Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank to Middelhurg.
Hr u t a al o ptr e de n.
Heden Werd alhier door Burg, en Weth. aan-
beateed het schoonhoudeu eu verwarmen der
openbare scholen.
Ingeschreven werd als volgt
School A. Door M. C. Leunis, schoonhouden
f 120, verwarmen f 4,50.
School B. Door H. Bannier, schoonhouden
f 130, verwarmen 5 M. C. Leunis, schoon
houdeu f 120, verwarmen 5.
School C. Door A. Leijs, schoonhouden 125,
verwarmen f 4,75; M. de Jonge, schoonhoudeu
104,75, verwarmen 3,45.
School D (Sluiskil.) M. C. Adriaaase, schoon
houden 130, verwarmen 5,50, verlichten
2,50 M. Scheele, schoonhouden 89, ver
warmen f 3,24, verlichten J 1,40.
Het schoonhouden berekeud per jaar, verwarmen
en verlichten per uur.
Hedenmorgen omstreeks kwart over zessen
werd brand ontdekt in het voorruim van de En-
gelsche stoomboot River Lagan, in lossing liggende
aau 't spoor alhier. De iDgezetenen werden opge-
schrikt door het aanhoudende gefluit der booten,
terwijl juist te 7 ure ook de alarmklok werd
geluid. Op dat tijdstip echter was onder leiding
van den opper- eu andere brandmeestera spuit C
reeds naar het terrein vertrokken, die oaderweg
werd ingehaald door de motorspuit der Vrijwiliige
Brandweer. De spuitgasten van C zetten ook hun
beste beentje voor en hadden later het vooideel
dat zij gemakkelijker hunne spuit op den dijk
konden plaatsen, dan de Vrijwilligers hunne veel
zwaardere motor.
Het inspanuen ging nu vlug van de haud, op
korten tijd bracht spuit C hare stralen in het ruim
der River Lagan, onmiddellijk gevolgd door den
krachtigen straal der motor, die nu voor het eerst
bij brand gebruikt werd en er lustig op door-
draaide. Hier sprong ten zeerste in het oog hoe
men met eeu gering aantal manschappen van goeden
wil en gotde organisatie uitmuutend kan werken.
Dit bleek ook uit den korten tijd waarop de
gemeentelijke brandweer, die nu met 6en zuig-,
'tevens perspomp, uitgerukt was, water gaf. Als
men bij oefeningen met al het materieel uitrukt,
duurt dat gewoonlijk uit den treuren.
Later ziju ook nog de spuiten A en B opge-
commandeerd, terwijl de »R.iver Lagan zelf en
de ^Hailing", beide booten van de Firma Little
6 Johnston, water in het ruim pompten.
Het zijvlak der »River Lagan" was, omstreeks
7 ure, ter plaatse waar de brand in het ruim
woedde, gloeiend gebrand en was het ook on-
mogelijk met de straalpijpen op het voordek te
blijven staan. Zoodra het water werkte, ver-
minderde de brand echler merkbaar en werd ook
terstond langs het middelgat aangevangen met het
uitlossen der lading jute, waarmee ook te tien
ure in het voorste deel van het schip werd be-
gonnen.
Het stoomschip lag toen door de ingeworpen
massa water reeds aanzienlijk dieper.
In de piek bleef het nog smeulen, doch om
streeks half twaalf werd het voldoende geacht
dat eeu wacht van 20 vrijwilligers met het
gemeentelijk materieel en de vrijwiliige brandweer
aanwezig bleven, zoodat de andere spuitgasten,
waarvan velen toen nog geen eteu of drimten
hadden gebruikt, zeer tot hun genoegen, huiswaarts
konden keeren.
De laatste werkle in den namiddag nog, doch
de stedelijke brandweer rukte te 4 ure in.
't Spreekt vanzelf, dat aan de lading veel,
zoowel vuur als waterschade, is toegebracht. De
oorzaak van den brand is onbekend. Sommigen
waren van meening dat, gerekend den omvang,
die de brand kort na de ontdekking in die
opeengepakte massa had, deze niet pas kon ont-
staan zijn, maar reeds eenigeu tijd moet gesmeuld
hebben.
Koewacht. Ouze gemeente-veldwachter P.
Gijsel sinds 1865 hier in dienst, is voornemens
wegens hoogen leeftijd en ziekelijke toestand
ontslag te vragen.
Stoppeldijk. Aanstaanden Vrijdagavond zullen
kapelaan Buijsrogge van St. Jansteen en notaris
Van Dalsum van Hulst, in 't cafd van den heer
Lemsen, alhier, nogmaals komea spreken over de
oprichting eener Boerenleenbank. Daar velen nog
een scheeve voorstelliug hebben van doel en
werking dezer instelliug, twijfelen we niet of, als
gevolg van nadere uitleggingen door genoemde
heeren, zal ook hier met succes de oprichting
worden beprotfd.
Verleden week heeft de heer Colsen, veearts
te Ter Hole eeue voorloopige les gegeven in
paardenkennis. Deze week, Woensdagavond, zullen
de lessen dtfinitief beginnen. Ze worden gegeven
elken Woensdagavond in de school aau de Veer-
straat en worden door niet minder dan veertig
leerlingeu gevolgd.
Boschkapelle. Naar wij vernemen wordt
aanstaanden Zalerdag de Boerenleenbank geopend.
De gemeenteraad zal, als bewijs van steun aan
de bank, eeue som van f 500, die hij op de
Rijkspostspaarbank heeft staan, op de boven-
gertoemde plaatsen. Hopen wij, dat de leenbank
velen tot nut zal zijn.
Hoiltonisse. Zekere vrouw De B., wonende
te Graauw, hier op bezoek zijnde, voelde zich
plotseling onwel en zakte dood iueen.
De verslageuheid der aanwezigen bij dit treurig
ongeval kan men zich voorstellen.
Voor bovengenoemde rechtbank werd Vrijdag be-
handeld de zaak tegen K. V., oud 20 j., boerenknecbt
geboren te Bouchoute, laatat wonende te Assenede, thans
in hechtenis alhier.
Hij werd beklaagd dat hij in den morgen van 19
October te Ter Neuzen, uit een kast in een kamer in
de, in den Vogelbergschenpolder gelegen woning van
A. van Ooteghem heeft weggenomen een portemonnaie,
inhomdende 2 vijlfrankstukken, een rijksdaalder, negen
guldens en eenige dubbeltjes, welke portemonnaie met
inhoud toebehoorde aan M. van Ooteghem, althansaan
een ander dan aan hem beklaagde.
Vanwege het Openbaar Ministerie waren twee getuigen
gedagvaard.
Als verdediger van den beklaagde trad op de heer
Mr. P. Dieleman, advocaat te Middelburg.
De eerste getuige, de 17jarige Marie van Ooteghem,
zonder beroep, wonende te Ter Neuzen, verklaarde dat
in den bewusten morgen door haar met haar vader en
den knecht bet ontbijt is gebruikt. Na afloop daarvan
ging de vader met de paarden naai het veld, doch be
klaagde, die anders meeging, bleef tkuis, omdat hij
pijn in zijn buik zeide te hebben.
Om een uur of acht vroeg beklaagde haar om de
centen, die hij nog te goed had, wijl hij zijn dienst
wilde veriaten. Dat bedroeg een gulden, die door ge
tuige werd gegeven.
De beklaagde zeide toen nog meer geld te moeten
hebben, en toen getuige dit niet wilde geven, deed hij
de deur van de kamer, waarin hij zich met haar bevond,
op den grendel en vroeg nog meer geld, met de be-
dreiging, als getuige het niet gaf haar den nek te zullen
afsnijden.
Getuige heeft toen het kabinet opengedaan en daaruit
heeft beklaagde haar portemonnaie genomen.
Beklaagde was toen nog niet te vree, eischte nog
meer geld, waarop hij en getuige op zoek gingen.
Toen er geen meerder geld werd gevonden, zeide
beklaagde tegen getuige dat zij tocli moest zwemmen
in haar bloed en heeft hij haar bij de keel gegrepen.
Eindelijk is beklaagde, na nog meer bedreigingen
geuit te hebben als getuige mocht klappen, de deur
uitgegaan.
Den 25 Oct. 's avonds heeft zij den beklaagde op
nieuw gezien, die met haar vader in de woning kwam.
Toen is het gebeurde op den 19en niet besproken, want
getuige durfde daar niets van te zeggen.
Alleen heeft beklaagde haar toen vergiffenis gevraagd,
zonder te zeggen waarvoor.
Er is verder bij haar vader een brief ontvangen,
waarin hij werd verzocht in een aangewezen herberg te
komen. Haar vader is uitgegaan, maar verder vreet
zij van hetgeen gebeurde niets.
In den avond van 25 Oct. was haar vader in het
bezit der portemonnaie die hij haar gafhet geld was
er echter voor een deel uit. Hoe haar vader aan de
portemonnaie kwam weet zij niet.
De beklaagde ontkende de bedreigingen. Hij heeft
wel het hem toekomend geld gevraagd, maar verder is
er niets voorgevallen.
De getuige hield echter aan haar verklaring ten
voile vast.
Gevraagd waarom het meisje liegen zou, zei beklaagde
dat dit misschien is omdat hij den dienst van Van
Ooteghem wilde veriaten.
Op een vraag van den verdediger hoe getuige het
bedrag wist van hetgeen zich in de portemonnaie be
vond, zei zij dit den aag te voren nog geteld te hebben.
Verder vroeg de verdediger nog of de vader van
getuige in den avond van Zondag den beklaagde niet
heeft geprezen, waarop zij toestemmend antwoordde.
Dien avond was haar vader dronken.
De tweede getuige, A. van Ooteghem, landbouwer te
Ter Neuzen, deelde mede dat hij den 19en October, na
ontbeten te hebben, naar het veld is gegaan, doch dat
beklaagde niet is medegegaan, omdat hij pijn had.
Omstreeks negen uur is hii thuis gekomen, iets vroeger
dan hij gewoon was, omuat hij de houding van be
klaagde niet vertrouwde. Hij kwam onderweg zijn
schoonvader tegen en hij dacht dat er iets met zijn
dochter gebeurd was.
Thuis gekomen, heeft zijn dochter hem alles verteld
wat in de woning was voorgevallen.
Getuige geloofde zijn dochter; hij had den beklaagde
nooit van diefstal verdacht, maar wist wel dat deze ean
oogje op zijn dochter had.
Zaterdags heeft hij een brief van beklaagde ont
vangen, waarin dezeschreef dat hij veel jegens hem
misaaan had en hem verzocht des Zondags in een zekere
herberg te komen.
Aan dat verzoek heeft hij voldaan en beklaagde heeft
daar, zonder dat over het gebeurde op den 19en October
werd gesproken, gezegd veel spijt te hebben over het
voorgevallene en hetgeen te kort kwam later te zullen
teruggeven. In den koestal gaf beklaagde hem de
portemonnaie van zijn dochter, waarin het geld geweest
was, dat zij van haar vader had ontvangen.
Getuige heeft niet in de portemonnaie gekeken, maar
die Maandagochtend aan zijn dochter gegeven, die hem
zeide dat al het geld, hetwelk er zich in had bevonden
er niet meer in was.
De dochter hield vol dat haar vader haar de porte
monnaie Zondagavond had teruggegeven.
De getuige gaf toe dat dit mogelijk kan zijn, want
hij was dien avond dronken.
Hij is met den beklaagde den ganschen dag in ge-
zelschap geweest in de herberg.
De voorzitter wees den getuige op het vreemde dat
hij met iemand, die hem ziin geld ontstolen en zijn
dochter beleedigd en bedreigd had, der, ganschen dag
in de herberg was gebleven. Deze kon daaromtrent
echter geen aanneembare oplossing geven.
's Morgens heeft beklaagde hem vergiffenis gevraagd
en die heeft hij gegeven. 's Avonds vroeg hij ook ver
giffenis aan de dochter van getuige, doch deze wou
daar niet naar hooren.
De beklaagde beweerde dat ook deze getuige leugen-
taal sprak.
Wei heeft hij hem een brief geschreven en gevraagd
om Zondags in de herberg te komen, doch hij heeft
hem daar de portemonnaie niet teruggegeven. Hij heeft
hem ook geen vergiffenis gevraagd, wel getuige aan
hem. 's Avonds heeft hij wel aan de dochter vergiffenis
gevraagd, maar niet omdat hij iets gedaan had dat niet
deugde.
De getuige hield pertinent vol dat hij s morgens om
elf uur van den beklaagde in den koestal de porte
monnaie heeft terug ontvangen.
De beklaagde zag in de houding van den getuige
wraakzucht, omdat hij zijn dienst wilde veriaten.
Op een vraag van den verdediger of de dochter van
getuige, toen deze van 't veld thuis kwam, erg ontdaan
was, antwoordde hij bevestigend. Hij heeft toen ge
vraagd wat er was gebeurd, waarop ziju dochter zeide
dat later wel te zullen vertellen.
Verder verklaarde hij dat't hem erg onwlegen kwam
dat beklaagde hem in eens in den sleek liet.
Hij heeft den beklaagde vergiffenis gegeven en deed
dat van ganscher liarte, want hij was tevrfie dat hij
zijn geld weer terug had.
Hij beschouwde beklaagde als een goede knecht en
hij was tevreden over diens werk.
De eerste getuige, nogmaals gehoord, verklaarde dat
uit de portemonnaie, toen zij die terug kfeeg, vier
gulden en eenige dubbeltjes weg waren.
De beklaagde bleef er bij dat hij niet heeft gedaan
wat hem ten laste wordt gelegd en ook dat hij zijn
baas geen vergiffenis heeft gevraagd.
Daarop werd voorgelezen de brief, dien hij erkende
aan Van Ooteghem geschreven te hebben, waarin hij
schuld beleed en vergiffenis vroeg.
Beklaagde trachtte dit duideiijk te maken. Hij had
dit gedaan omdat men vertelde dat hij van zijn baas
geld had gestolen. Dit was niet waar. Hij wilde het
bedrag zijn baas eehter teruggeven.
Hij verklaarde verder dat hij in den morgen, toen
zijn baas naar 't veld ging, dezen niet had gezegd dat
hij zijn dienst wilde veriaten; hij had daar zelfs nog
geen idee op; de gedachte daaraan kwam eerst bij hem
op toen hij in den loop van den morgen pijn in den
buik kreeg.
De portemonnaie heeft hij nimmer gehad.
De ambtenaar van het openbaar ministerie, de heer
Mr. Turk, wees op het groote verschil tusschen hetgeen
de getuigen zeggen en wat de beklaagde beweert.
Hij echter hechtte meer geloof aan de verklaringen
van vader en dochter dan aan de beweringen van bekl.
De mishandeling en bedreiging staan niet rechtens vast,
wel de diefstal.
Die toch wordt bewezen door de verklaringen, zoo
van de dochter als van den vader, welke eikander
aanvullen.
Ook de brief, door beklaagde aan zijn baas geschreven,
pleit tegen V. en de uitlegging, daarvan door hem
gegeven, houdt geen steek, is onaannemelijk.
De houding van Van Ooteghem is zeker vreemd, maar
de man is iemand van zeer weinig ontwikkelinghij
had zijn geld terug en was bevreesd voor den beklaagde.
Dat verklaart zijn houding eenigszins.
Beklaagde staat verre van gunstig bekendhij is,
volgens verklaring van den burgemeester van Assenede,
zoo slecht dat het wenschelijk ware dat hij uit de
maatschappij werd verbannen.
De ambtenaar vorderde schuldigverklaring van den
beklaagde en diens veroordeeling tot een gevangenisstraf
van achttien maanden, met aftrek van den tijd, in pre-
ventieve hechtenis doorgebracht.
De verdediger begon met er op te wijzen dat er in
deze zaak zeer veel duisters is.
Hem komt het voor dat bij de omschrijving van het
misdrijf in de dagvaarding niet vermeld zijn alle ele-
menten, die een schuldigverklaring aan diefstal zouden
wettigen. Er staat niet in dat er persoonlijke toeeigening
heeft plaats gehad.
Maar ook om andere redenen kan hier van diefstal
geen sprake zijn.
Tot de wegneming der portemonnaie is toestemming
verleend, zij het ook al gedwongen, onder bedreiging.
Beklaagde zou dan moeten worden vervolgd wegens
afpersing of afdreiging.
in dit geval heeft de eerste getuige de lade openge-
brokende portemonnaie was van haar en zij was
gemachtigd over den inhoud te beschikken.
Men kan ook niet spreken van wederrechtelijke toe
eigening. Beklaagde heeft niet als heer en meester
beschikt over de portemonnaie, aangenomen dat hij die
heeft weggenomen maar die zelf aan den eigenaar terug
gegeven. Dat er geld uit de portemonnaie zou genomen
zijn, staat niet vast, evenmin dat beklaagde dat geld
eruit heeft genomen.
De eerste getuige weet niet precies hoeveel geld er in
de portemonnaie is geweest.
Spreker meende op grond van een en ander dat in
dit geval geen sprake kan zijn van diefstal en van
wederrechtelijke toeeigening en dat de bewijzen, die zijn
bijgebracht, niet tot een veroordeeling kunnen leiden.
Mocht de rechtbank echter van een ander gevoelen
zijn, dan drong hij op clementie aan.
De beklaagde is wei een raadselachtige figuur maar
toch niet misdadig.
Hij is iemand, uit eene fatsoenlijke familie, die zich
altijd goed gedroeg en nimmer met de justitie is in
aanraking geweest.
Mocht dan ook veroordeeling volgen, dan zou spreker
vragen een geldboete toe te passen of de straf geboet
te achten door de ruim vijftig dagen, door den be-
klaagda in voorloopige hechtenis doorgebracht.
De eerste getuige, nu nog eens gehoord, verklaarde
dat, toen beklaagde haar aanvatte, hij een mes in de
hand had, dat hij de kast had doorzocht en zelf de
portemonnaie heeft weggenomen.
Zij had hem daartoe geen toestemming gegevek, maar
was bang, omdat beklaagde met een mes voor haar
stond.
Na repliek van den ambtenaar, die bij zijne vordering
bleef persisteeren en nadat A. van Ooteghem nog enkele
vragen waren gedaan, werd het onderzoek gesloten en
de uitspraak bepaald op aanstaanden Vrijdag. (M. Ct.)
'8 Grnvenhage, 14 Dec. Tweede Kamer. Bij
het debat over de marine-begrooting wenschte de
heer Ketelaar korter dienstverband en laakte hij
het optreden der marine-autoriteiten tegenover den
matrozenbond. Hij vroeg verder inlichtingen
omtrent de Friesland.
De heer Staalman is onverzwakt in het ver-
trouwen in den Minister die terecht het vraagstuk
betreffende htt personeel den voorrang verleent
boven nieaweu aanbouw hij achtte het gebeurde
met de Friesland een bedenkeiijk verscbijnsel en
bepleitte lotsverbetering voor de machinisten en
stokers.
De heer Hugenholtz waardeerde de door den
Minister aangebrachle geldelijke verbeteringen voor
de mindere echepelingen.
Terwijl twee maunen, vader en zoon, te
Biervliet bezig waren met zware boomen te vellen,
en de eerste eeu put vulde, begon onverwachts
een boom, welke de zoon onderhanden had en
die door den bekenden Octoberstorm losgeraakt
was, te vallen. De waarschuwing van den zoon
tot den vader kwam te laat, daar deze den ver-
keerden kant uitweek, zoodat eeu boomspil zijn
hersenpan verbrijzelde. De man was op slag dood.
Donderdag ging eene juffrouw, wonende in
de Czaar Peterstraat te Amsterdam, eenige bood-
schappen doeu. Zij liet haar twee-en-half-jarig
kindje achter in gezelschap van een iets ouder
speelkameraadje. De kinderen scliijnen met lucifers
te zijn gaan spelen, althalis op een oogenblik
hoorde de moeder die zich juist in een winkel
tegenover hare woning bevcnl, luid geschreeuw.
Zij snelde naar huis en voud haar kind met
vreeselijke brandwonden bedekt.
Het kind werd ijlings naar het O. L. Vr.
gasthuis gebracht, waar het in zorgwekkenden
toestand ter verpleging is opgenomeu.
Te Hallum is Donderdagmorgen in een
sloot bet lijk gevonden van den 70jarigen Haadsma
te Hjum. De ongelukkige had's avonds te voren
eene verkooping te Hallum bijgewoond.
Der ellendige traditie getrouw heeft men den
mau eerst slechts gedeeltelijk uit het water gehaald
en met de voeten in het water gelaten, vervolgens
de politie gehaald en daarna pas heeft deze, een
marechaussee en de gemeente-veldwachter, den
dokter gehaald. Toen eerst (wel uur na het
vinden van het lijk) is het lichaam op het droge
gebracht. Dr. Caunegieter kon slechts den dood
constateeren.
Herinnert deze wijze van doen niet aan het
liedje uit De Doofpot #De man is dus mogelijk
nog niet dood
In het Beursgebouw te Rotterdam had
Zaterdagmiddageen eigenaardige plechtigheid plaats.
Gerrit Hakmau had 70 jaar lang des middags te
1 en 2 uur de klok van den tempel van Mercurius
geluid en was dien dag juist 80 jaar.
De beursbezoekers hadden voor den ouden man
in den zak getast en zoodoende werd hem bij een
ovatie op de veilingzaal medegedeeld, dat voor
een fonds ten zijnen behoeve ruim f 1000 bijeen
was. Bij die gelegenheid was ook het klokketouw
met groen versierd. Of de oude klokkeluider
ook in zijn schik was
Te Rotterdam zijn uit Berlijn 10 olifanten
naar Louden verzondeu, bestemd voor den circus
/Philadelphia" aldaar. Bij het transport wist een
der dikhuiden zich toegang te verechaffen tot het
volkslogies en den inhoud van potten en pannen
op te slurpen. De bemanning moest zich met
een karig maal tevreden stellen.
Door schoolkinderen werd Vrijdagochtend
in eeu diepe sloot nabij Voorthuizen het lijk van
een onbekend, fatsoenlijk gekleed man van middel-
baren leeftijd gevonden. Het lijk droeg aan het
hoofd sporen van verwonding. Tot nog toe heeft
men *iet kunnen uitmaken hoe de man te water
geraakt is.
Uit Sneek wordt aan de Leeuw. Ct. gcmeld
Een paar stadgenooten vondeu Donderdagmiddag
op een der lessenaars in het post- en telegrasf-
kantoor alhier een zakportefeuille, inhoudende
aan bankpapier 1200. De vinders deponeerden,
na onderzoek van den inhoud in tegeowoordigheid
van een paar postambtenaren, het gevoudeue aan
het postkantoor.
Aan de waschtobbe staande werd Donderdag-
ochtend eene vrouw op deu Spaarndammerdijk te
Amsterdam door een toeval getroffen en viel
voorover in de tobbe met kokend zeepsop. De
arme vrouw werd met zware brandwouden eerst
naar een kliniek gebracht, waar het eerste ver-
band werd gelegd. Vervolgens is zij naar het
gasthuis vervoerd.
Een lOjarig meisje in eeu gezin aan den
Zuid-binnensingel te 's Hage, waarvaa vader en
moeder buitenshuia uit werken waren, kwam met
hare kleeren in aanraking metHe brandende
kachel. Het lichte goed vatte vlim en in ver-
twijfeling liep het kind de straat op waar een
voorbijganger de vlammen, die reeds tot het hoofd
waren gestegen, doofde. Met zware brandwonden
werd het kind naar het ziekenhuii gebracht.
Uit Dinteloord meldt men ons, dat de
schipper v. B., van Werkendam, wien de vorige
week aan den Laaddam onder Dinteloord door
een viertsl werklieden uit Steenbergen eenige
levensgevaarlijke wonden in den rug werden toe
gebracht, aan de gevolgen daarvan te Dordrecht
is overleden.
Een vierde pokkenlijderes is Vrijdagmorgen
om zeven nur in de barak te Volendam overleden.
Zij werd omstreeks tien uur ter aarde besteld.
Dit is het vijfde slachtoffer der ziekte.
De ontsmettingsoven is geplaatst in eeu daarvoor
epgeslagen loods en is druk in werking om alles,
wat in de eerste besmette wooingen aanwezig is,
te ontsmetten.
Sedert vier dagen zijn geen nieuwe gevallen
voorgekomen.
Een zonderling bezoeker heeft Woensdag-
middag in het Poolsche Koffiehuis te Amsterdam
heel wat opschudding verwekt. Het was ten
jong, donker uitziend man, tamelijk schunnig in
de kleeren, die zwijgend en met een somber
gezicht aan een tafeltje ging zitten. De kellners
hadden hem aanstonds opgemerkthij paste zoo
heelemaal niet in deze omgeving. Niet alleen
door zijn uiterlijk, maar later nog meer door zijn
maniereD, want toen de kellner, die hem wat
gebracht had, met hem wilde afrekenen, pakte de
vreemde klant een tafeltje op en wilde daarmee
den bediende te lijf.
Dat gaf een heele herrie, en de man moest er
uit. Maar hij dacht er niet over en ging weer
somber zwijgend zitten. Er werd een politieagent
gehaild, en onderwijl bleef het zonderling heerschap
onbewegelijk zitten, vol verbaziug aangestaard
door de bezoekers van het cafe. Heel Polen
kwam er aan te pasniemand bleef zitten uit
de biljartzaal achter kwames de biljarters, met
de queue in de hand, kijken wat er aan de haud
was de buffetchef kwam naderbij, en het heele
gezelschap stoud zoo op eenigen afstand je
kon maar nooit weten wat voor een gemariijke