A I g e m e 8 n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 44(52.
F E¥lTLE~f"olh
SIGN0RA STELLA.
Donderdag 26 November 1903.
43e Jaargang.
NATIONALE MILITIE.
Binnenland.
ABONNEMENT:
rr\
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Zittinar van den Militieraad.
Keizer Wilhelm.
Be Fransche buitenlandsche
politiek.
Rusland en Japan.
Hij zei dit alleen om nog een poosje langer te
kunnen blijven, want nauwelijks had hij de thee
aan de lippen gebracht, of hij zette het kopje
weer op de tafel.
TWEEDE XAMER.
5 '.acffli^aE<aggyc.«Ai-^H
rg.aaggsjijjj.'i1..1u*j wnuLagtry-ttt
KEIIZESSCHE (IIIRtVT
Per drie maanden biunen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederlarid 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,82$.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
r -J. J yj
AD VERTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden uaar plaatsruimte berekend.
■lit bind verschijnt Jlaanilag., Woensdag. en Vrijdngnvonri, uitgezunderd op Feestdajen, bit de Firms I". J. VAM DG IAHUE te Ter Sen.™
I mill im nil tt II- ill II I iMlnn - mmi m. I m«. n i m„ iTmr- nr- 1 MUM. I l IIHI III I"1M g1——C7UAT7U*
Burgemeester en Wethouders der geineente TER
NEUZEN,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de
Militleraad in Zetland voor de lichting van bet jaar
1904, op DINSDAG den 29 DECEMBER 1903, des voor-
middags te 9 uur te Hulst in het gemeentehuis aldaar
zitting zal houden om uitspraak te doen omtrent alle
lotelingen dezer gemeente
dat voor den Militieraad moet verschijnen de lote-
ling, die trijstelling verlangt wegens ziekelijke geste/dheid
of (/ebrekrn of gemis van de yevorderde lengte
dat zij, die wegens zirkte of gebreken met in staat zijn
om voor den Militieraad te verschijnen, daarvan door
tusschenkomst van den Burgemeester hunner woonplaats
■noetra kennbgferen aan den Militieraad, onder
overlegging van een ongezegelde geneeskundige verklaring
vermeldende den aard van de ziekte of van het gebrek
vestigen uitdrukkelijk de aandacht op van hen, die vrij-
stelling verlangen wegens broederdien.it of op grond van
te behooren tot twee of meer in hetzelfde jaar geboren broeders,
dat de opgaaf van de vrijstelling bij de toting of het
inleveren van de bewijsstukken hen niet ontslaat van
de 'verplichting om bij den Militieraad de reden van
vrijstelling in te brengen op bovenvermelden dag
en wijzen de lotelingen, diegebreken hebben of meenen
te hebben, op hunne verplichtingvoor zooveel zij daartoe
in staat zijn, en onverschilliy welk numimr zij hebben ge-
trokktn, Eom voor den Militieraad te verschijnen, teneinde
geneeskundig te worden onderzocht.
Ter Neuzen, 24 November 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
.J, A. P. GEILL, Buigemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
De verklaarbare angst, doorgestaan voor den aard van
het gezwel in het strottenhoofd van den Keizer voldoende
vastgesteld was, schijnt het zenuwgestel van Keizer
Wilhelm aangetast te hebben. Dat vail temninste op
te maken uit de volgende ofTicieuze meedeeling van de
»Koln. Ztg." in verband met de berichten over een reis
naar het Zuiden Ten aanzien van de geruchten over
een voorgenomen reis van den Keizer naar het Zuiden,
kan verklaard worden, dat nog geen nadere beslissingen
zijn genomen aangaande zulk een reis. Het is mogelijk
dat de Keizer na Kerstmis tot een ontspanningsreis zal
besluiten, die, gelijk in den winter van zelf spreekt,
alleen naar het Zuiden zou kunnen gaan. Met de
tegenw'oordige plaatselijke aandoening zou die reis ten
lioogste in zoover in verband gebracht kunnen worden
dat zij te verklaren zon zijn uit behoefte aan ont-
spanning. Voor het geval de Keizer de reis aanvaardt,
zal dit in geen geval gebeuren voor de wond van de
operatie geheel en al genezen is, wat in elk geval nog
voor Kerstmis stellig te verwachten is."
Parijs, 23 Nov. Bij de beraadslaging van de Kamer
over de ^begrooting van Buitenlandsche Zaken heeft
Minister 'Delcasse op vragen, die hem gesteld waren,
Vrij bewerkt door A MO.
»0, de vrouw van den he telhouder hetft u aan-
bevolen," en een oogenblik hare vooizichtigheid
vrrliezende, voegde zij er in gewoon Eugelsch
bij //en bovendien herinner ik mij, dat ge te
Asberton werdt geroepen, toen de oude lord
Richard in gevaar van sterven iag."j
/,Ah, signora, ik bemerk, dat ge een echte
Engrlsche zijt, en geen buitenlandsche," riep sir
John uit, terwiji hij haar onderzoekend aankeek.
„Op het eerste gezicbt dacht ik dat reeds, ten
spijt van uw kleeding en voorkomen.
„0, dokter, ik bid u, verraad rnij niet, ik
smeek u Spreek er met niemand over. Mijn
broeder zou rnij uooit vergiffenis schenken, ais
het bekend werd. Hij zegt, dat mijn kunstenaars-
loopbaan afgesloten zou worden. Ik smeek u,
verraad dns mijn geheim niet
»Een dokter is verplichl de gebeimen te bewaren,
die hij bij de vervulling van zijn piicht mi cht
leeren kenuen. Ilij is slechts een dieiiende geest
om ziekten te herkennen en den zieken de ver-
eischte geneesmiddelen voor te schrijven, signora
yZult ge mijn gtheim bewaren, dokter vroeg
Stella, de hartden wringetide. ffZult ge mij niet
verraden
Daarvoor behoeft ge geen oogenblik te vreezen,
signora. Uw geheim is bij mij veilig, dat verzeker
ik u. En nu goedeu dog Laat dit recept
het volgende geantwoord Alle natien hebben belang
bij de vrijheid van de straat van Gibraltar. Panama
heeft zich van Columbie afgescheiden en onsde volledige
en besliste verzelrering gegeven, dat de Fransche belangen
met inbeerip van die der Kanaal-maatschappij, onaan-
getast zullen blijven. De regeering van Panama voldoet
aan de voorwaarden te stellen aan een regeering die
de orde moet kunnen handhaven. Wij hebben nog
slechts aan al onze vertegenwoordigers te vergunnen,
in officieele betrekking te treden met Panama, gelijk
de regeering der Ver. Staten reeds deed.
Ten aanzien van Marokko verklaarde Delcasse, dat
de regeering nooit gedacht heeft aan een expeditie naar
Marokko. Dat land moet rustig en onafhankelijk zijn.
In de Marokkaansche kwestie beboort Frankrijk een
beslissende stem te hebben, maar ons optreden moet
vooral vredelievend zijn. Met meewerking van den
Snltan is een overeenkomst gesloten om ter weerszijden
van de grens markten te vestigen, verbonden door
Fransche spoorwegen, waar de rechten geind zullen
worden. Marokkaansche troepen, die daar het toezicht
moeten houden, zullen door Fransche officieren aange-
voerd worden.
Ten aanzien van het Balkanschiereiland, zeide Delcasse,
dat de Porte zich groot nadeel zou berokkenen als zij
het toezicht van Rusland en Oostenrijk-Hongarije niet
onvoorwaardelijk aanvaardde. Frankrijk moet in elk
geval Rusland en Oostenrijlc steunen.
f iWat Siam betreft, verklaarde de Minister, hebben wij
de onderhandelingen moeten heropenen, aangezien de
Siameesche regeering zich niet doordrongen toonde van
den geest der conventie van 1902.
Men moet de strekking van het Fransch-Engelsche
arbitrage-verdrag niet overdrijven de arbitrage zou
afgedaan hebben op het oogenblik waarop een groote
natie haar eer aan het oordeel van derden onderworpen
zag. De Czaar heeft met voldoening het samengaan
van Frankrijk met Italie aanschouwd. De reis ran
president Loubet naar Rome heeft een groot staatkundig
belang maar de regeering heeft nog niet beraadslaagd
de Kamers zullen vooraf in de gelegenheid gesteld worden
hun oordeel uit te spreken.
De afgevaardigde Hubbard diende een motie in, waarbij
de regeering wordt uitgenoodigd, zich met andere re-
geeringen te verstaan voor beperking van de krijgstoe-
i-ustingen. Kolonel Rousset verzette zich uit naam van
het verminkte Elzas-Lotharingen tegen elk denkbeeld
van ontwapening. Delcasse antwoordde Frankrijk
behoeft daarover niet te spreken tot de natien, het
handelt: sedert verscheiden jaren zijn onze begrootingen
van oorlog en marine eenigszins lager geworden. Andere
natien kunnen dat voorbeeld volgen. Wanneer anderen
besluiten, hnn militaire uitgaven te verminderen, zal
men bij ons geen kwaden wil aantreffen, maar het
staat niet aan ons, hierin den eersten stap te doen.
Een motie van Gerville-Reache, tot goedkeuring van
Deleassd's verklaringen, werd aangenomen en de ver-
gadering gesloten.
St.-Petersburg, 24 Nov. Het Russische telegrammen-
bureau heeft bericht uit Tokio ontvangen, dat daar het
gerucht gaat, dat Japansche oorlogsschepen de Russische
oorlogsschepen //Tsesarewitsj" en ,/Bajan" die naar
Port-Arthur onderweg zijn tegemoetgaan, om de ver-
eeniging van die Russische schepen met het smaldeel te
Port-Arthur te verhinderen.
gereed maken en zorg, dat op tijd worJt lugenomer.
Morgen korn ik wel terug."
Den volgenden dag, laat in den namiddag,
kwam sir John weder. Hij vond madame Chaudoz
veel beter, ging weer in het salon en praalte
met Stella.
z/Hoe kwaamt ge zoo te Asherton toen ik bij
lord Richard oulboden werd vroeg hij nu.
/■Ik wooude er, en behoorde tot het persoueel
der huishouding," stamelde Stella onwillig.
z Genoeg, ik wensch niet in uw verleden te
dringen. Uw tegenwoordig lot is schitterend, de
toekomst belooft u nog veel goeds. Ik ben geen
beoefenaar van de muziek, maar toch weet ik,
dat ge op het vasteland veel roern hebt behaald,
en dat de roep over uw heerlijke stem u is voor-
gegaan naar Engeland. Ik zie, dat ge de thee
hebt gereed staanzou ik een kopje van u mogeu
hebben
»Ge houdt zeker wel veel van uw beroep,
signora vroeg hij nu.
z/Mijn beroep is mij nog liever dan mijn leven,"
antwoordde zij.
z/Ja, dat geloof ik gaarue. Het is zeker heel
prettig, zooveel bekoring op het publiek te kunnen
oefenen. Nog kan ik niet vergeten, hoeveel in-
druk de tooneelspeelster op mij maakte, die ik
den eersten keer in mijn leven zag optreden."
Wie was dat? In welke rol trad zij op?"
vroeg Stella met lever.dige belangslelling.
,Och, dat komt er niet op aan. Het is zoo
Avondzitting van Maandag.
Bij de voortgezette algemeene beschouwingen
over de Indische Begrooting protesteerde de heer
Fock tegen het dwaze denkbeeld van den heer
Van Kol, om onze Buitenbezittiugen aan het
buitenland te verkoopen, en tegen de woorden
van den heer Van der Zwaag, die verklaard had
dat het voor de Javanen onverschillig was onder
welk bestuur zij stonden. Spreker meende dat
een leeniug van 150 millioen voor productieve
werken voor Indie geen bezwaar oplevert, en zei
dat de eenstemmigheid, waarmee de Kamer zich
verklaard heeft vo6r nakoming van de zedelijke
verplichting van Nederland, eeu zeer aangenamen
indruk op hem heeft gemaakt. Spr. acht een
renteloos voorschot niet den besten vorm van
hulp, doch wil gaarne aanvaarden wat wordt
aangeboden. Het denkbeeld van een leening,
onder garantie van Nederland, lachte spr. minder
aan.
Spr. vreest dat, iudien men wacht met het
tot stand komen van het algtmeen plan, dit de
kapstok zal zijn waaraan de hulp aan Indie zal
worden opgehangen. Een Staatscommissie vond
spr. minder geschikt liever zag hij het plan door
de Indische regeering ontworpen. Hiertoe zou
een luitenant-gouverneur-generaal kunnen worden
aangesteld.
De heer Hugenholtz hield in zijn repliek vol,
dat ons optreden in Korintji ontactvol was ge-
weest en wreed, en verklaarde zich bitter teleurge-
steld, dat de Minister geen woord van protest
daartegen had laten hooren. Hij betoogde nader
dat de verovering van Djambi en Korintji uit
kapitalistische motieven voortsproot. Spr. uoemde
de heer Cremer als de oorzaak van de expeditie
naar Djambi.
De heer Van Gijn noemde dit een leelijke
insinuatie.
De heer Hugenholtz zou dan een ander bewijs
of wil men een andere insinuatie geveD.
De voorzitter verzocht den spreker echter,
geeuerh-i insinuaties te bezigen, daar dit de rninst
edele wapenen zijn in het parlementair debat.
De heer Hugenholtz zei, het woord insinuatie
ts hebben gebruikt, daartoe geprovoceerd door
den heer Van Gijn,doch handhaafde zijn voorstelling.
De heer Verhey zou geen Kolonialen Raad
weischen, als blijk van gemis aan vertrouwen in
laug geleden, maar heb ik haar uooit kuuuen
vergeten nooit
z/Werdt ge Stella bleef steken en bloosde.
z/Of ik op haar verliefd werd Tot op dit
oogenblik kan ik die vraag niet beantwoorden
ik weet het zelf niet. Ik heb er haar nooit over
gesprokenof zij er eenig vermoeden van had,
weet ik ook niet."
,/Hebt ge haar nader leeren kennen
z/Ik verleende haar geneeskundige hulp totdat
zij stierf. Het is goed, dat de dokters een beetje
ongevoelig zijn en niet gemakkelijk verliefd worden
op hunne patienten. Als het anders was, mocht
de Hemel ons bewarenDaarenboven had ik
reden om te gelooven, dat zij getrouwd was, het
arme schepsel Zij was goed en oprecht, ja, dat
was zij, te midden van zooveel boosheid en ver-
leiding."
//Wat jammer voor haar... en voor u zei
Stella met ianig medelijden.
//Het doet mij goed, dat ge zoo spreekt. Maar
kom, dat waren slechts praatjes van een oud man.
Ik ben anders niet gewoon mijne gevoelens te
openbaren. Sonos denk ik wel, dat ik heelem-al
zonder gevoel ben. Maar gij zijt even goed en
oprecht als zij, en daarom spreek ik gaarne met
u over haar."
Hij stond op en ging heen met de belofte, dat
hij den volgenden dag zou terugkomeu.
Hij kwam en vond madame Chaudoz weer beter
dan den vorigeu dag. Zij zat op eeu canape in
het salon. Hij verzocht weer een kopje thee en
het gesprek liep weer over Asherton. Stella
vertelde hem, hoe goed de tegenwoordige lord
voor haar geweest was, hoe zij alles te danken
den Minister. Ook deze spreker kwam op tegen
het //vau Koloniaalsche" denkbeeld.
De heer Bos constateerde, dat de Minister zijn
voorstellen betreffende het renteloos voorschot
al heel zwak heeft verdedigd. Nu de Minister
zijn renteloos voorschot van de toekomst heeft
losgemaakt, vraagt spr. wat er van overblijft.
Hetgeen de Minister voorstelt is een medicijnfleschje
met een mooien dop, maar waar niets in zit.
Den heer Van Kol wees spr. er op, dat door
diens optreden het Nederlandsche volk wakker is
geschud, doch dat het thans klaar wakker is en
niet meer noodig heeft redevoeriugen aan te hooren
in den geest als door den heer Van Kol gehou leu.
De berekeningen van den heer Van Kol werden
door spr. aan kritiek onderworpen, terwiji hij het
gevaar uiteenzette van diens plan van verklaring
van onmacht.
De heer Van Kol verdedigde zich tegen de
talrijke op hero gerichte aanvallen. De voeding
van den Javaan' is slechter dan die van den
dwangarbeider, zei spr. De inlandsche ambtenaren
worden onvoldoende bezoldigd en valleu daardoor
in handen van woekeraars. De uitgaven voor uit-
breiding van ons gezag moeten door onze schat-
kist worden gedragen. Krachtig kwam spr. op
tegen onze uitbreidiDgspolitiek. Op teruggaaf vau
de hulpverleening in geld aan Indie, valt. niet te
rekeneu. Eeuwenlang hebben wij de belangen van
Java en Sumatra verwaarloosd. De vraag, welke
som voor de buitenbezittiugen te verkrijgen is,
valt mueilijk te beantwoorden. Spr. verklaarde
voorts de technische voortzetting der Solowerken
thans Jonmogelijk te achten, en verdedigde ten-
slotte het vroeger evenzeer herhaaldelijk gepleegd
z/verkwanseleu" van kolonien.
De Minister van Kolonien verklaarde het volgend
jaar geen post als thans is voorgesteld op de
begrooting te zullen brengen, en zich volkomen
vrijheid voor te behouden omtrent de wijze, waarop
zal worden beraadslaagd over de beste wijze om
Indie te helpen. De Minister verklaarde het rente
loos voorschot niet in een bijdrage te kunnen
veranderen. Voorts protesteerde de Minister tegen
de veronderstelling, als zou hij zich van de gruweleu
in Korintji hebben willen afmaken. Voor ons
optreden daar stelt de Minister zich aausprakelijk.
Voor instelliug van een luitenant-gouverneur-
generaal ware noodig wijziging van het Regeerings-
reglement. Reeds lang voor de expeditie naar
Djambi waren mijn-concessies uitgegeven. Die
expeditie had dus geen kapitalistische doeleinden.
Uitvoerig bestreed de Minister de voorstellingeu
had aan den graaf en aan haar broeder, die als
musicus bij den lord in dienst was, en dat de
edele graaf hen beiden behandelde alsof zij zijn
eigen kinderen waren.
Zoo sprakeu zij gezellig met elkaar en steeds
liep het gesprek over Asherton. Ook kwam Per-
cival Craven, die nu opnieuw de erfgenaam was,
op het tapijt. Met neergeslagen oogen en een
blosje op de wangen waagde Stella te vragen, of
lady Gwendolin Lascelles nog ongetrouwd was,
Dat had zij nooit aan Giotto durven vragen, eu
aan anderen had zij het niet kunneu doenzij
gingeu uooit met Engelschen om.
ffZij is niet getrouwd, signora. x\lgemeen wordt
gezegd, dat zij op de toestemmiug van hare ouders
blijft wachteu om met haar oude liefde, Mr.
Percival Craven, te kunnen trouwen."
//Is zij nog altijd zoo mooi?" vroeg Stella met
kloppend hart.
,/0 jaZij is ook nog jong, en bovendien
is zij niet van het ras, dat spoedig leelijk
wordt."
Stella moest in haar binnenste sir John gelijk
geren, en dacht daarbij aau dieu Octoberdag,
toen zij lady Gwendolin op Asherton Castle zag
aankomen, eu de jongedame eensklaps alle harteu
veroverde door haar lieflijk voorkomen ook
het hart van hem, aan wien zij zelf zoo gaarne
voor het leven wilde toebehooren.
Zeker had Stella eenige oogenblikken ver
geten haar gelaat te beheerschensir John
vroeg ten minste//Heeft de schoouheid van
lady Gwendolin u misschien benadeeld
(Wordt vervolgd.)