No. 4474. Ter Neuzensche Courant Bonder dag 24 December 1903. 43 Jaargang.
Hinderwet
Pinnenland.
TWEEDB BIxAJD.
TER NEUZEN, 23 Deeember 1903.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis dat het suppletoir kohier van den
Hoofdelijken Omalag no. 3 in deze gemeente, voor 1903,
in afschrift, gedureiide vijf maanden, op de secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd_
Ter Neuzen, 23 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gelet op artikel 8 der Hinderwet, doen te weten,
dat voorwaardelijk vergunning is verleend aan W. D.
SCHILLEMAN, bakker aldaar, tot het oprichten eener
brood-, beschuit- en kleingoedbakkerij in het perceel,
staande in de Donze-Visserstraat, vrijk II 61, kadastraal
sec tie C 3366.
Ter Neuzen, 21 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
TWEEDE KAHIER.
Zitting van Dinsdag.
Snelvuurgeschut.
Aan de orde is het wetsontwerp voor aan-
schaffing van snelvuurgeschut. Bij dit wets
ontwerp wordt aangevraagd 425,400 als eerste
termijn van een benoodigd bedrag van 7 millioen
gulden.
De heer Troelstra sprak een kort woord van
ernstig protest tegen het thans in behandeling
nemen van d t wetsontwerp. Daarover zijn de
sociaal-demokraten verontwaardigd. Zij hadden
eerst gedacht aan het voeren van oppositie,
door stemming te vragen over elk artikel van
de Oorlogsbegrooting. Zij deden het ditmaal
niet, maar zullen een volgende maal de Kamer
in een dergeljjk geval voor een feit plaatsen.
En wat de houding van den Minister aangaat
bij zet de Kamer voor een tweede maal het
mes op de keel. Eerst bij de Militiewet, en nu
wederom. Spreker vraagt wat de reden van den
Minister is, om thans te komen met dit voorstel,
nu er geen tijd is geweest om het te bestudeeren.
Nu, in een tijd waarop de oorlogs-uitgaven toeh
al stijgen de Militiewet veel zal kosten en
sociale nooden om voorzieniug roepen. Het
bud-getrecht der Kamer wordt op deze wijze
beperkt. De sociaal-demokraten hebben de ge-
legenheid gemist, het ontwerp te bestudeeren,
en zij zullen zich er dus toe bepalen, onder
krachtig protest tegen de stemmen.
De heer Smeenge verklaarde dit ook te zullen
doen, overtuigd als hij is dat de Kamer hier
voldoende kennis van zaken mist. Daarentegen
verklaart de heer Tydeman voor te zullen
stemmen. Hij achtte de zaak rijp voor behan
deling, en is bovendien overtuigd, dat de aan-
schaffing van het geschut noodzakelijk is.
Ook de heer Staalman verklaarde veront
waardigd te zijn over de wijze van behandeling
van dit ontwerp, overtuigd dat een groot deel
van het anti-revolutionnaire volk in die veront-
waardiging deelt. Hij noemde deze uitgaven
van 7 millioen gulden een daad van roekeloos-
heid, en zal tegen het ontwerp stemmen. Waar
een groot deel van het volk bedreigd wordt met
geestelijken en stoffelijken ondergang, mag geen
7 millioen gevoteerd worden voor militaire
doeleinden.
De heeren Van Vlijmen en Seret achtten de
zaak rijp voor behandeling.
De heer Talma meende, dat de uitgave niet
boven de financieele draagkracbt van ons volk
gaatde heer De Ram wilde eerst laten vast-
stellen, hoeveel de uitvoering van de Militiewet
zal kosten.
Nadat hierop de heer Nolting zijn stem tegen
had gemotiveerd, niet willende meewerken aan
militaire uitgaven, zoolang velen in het land
honger lijden, verdedigde de Minister van Oorlog
de wetsvoordracht. De Kamer zond haar verslag
eerst laat in, en de Minister kon dus zijn
antwoord niet eerder gereed hebben. Overigens
moet thans de bestelling gedaan worden, wil
men in 1905 met de verwapening kunnen
beginnen. Het gekozen kanon heeft het groote
voordeel dat het stilstaat, terwijl het een groot
ballistisch vermogen heeft.
Nadat de heeren Lohman en Kolkman zich
op reeds door anderen aangevoerde gronden
voor, de heer Drucker zich tegen het wets
ontwerp hadden verklaard, en na verschillende
replieken, werden de debatten gesloten.
Het wetsontwerp werd daarna aangenomen
met 50 tegen 88 stemmen.
Daarna werd aangevangen de behandeling
der Waterstaatbegrooting.
De heer Van Limburg Styrum had van des-
kundigen vernomen, dat de toestand in den
Kethe'polder nog steeds gevaar oplevert, en
vrees voor overstrooming daar bleef bestaan.
Een sluis in de Schie zou naar sprekers oordeel
een herhaling, van het gebeurde voorkomen.
Yerder wenschte de heer Dolk overneming
door het Rijk van wegen, thans in particuliere
handen, ten einde tot afschaffing van de tollen
te komen.
Bij de tweede afdeeling doet de heer Pompe
van Meerdervoort uitkomen, dat wanneer in
het Volkerak of het Krammer een vluchthaven
komt, het maken van den haven in den Stoof-
polder onder Bruinisse de voorkeur verdient.
Hij wijst op hetgeen de belanghebbenden sedert
1885 hebben gewenscht en vraagt of de Minister
gezii d is het maken van een rijksvluchthaven
te dier plaatse te bevorderen. De behoefte is
daaraan herhaaldelijk gebleken.
De heer Yan Gijn acht 'teen goed stelsel
om groote werken over eenige jaren te ver-
deelen, opdat de druk der kosten niet te groot
zij. Bruinisse misgunt hij een haven niet,
maar de vraag is of de haven daar moet komen,
of aan het Krammer. Hij meent dat de haven
op de laatstgenoeonde p'aats moet komen, en
als de vraag van de adressanten zuiver ware
gesteld, dan zouden de schippers ook het Krammer
(Dinteloord) hebben verkozen.
De voorzitter van den binnenschippersbond
te Rotterdam heeft ook dit laatste gewenscht.
De Minister winne, alvorens tot uitvoering
over te gaan, het advies van de meest be-
voegden in.
De heer A. Scheele P.Jz., theol. candidaat
alhier, heeft het beroep van de Geref. Kerk te
Yeere aangenomen en bedankt voor Baarland.
Aan de Theol. school te Kampen is geslaagd
voor het le cand.-examen in de theologie onze
vroegere stadgenoot de heer S. O. Los.
De dikke mist deed ons gisteren het onaan-
genauoe van communicatie te water ter dege
gevoelen. Van hier is in den vooriniddag een
der Provinciale booten vertrokken, welke, zij het
dan ook met vertraging, Vlissingen hereikte, doch
hier kwam geen enkele boot aan.
Heden arriveerde omstreeks 12 ure de eerste
boot, welke den dieust op Hoedekenskerke nog
moest uitvoeren, en ongeveer 21/, ure van hier
naar Vlissingen afvoer. De weer dikker wordende
mist bood weinig hoop, dat er nog gelegenheid
zou zijn om ook de reis nog terug naar hier
te maken, zij kwam echter op tijd aan.
't Spreekt van zelf, tegen force majeur, is
niemand bestand, maar hedenmiddag werd alhier
luide outevredenheid geuit, dat de boot blijkens
ontvangen telegrafische berichten, uit Vlissingen
was afgevaren, zonder dat een aantal passagiers,
die tijdig op de ponton aldaar aauwezig waren
gewtest, op het gewone uur van afvaart, doch
die bezwaar hadden om daar voor onbepaalden
tijd te staan kou lijden en zich naar het #Hotel
Zeeland" begeven hadden, werden gewaarschuwd.
Men schrijft ons
Het doet ons genoegen den heer Louis Angeloty,
violist, die met den heer Aug. Eeckhout, pianist,
alhier een concert zal geven, nog nader aan de
lezeressen en lezers te kunnen bekend maken.
Genoemde viool-virtuoos is opgetredeu in de
feestzaal van den Dierentuin te Antwerpen en
ziehier wat 2 voorname Antwerpsche bladeu van
den jongen kunstenaar schrijven.
De Milropole, no. 351, deelt het volgende mede
In den Koninklijken Dierentuin. Al was het
programma van het concert van gisterenavond
niet overvoerd het eerste gedeelte bevatte
„de 2e Symphonie in re' majeur" en een ^Concerto"
van Beethoven, en het tweede gedeelte *de Suite
Algerienne" en „Rondo Capricioso" van Saint-
Saens het was er niet minder belangwekkend
om, want een solist als Mr. Louis Angeloty,
viool-virtuoos, is. ruim in staat een ware kunst-
avond te leveren.
Laten wij dezen uitstekenden musicien even
nader beschouwen. Mr. Angeloty is een volmaakt
kunstenaar, geheel zeker van zijn streek en spelende
met een kalmte en een vastheid, die hem alle
moeielijkheden met gemak doen overwiunen.
Mr. Angeloty is een jongmensch vau 20 jaar,
van Hongaarschen oorsprong, volmaakt musicien,
met de schitterendste toekomst. Zelden zageu
wij in den persoon vereenigd een zoo hoogeu
graad van geoefendheid, zuiver spel, vastheid en
kennis.
Het zal moeielijk zijn van de concerto's van
Beethoven een beter uitvoering te leveren dan
die, welke het verrukte gehoor gister was voor-
behouden.
Wij wenschen er de directie geluk mee dezen
kunstenaar eens tot hier te hebben gebracht al
vorens deze naar Amenka vertrekt, van waar
hem de schitterendste aanbiedingeu zijn gedaan.
De Matin zegt in no. 350
III den dierentuin. Bij het concert van gister-
avond is een jonge viool-kuostenaar opgetreden,
welke een beslist merkwaardige verscliijning mag
heeten. Het is Mr. Louis Angeloty, l«te prijs
van het conservatoire van Brussel (1903).
Mr Angeloty, Hongaar van geboorte, is in Amerika
opgevoed en het is zijn vader, zelf uitnemend
violist, die hem de viool aanleerde. De jonge
kuustenaar kwam vervolgens naar Brussel iu de
cLsse van Thompson en behaalde reeds in het
2<te jaar met gemak den eersten prijs.
Zijne vaardigheid is buitengewoon en zijn spel
heeft een jnistheid en een vastheid, die den indruk
maken, dat zoo iemand onmogelijk valsch of minder
joist zou kunnen spelen. Daarbij een houding,
een gemak, een gerustheid, waarover men bij
iemand van 20 jaren verbaasd staat.
Mr. Angeloty heeft het ,/Concerto" van Beet
hoven gespeeld als een kunstenaar, die den meester
geheel aanhangt. Men was wel verplicht hem te
applaudisseeren en terug te roepen. Evenzoo in
de /Rondo Capricioso" van Saint-Saens was zijn
succea buitengewoon. Hij kon er niet buiten om
de finale te herhalen.
Zondagnamiddag 4 ure was het lokaal van den heer
Fermont te Sluiskii geheel gevuld met belangstellenden
uit deze en omliggende gemeenten, om te hooren spreken
overden Christelijken Boerenbond en daaraan verbonden
leenbank.
De bijeenkomst werd geopend door den pater guardiaan
van het klooster te Sluiskii, die het woord verleende
aan den heer Van Dalsum, notaris te Hulst.
Onder herinnering. dat in de laatste maanden de
Eerw. kapelaan Buijsrogge van St. Jansteen en spreker
in elke gemeente van Zeeuwsch-Vlaanderen pogingen
aanwenden tot oprichting van Boerenbonden en leen-
banken, gaf hij te kennen van meening te zijn, datook
in Sluiskii de grond wel te vinden was, om zoodanige
vereeniging op te bouwen en in dat vertrouwen waren
zij gekomen, om die zaken uiteen te zetten.
De heer Van Dalsum verklaarde zich te zullen be-
Ealen tot de Boerenleenbanken. De oprichting der
onden is een uiting van de christelijke democratie, in
verband met de pauselijke encycliek Revum Novarum e. v.
De stichter daarvan is de Duitscher Raffeisen, en deze
stichtingen waren reeds velen ten zegen.
Het geld is bij deze banken niet het doel, maar het
middel om de redelijke en stoffelijke belangen van de
leden te bevorderen en berust op den geest van liefdevol,
broederlijk helpen.
De bank werkt onder onbeperkte hoofdelijke aan-
sprakelijkheid der ledendeze dient om de bank op
een stevigen grondslag te vestigen en vordert, dat de
leden hare belangen zooveel mogelijk behartigen en
handhaven. Die hoofdelijke aansprakelijkheid, schrikt
wel eens velen af om toe te treden, doch de onder-
vinding heeft bewezen, dat nog bij geen enkele bank,
en er zijn er velen de leden voor schuld der
bank behoefden te worden aangesprokende goede
waarborg en controle voorkomt dat.
Daarom mag de kring waarbinnen de bank werkt
niet te groot zijn, en moeten de bestuurders daarin ver-
spreid wonen, vermits de leden elkaar dan goed kennen
en de voorschotvrager moet goed bekend zijn.
De bank neemt gelden op van leden en niet-leden,
maar leent ze naar behoefte alleen aan de leden en
alleen ten behoeve van het landbouwbedrijf. Om de
bank niet in ongelegenheid te brengen, door groote
gevraagde terugbetalingen, wordt bepaald tot welk
bedrag zij geld mag opnemen.
Bij het ter leen geven van gelden moet het bestuur
letten op de financieele zekerheid die de aanvrager geven
kan en tevens waarvoor het geld wordt aangewend
daardoor wordt voorkomen dat de bank bankroetjes
lijdt en omdat de leden elkaar zoo goed kennen is
een onderzoek naar de waarheid der opgaven in de
meeste gevallen niet zoo erg moeilijk. In den regel
zullen de gelden verleend worden als de aan vrager als
ijverig, arbeidzaam en matig bekend staat, maar niet
aan luiaards of drinkebroerstot de laatsten zal men
zeggen kom maar eens terug als je je gebeterd hebt.
De gelden worden uitgegeven voor korteren of langeren
tijd, al naar de omstandigheden van den eredietbehoe-
vende, met gelegenheid tot geleidelijke aflossing, ook
vroeger dan is overeengekomeii.
Deze geldverschaffing voorkomt, dat iemand door
mislukking van oogst of andere tegenspoeden geheel
aan lager wal geraakt of niet zelden geld moet opne
men tegen te hooge rente, of ook, dat iemand niet
eeuwig in de schuld blijft, dat de hypotheken niet van
vader op zoon behoeven te blijven overgaau. Of wel,
dat, wanneer vader ot moeder, of beiden, zijn overleden
en de familie uiteengaat, zij die op de lroeve wenschen
te blijven, geld kunnen bekomen, om het noodige aan
te koopen, of, wanneer alles volgens taxatie wordt
overgenomen, hunne familieleden uit te keeren. Uiteen
en ander volgt, dat het landbouwbedrijf, den grond,
meer blijft in handen van den landbouwstand en niet
door gebrek aan kapitaal in handen komt van personen
uit de groote steden.
Door gelden op te nemen tegen matige rente, wordt
de gelegenheid gegeven om met geld dat men op zekere
tijden in kas heeft liggen, wat te verdienen, terwijl
men anders, het in kas hebbende, zoo licht tot grootere
uitgaven dan noodig is, verlokt wordt. De bank stelt
ook de gelegenheid open tot belegging van kleinesommen,
door evenals den staat spaarboekjes uit te geven, en
wekt zoodoende de spaarzaamheid in de hand.
Geleend wordt tegen 44J pCt, opgenomen 33J pCt,
terwijl aansluiting aan de contrdlebank te Utrecht, het
voordeel schenkt, dat de bank daar toteen zekermaximum
geld kan leenen, of dat, wat ze te veel heeft, kan beleggen.
De banken worden beheerd door 5 bestuursleden en
een boekhouder-kassier, waarvan alleen de laatste eene
geringe bezoldiging geniet, en een ltaad van Toezicht,
bestaande uit 3 leden. Deze zijn, onder verbeurte eener
hooge boete, tot geheimhouding van de zaken der bank
verplicht, zoodat de leden zich door valsche schaamte
niet moeten laten weerhouden zich tot de bank te
wenden.
Wanneer de bank winst maakt, zoo wordt daaruit
een reservefonds gevormd, dat, wanneer het een zeker
bedrag bereikt, kan besteed worden in het belang der
leden, door aankoop van landbouwwerktuigen en
dergelijke.
De banken hebben op plaatsen waar zij bestaan, reeds
veel ten goede verricht en zijn ook oorzaak dat er een
meer broederlijke geest onder de bevolking wordt aan-
gekweekt, dat het egoisme niet zoo op den voorgrond
treedt.
Er wordt voor het lidmaatschap vereischt, dat men
lid zij van den Boerenbond. Daarvan kan lid worden
ieder die een stukje land bebouwd en ook de arbeiders
kunnen daarvan lid worden.
Tot de stichting eener bank mag nooit warden over-
gegaan, indien niet de zekerheid bestaat, dat een goed
bestuur zal kunnen worden gevormd. Het bestuur komt
op de bepaalde dagen bijeen, om over de aanvragen te
oordeelen. Wanneer iemand door onmacht niet in staat
is aan zijne verplichtingen te voldoen, dan wordt de
billijkheid betracht en is het onwil, welnu, dan staat
de gerechtelijke weg open.
Spreker somde nog verschillende gevallen op, waarin
bij de landbouwers een tijdelijk gebrek aan geld kan
bestaan en waarin de boerenleenbank kan voorzien,
wees op de bewezen soliditeit der bank, en spoorde de
aanwezigen aan, ook te Sluiskii zoo'n bank op te richten,
naar het voorbeeld van hetgeen op vele andere plaatsen
in deze streek den laatsten tijd gebeurt is.
Na een korte pauze nam de Eerw. heer Buijsrogge,
kapelaan te St. Jansteen het woord, om te spreken over
den Boerenbond.
Spreker begon met te betoogen, dat de tegenwoordige
maatschappelijlce toestanden de priesters noodzaken, ook
buiten de kerk op te treden en zich in het voile maat-
schappelijkeleven te werpen. Sinds Marx iu Duitschland
het de menigte betooverend woord deed klinken I'role-
tariers, vereenigt u 1" ontstonden weldra duizeuden en
duizenden werklieden-vereenigingen, zoowelin Duitsch
land als daarbuiten. Sinds Leo de Dertiende in zijn
encycliek Revum Novarum, de grondwet neersch reef der
christelijke democratie, is in de rampzalige tijden die
wij beleven en waarin de sociale actie ook de Christenen
bezielde, voor hen »vereenigt u 1" het wachtwoord ge-
worden, omdat tengevolge der rampzalige revolutie aan
het eind der 18e eeuw en de samenwerking dier revo-
lutionaire beginselen, vooral op economisch en staat-
liuishoudkundig gebied in de tegenwoordige maat
schappij toestanden zijn ontstaan, naar wier einde wordt
gehaakt. Daarom is reactie, terugwerking naar gezonde
beginselen, noodzakelijk, naar de eisehen van onzen
modernen tijd.
Verbetering van sociale toestanden is daarom een
onafwijsbaren eisch van onzen tijd en deze is alleen
door samenwerking van velen mogelijk.
Na de woorden van Paus Leo, durft spreker ook
overleggen de conclusie van den kath. dag van Breda,
dat het wenschelijk is dat in alle plaatsen van het
Bisdom, ook in Zeeland, afdeelingen van den chr.
Boerenbond worden opgericht.
In het breede betoogt spreker de noodzakelijkheid
dier bonden, tegen de prediking van een geest van
bandeloosheid, losmaking van alle gezag, de verwerping
van God, eigendom en huisgezin, de onontbeerlijke
grondslagcn voor ieder goed geordende maatschappij.
Wel heeft men in deze streken de roode vaau van het
socialisme nog niet ontplooit gezien maar ongewenscht
dringen die beginselen door, gevoerd door outevreden
heid. De menschen verplaatsen zich meer dan vroeger
en uit hetgeen ze in de groote steden hooren, waait
zoo licht iets over, naar onze rustige omgeving.
Eene vereeniging van den boerenstand, om een dam
tegen dien revolutiegeest op te werpen is noodzakelijk.
Zij moet zich ten doel stellen door alle mogelijke,
natuurlijk zedelijk goede middelen, de welvaart te ver-
meerderen en voorts den strijd aan te binden tegen
misbruiken, wantoestanden, die, op welke wijze aan
ook, de welvaart in den weg staan.
Spreker betoogt op grond van verschillende omstan
digheden, dat het den landbouwenden stand niet zoo
goed gaat als men wil doen gelooven. Zeker, er heerscht
ook weelde, maar die moet soms dienen om den ongun-
stigen staat waarin men verkeert te verbloemen en zij
leidt somwijlen tot geheelen ondergang. En wanneer
het den landbouw zoo goed ging, zou dan het platteland
ontvolken ten koste der steden
Ook de meerdere technische kennis van den landbouw
kan niet als maatstaf van welstand gelden, want wat
helpt den landhouwer de wetensehap, wanneer hij niet
de middelen bezit, om deze toe te passen.
Naar het oordeel van spreker heeft men niet het
recht te spreken van een bloeienden, welvarenden land
bouwstand. Het is niet voldoende te zeggen den boer
verdient den kost, maar dan moet men ook kunnen
zeggen de boerenstand verkeert in een degelijken en
deugdelijken toestand, hij bezit alle deugden, alie goede
eigenschappen, alle bekwaamheden die noodig zijn voor
het geluk en de volmaaktheid van dien stand.
Dat de landbouw niet bloeit, daarvan is ook een
bewijs de toeneming van het aantal hypotheken, op
landelijke eigendommen, van 1892190f vermeerderd
met een bedrag van 21 millioen. De kleine eigendom
verdwijnt langzamerhand en wordt in eene bevolking
van pachters herschapen, geheel en al aan de willekeur
van fandheeren en beheerders ten prooi. Na het door-
leefd rampzalig jaar, zullen velen in eene half leege
beurs tasten, en als er nog zoo'n jaar volgt, zullen
velen dankbaar zijn, dat er geschikte leeninslellingen
zijn gekomen, waar zij goed terecht kunnen.
Nu kan wel is waar een Boerenbond niet in alles
voorzien, maar vereenigd, aangesloten bij een centralen
Bond, kan veel goeds tot stand brengen en aan da
Regeering het maken van wetten in het belang van den
landbouw adviseeren, de wenschen der landbouwende
bevolking aan haar kenbaar maken. De oprichting van
leenbanken wordt door den Boerenbond bevordert, en
dat zijn instellingen die op overtuigende wijze gezegend
werken, en tengevolge waarvan verkeerde toestanden,
als b.v. het voorschottenstelsel bij bietenverbouw, zoozeer
ten nadeel van den verbouwer, kunnen verdwijnen.
Zij bevordert ook cooperatie voor aankoop van land-
bouwartikelen, maar ook alleen van deze, opuat, wanneer
men verder ging, de middenstand zou kunnen worden
getroffen. Door den gezamenlijken aankoop zal men
meer zekerheid verkrijgen goe'ae waar te ontvangen,
terwijl, wanneer indivudieel wordt gekocht, men dik-
wijls slechte waar krijgt, wat spreker met voorbeelden
aantoont.
Voorts zal de Bond zich bezighouden met het oprichten
van fondsen tot het verleenen van steun, bij ziekte en
armoede, of aan weduwen en weezen. Ook zal worden
getracht het sluiten van rechtvaardige contracten met
en door de leden. Ook aan de verhouding tusschen
pachters en verpachters is nog zooveel te verbeteren,
terwijl het ook hoogst gewenscht is om zoo mogelijk
te bewerken, dat bij openbare verpachtingen de teuge-
looze concurrentie verwiint, dikwijls ontstaande uit
haat en jaloezie, en tusschenpersonen hunne bemidde-
ling in goede klinkende munt laten betalen. Ook de
vernouding tusschen boer en arbeiders behoeft ver
betering, de verhouding is niet meer zoo kameraad-
schappelijk als voorheen, een gezonde verhouding
aankweeken is ook een taak voor den Boerenbond,
evenals het uit den wegruimen vau onderlinge geseliillen
waardoor dure rechtskwestie's kunnen worden voor
komen, en men elkaar meer als breeders zal gaan be
schouwen, werkende voor een gemeenschappslijk doel.
Ten slotte betoogd spreker, dat de bond, naar den
eisch van dezen tijd christelijk moet zijn, omdat zij dan
alleen op den goeden grondslag kan berusten, wat met
die, geplaatst op het liberalistisch standpunt niet het
geval is. De ware grondslag moet zijn na^r den geest
des Christendoms broederlijk met en naast elkander
leven, en zijn persoonlijke levensverrichtingen in het oog
te houden, de eisehen van het algemeen belang, de
rechten van rechtvaardigheid en christelijke naasten-
liefde.
Ook alleen wanneer de Bond christelijk is, zal zij
trekken tot heil der maatschappij, daar zij dan alleen
een goeden leiddraad voor hare verrichtingen bezit.
Wat uit de neutrale vakvereenigingen voortspruit heeft
men dit voorjaar in ons land, bij een spoorwegstaking
kunnen ervaren.
Onder verwijzing naar hetgeen hieromtrent door
gezaghebbende katholieke sclirijvers is gezegd, deed
spreker ten slotte een kraehtigen oproep tot toetreding
bij een op te richten afdeeling van den Boerenbond, om
te strijden voor maatschappelijke en zedelijke verbetering
van den landbouwenden stand in deze streken.
Door den pater guardiaan van het klooster werd den
sprekers dank gezegd voor het gesprokene en de hoorders
opgewekt aan den oproep gevolg te geven.
Hierna werden uit de aanwezigen enkele vragen
gesteld, die door de sprekers werden heantwoord.
Verschillende personen gaven zich op voor toetreding
tot een op te richten afdeeling.
Door de cooperatieve landbouwvereeniging
te Grijpskerke is Maandag aanbesteed de levering
van pi. m. 83500 kilo superphosphaat. Minste
inschriiver was de heer A. Hamelink, De Jonge-
straat alhier, agent van de heeren DesmazuresL