A I g e m e e n
Nieuws- en Acfvertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4471.
Kermis te Ter Neuzen.
Donderdag 17 December 1903.
43e Jaargang.
lag
FETJILLETON.
SIGN0RA STELLA.
Binnenland.
A B O N N EMENT:
Inzending van advertenUen v6or 3 uren op den dag der uitgave
Hongarije en Oosienrijk.
Keizep Wilhelm.
De Oostersche crisis.
"ii
TWEEDE KAMER.
i n\ ii i iiiiiii mi m nmmii—mi in
Voor
Per drie waanden binnen Ter Neuzen f 1,Pranco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,82£.
Men abouneert zich bij aile Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Groo^ere letters wordeu naar plaatsruimte berekend.
nit bind veracbijnt WaandBg-, Woeusilag:- en Vrydngavund, nitgezonderd «>p Feesfilagen, bij de Pirma 1*. J. VAS UK SAJi'OK te TerWeaien.
Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN,
maken bij deze bekend
lo. dat voor de kom dezer gemeente, als plaats waar
de aangevoerde viscb inoet worden gekeurd, wordt
aangewezen de viscbmarkt
2". dat met ingang van 1 Januari 1904 voor Sluiskil
als kenrmeester van visch aldaar is aangesteld de agent
van politie C. Meulbroek, alwaar de visch op door hem
aan te wijzen plaats moet worden gekeurd.
Ter Neuzen, 14 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. A. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN
maken aan belangkebbenden bekend, dat bij de aan-
staande kermis, die gehouden zal worden van 1!# tot
en met a-t September aldaar op het Marbt-
plein bear bib bare ru'mite zal zijn, voor het
plaalsen van inrichtingen van grnote af-
■netiniEen met inbegrip voor een Stoom-Caroussel.
Inscbrijvingen kunnen worden ingeleverd tot den
1 Januari 1!M»A, 's namiddags S'/2 uur, op ge-
zegeld papier, waaruit moet blijken voor welken prijs,
boven <ie verschuldigde belasting op staanplaatsen, men
Over genoemd terrein wenscbt te bescbikken.
Grootte en vorm van die inrichtingen moeten daarbij
nauwkeurig worden opgegeven.
De inschrijvingen moeten door belanghebbenden ge-
dnrende SO dagen gestand worden gedaan.
Wanneer eene inschrijving wordt aangenomen, moet
de betaling der ingescbrevene som hebben plaats gehad
voor den I April 1SSOA.
Ter Neuzen, 15 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Het blijft harrewarren tusschen Oostenrijk en Hon
garije. Zaterdag dienden 65 conservatieve leden van
het Oostenrijksche Heerenbuis een geschrift in, waarin
zij zich verklaarden voor de eenheid van het ieger en
te'gen de verlangens der Hongaren, terwijl zij hun
bezorgdheid uitdrukten ten aanzien van de onderban-
delingen met Hongarije, die volgens hen, de eenheid
en ondeelbaarheid van bet leger bedreigden.
De Minister-President Von Koerber antwoordde, dat
de Ausgleicb van 1868 de grondslag is van de be-
trekkingen tusschen Oostenrijk en Hongarije en dat
deze niet door een van beide staten alleen ka* worden
herroepen. De wijzigingen in het leger in nationalen
geest zijn overigens nog niet definitief va9tgesteld,
verklaarde Von Koerber, en konden daarom nog niet
aan het Huis worden meegedeeld. De Regeering aan-
vaardde er eehter de constitutioneele verantwoordelijk-
heid voor en kon reeds verzekeren, dat de inwendige
noch de uitwendige eenheid van het leger op 'tspel
stonden.
Vrij bewerkt door A MO.
„Gekhtid, miju waardeRsnelagh is geen
schouwburghet is een tuin, waar de meuschen
zoo onschuldig rondwaudelen als Adam en Eva
in het paiadijs."
„0, dat rnaakt verschil," antwoordde Duncan.
*Als het geen schouwburg is, wil ik wel gaan.
Een poosje vrij van dienst en eeu wandeling in
dien tuin ja dat is naar mijn zin."
Zij gingen dus sameu naar Ranelagh. De
vriend onthaalde Duncan op oesters en wijn, en
na sfloop daarvan wandelden zij den tuin in.
Plotseling hoorde men een klok luiden. Dejouge
Engelschman kende dat teeken en riep //Kom
gauw, Duncan. Dat gelui geldt de schoone
Coralie laat ous zorgen, dat we een goede plaats
krijgen 1"
Zij liepen met den grooten hoop mee naar een
stellage, een opgeslagen tooneel, en kwamen heel
vooraan. In weinige oogenblikken waren alle
stoelen bezet want iedereen wilde de Fransche
danseres zien, die een voorstelling zou geven van
Venus, oprijzende uit de zee.
Door frasi gescbilderde tooneelschermen kreeg
men deu indruk, als of meu al de goden van den
Olympus zag. Daar kwam Vruus uit de golven
oprijzeD, zij knielde voor Jupiter en bood hem
als schatting een rozeroode schelp aan. Het was
De President, Prins Windischgratz, verklaarde toen
namens de Kamer, dat voor het Heerenbuis de souvereine
recliten der Kroon ten aanzien van het leger absoluut
vaststaandat het Huis niet de bron er van wenscbte
na te sporen, zooals de Hongaren doen, en bovenal niet
wenschte, dat de vooruitgang, waarop de Hongaarsche
oppositie pocbt, zal leiden tot een onafhankelijk Hou-
gaarsch leger.
Op een en ander is Hongarije het antwoord natuurlijk
niet scbuldig gebleven. Maandag beeft de Minister-
President Tisz in de Kamer zijn verwondering over de
verklaringen van Von Koerber uitgesproken. Wij vinden,
zei hij, hierin toespelingen op het centralisatie-systeem,
dat tot twee malen toe den staat in bet grootste gevaar
heeft gebracht. Het dualisme maakt een einde aan dezen
toestand. De fundamenteele gedachte van bet Vergelijk
was een Hongaarschen staat te sticbten op nationalen
grondslag. Hongarije beeft met al zijn kracbten gesteund
wat Oostenrijk voor dit doel deed, doch zijn pogingen
hadden weinig succes. De banden tusschen de staats-
macbten in Oostenrijk zijn losser gemaakt en thans
zijn wij getnige zei spreker, van deze ellendige ver-
blinding. De factoren, wier taak het was Oostenrijk
becht te maken, hebben.integendeel duidelijk bun be-
doeling doen kennen om invloed uit te oefeuen op
Hongarije.
Graaf Tisza voegde liieraan toe, dat de bervormingen
op miiitair gebied nog geen voldongen feit zijn. Doch
het zou zijn een tekort aan den eerbied, verschuldigd
aan de Kroon, wanneer getwijfeld werd aan de invoering
der betoogde bervormingen. Deze bervormingen zijn
niet in tegenspraak met het Vergelijk, waaraan Hon
garije trouw blijft.
Berlijn, 14 Dec. In de zitting van den Rijksdagvan
heden heeft de voorzitter, graaf Ballestrem, mededeeling
Sedaan van de ontvangst van bet bureau van den
•ijksdag door den Keizer. Hij heeft daarbij de bezorgd
heid van het Duitsche volU over de ongesteldheid en
de blijde voldoening over het herstel van den Keizer
uitgesproken. De Keizer heeft deze mededeeling dank-
baar aanvaard, en drie kwartier over zijn ziekte, zijn
herstel en andere belangriike onderwerpen gesproken
hij bad zijn oude flinkheid en kracbt gebeel berwonnen.
Deze mededeeling iokte levendige en algemeene toe-
juicbing uit.
De president verklaarde verder, dat de stem van den
Keizer weer vol en duidelijk is. Slechta als men met
zeker vooroordeel bezield is, kan men wellicht nog een
licbte versluiering van 's Keizers stem waarneinen.
De Keizer was vroolijk en opgewekt.
Londen, 14 Dec. Reuter ontving op een navraag bij
den Japanschen gezant alhier, baron Ilayashi, ten ant
woord, dat hij niet in staat is iets over het Russische
antwoord mee te deelen, daar de onderhandelingen nog
niet afgeslofen zijn. De gezant voegde er bij, dat hij
geen reden heeft om zijn vroeger uitgesproken meening,
betreffende de vredelievende oplossing van de tegen-
woordig bestaande spanning tusschen Japan en Rusland,
te herroepen.
New-York, 14 Dec. De .Associated Prease" verneemt
uit Seoul, dat de Japanners den 13" dezer zeesoldaten
aan land hebben gezet te Nokpho op Korea, ten einde
onlusten onder stakende werklieder. tg onderdrukken
Men meldt, dat zij op de volksmenigte vuurden en
▼erscbeidene menschen doodden.
prachtig om te zien. En toen stond zij op en
dauste op de maat der muziek.
Och, wat was zij schoon, hoe fraai waren hare
danspassen, hoe schitterden hare oogen, hoe iiefelijk
rood waren hare wangen Duncan kon de oogen
niet van haar afhoudeu. Zoo iets had hij nog
nooit gezien, zulk een mooi meisje nog nooit
aauschouwd. Hij was geheel door hare bevallige
veischijning betooverd.
En toen hij wist niet, hoe het gebeurde
was zij weg. Hij hoorde gekraak, er vielen balken
en p'anken het tooneel was ingestort en de
schoone Coralie lag onder het neergevallen hnut.
Hij was het eerst bij haarzij lag bewustel >os.
Toen de tooneelknechts kwamen, had hij haar
tusschen de balken en planken vandaan gehaald.
Voorziehtig droeg hij haar in het rijtuig, waarmee
hare kamenier haar wachtte. Duncan en ziju
vriend redeu meezij waren geneesheeren en
konden dus onmiddellijk hulp verleeneu. Sameu
ouderzochten zij de arme kunstensres, wier lichaam
vreiselijk gekwetst en gekneusd was en die nog
altijd bewusteloos mderlag. De Engelschman
oordeelde het afzetteu van het been onder de
knie noodzakel jjk, en hoewel Duncan de nood-
zakelijkheid niet ernstig kon bestrijden, bewoog
hij zijn vrierd tot uitstel. Duncan bleef dien
uacht hij de ongelukkigs waken, zijn vriend ging
been. Den volgenden dag pleitte James Duncau
weder voor uitstel, en dit gelukte hern opnieuw.
Doch na verloop van een week kon de operatie
nit t Janger uitgesteld worden. Duncan deed dit
werk zelf, ofschoon zijn hart er onder dreigde te
breken, hij kon echter niet dulden, dat een ander
Coralie aanraakte. Zij werd met opium bedwelmd,
Zitting van Maandagavond.
De heer Van Gijn vroeg bij de voortgezette
algemeene beraadslaging over de Marine-begrooting,
wat de stand is vau de werkzaamheden van de
Staatscommissie voor de samenwerkicg tusschen
land- en zeeinacht.
De heer Vau Karnebeek meende dat met den
bouw vau het twaalfde groote schip niet dieude
gedraald, wenschte dat de herstelliugswerf te
Heilevoetsluis zou worden geplaatst eu voorts dat
art. 10 der wet vau 1855 (ontneining der rechts-
persooulijkheid) op den Matrozenbond zou worden
toegepast.
De heer Verhey drong niet aan op den bouw
van het twaalfde schip en juchte toe de maat-
regeleu in het belang van het personeel. Z. l.
kon de Minister iuzake de werving van het jeugdig
personeel niet veel meer doen dan hij gedaau
heeftdoor verkorting van het dienstverbaud is
echter niet opgeheveu het bezwaar, dat op jeug-
digen leeftijd de verbintenis wordt aaugegaan.
Rationeeler is, tot eeu proeftijd over te gaan, en
eerst met het 17e jaar de gelegenheid te geven
zich al dan niet voor den zeedieust te verbiuden.
De heer Helsdingen verlangde tegemoetkomiDg
in de verhuiskosten voor gehuwde matrozen eu
mariniers.
De Minister vaB Marine dankte voor de waar-
deering van zijn beleid en de over het algeineen
zeer welwillende kritiek, door hem ondervondeu.
Hij verdedigde het niet-aanbouwen van een twaalfde
ichip, als niet-dringend.
De Minister, autwoordende op de ontevredeu-
heidsbetuigingen van den heer Hugenholtz, die
meent dat de Minister verkeerd gehandeld heeft
iuzake den Marinebond, zei dat §r in de betrokken
brochure wel waarheid is, maar zoo verdraaid, dat
er niet veel van overblijft. Het is z. i. een slecht,
een lengeriachtig pamflet.
Schrijft u dan een contra-brochure, riep hierop
de heer Troelstra.
Dat ligt niet op mijn weg, hernam de Minister
inaar als militairen spreken over hun meerderen,
als in die brochure is gebeurd, dan stelt spr.
geen prijs op het behoud van dergelijke militairen.
De bonden zijn, ging de heer Ellis roort, niet
goed, omdat ze niet uoodig zijn. Men heeft ze
opgeblazen, die bonden voorgesteld als vakver-
eenigingen men heeft aan de leden geleerd, ter
doch na de operatie gevoelde zij zich zoo goed»
dat zij vroeg, of het nog lang moest duren>
voordat zij weer als VeDus zou kunnen optreden-
Het arme kind Zij zou nooit meer dausen, zij
was hare broodwinning kwijt. Het viel Duncan
hard onuitsprekelijk hard, haar dit te zeggen,
maar het moest.
De arme Coralie was wanhopig, zij wenschte
liever dood te zijn dan zoo verminkt te leven
zonder haar brood te kunnen verdienen, de uit-
barstinge.n van hare smart waren vreeselijk om
aan te zien, aan troosten viel niet te denken.
Maar de tijd ging zijn gang en zij bleef leven,
verminkt en met een gebroken hart; weken lang
was zij niet te bewegen hare legerstede te verlaten.
De ougelukkige danseres was echter nog niet
aan het einde van haar leed. Terwijl zij daar
iangen tijd hulpeloos had moeten nederliggeu, was
al haar geld opgeteerd en waren er ook schulden
gemaakt. Eugenie, de trouwe kamenier, had alle
kostbaarheden en alles, wat waarde had, verkocbt
of verpand. En zoo waren alle hulpmiddelen
uitgeput. Wat moest er nu gedaan worden?
Gedurende al dien tijd had Duncan bijna niet
aan Jessie gedachtde herinnermg aan haar scheen
geheel bij bem weggevaagd. Juist voordat Coralie
dat ongeluk overkwam, was hij verhuisd en hij
had vergeten a&n Jessie zijn nienwe adres te
meldeu. Hij had niet aan haar geschreven en
oqk geen brieven vau haar ontvangen.
De juffrouw, bij wie hij vroeger had gewoond,
outmoette toevallig een zijuer vrienden, dien zij
van aanzicht kende. Ook al zeer toevallig had
zij den laatst gekomen brief van Jessie bij zich
deze was nog aan het oude adres, doch kwam
wille van hun kleine organisatie de groote organi-
satie vau de marine te verwaarloozen en daarom
kan de Minister die lieden in zijn grootere organi
satie niet gebruiken. De heer Hugenholtz kwam
met een groote lijst vau kleine grieved dat zijn
tooneel-requisieten. Het gaat om de lucht men
wil een andere tucht hebben maar dat kan niet,
zei de Minister, want de tucht van ih-ns is de
officieele, is de krijgstucht en een andere kan ik
niet gebruiken. Het is den socialisteu er om te
doen, die tucht te breken dat weet de Minister,
en dus is hij er op bedachtde alleenzaliginakende
leer van de sociaal-demokraten gaat ten koste van
mijn tucht, eindigde hij.
Verhooging van premie om zeemiliciens in
actieven dienst te doen overgaan, is onnoodig.
En de Minister kon niet treden in het denkbeeld,
om voor de jonge schepelingen een proeftijd in te
voeren, daar de ouders hun jongens dan na hun
kostelooze opleiding zouden terugnemen.
Iozake vrije verhuizing van matrozen kon de
Minister geen toezeggingen doen.
Na replieken werden de algemeene beraadsla-
giDgen gesloten.
Zitting van Dinsdag.
De behandeliDg van de begrooting voor Binnen-
landsche Zaken werd voortgezet. Bij de afdealing
z/Lager Onderwijs" drong de heer Van Wichen
aan op gelijke bezoldiging van de schoolopzieners
ten plattenlande met die in de groote steden en
op een uniforme regeling van de verlofstrakte-
menten voor de onderwijzers.
De heer Bijleveld betoogde, dat het wettelijk
bestuur der school berusten moet bij het hoofd,
en hij kwam er dan ook tegen op, dat men door
schoolvergaderingen het bestuur op het gezamenlijk
personeel wil overdragen. Onder verschillende
andere punten restigde hij nog 'a Ministers aan-
dacht op een noodzakelijke wijziging van de Leer-
plichtwet, ter wegneming van den administratieven
omslag voor de hoofden der scholen.
Op het plaatsgebrek op de scholen, vooral in
de gemeenten Emmen en Beilen, wees de heer
Roessingh.
De heer Ter Laan drong aan op bescherming
van het opeubsar onderwijs, tegen de vestiging van
vreemde kloosterlingen hier te lande, voor&l in
Limburg op kosteloos lager onderwijs door af-
schaffing van schoolgeldheffing, zoowel op de open-
bare als op de bijzondere schoolop beperking
van het aantal kinderen in een klasse tot 25 a
30 kinderen; op een stelsel voor de salarissen
nu door bemiddeliug van dien vriend in handen
van James Duncan.
In dien brief klaagde Jessie over zijn langdurig
zwijgenmet aandrang vroeg zij antwoord op deze
brief en dan moest James vooral schrijven, of
hij gezond was en hoe het hem ging. Ook moest
hij meldeu, waarotn hij in zoo'n langen tijd niet
geschreven had.
Met dien brief in de hand zat hij lang te
peiuzeu wat zou hij antwoorden Reden om de
verbintenis met Jessie te verbreken was er niet,
dacht hij. Hij kende den toestand van zijn eigeu
hart niet. Door woord noch gebaar had hij ooit
aan de schoone Coralie zijne liefde bekend was
het wel liefde? Neen, dat was het niet dacht
hij, en toch woa hij, dat het met Jessie Paterson
maar wuit" was. Zijn hart was heelemaal ver-
anderd, er was daarin geen plaats meer voor Jessie.
Hij schreef een brief, waarvan de toon zeer
koel was. Hij had niets van zich laten liooreu,
schreef hij, omdac er niets bijzonders te verinelden
was. Zijn vooruitzichteu waren niet verbeterd.
Hij verdiende nauwelijks het noodige voor zich
zelveu en durfde daarom niet het ouderhouden
van een vrouw op zich te neinen. Vooruitzicht
op een huwelijk was er niet, en met spijt zag
hij nu in, dat het voor hen beiden beter zou
geweest zijn, als zij niet zoo haastig waren gtweest
met hunne verloving. Hij voegde er echter bij,
dat hij als eerlijk man zich door trouwbeloften
aan Jessie verbonden achtte, eu zoolang zij hem
niet vau zijn beloften ontsloeg, zou hij zich blijven
beschouweu als haar toekomstigen echtgenoot
hoe lang zij hnn huwelijk zouden mceten uitstellen,
wist hij natuurlijk niet. (Wordt vcrvolgd.)