A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
44fi8.
feuilleto N.
SIGN0RA STELLA.
Donderdag 10 December 1903.
43e Jaargang.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
De bssdschap van Raoseselt.
De Tibet-expeditie.
?3)
In den Kongo.
TWEEDE KAIHER.
SEIIZESSCHE CM! AIT.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden biunen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVEBTENTliN:
an 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adverteutie wordt de prija
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit blad verscliijnt JIaanilag-, "Woensilag- en Vrijdagavoud, nSlgexonderd «»p Feeslda^en, bij de Finna I*. J. VAM DE SAA'DE te Ter Xeuien.
De gewone zitting van bet Congres der Ver. Staten
is gister door president Roosevelt met de jaarlijksche
boodschap geopend.
Bij de bespreking van bet vraa^stuk der trusts ver-
klaarde de president, dat at veel is bereikt door de
oprichting van een departement van Arbeid en Handel
dat ten doel heeft, inlichtingen te verzamelen voor bet
uitvoerend bewind en bet Congres in staat te stellen,
de wetgevcnde maatregelen te bekraehtigen, die noodig
zijn om te voorkomen dat enkelen, door vermindering
van de gelegenheden tot koopen, voorrechten verkrijgen
ten koste van velen. Geen eerlijk bestierde onder-
ueming heeft van zulk een wettelijk toezieht iets te
rreezen
Ten aanzien van kapitaal en arbeid verklaarde de
boodschap, dat bet beleid van de regeering er op uitis
gewetenloozen in bedwang te houden, onverschuhg of
zij werkgevers of werknemers zijn, maar dat de re-
veering evenzeer, weigert, bet persoonlijke initiatief te
verzwakken, ofschoon zij teii voile den zegenrijken
arbeid van corporaties en bonden erkent. De regeering
zal eckter toezien, dat elke verkeerde handelwijze, zoo-
als autoritaire inbreuk op de reciiten van anderen,
o-estuit worden. Aan iedereen moet de vrijheid ge-
waarborgd worden om met zijn eigen bezit of arbeid
te doen wat hij verkiest, zoolang nij niekde rechten
van anderen schendt.
Met betrekking tot de scheidsrechterlijke beslissing
in bet geschil over Alaska zei de president, dat de
uitspraak in alle opzichteu bevredi^end is en een
doorslaand bewijs levert van de eerlijkheid en welwil-
lende gezindheid, waarmee twee bevriende naties aan
belangrijke geschillen een eind kunnen niaken.
Over de scheidsrechterlijke regeling van bet Venezo-
laansche geschil verklaarde de president, dat zulk een
indrukwekkende samenwerking tusschen de naties tot
uitlokking van een beslissing van bet booge hoi van
internatianaal recht en internationalen vrede met anders
<lan bevorderlijk kon zijn voor een dergelijke regeling
van vele toekomstige geschillen tusschen naties. Zij
die mi voor dat hof verschijnen, zullen het veel gemak-
kelijker viuden, IV een tweede maal te verschijnen,
terwijl geen natie kan meenen, dat haar rechtmatige
trots zou worden gekrenkt door dat voorbeeld te vol-
gen. Deze triomf van de beginselen van scheidsrechter
lijke beslissing verdient een hartelijken trelukwensch
en is een gunstig voorteeken voor den wereldvrede.
De president betoogde de noodzakelijkheid van de
vestiging van een steuupunt voor de zeemacht op de
Ten'aanzien van Panama verklaarde de president, dat
bet eenvoudig de vraag was, of de Amerikanen het
kanaal al dan niet zouden hebben. Hij rechtvaardigde
de bouding van de Ver. Staten en verzekerde, dat de
omwenteling in Panama geheel en al nit eigen beweging
geschied is/ De Ver. Staten zouden zich sehnldig ge
maakt hebben aan dwaasbeid en aan een zwakbeui, die
on bet randje van misdadig was, indien zij anders
gehandeld hadden dan zij deden, toen de omwenteling
uitbrak.
In Chinecsthe regeeringskringen is men beducht voor
de Eno-elsche Tibet-expeditie. Men vreest dat deze
eindigeu zal met een in-bezit-nemen van bet land, zooals
Rnsland Maudsjoerije bezette.
De Cbiiieesclie veitegenwoordiger te I.hassa lieelt
gemeld, dat de Tibetanen zeer opgewonden zijn.
De onilerkoning Tse-Chotian, wiens provincie aan
Tibet grenst, heeft bevel ontvangen, voorzorgsniaatregelen
te nemen, met het oog op een mogelijkeu Bntschcn
inval in zijn gebied.
Vrij bewerkt door A MO.
„Ge moet zorgen, dat tk sir James spreek,
zeide zij, den huisknecht het goudstuk toonende.
De man keek naar het goud, verder naar de
dame en vervolgens naar het rijtuig. Hij zag
het adellijk wapcn op de portieren, een knecht
en een meid in den ksttenbak achter aan het
rijtuig, een net gekleede dame wachtende in het
riiluig, dat met vier paarden was bespannen
nu wist hij genoeg. Het goudstuk ging in zijn
hand over en verdween in zijn zak.
»Mevrouw, gij zult mijn meester sprekeu; daar
zal ik voor zorgen," verklaarde hij.
IIij verdween, eu na eeuig wachten opende hij
de deur van de eetzaal. Met veel huigingeu
noodigde hij huar uit om binneu te komen. Stella
trad vlug vooruit, duwde hem ter zijde, trad
biunen en sloot de deur achter zich.
Sir James keek verwonderd op over deze manier
van binnenkomen en vestigde een onderzoekeuden
blik op Stella.
„Sir James beste sir James, ik kom uwe
hulp en bijstand afsmeeken voor een patient op
Asherton Castle. Een vreeselijk ongeluk is mijn
broeder daar overkomen, zijn leven hangt aan een
•zijdeu draad. Ik ga naar hem toe. Ik stel
De Engelsche consul in bet Kongo-gebied Cjisement
beeft op last van zijn regeering een reis in bet Boven-
Kongo-gebied gemaakt om zich persoonlijk te overtuigen
van de bebandeling der inboorlingen. De reis moest
zes maanden duren, maar 11a twee maanden is Casement
reeds teruggekeerd, meenende reeds voldoende op de
hoogte te zijn. Zijn overtuiging is, dat de inboorlingen
op de ergste wijze mishandeld worden en dat de slavernij
er in vouen omvang heerscbt.
In de avondzitting van Maandag kwam aan de
orde hoofdsluk Buitenlandsche Zaken der Staats-
begrooting.
De heer Van Raalte betoogde bij de voortge-
zette bebandeling van hcofdstuk III, dat de
Minister van Buitenlandsche Zaken het rapport
der commissie in zake het consulaatwezen zonder
reden zeer geheimzinuig behaudeld heeft. De
zaak kan nu voor 't oogenblik worden uilgesteld,
doch onder voorwaarde van spoedige bebandeling,
omdat ze urgent is.
De heer Pompe van Meerdervoort verdedigde
het beleid van den Minister inzake onze diplo
matic, en ten opzichte van de Z. A. S. M.
De heer Cremer kwam op tegen de klacht van
den heer Van der Vlugt over onzen gezant te
Konstantinopel, die z. i. juist groote economische
kennis eu veel tact bezit. Die klachten werden
reeds onder vroegere gezanlen aldaar vernotnen en
zijn afkomstig van een afdeeling van het Neder-
laudsche Verbond, die ir over klaagt dat le
Konstantinopel niet genoeg Nederlanders in ver-
schillende posten benoemd worden, iets waann
juist onder den tegenwoordigen gezant verbeteriug
is. gekomen.
De heer Van Idsinga bepleitte haudhaving van
de tweeledigheid van den consulairen en den diplo-
matieken dienst.
De heer Fock kritiseerde het kon. besluit
omtrent het outslag van diplomatiekeambtenaren.
Spreker achtte den leeftijd van 65 jaar te joug
gesteld en voud verkeerd, dat het ontslag niet
bindend is gesteld. Spreker drong aan op intrekking
van dit besluit.
De Minister van Buitenlandsche Zaken verklaarde,
dat Nederland is te beschouwen als een groote
mogendheid, als men let op de economische en
politieke belangen met Oost-Azie. De Minister
verklaarde zich tegen de samensmelting van de
diplomalieke en consnlaire korpsen. Omtrent
de vraag, welke maatregelen geuomen of te nemen
zijn ten gunste van belanghebbenden bij de Z. A.
S. M. kon de Minister in het publiek alleen
mjeedeelen, dat tegenover Engeland steeds het
standpunt is ingenomen dat de maatschappij niet
als oorlogvoerende partij was tc beschouwen.
vertrouwen in u alleen in u. O, ik siueek
u, ga mee naar Asherton Castle
Sir James herkeude haar niet. De gordijuen
waren nog niet opgehaald, zoodat de zaal alleen
verlicht werd door twee kaarsen op de tafel.
*Het spijt mij, dat ik n niet helpen kan, me-
vrouw," antwoordde hij koel. »Gij spreekt van
een ongelukik ben geneesheer, maar geen
heel meester. Hoe dit ongeluk ook gebeurd raoge
zijn en welke hulp er noodig is ik kan u niet
helpen, doch mijn vriend sir Henry Holloway,
zal u zeker van dienst willen zijn."
„Acb, sir James, ik smeek u, weiger uwe hulp
nietZeg niet, dat ge niet wilt komen. Kort
geleden waart ge zoo goed, zoo vriendelijk voor
mij. Verlaat mij nu niet in mijn grooten nood
Tbans herkende hij haar.
,s,Ga zitten," sprak hij vriendelijk. #Ge zijt
de jonge zangeres, zie ik. Ga zitten, en vertel
mij uw leed."
Zij vertelde hem alles. Terwijl zij haar hart
voor hem uitstortte, bemerkte zij niet, hoe hij
zelf gedrukt werd door eigen leed, hoe hij gebogen
ging onder eigen smart. Zij zag i.iet, hoe ver-
ouderd hij was in dien korten lijd, sedert zij zijn
patiente was. Neen, zij dacht alleen aan haar leed
en aan hem, dien zij zoo teeder beminde.
,/Als gij niet komt, zal hij sterven En dat
zal mij dooden of mijn geheele leven bederven
klaagde zij op dringenden toon.
„Jn, zoo denkt ge, omdat ge nog jong zijt,
maar door den tijd gaat dat wel weer over. De
Ons te mengeu in de Macedonische kwestie
lag' niet op onzen weg. Het kon. besluit
omtrent het ontslag van diplomalieke ambtenaren
is geschoeid op de leest van een dergelijk besluit
in Zweden cn Spanje. Omtrent de consulaire
examens zal de Minister geen regeling maken
zonder de Iiamer er in te kenneu. Wat de
opmerking van den heer Van Wijck betreft,
inecnde de Minister dat volstrekt niet vaststaat,
dat onze landbouw zal worden benadeeld door het
Duilsche toltarief. Wij hebben toch met Duitsch-
land een verdrag op den voet der meest begun-
stigde natie.
Op desbelreffende opmerkingen van den heer
Van Nispen tot Sevenaer antwoordde de Minister,
dat het volstrekt niet zoo zonderling is, dat aan
het gezautschap te Konstantinopel een Armeuisch
drogman is. Deze zijn aan alle gezantschappen
en worden volstrekt niet geminacht door de Turken.
Over de zaken, door hem tydelijk voor ons be-
handeld, is geen enkele klacht ingekomen.
De heer Hubrecht, die er over klaagde dat sinds
twee jaren het consulaat-generaal te Pretoria door
een vreemdeling is waargenomen, terwijl verleden
jaar de Minister de urgentie van voorziening in
dien post erkende, en thans wordt medegedeeld,
dat de zaak pas in voorbereiding is, antwoordde
de Minister, dat na ontvangst van het rapport
van den lhaus fungeerenden consulairen ambtenaar
binnenkort voorstellen te wachten zijn tot regeling
van den consulairen dienst in Zuid-Afrika.
Na nog eenige discussie werd de begrooling goed-
gekeurd.
De vergadering eindigde na middernacht.
Zitting van Dinsdag.
Na eeaig debat werd aangenomen een wetsont-
werp houdende goedkeuring van een overeenkomst
met Fraukrijk, betrekkelijk den invoer van pro-
dncten in de Nederlandsche kolonien.
Daarna vingen de algemeene beraadslagingen aan
over hoofdetuk IV der Staatsbegrooting Justitie.
De heer Van Nispen tot Sevenaer bepleitte de
noodzakelijkheid van een wettelijke regeling van
het accouutantswezen, ter voorkoming van mis-
bruiken eu ter verkrijgiDg van waarborgen voor
geschiktheid. Invoeriug van een r-xamen is noodig
en instelling van een raad van discipline aver de
accountants. Spreker gaf verder eenige middelen
aan, die kunnen strekken tot het tegengaan van
knoeierijen bij naamlooze venuootschappen.
Door den heer Van den Berch Van Heemstede
werd aangedrongen op wettelijke bepalingen tegen
misbruiken, welke gevo'gen zijn van de gedwongen
wiukeinering.
Ook de heer De Ridder bepleitte de wensche-
lijkheid van een regeling der naamlooze vennoot-
wond sluit zich even als het graf, als men slechts
kan vergeten. Jange menschen beminnen eu ver-
liezen wat zij lief hebben, zij verliezea wat zij
liefhebben en beminnen weder. Maar in den
ouderdom gaat dat andersdan sluit de wond
zich niet en _het_ graf is steeds geopend. Wij
beminnen en verliezeh wat wij liefhebben, maar
het verlies wordt niet meer vergoed."
Hij liet het hoofd op de borst zinken en legde
de hand op een pakket, dat bij hem op de tafel
lag. Gedesltelijk kon Stella het gedrukte opschrift
lezen zij zag de woorden »Ter nagedachtenis
van
»Ik heb juist de tijding ontvangen van den
dood van een vriendin mijner jeugd, de eenige,
die mij was overgebleveu, en die tijding heeft
mij zeer aang;grepen. Ja, ik wil aan uw verzoek
gehoor geven. Het is zwakbeid, dat wij ons
laten neerdrukken door het noodlot; de smart
geeft ons onze dooden niet terug. Ik ben een oud
man, signora Stella, en ik treur nu als een hope-
looze om ten oude vrouw. Ge zijt nog jong en
treurt over dezen jonkmankom, troost u en
tracht weer vroolijk te worden. De dokters hebben
immers voor een spreekwoord Zoo lang er leven
is, is er hoop."
z/Ah, wilt ge kemen Gaat ge met mij mee,
sir James
z/Neen, signora, ik ga niet met u mee. Dat
kan niet, maar ik kom u spoedig achterna, dat
beloof ik u. Waarschijnlijk haal ik u onderweg
nog wel in. Mocht dit niet het geval zijn, dan
schappen eu drong voorts aan op aanvulling van
de wet op het recht van vereeniging eu vergade
ring, in verband met de beslissing van den Iloogen
Raad in zake de rechtspersoonlijkhtid van den
»Marine-matrozenbond", waarbij het rechtscollege
door de bestaande regeling ernslig was bemoeilijkt.
De heer Drucker drong aan op een regeling
van den rechtstoestand van vereenigingen, die geen
handelsbedrijf uitoefenen en toch als naamlooze
vennootschappen worden erkend, bij de voorgeno-
men wijziging van het Wetboek van Koophandel.
De heer Hugenholtz drong vooruamelijk aan op
de herziening van ons straf- en gevangenisstelsel
en beval een ernstige studie aan van het Elrnara-
stelsel, dat ons cel-stelsel zal moeten vervangen.
De heer Lucasse betoogde, dat voor een vol
doende regeling der kwestie van het onderzoek
naar 't vaderschap niet volstaan kan worden met
een eenvoudige wijziging van art. 342 B. W.
De kwestien, die zich voordoen bij het Nieuw-
Malthusianisme en bij publieke huizen, wil spreker
afzonderlijk geregeld zien, in afwachtiug van een
meer algemeene herziening van het Strafwetboek.
Spreker vroeg harstel van de doodstraf.
De heer De Stuers wees op 't dringende der
bescherming van het kunst-auteursrecht. Voorts
vroeg hij opnieuw, dat de fondsen vau de Balije-
orde van Utrecht niet langer zullen worden ont-
trokken aan de armen en ongelukkigen.
De heer Troelstra trad in een uitvoerige uit-
eenzetting van hetgeen gebeurd is met de Noord-
Brabautsche Bank, met de trustmaatschappij n Wil-
belmina" en de »Mindrineti". Was er een straf-
vervolging aanhangig gemaakt tegen hen, die zich
in deze zaken aan fraude en verduisteriug hebben
tchuldig gemaakt Dat is niet gebleken, meende
spreker; integendeel is bij de Wilhelmiua"-trust
gebleken, dat men de hoofdzaak onvervolgd heeft
gelaten.
Het Staatstoezicht moet op zaken als deze worden
verscherpt en uitgebreid.
De heer Melchers drong opnieuw op afdoende
controle op de schiepsbevrachters aan, en de beer
Smeenge handhaafde zijn meeniug ten aanzien van
de schipperij.
De Avondpost verneemt, dat de Minister
van Binnenlandsche Zaken een aanschrijving heeft
gezonden aan de commissarissen der Koningin in
zake de herbenoeming van burgemeesters.
In die circulaire wordt erop aangedrongen, om
een nauwkeurige beschrijving te geven van den
gezondheidstoestand van de te herbenoemen burge
meesters, wanneer zij den leeftijd van 65 jaren
hebben bereikt. Meermalen toch worden door de
commissarissen burgemeesters ter herbenoeming
voorgesteld, die reeds boven den leeftijd van 70
jaren zijn. In dergelijke gevalleu verlangt de
Minister een verklariug vau een geneeskundige
dat die burgemeesters volkomen geschikt zijn voor
de waarnemiDg der betrekking en dat verwacht
kan worden, dat zij ook gedurende het 6jarig
tijdvak (tijdvak waarvoor een burgemeester ge-
kozen word!) geschikt zullen blijven.
kom ik in ieder geval kort na u op het kasteel
aan."
z/Komt ge stellig, sir James Zult ge mij
niet teleurstellen
z/Ik zal u niet teleurstellen, en ik zal nog
meer doen; ik zal een der teste heel meesters van
Londen meebrengen. En nu vaarwel, signora
Ik ben den ganschen nacht niet te bed geweest,
ik moet ontbijten en vau kleeding verwisselen en
nog meer doen. Ga zoo spoedig mogelijk naar
Asherton en bereid onze komst voor."
z/Zult ge stellig komen, sir Mag ik er op
rekenen vroeg Stella nogmaals.
,/Reken gerust op mij, signora Ik kom ten
spoedigste. En nu vaarwel
Zoo ging zij heen en reed naar Asherton. Toen
zij het kasteel bereikte en hoorde, dat de oude
Reedy den toestaud niet verergerd oordeelde, schonk
dit haar veel verlichting. Zij ging dadelijk bij
Giotto. Hij lachte haar toe en zei, dat hij zeer
verheugd was zijn lieve zuster Stella te zieu.
Hare tegenwoordigheid alleen maakte reeds, dat
hij zich sterker gevoelde.
(Wordt vervolgd.)