Gemengde berichten. Telegrafische berichten. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rechtbank to Middelhurg. Hr u t a al o ptr e de n. Heden Werd alhier door Burg, en Weth. aan- beateed het schoonhoudeu eu verwarmen der openbare scholen. Ingeschreven werd als volgt School A. Door M. C. Leunis, schoonhouden f 120, verwarmen f 4,50. School B. Door H. Bannier, schoonhouden f 130, verwarmen 5 M. C. Leunis, schoon houdeu f 120, verwarmen 5. School C. Door A. Leijs, schoonhouden 125, verwarmen f 4,75; M. de Jonge, schoonhoudeu 104,75, verwarmen 3,45. School D (Sluiskil.) M. C. Adriaaase, schoon houden 130, verwarmen 5,50, verlichten 2,50 M. Scheele, schoonhouden 89, ver warmen f 3,24, verlichten J 1,40. Het schoonhouden berekeud per jaar, verwarmen en verlichten per uur. Hedenmorgen omstreeks kwart over zessen werd brand ontdekt in het voorruim van de En- gelsche stoomboot River Lagan, in lossing liggende aau 't spoor alhier. De iDgezetenen werden opge- schrikt door het aanhoudende gefluit der booten, terwijl juist te 7 ure ook de alarmklok werd geluid. Op dat tijdstip echter was onder leiding van den opper- eu andere brandmeestera spuit C reeds naar het terrein vertrokken, die oaderweg werd ingehaald door de motorspuit der Vrijwiliige Brandweer. De spuitgasten van C zetten ook hun beste beentje voor en hadden later het vooideel dat zij gemakkelijker hunne spuit op den dijk konden plaatsen, dan de Vrijwilligers hunne veel zwaardere motor. Het inspanuen ging nu vlug van de haud, op korten tijd bracht spuit C hare stralen in het ruim der River Lagan, onmiddellijk gevolgd door den krachtigen straal der motor, die nu voor het eerst bij brand gebruikt werd en er lustig op door- draaide. Hier sprong ten zeerste in het oog hoe men met eeu gering aantal manschappen van goeden wil en gotde organisatie uitmuutend kan werken. Dit bleek ook uit den korten tijd waarop de gemeentelijke brandweer, die nu met 6en zuig-, 'tevens perspomp, uitgerukt was, water gaf. Als men bij oefeningen met al het materieel uitrukt, duurt dat gewoonlijk uit den treuren. Later ziju ook nog de spuiten A en B opge- commandeerd, terwijl de »R.iver Lagan zelf en de ^Hailing", beide booten van de Firma Little 6 Johnston, water in het ruim pompten. Het zijvlak der »River Lagan" was, omstreeks 7 ure, ter plaatse waar de brand in het ruim woedde, gloeiend gebrand en was het ook on- mogelijk met de straalpijpen op het voordek te blijven staan. Zoodra het water werkte, ver- minderde de brand echler merkbaar en werd ook terstond langs het middelgat aangevangen met het uitlossen der lading jute, waarmee ook te tien ure in het voorste deel van het schip werd be- gonnen. Het stoomschip lag toen door de ingeworpen massa water reeds aanzienlijk dieper. In de piek bleef het nog smeulen, doch om streeks half twaalf werd het voldoende geacht dat eeu wacht van 20 vrijwilligers met het gemeentelijk materieel en de vrijwiliige brandweer aanwezig bleven, zoodat de andere spuitgasten, waarvan velen toen nog geen eteu of drimten hadden gebruikt, zeer tot hun genoegen, huiswaarts konden keeren. De laatste werkle in den namiddag nog, doch de stedelijke brandweer rukte te 4 ure in. 't Spreekt vanzelf, dat aan de lading veel, zoowel vuur als waterschade, is toegebracht. De oorzaak van den brand is onbekend. Sommigen waren van meening dat, gerekend den omvang, die de brand kort na de ontdekking in die opeengepakte massa had, deze niet pas kon ont- staan zijn, maar reeds eenigeu tijd moet gesmeuld hebben. Koewacht. Ouze gemeente-veldwachter P. Gijsel sinds 1865 hier in dienst, is voornemens wegens hoogen leeftijd en ziekelijke toestand ontslag te vragen. Stoppeldijk. Aanstaanden Vrijdagavond zullen kapelaan Buijsrogge van St. Jansteen en notaris Van Dalsum van Hulst, in 't cafd van den heer Lemsen, alhier, nogmaals komea spreken over de oprichting eener Boerenleenbank. Daar velen nog een scheeve voorstelliug hebben van doel en werking dezer instelliug, twijfelen we niet of, als gevolg van nadere uitleggingen door genoemde heeren, zal ook hier met succes de oprichting worden beprotfd. Verleden week heeft de heer Colsen, veearts te Ter Hole eeue voorloopige les gegeven in paardenkennis. Deze week, Woensdagavond, zullen de lessen dtfinitief beginnen. Ze worden gegeven elken Woensdagavond in de school aau de Veer- straat en worden door niet minder dan veertig leerlingeu gevolgd. Boschkapelle. Naar wij vernemen wordt aanstaanden Zalerdag de Boerenleenbank geopend. De gemeenteraad zal, als bewijs van steun aan de bank, eeue som van f 500, die hij op de Rijkspostspaarbank heeft staan, op de boven- gertoemde plaatsen. Hopen wij, dat de leenbank velen tot nut zal zijn. Hoiltonisse. Zekere vrouw De B., wonende te Graauw, hier op bezoek zijnde, voelde zich plotseling onwel en zakte dood iueen. De verslageuheid der aanwezigen bij dit treurig ongeval kan men zich voorstellen. Voor bovengenoemde rechtbank werd Vrijdag be- handeld de zaak tegen K. V., oud 20 j., boerenknecbt geboren te Bouchoute, laatat wonende te Assenede, thans in hechtenis alhier. Hij werd beklaagd dat hij in den morgen van 19 October te Ter Neuzen, uit een kast in een kamer in de, in den Vogelbergschenpolder gelegen woning van A. van Ooteghem heeft weggenomen een portemonnaie, inhomdende 2 vijlfrankstukken, een rijksdaalder, negen guldens en eenige dubbeltjes, welke portemonnaie met inhoud toebehoorde aan M. van Ooteghem, althansaan een ander dan aan hem beklaagde. Vanwege het Openbaar Ministerie waren twee getuigen gedagvaard. Als verdediger van den beklaagde trad op de heer Mr. P. Dieleman, advocaat te Middelburg. De eerste getuige, de 17jarige Marie van Ooteghem, zonder beroep, wonende te Ter Neuzen, verklaarde dat in den bewusten morgen door haar met haar vader en den knecht bet ontbijt is gebruikt. Na afloop daarvan ging de vader met de paarden naai het veld, doch be klaagde, die anders meeging, bleef tkuis, omdat hij pijn in zijn buik zeide te hebben. Om een uur of acht vroeg beklaagde haar om de centen, die hij nog te goed had, wijl hij zijn dienst wilde veriaten. Dat bedroeg een gulden, die door ge tuige werd gegeven. De beklaagde zeide toen nog meer geld te moeten hebben, en toen getuige dit niet wilde geven, deed hij de deur van de kamer, waarin hij zich met haar bevond, op den grendel en vroeg nog meer geld, met de be- dreiging, als getuige het niet gaf haar den nek te zullen afsnijden. Getuige heeft toen het kabinet opengedaan en daaruit heeft beklaagde haar portemonnaie genomen. Beklaagde was toen nog niet te vree, eischte nog meer geld, waarop hij en getuige op zoek gingen. Toen er geen meerder geld werd gevonden, zeide beklaagde tegen getuige dat zij tocli moest zwemmen in haar bloed en heeft hij haar bij de keel gegrepen. Eindelijk is beklaagde, na nog meer bedreigingen geuit te hebben als getuige mocht klappen, de deur uitgegaan. Den 25 Oct. 's avonds heeft zij den beklaagde op nieuw gezien, die met haar vader in de woning kwam. Toen is het gebeurde op den 19en niet besproken, want getuige durfde daar niets van te zeggen. Alleen heeft beklaagde haar toen vergiffenis gevraagd, zonder te zeggen waarvoor. Er is verder bij haar vader een brief ontvangen, waarin hij werd verzocht in een aangewezen herberg te komen. Haar vader is uitgegaan, maar verder vreet zij van hetgeen gebeurde niets. In den avond van 25 Oct. was haar vader in het bezit der portemonnaie die hij haar gafhet geld was er echter voor een deel uit. Hoe haar vader aan de portemonnaie kwam weet zij niet. De beklaagde ontkende de bedreigingen. Hij heeft wel het hem toekomend geld gevraagd, maar verder is er niets voorgevallen. De getuige hield echter aan haar verklaring ten voile vast. Gevraagd waarom het meisje liegen zou, zei beklaagde dat dit misschien is omdat hij den dienst van Van Ooteghem wilde veriaten. Op een vraag van den verdediger hoe getuige het bedrag wist van hetgeen zich in de portemonnaie be vond, zei zij dit den aag te voren nog geteld te hebben. Verder vroeg de verdediger nog of de vader van getuige in den avond van Zondag den beklaagde niet heeft geprezen, waarop zij toestemmend antwoordde. Dien avond was haar vader dronken. De tweede getuige, A. van Ooteghem, landbouwer te Ter Neuzen, deelde mede dat hij den 19en October, na ontbeten te hebben, naar het veld is gegaan, doch dat beklaagde niet is medegegaan, omdat hij pijn had. Omstreeks negen uur is hii thuis gekomen, iets vroeger dan hij gewoon was, omuat hij de houding van be klaagde niet vertrouwde. Hij kwam onderweg zijn schoonvader tegen en hij dacht dat er iets met zijn dochter gebeurd was. Thuis gekomen, heeft zijn dochter hem alles verteld wat in de woning was voorgevallen. Getuige geloofde zijn dochter; hij had den beklaagde nooit van diefstal verdacht, maar wist wel dat deze ean oogje op zijn dochter had. Zaterdags heeft hij een brief van beklaagde ont vangen, waarin dezeschreef dat hij veel jegens hem misaaan had en hem verzocht des Zondags in een zekere herberg te komen. Aan dat verzoek heeft hij voldaan en beklaagde heeft daar, zonder dat over het gebeurde op den 19en October werd gesproken, gezegd veel spijt te hebben over het voorgevallene en hetgeen te kort kwam later te zullen teruggeven. In den koestal gaf beklaagde hem de portemonnaie van zijn dochter, waarin het geld geweest was, dat zij van haar vader had ontvangen. Getuige heeft niet in de portemonnaie gekeken, maar die Maandagochtend aan zijn dochter gegeven, die hem zeide dat al het geld, hetwelk er zich in had bevonden er niet meer in was. De dochter hield vol dat haar vader haar de porte monnaie Zondagavond had teruggegeven. De getuige gaf toe dat dit mogelijk kan zijn, want hij was dien avond dronken. Hij is met den beklaagde den ganschen dag in ge- zelschap geweest in de herberg. De voorzitter wees den getuige op het vreemde dat hij met iemand, die hem ziin geld ontstolen en zijn dochter beleedigd en bedreigd had, der, ganschen dag in de herberg was gebleven. Deze kon daaromtrent echter geen aanneembare oplossing geven. 's Morgens heeft beklaagde hem vergiffenis gevraagd en die heeft hij gegeven. 's Avonds vroeg hij ook ver giffenis aan de dochter van getuige, doch deze wou daar niet naar hooren. De beklaagde beweerde dat ook deze getuige leugen- taal sprak. Wei heeft hij hem een brief geschreven en gevraagd om Zondags in de herberg te komen, doch hij heeft hem daar de portemonnaie niet teruggegeven. Hij heeft hem ook geen vergiffenis gevraagd, wel getuige aan hem. 's Avonds heeft hij wel aan de dochter vergiffenis gevraagd, maar niet omdat hij iets gedaan had dat niet deugde. De getuige hield pertinent vol dat hij s morgens om elf uur van den beklaagde in den koestal de porte monnaie heeft terug ontvangen. De beklaagde zag in de houding van den getuige wraakzucht, omdat hij zijn dienst wilde veriaten. Op een vraag van den verdediger of de dochter van getuige, toen deze van 't veld thuis kwam, erg ontdaan was, antwoordde hij bevestigend. Hij heeft toen ge vraagd wat er was gebeurd, waarop ziju dochter zeide dat later wel te zullen vertellen. Verder verklaarde hij dat't hem erg onwlegen kwam dat beklaagde hem in eens in den sleek liet. Hij heeft den beklaagde vergiffenis gegeven en deed dat van ganscher liarte, want hij was tevrfie dat hij zijn geld weer terug had. Hij beschouwde beklaagde als een goede knecht en hij was tevreden over diens werk. De eerste getuige, nogmaals gehoord, verklaarde dat uit de portemonnaie, toen zij die terug kfeeg, vier gulden en eenige dubbeltjes weg waren. De beklaagde bleef er bij dat hij niet heeft gedaan wat hem ten laste wordt gelegd en ook dat hij zijn baas geen vergiffenis heeft gevraagd. Daarop werd voorgelezen de brief, dien hij erkende aan Van Ooteghem geschreven te hebben, waarin hij schuld beleed en vergiffenis vroeg. Beklaagde trachtte dit duideiijk te maken. Hij had dit gedaan omdat men vertelde dat hij van zijn baas geld had gestolen. Dit was niet waar. Hij wilde het bedrag zijn baas eehter teruggeven. Hij verklaarde verder dat hij in den morgen, toen zijn baas naar 't veld ging, dezen niet had gezegd dat hij zijn dienst wilde veriaten; hij had daar zelfs nog geen idee op; de gedachte daaraan kwam eerst bij hem op toen hij in den loop van den morgen pijn in den buik kreeg. De portemonnaie heeft hij nimmer gehad. De ambtenaar van het openbaar ministerie, de heer Mr. Turk, wees op het groote verschil tusschen hetgeen de getuigen zeggen en wat de beklaagde beweert. Hij echter hechtte meer geloof aan de verklaringen van vader en dochter dan aan de beweringen van bekl. De mishandeling en bedreiging staan niet rechtens vast, wel de diefstal. Die toch wordt bewezen door de verklaringen, zoo van de dochter als van den vader, welke eikander aanvullen. Ook de brief, door beklaagde aan zijn baas geschreven, pleit tegen V. en de uitlegging, daarvan door hem gegeven, houdt geen steek, is onaannemelijk. De houding van Van Ooteghem is zeker vreemd, maar de man is iemand van zeer weinig ontwikkelinghij had zijn geld terug en was bevreesd voor den beklaagde. Dat verklaart zijn houding eenigszins. Beklaagde staat verre van gunstig bekendhij is, volgens verklaring van den burgemeester van Assenede, zoo slecht dat het wenschelijk ware dat hij uit de maatschappij werd verbannen. De ambtenaar vorderde schuldigverklaring van den beklaagde en diens veroordeeling tot een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van den tijd, in pre- ventieve hechtenis doorgebracht. De verdediger begon met er op te wijzen dat er in deze zaak zeer veel duisters is. Hem komt het voor dat bij de omschrijving van het misdrijf in de dagvaarding niet vermeld zijn alle ele- menten, die een schuldigverklaring aan diefstal zouden wettigen. Er staat niet in dat er persoonlijke toeeigening heeft plaats gehad. Maar ook om andere redenen kan hier van diefstal geen sprake zijn. Tot de wegneming der portemonnaie is toestemming verleend, zij het ook al gedwongen, onder bedreiging. Beklaagde zou dan moeten worden vervolgd wegens afpersing of afdreiging. in dit geval heeft de eerste getuige de lade openge- brokende portemonnaie was van haar en zij was gemachtigd over den inhoud te beschikken. Men kan ook niet spreken van wederrechtelijke toe eigening. Beklaagde heeft niet als heer en meester beschikt over de portemonnaie, aangenomen dat hij die heeft weggenomen maar die zelf aan den eigenaar terug gegeven. Dat er geld uit de portemonnaie zou genomen zijn, staat niet vast, evenmin dat beklaagde dat geld eruit heeft genomen. De eerste getuige weet niet precies hoeveel geld er in de portemonnaie is geweest. Spreker meende op grond van een en ander dat in dit geval geen sprake kan zijn van diefstal en van wederrechtelijke toeeigening en dat de bewijzen, die zijn bijgebracht, niet tot een veroordeeling kunnen leiden. Mocht de rechtbank echter van een ander gevoelen zijn, dan drong hij op clementie aan. De beklaagde is wei een raadselachtige figuur maar toch niet misdadig. Hij is iemand, uit eene fatsoenlijke familie, die zich altijd goed gedroeg en nimmer met de justitie is in aanraking geweest. Mocht dan ook veroordeeling volgen, dan zou spreker vragen een geldboete toe te passen of de straf geboet te achten door de ruim vijftig dagen, door den be- klaagda in voorloopige hechtenis doorgebracht. De eerste getuige, nu nog eens gehoord, verklaarde dat, toen beklaagde haar aanvatte, hij een mes in de hand had, dat hij de kast had doorzocht en zelf de portemonnaie heeft weggenomen. Zij had hem daartoe geen toestemming gegevek, maar was bang, omdat beklaagde met een mes voor haar stond. Na repliek van den ambtenaar, die bij zijne vordering bleef persisteeren en nadat A. van Ooteghem nog enkele vragen waren gedaan, werd het onderzoek gesloten en de uitspraak bepaald op aanstaanden Vrijdag. (M. Ct.) '8 Grnvenhage, 14 Dec. Tweede Kamer. Bij het debat over de marine-begrooting wenschte de heer Ketelaar korter dienstverband en laakte hij het optreden der marine-autoriteiten tegenover den matrozenbond. Hij vroeg verder inlichtingen omtrent de Friesland. De heer Staalman is onverzwakt in het ver- trouwen in den Minister die terecht het vraagstuk betreffende htt personeel den voorrang verleent boven nieaweu aanbouw hij achtte het gebeurde met de Friesland een bedenkeiijk verscbijnsel en bepleitte lotsverbetering voor de machinisten en stokers. De heer Hugenholtz waardeerde de door den Minister aangebrachle geldelijke verbeteringen voor de mindere echepelingen. Terwijl twee maunen, vader en zoon, te Biervliet bezig waren met zware boomen te vellen, en de eerste eeu put vulde, begon onverwachts een boom, welke de zoon onderhanden had en die door den bekenden Octoberstorm losgeraakt was, te vallen. De waarschuwing van den zoon tot den vader kwam te laat, daar deze den ver- keerden kant uitweek, zoodat eeu boomspil zijn hersenpan verbrijzelde. De man was op slag dood. Donderdag ging eene juffrouw, wonende in de Czaar Peterstraat te Amsterdam, eenige bood- schappen doeu. Zij liet haar twee-en-half-jarig kindje achter in gezelschap van een iets ouder speelkameraadje. De kinderen scliijnen met lucifers te zijn gaan spelen, althalis op een oogenblik hoorde de moeder die zich juist in een winkel tegenover hare woning bevcnl, luid geschreeuw. Zij snelde naar huis en voud haar kind met vreeselijke brandwonden bedekt. Het kind werd ijlings naar het O. L. Vr. gasthuis gebracht, waar het in zorgwekkenden toestand ter verpleging is opgenomeu. Te Hallum is Donderdagmorgen in een sloot bet lijk gevonden van den 70jarigen Haadsma te Hjum. De ongelukkige had's avonds te voren eene verkooping te Hallum bijgewoond. Der ellendige traditie getrouw heeft men den mau eerst slechts gedeeltelijk uit het water gehaald en met de voeten in het water gelaten, vervolgens de politie gehaald en daarna pas heeft deze, een marechaussee en de gemeente-veldwachter, den dokter gehaald. Toen eerst (wel uur na het vinden van het lijk) is het lichaam op het droge gebracht. Dr. Caunegieter kon slechts den dood constateeren. Herinnert deze wijze van doen niet aan het liedje uit De Doofpot #De man is dus mogelijk nog niet dood In het Beursgebouw te Rotterdam had Zaterdagmiddageen eigenaardige plechtigheid plaats. Gerrit Hakmau had 70 jaar lang des middags te 1 en 2 uur de klok van den tempel van Mercurius geluid en was dien dag juist 80 jaar. De beursbezoekers hadden voor den ouden man in den zak getast en zoodoende werd hem bij een ovatie op de veilingzaal medegedeeld, dat voor een fonds ten zijnen behoeve ruim f 1000 bijeen was. Bij die gelegenheid was ook het klokketouw met groen versierd. Of de oude klokkeluider ook in zijn schik was Te Rotterdam zijn uit Berlijn 10 olifanten naar Louden verzondeu, bestemd voor den circus /Philadelphia" aldaar. Bij het transport wist een der dikhuiden zich toegang te verechaffen tot het volkslogies en den inhoud van potten en pannen op te slurpen. De bemanning moest zich met een karig maal tevreden stellen. Door schoolkinderen werd Vrijdagochtend in eeu diepe sloot nabij Voorthuizen het lijk van een onbekend, fatsoenlijk gekleed man van middel- baren leeftijd gevonden. Het lijk droeg aan het hoofd sporen van verwonding. Tot nog toe heeft men *iet kunnen uitmaken hoe de man te water geraakt is. Uit Sneek wordt aan de Leeuw. Ct. gcmeld Een paar stadgenooten vondeu Donderdagmiddag op een der lessenaars in het post- en telegrasf- kantoor alhier een zakportefeuille, inhoudende aan bankpapier 1200. De vinders deponeerden, na onderzoek van den inhoud in tegeowoordigheid van een paar postambtenaren, het gevoudeue aan het postkantoor. Aan de waschtobbe staande werd Donderdag- ochtend eene vrouw op deu Spaarndammerdijk te Amsterdam door een toeval getroffen en viel voorover in de tobbe met kokend zeepsop. De arme vrouw werd met zware brandwouden eerst naar een kliniek gebracht, waar het eerste ver- band werd gelegd. Vervolgens is zij naar het gasthuis vervoerd. Een lOjarig meisje in eeu gezin aan den Zuid-binnensingel te 's Hage, waarvaa vader en moeder buitenshuia uit werken waren, kwam met hare kleeren in aanraking metHe brandende kachel. Het lichte goed vatte vlim en in ver- twijfeling liep het kind de straat op waar een voorbijganger de vlammen, die reeds tot het hoofd waren gestegen, doofde. Met zware brandwonden werd het kind naar het ziekenhuii gebracht. Uit Dinteloord meldt men ons, dat de schipper v. B., van Werkendam, wien de vorige week aan den Laaddam onder Dinteloord door een viertsl werklieden uit Steenbergen eenige levensgevaarlijke wonden in den rug werden toe gebracht, aan de gevolgen daarvan te Dordrecht is overleden. Een vierde pokkenlijderes is Vrijdagmorgen om zeven nur in de barak te Volendam overleden. Zij werd omstreeks tien uur ter aarde besteld. Dit is het vijfde slachtoffer der ziekte. De ontsmettingsoven is geplaatst in eeu daarvoor epgeslagen loods en is druk in werking om alles, wat in de eerste besmette wooingen aanwezig is, te ontsmetten. Sedert vier dagen zijn geen nieuwe gevallen voorgekomen. Een zonderling bezoeker heeft Woensdag- middag in het Poolsche Koffiehuis te Amsterdam heel wat opschudding verwekt. Het was ten jong, donker uitziend man, tamelijk schunnig in de kleeren, die zwijgend en met een somber gezicht aan een tafeltje ging zitten. De kellners hadden hem aanstonds opgemerkthij paste zoo heelemaal niet in deze omgeving. Niet alleen door zijn uiterlijk, maar later nog meer door zijn maniereD, want toen de kellner, die hem wat gebracht had, met hem wilde afrekenen, pakte de vreemde klant een tafeltje op en wilde daarmee den bediende te lijf. Dat gaf een heele herrie, en de man moest er uit. Maar hij dacht er niet over en ging weer somber zwijgend zitten. Er werd een politieagent gehaild, en onderwijl bleef het zonderling heerschap onbewegelijk zitten, vol verbaziug aangestaard door de bezoekers van het cafe. Heel Polen kwam er aan te pasniemand bleef zitten uit de biljartzaal achter kwames de biljarters, met de queue in de hand, kijken wat er aan de haud was de buffetchef kwam naderbij, en het heele gezelschap stoud zoo op eenigen afstand je kon maar nooit weten wat voor een gemariijke

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 2