No. 4474. Ter Neuzensche Courant Bonder dag 24 December 1903. 43 Jaargang. Hinderwet Pinnenland. TWEEDB BIxAJD. TER NEUZEN, 23 Deeember 1903. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis dat het suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omalag no. 3 in deze gemeente, voor 1903, in afschrift, gedureiide vijf maanden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd_ Ter Neuzen, 23 December 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gelet op artikel 8 der Hinderwet, doen te weten, dat voorwaardelijk vergunning is verleend aan W. D. SCHILLEMAN, bakker aldaar, tot het oprichten eener brood-, beschuit- en kleingoedbakkerij in het perceel, staande in de Donze-Visserstraat, vrijk II 61, kadastraal sec tie C 3366. Ter Neuzen, 21 December 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. TWEEDE KAHIER. Zitting van Dinsdag. Snelvuurgeschut. Aan de orde is het wetsontwerp voor aan- schaffing van snelvuurgeschut. Bij dit wets ontwerp wordt aangevraagd 425,400 als eerste termijn van een benoodigd bedrag van 7 millioen gulden. De heer Troelstra sprak een kort woord van ernstig protest tegen het thans in behandeling nemen van d t wetsontwerp. Daarover zijn de sociaal-demokraten verontwaardigd. Zij hadden eerst gedacht aan het voeren van oppositie, door stemming te vragen over elk artikel van de Oorlogsbegrooting. Zij deden het ditmaal niet, maar zullen een volgende maal de Kamer in een dergeljjk geval voor een feit plaatsen. En wat de houding van den Minister aangaat bij zet de Kamer voor een tweede maal het mes op de keel. Eerst bij de Militiewet, en nu wederom. Spreker vraagt wat de reden van den Minister is, om thans te komen met dit voorstel, nu er geen tijd is geweest om het te bestudeeren. Nu, in een tijd waarop de oorlogs-uitgaven toeh al stijgen de Militiewet veel zal kosten en sociale nooden om voorzieniug roepen. Het bud-getrecht der Kamer wordt op deze wijze beperkt. De sociaal-demokraten hebben de ge- legenheid gemist, het ontwerp te bestudeeren, en zij zullen zich er dus toe bepalen, onder krachtig protest tegen de stemmen. De heer Smeenge verklaarde dit ook te zullen doen, overtuigd als hij is dat de Kamer hier voldoende kennis van zaken mist. Daarentegen verklaart de heer Tydeman voor te zullen stemmen. Hij achtte de zaak rijp voor behan deling, en is bovendien overtuigd, dat de aan- schaffing van het geschut noodzakelijk is. Ook de heer Staalman verklaarde veront waardigd te zijn over de wijze van behandeling van dit ontwerp, overtuigd dat een groot deel van het anti-revolutionnaire volk in die veront- waardiging deelt. Hij noemde deze uitgaven van 7 millioen gulden een daad van roekeloos- heid, en zal tegen het ontwerp stemmen. Waar een groot deel van het volk bedreigd wordt met geestelijken en stoffelijken ondergang, mag geen 7 millioen gevoteerd worden voor militaire doeleinden. De heeren Van Vlijmen en Seret achtten de zaak rijp voor behandeling. De heer Talma meende, dat de uitgave niet boven de financieele draagkracbt van ons volk gaatde heer De Ram wilde eerst laten vast- stellen, hoeveel de uitvoering van de Militiewet zal kosten. Nadat hierop de heer Nolting zijn stem tegen had gemotiveerd, niet willende meewerken aan militaire uitgaven, zoolang velen in het land honger lijden, verdedigde de Minister van Oorlog de wetsvoordracht. De Kamer zond haar verslag eerst laat in, en de Minister kon dus zijn antwoord niet eerder gereed hebben. Overigens moet thans de bestelling gedaan worden, wil men in 1905 met de verwapening kunnen beginnen. Het gekozen kanon heeft het groote voordeel dat het stilstaat, terwijl het een groot ballistisch vermogen heeft. Nadat de heeren Lohman en Kolkman zich op reeds door anderen aangevoerde gronden voor, de heer Drucker zich tegen het wets ontwerp hadden verklaard, en na verschillende replieken, werden de debatten gesloten. Het wetsontwerp werd daarna aangenomen met 50 tegen 88 stemmen. Daarna werd aangevangen de behandeling der Waterstaatbegrooting. De heer Van Limburg Styrum had van des- kundigen vernomen, dat de toestand in den Kethe'polder nog steeds gevaar oplevert, en vrees voor overstrooming daar bleef bestaan. Een sluis in de Schie zou naar sprekers oordeel een herhaling, van het gebeurde voorkomen. Yerder wenschte de heer Dolk overneming door het Rijk van wegen, thans in particuliere handen, ten einde tot afschaffing van de tollen te komen. Bij de tweede afdeeling doet de heer Pompe van Meerdervoort uitkomen, dat wanneer in het Volkerak of het Krammer een vluchthaven komt, het maken van den haven in den Stoof- polder onder Bruinisse de voorkeur verdient. Hij wijst op hetgeen de belanghebbenden sedert 1885 hebben gewenscht en vraagt of de Minister gezii d is het maken van een rijksvluchthaven te dier plaatse te bevorderen. De behoefte is daaraan herhaaldelijk gebleken. De heer Yan Gijn acht 'teen goed stelsel om groote werken over eenige jaren te ver- deelen, opdat de druk der kosten niet te groot zij. Bruinisse misgunt hij een haven niet, maar de vraag is of de haven daar moet komen, of aan het Krammer. Hij meent dat de haven op de laatstgenoeonde p'aats moet komen, en als de vraag van de adressanten zuiver ware gesteld, dan zouden de schippers ook het Krammer (Dinteloord) hebben verkozen. De voorzitter van den binnenschippersbond te Rotterdam heeft ook dit laatste gewenscht. De Minister winne, alvorens tot uitvoering over te gaan, het advies van de meest be- voegden in. De heer A. Scheele P.Jz., theol. candidaat alhier, heeft het beroep van de Geref. Kerk te Yeere aangenomen en bedankt voor Baarland. Aan de Theol. school te Kampen is geslaagd voor het le cand.-examen in de theologie onze vroegere stadgenoot de heer S. O. Los. De dikke mist deed ons gisteren het onaan- genauoe van communicatie te water ter dege gevoelen. Van hier is in den vooriniddag een der Provinciale booten vertrokken, welke, zij het dan ook met vertraging, Vlissingen hereikte, doch hier kwam geen enkele boot aan. Heden arriveerde omstreeks 12 ure de eerste boot, welke den dieust op Hoedekenskerke nog moest uitvoeren, en ongeveer 21/, ure van hier naar Vlissingen afvoer. De weer dikker wordende mist bood weinig hoop, dat er nog gelegenheid zou zijn om ook de reis nog terug naar hier te maken, zij kwam echter op tijd aan. 't Spreekt van zelf, tegen force majeur, is niemand bestand, maar hedenmiddag werd alhier luide outevredenheid geuit, dat de boot blijkens ontvangen telegrafische berichten, uit Vlissingen was afgevaren, zonder dat een aantal passagiers, die tijdig op de ponton aldaar aauwezig waren gewtest, op het gewone uur van afvaart, doch die bezwaar hadden om daar voor onbepaalden tijd te staan kou lijden en zich naar het #Hotel Zeeland" begeven hadden, werden gewaarschuwd. Men schrijft ons Het doet ons genoegen den heer Louis Angeloty, violist, die met den heer Aug. Eeckhout, pianist, alhier een concert zal geven, nog nader aan de lezeressen en lezers te kunnen bekend maken. Genoemde viool-virtuoos is opgetredeu in de feestzaal van den Dierentuin te Antwerpen en ziehier wat 2 voorname Antwerpsche bladeu van den jongen kunstenaar schrijven. De Milropole, no. 351, deelt het volgende mede In den Koninklijken Dierentuin. Al was het programma van het concert van gisterenavond niet overvoerd het eerste gedeelte bevatte „de 2e Symphonie in re' majeur" en een ^Concerto" van Beethoven, en het tweede gedeelte *de Suite Algerienne" en „Rondo Capricioso" van Saint- Saens het was er niet minder belangwekkend om, want een solist als Mr. Louis Angeloty, viool-virtuoos, is. ruim in staat een ware kunst- avond te leveren. Laten wij dezen uitstekenden musicien even nader beschouwen. Mr. Angeloty is een volmaakt kunstenaar, geheel zeker van zijn streek en spelende met een kalmte en een vastheid, die hem alle moeielijkheden met gemak doen overwiunen. Mr. Angeloty is een jongmensch vau 20 jaar, van Hongaarschen oorsprong, volmaakt musicien, met de schitterendste toekomst. Zelden zageu wij in den persoon vereenigd een zoo hoogeu graad van geoefendheid, zuiver spel, vastheid en kennis. Het zal moeielijk zijn van de concerto's van Beethoven een beter uitvoering te leveren dan die, welke het verrukte gehoor gister was voor- behouden. Wij wenschen er de directie geluk mee dezen kunstenaar eens tot hier te hebben gebracht al vorens deze naar Amenka vertrekt, van waar hem de schitterendste aanbiedingeu zijn gedaan. De Matin zegt in no. 350 III den dierentuin. Bij het concert van gister- avond is een jonge viool-kuostenaar opgetreden, welke een beslist merkwaardige verscliijning mag heeten. Het is Mr. Louis Angeloty, l«te prijs van het conservatoire van Brussel (1903). Mr Angeloty, Hongaar van geboorte, is in Amerika opgevoed en het is zijn vader, zelf uitnemend violist, die hem de viool aanleerde. De jonge kuustenaar kwam vervolgens naar Brussel iu de cLsse van Thompson en behaalde reeds in het 2<te jaar met gemak den eersten prijs. Zijne vaardigheid is buitengewoon en zijn spel heeft een jnistheid en een vastheid, die den indruk maken, dat zoo iemand onmogelijk valsch of minder joist zou kunnen spelen. Daarbij een houding, een gemak, een gerustheid, waarover men bij iemand van 20 jaren verbaasd staat. Mr. Angeloty heeft het ,/Concerto" van Beet hoven gespeeld als een kunstenaar, die den meester geheel aanhangt. Men was wel verplicht hem te applaudisseeren en terug te roepen. Evenzoo in de /Rondo Capricioso" van Saint-Saens was zijn succea buitengewoon. Hij kon er niet buiten om de finale te herhalen. Zondagnamiddag 4 ure was het lokaal van den heer Fermont te Sluiskii geheel gevuld met belangstellenden uit deze en omliggende gemeenten, om te hooren spreken overden Christelijken Boerenbond en daaraan verbonden leenbank. De bijeenkomst werd geopend door den pater guardiaan van het klooster te Sluiskii, die het woord verleende aan den heer Van Dalsum, notaris te Hulst. Onder herinnering. dat in de laatste maanden de Eerw. kapelaan Buijsrogge van St. Jansteen en spreker in elke gemeente van Zeeuwsch-Vlaanderen pogingen aanwenden tot oprichting van Boerenbonden en leen- banken, gaf hij te kennen van meening te zijn, datook in Sluiskii de grond wel te vinden was, om zoodanige vereeniging op te bouwen en in dat vertrouwen waren zij gekomen, om die zaken uiteen te zetten. De heer Van Dalsum verklaarde zich te zullen be- Ealen tot de Boerenleenbanken. De oprichting der onden is een uiting van de christelijke democratie, in verband met de pauselijke encycliek Revum Novarum e. v. De stichter daarvan is de Duitscher Raffeisen, en deze stichtingen waren reeds velen ten zegen. Het geld is bij deze banken niet het doel, maar het middel om de redelijke en stoffelijke belangen van de leden te bevorderen en berust op den geest van liefdevol, broederlijk helpen. De bank werkt onder onbeperkte hoofdelijke aan- sprakelijkheid der ledendeze dient om de bank op een stevigen grondslag te vestigen en vordert, dat de leden hare belangen zooveel mogelijk behartigen en handhaven. Die hoofdelijke aansprakelijkheid, schrikt wel eens velen af om toe te treden, doch de onder- vinding heeft bewezen, dat nog bij geen enkele bank, en er zijn er velen de leden voor schuld der bank behoefden te worden aangesprokende goede waarborg en controle voorkomt dat. Daarom mag de kring waarbinnen de bank werkt niet te groot zijn, en moeten de bestuurders daarin ver- spreid wonen, vermits de leden elkaar dan goed kennen en de voorschotvrager moet goed bekend zijn. De bank neemt gelden op van leden en niet-leden, maar leent ze naar behoefte alleen aan de leden en alleen ten behoeve van het landbouwbedrijf. Om de bank niet in ongelegenheid te brengen, door groote gevraagde terugbetalingen, wordt bepaald tot welk bedrag zij geld mag opnemen. Bij het ter leen geven van gelden moet het bestuur letten op de financieele zekerheid die de aanvrager geven kan en tevens waarvoor het geld wordt aangewend daardoor wordt voorkomen dat de bank bankroetjes lijdt en omdat de leden elkaar zoo goed kennen is een onderzoek naar de waarheid der opgaven in de meeste gevallen niet zoo erg moeilijk. In den regel zullen de gelden verleend worden als de aan vrager als ijverig, arbeidzaam en matig bekend staat, maar niet aan luiaards of drinkebroerstot de laatsten zal men zeggen kom maar eens terug als je je gebeterd hebt. De gelden worden uitgegeven voor korteren of langeren tijd, al naar de omstandigheden van den eredietbehoe- vende, met gelegenheid tot geleidelijke aflossing, ook vroeger dan is overeengekomeii. Deze geldverschaffing voorkomt, dat iemand door mislukking van oogst of andere tegenspoeden geheel aan lager wal geraakt of niet zelden geld moet opne men tegen te hooge rente, of ook, dat iemand niet eeuwig in de schuld blijft, dat de hypotheken niet van vader op zoon behoeven te blijven overgaau. Of wel, dat, wanneer vader ot moeder, of beiden, zijn overleden en de familie uiteengaat, zij die op de lroeve wenschen te blijven, geld kunnen bekomen, om het noodige aan te koopen, of, wanneer alles volgens taxatie wordt overgenomen, hunne familieleden uit te keeren. Uiteen en ander volgt, dat het landbouwbedrijf, den grond, meer blijft in handen van den landbouwstand en niet door gebrek aan kapitaal in handen komt van personen uit de groote steden. Door gelden op te nemen tegen matige rente, wordt de gelegenheid gegeven om met geld dat men op zekere tijden in kas heeft liggen, wat te verdienen, terwijl men anders, het in kas hebbende, zoo licht tot grootere uitgaven dan noodig is, verlokt wordt. De bank stelt ook de gelegenheid open tot belegging van kleinesommen, door evenals den staat spaarboekjes uit te geven, en wekt zoodoende de spaarzaamheid in de hand. Geleend wordt tegen 44J pCt, opgenomen 33J pCt, terwijl aansluiting aan de contrdlebank te Utrecht, het voordeel schenkt, dat de bank daar toteen zekermaximum geld kan leenen, of dat, wat ze te veel heeft, kan beleggen. De banken worden beheerd door 5 bestuursleden en een boekhouder-kassier, waarvan alleen de laatste eene geringe bezoldiging geniet, en een ltaad van Toezicht, bestaande uit 3 leden. Deze zijn, onder verbeurte eener hooge boete, tot geheimhouding van de zaken der bank verplicht, zoodat de leden zich door valsche schaamte niet moeten laten weerhouden zich tot de bank te wenden. Wanneer de bank winst maakt, zoo wordt daaruit een reservefonds gevormd, dat, wanneer het een zeker bedrag bereikt, kan besteed worden in het belang der leden, door aankoop van landbouwwerktuigen en dergelijke. De banken hebben op plaatsen waar zij bestaan, reeds veel ten goede verricht en zijn ook oorzaak dat er een meer broederlijke geest onder de bevolking wordt aan- gekweekt, dat het egoisme niet zoo op den voorgrond treedt. Er wordt voor het lidmaatschap vereischt, dat men lid zij van den Boerenbond. Daarvan kan lid worden ieder die een stukje land bebouwd en ook de arbeiders kunnen daarvan lid worden. Tot de stichting eener bank mag nooit warden over- gegaan, indien niet de zekerheid bestaat, dat een goed bestuur zal kunnen worden gevormd. Het bestuur komt op de bepaalde dagen bijeen, om over de aanvragen te oordeelen. Wanneer iemand door onmacht niet in staat is aan zijne verplichtingen te voldoen, dan wordt de billijkheid betracht en is het onwil, welnu, dan staat de gerechtelijke weg open. Spreker somde nog verschillende gevallen op, waarin bij de landbouwers een tijdelijk gebrek aan geld kan bestaan en waarin de boerenleenbank kan voorzien, wees op de bewezen soliditeit der bank, en spoorde de aanwezigen aan, ook te Sluiskii zoo'n bank op te richten, naar het voorbeeld van hetgeen op vele andere plaatsen in deze streek den laatsten tijd gebeurt is. Na een korte pauze nam de Eerw. heer Buijsrogge, kapelaan te St. Jansteen het woord, om te spreken over den Boerenbond. Spreker begon met te betoogen, dat de tegenwoordige maatschappelijlce toestanden de priesters noodzaken, ook buiten de kerk op te treden en zich in het voile maat- schappelijkeleven te werpen. Sinds Marx iu Duitschland het de menigte betooverend woord deed klinken I'role- tariers, vereenigt u 1" ontstonden weldra duizeuden en duizenden werklieden-vereenigingen, zoowelin Duitsch land als daarbuiten. Sinds Leo de Dertiende in zijn encycliek Revum Novarum, de grondwet neersch reef der christelijke democratie, is in de rampzalige tijden die wij beleven en waarin de sociale actie ook de Christenen bezielde, voor hen »vereenigt u 1" het wachtwoord ge- worden, omdat tengevolge der rampzalige revolutie aan het eind der 18e eeuw en de samenwerking dier revo- lutionaire beginselen, vooral op economisch en staat- liuishoudkundig gebied in de tegenwoordige maat schappij toestanden zijn ontstaan, naar wier einde wordt gehaakt. Daarom is reactie, terugwerking naar gezonde beginselen, noodzakelijk, naar de eisehen van onzen modernen tijd. Verbetering van sociale toestanden is daarom een onafwijsbaren eisch van onzen tijd en deze is alleen door samenwerking van velen mogelijk. Na de woorden van Paus Leo, durft spreker ook overleggen de conclusie van den kath. dag van Breda, dat het wenschelijk is dat in alle plaatsen van het Bisdom, ook in Zeeland, afdeelingen van den chr. Boerenbond worden opgericht. In het breede betoogt spreker de noodzakelijkheid dier bonden, tegen de prediking van een geest van bandeloosheid, losmaking van alle gezag, de verwerping van God, eigendom en huisgezin, de onontbeerlijke grondslagcn voor ieder goed geordende maatschappij. Wel heeft men in deze streken de roode vaau van het socialisme nog niet ontplooit gezien maar ongewenscht dringen die beginselen door, gevoerd door outevreden heid. De menschen verplaatsen zich meer dan vroeger en uit hetgeen ze in de groote steden hooren, waait zoo licht iets over, naar onze rustige omgeving. Eene vereeniging van den boerenstand, om een dam tegen dien revolutiegeest op te werpen is noodzakelijk. Zij moet zich ten doel stellen door alle mogelijke, natuurlijk zedelijk goede middelen, de welvaart te ver- meerderen en voorts den strijd aan te binden tegen misbruiken, wantoestanden, die, op welke wijze aan ook, de welvaart in den weg staan. Spreker betoogt op grond van verschillende omstan digheden, dat het den landbouwenden stand niet zoo goed gaat als men wil doen gelooven. Zeker, er heerscht ook weelde, maar die moet soms dienen om den ongun- stigen staat waarin men verkeert te verbloemen en zij leidt somwijlen tot geheelen ondergang. En wanneer het den landbouw zoo goed ging, zou dan het platteland ontvolken ten koste der steden Ook de meerdere technische kennis van den landbouw kan niet als maatstaf van welstand gelden, want wat helpt den landhouwer de wetensehap, wanneer hij niet de middelen bezit, om deze toe te passen. Naar het oordeel van spreker heeft men niet het recht te spreken van een bloeienden, welvarenden land bouwstand. Het is niet voldoende te zeggen den boer verdient den kost, maar dan moet men ook kunnen zeggen de boerenstand verkeert in een degelijken en deugdelijken toestand, hij bezit alle deugden, alie goede eigenschappen, alle bekwaamheden die noodig zijn voor het geluk en de volmaaktheid van dien stand. Dat de landbouw niet bloeit, daarvan is ook een bewijs de toeneming van het aantal hypotheken, op landelijke eigendommen, van 1892190f vermeerderd met een bedrag van 21 millioen. De kleine eigendom verdwijnt langzamerhand en wordt in eene bevolking van pachters herschapen, geheel en al aan de willekeur van fandheeren en beheerders ten prooi. Na het door- leefd rampzalig jaar, zullen velen in eene half leege beurs tasten, en als er nog zoo'n jaar volgt, zullen velen dankbaar zijn, dat er geschikte leeninslellingen zijn gekomen, waar zij goed terecht kunnen. Nu kan wel is waar een Boerenbond niet in alles voorzien, maar vereenigd, aangesloten bij een centralen Bond, kan veel goeds tot stand brengen en aan da Regeering het maken van wetten in het belang van den landbouw adviseeren, de wenschen der landbouwende bevolking aan haar kenbaar maken. De oprichting van leenbanken wordt door den Boerenbond bevordert, en dat zijn instellingen die op overtuigende wijze gezegend werken, en tengevolge waarvan verkeerde toestanden, als b.v. het voorschottenstelsel bij bietenverbouw, zoozeer ten nadeel van den verbouwer, kunnen verdwijnen. Zij bevordert ook cooperatie voor aankoop van land- bouwartikelen, maar ook alleen van deze, opuat, wanneer men verder ging, de middenstand zou kunnen worden getroffen. Door den gezamenlijken aankoop zal men meer zekerheid verkrijgen goe'ae waar te ontvangen, terwijl, wanneer indivudieel wordt gekocht, men dik- wijls slechte waar krijgt, wat spreker met voorbeelden aantoont. Voorts zal de Bond zich bezighouden met het oprichten van fondsen tot het verleenen van steun, bij ziekte en armoede, of aan weduwen en weezen. Ook zal worden getracht het sluiten van rechtvaardige contracten met en door de leden. Ook aan de verhouding tusschen pachters en verpachters is nog zooveel te verbeteren, terwijl het ook hoogst gewenscht is om zoo mogelijk te bewerken, dat bij openbare verpachtingen de teuge- looze concurrentie verwiint, dikwijls ontstaande uit haat en jaloezie, en tusschenpersonen hunne bemidde- ling in goede klinkende munt laten betalen. Ook de vernouding tusschen boer en arbeiders behoeft ver betering, de verhouding is niet meer zoo kameraad- schappelijk als voorheen, een gezonde verhouding aankweeken is ook een taak voor den Boerenbond, evenals het uit den wegruimen vau onderlinge geseliillen waardoor dure rechtskwestie's kunnen worden voor komen, en men elkaar meer als breeders zal gaan be schouwen, werkende voor een gemeenschappslijk doel. Ten slotte betoogd spreker, dat de bond, naar den eisch van dezen tijd christelijk moet zijn, omdat zij dan alleen op den goeden grondslag kan berusten, wat met die, geplaatst op het liberalistisch standpunt niet het geval is. De ware grondslag moet zijn na^r den geest des Christendoms broederlijk met en naast elkander leven, en zijn persoonlijke levensverrichtingen in het oog te houden, de eisehen van het algemeen belang, de rechten van rechtvaardigheid en christelijke naasten- liefde. Ook alleen wanneer de Bond christelijk is, zal zij trekken tot heil der maatschappij, daar zij dan alleen een goeden leiddraad voor hare verrichtingen bezit. Wat uit de neutrale vakvereenigingen voortspruit heeft men dit voorjaar in ons land, bij een spoorwegstaking kunnen ervaren. Onder verwijzing naar hetgeen hieromtrent door gezaghebbende katholieke sclirijvers is gezegd, deed spreker ten slotte een kraehtigen oproep tot toetreding bij een op te richten afdeeling van den Boerenbond, om te strijden voor maatschappelijke en zedelijke verbetering van den landbouwenden stand in deze streken. Door den pater guardiaan van het klooster werd den sprekers dank gezegd voor het gesprokene en de hoorders opgewekt aan den oproep gevolg te geven. Hierna werden uit de aanwezigen enkele vragen gesteld, die door de sprekers werden heantwoord. Verschillende personen gaven zich op voor toetreding tot een op te richten afdeeling. Door de cooperatieve landbouwvereeniging te Grijpskerke is Maandag aanbesteed de levering van pi. m. 83500 kilo superphosphaat. Minste inschriiver was de heer A. Hamelink, De Jonge- straat alhier, agent van de heeren DesmazuresL

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 5