets meer aan de orde sluit de Voorzitter de ver
gadering.
Hontenisse Huwelijks-aangiften. 8 Jan. Jacobus
Goossen, oud 31 j., jm. en Apolonia Maria de Rijk, oud
27 j., jd. 15 Jan. Jacobus Compiet, oud 29 j., jm. en
Johanna Vervaat, oud 30 j., jd. Jan Francies van Goet-
hem, oud 24 j., jm. en Johanna Maria Maas, oud 28 jjd.
Huwelijks-voltrekkingen. 9 Jan. Desire Louis Picavet,
oud 43 j., jm. en Amelia Chrstina Isabella van Mol,
oud 25 j., jd. Petrus Marcelis, oud 30 j., jm. en Maria
Elisabeth Wullems, oud 23 j., jd. 16 Jan. Charles
van Belle (van Graauw), oud 30 j., weduwn. enRozalia
Verdurmen, oud 35 jd. Lucas Baart, oud 27 J., jm. en
Johanna Seij, oud 27 j. jd.
Geboorten. 4 Jan. Maria Louisa, d. van Andries de
Maagt en van Apolonia de Booij. 5 Jan. Antoinette
Johanna, d. van Jan Baptist van Jole en van Francisca
Louisa Matthijsen. 6 Jan. Alouisius Ludovicus, z. van
Petrus Johannes Benedictus Kint en van Marianna van
der Velpen. 12 Jan. Joseph Gijsbertus, z. van Alphon-
sus Adrianus Adriaansens en van Sophia Anthonia
Grimminck. 13 Jan. Cammillus Petrus, z. van Petrus
van de Velde en van Maria Louisa van Overmeeren.
Angela Judoca Theodora, d. van Emilius Constantinus
Fassaert en van Mathilda Judoca van Mol. 15 Jan.
Albert Josephus Gustaaf, z. van Josephus Schillemans
en van Mathilda Dorothea van Campen.
Overlijden. 1 Jan. Alouisius Alphonsus Eggermont,
oud 2 j., z. van Alphonsus en van Paulina de Rijk.
4 Jan. Sophia Colleta van den Bos, oud 80 j., wed.
van Judocus Maas. 5 Jan. Paulina Neve, oud 71 j„
wed. van Jacobus Steijaert. 8 Jan. Een als levenloos
aangegeven kind van het vr. geslacht van Cornelis Maas
en van Apolonia Duerinck 9 Jan. Apolonia Maas,
oud 74 j., wed. van Cornelis Jacobus Baart. Mathilda
Bisschop, oud 13 j., d. van Jacobus en van Rozalia de
Nijs. Christina lotte, oud 71 j., wed. van Gerardus
van Jole. 10 Jan. Coleta de Smit, oud 64 j., jd. 15Jan.
Constantinus Bogaert, oud 37 j., jm.
Weitdorpe. Overlijden. 14 Jan. Levina de Smaele,
oud 72 j., echtg. van Albertus Antonins Mechelink.
15 Jan. Alphonsius Verhoosel, oud 10 j., z. van Charles
Ludovicus en van Maria Pharailda van Hecke.
Bestuurder: H. WANNYN.
Zondag 24 Jan. a. s., te 2 uur, dagvoorsteljing
aan verminderde prijzen opvoering van De twee
Weezen, drama in 5 bedrijven en 8 tafereelen,
naar het Fransch. Les deux Orphelines van
d'Ennery en Cormon, vertaald door A. Huart.
Bestuurder PAUL BOEDRI.
Zondag 24 Jan. a. s., te 2 uur, buitengewone
dagvoorstelling opvoering van Manon, couniscbe
opera in 6 tafereelen door Mrs. H. Meilhac en
Ph. Gilles, muziek van J. Massenet.
De ondergeteekende brengt haren
hartelijken dank, ook natnens hare
ouders, aan alien, die. belangstelling tconden bij
hare benoeming tot ondervrijzeres te Ter Neuzen.
M. E. SCBEFFELAAR KLOTS.
Sluiskil, 21 Januari 1904.
Donderdag 28 Jan., 's avonds 6 uur, zal
D. V. Ds. J. W. d. BEHG van Ter Neuzen
alhier eene rede houden in 't belang van
het Chr. Onderwijs.
Onder dankbetuiging voor het ge-
noten vertrouwen dat hij sfeeds heeft
mogen ondervinden maakt ondergeteekende het
publiek van AXIllL en oinstreken bekend, dat. hij
zijn METSELAARSZAAK heeft overgedaan
aan zijn zoon P. de Jonge, en beveelt zijn op-
volgeT in dezelfde gunst aan.
Met achtiug,
Axel, 23 Jan. 1904. A. DE JONGE.
Onder verwijzing naar bovenstaande
maakt ondergeteekende het publiek
van AXEL en omstreken bekend, dat hij de
METSELAARSZAAK van zijn vader voor
eigen rekening zal voortzetten. Door een vlugge
en soliede bediening hoopt hij dezelfde ganst te
mogen genieten, die zijn vader heeft genoten.
Aanbevelend,
Axel, 23 Jan. 1904. P. DE JONGE.
Burgers en WerklieJen der gemeenten SAS VAN
GENT en WESTDORPE worden opgeroepen
eene Vergadering te komen bijwonen, ter bespreking
eener op te richten
om tot groot voordeel eene gezamenlijke aaukoop
te doen, op
des avonds om zes uur, bij I*. BOCK-
ST-A^ELi, Beestenmarkt, Sas van Gent.
Inlichtingen te bekomen bij
De Voorzitter, H. BRUGGEMAN.
De Secretaris, J. F. BUIJSROGGE,