A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4451.
Gemengde berichten.
feuilleton,
S 16 N 0 R A STELLA.
Zaterdag 31 October 1903.
43e Jaargang.
EBBSTE blad.
rechtszaken.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
COMA
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /"0,10.
Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
„i( rerSchijn( Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, nllge.onderd op feestrtagen, hij de
Arrondissements-reclitbank te Middelburg.
De rechtbank beeft in hare zitting van 30 Oct.
de vol gen de vonnissen uitgesproken
A. d. M., visscher te Philippine, is wegens
het uit\ oeren van accijnsvrije goederen, anders
dan langs heerbanen, veroordeeld tot 50 cent
boete of 1 dag hechtenis.
J. S., oud 27 j., werkman te Koewacbt, is
wegens mishandeling veroord. tot 14' dagen
gevangemsstra^ci arbeider te Sas van Gent,
is wegens wederspannigheid veroord. tot eene
maand gevang.
J. B., oud 18 j bootwerker te Ter Neuzen, is
wegens mishandeling veroord. tot 5 boete of
5 dagen hecht.
0. v. E., oud 32 j., winkelier te Ter Neuzen, is
wegens diefstal veroord. tot 14 dagen gevang.
Te Elspeet heeft men Dinsdagochtend om 6
uren den jachtopziener De Bruin dood in de bos-
scheu gevonden. Om half drie dien nacht was bij
met twee opzieners op surveillance uitgegaan, en
toen hij op den afgesproken tijd niet weer verscheen
zochten zqne kameraden hem en vonden hem dood
ligeen. De dokter heeft geen teekenen van geweld
op bet lijk kunnen vinden. De plotselinge dood
is tot heden een raadsel, daar De Bruin een
krachtige man van middelbaren leefujd was
De gemeente Hilvarenbeek (Nbr.) is on-
danks den verkoop van honderdeu hectaren heide-
groud nan de Utrechtsche Levensverzekeringmaat-
schappij - nog in het bezit van nitgestrekte
woeste gronden, welke men reutegevend trachtte
maken door aanplanting van dennenbosschen. Aan
het ionge hout wordt evenwel veel schade toege-
braclit door de konijnen, welke in de mastbosschen
eene scbuilplaats vinden.
Nog meer ecbter dan het jonge hout, worden
de daaraangrenzende bouwgronden door deze plsag
geteisterd, zelfs in zoodanige mate, dat vele 50
a 70 pCt. in waarde verliezen en enkele °r*ak
blijven liggen. De gehuchten Gorp, Dun, lulder
Vrij bewerkt door A MO.
57) -
Dagen lang zweefde Giotto tusschen leven en
dood, doch eindelijk kwam de crisis. Het waren
bange oogenblkken, maar ten slotte overwon het
iorge leven - de patient zou in het leven bhjven.
Bi; het intreden der beterschap bond Dolly s moeder
de handen van den patient om hem h* k«hb«;u
in zijn gehat te beletten, en bedekte dit laatste
met een soort van decg. Het mocht haar schuld
niet zijn, zei ze, dat zijn mooi gelaat leelijk werd
door het krabben aan de jeukende z*eren.
Daar kwam de dag, dat Mr. Reedy het gc-
vaar geweken verklaarde en zijn patient zooals
hij schertsend zeide, aan den kok overgaf.
Sedtrt Giotto het bewustzijn terug had, kwam
Dellv niet meer in de ziekenkamer. Zij bleet
fchter nog wel in de Folly, waakte en zorgde
voor den signor en bevorderde zijn herstel op
alle mogelgke wijzen.
Dank zij de voorzorgen van hare moeder
Giotto's schoon gelaat ongeschonden gebleven.
Toen zij daarover eeus met hare dochter sprak,
zei Dolly //O, moeder, wat ben ik daar blij om
„Ja kind, dat is een geluk maar voor een
man is dat toch niet van zooveel belang ais
voor eene vrouw. Menigmaal heeft eene vr°uw>
geen ander fortuin dan haar mooi gelaat. Maar
toch zijn de manneu wel ijdel evenals wij,
en soma nog erger. Ik heb vronwen gekend,
die zich volstrekt r.iets op hare schoonheid lieten
voorstaan maar mooie manner., die met trotsch
en Roovert, waar vroeger inodelboerderijen vrerden
aangetroft'en, zijn bijkans ontvolkt, en de enkele
daar nog wonende liuurboeren trachten achtereen
volgens na het verstrijken der huurjaren hun be
drijf naar elders te verplaatsen.
Vooral op de Biest, Houtakker en Westerwijk
is de schade onberekenbaar groot.
Om deze kouijuenplaag befer te kunnen be
strijden, is een verzoekschrift gericht tot denCommis
saris der Koningin in Noord-Brabant, om door
loopeDde jachtvergunningen te willen uitreiken of
althans voor een langer tijdsbestek dan voiige
jaren
Voor het station Obdam is Woeusdag de
rangeerder W., te Hoorn woonachtig, tusschen de
buffets geraakt. Zwaar gekneusd, overleed hij na
eenige oogenblikken.
Te Enkhuizen is de 37jarige ongehuwde
spoorwegarbeider H. R., tengevolge van het over-
matig gebruik van sterke drank, op de plaats van
zijn kosthuis doodgebleven
Uit Heerlen meldt men van 27 October:
Hedennamiddag had een arbeider, werkzaam op
de mijn Oranje-Nassau, het ongeluk bij het uit-
kajppen van kolen onder een neerstortende massa
bedolven te worden. De man werd levenloos
onder de massa te voorschijn gehaald. Hij laat
een gezin met acht jeugdige kinderen achter.
Men meldt nit Winterswijk aan de Zutph.Ct
Den vorigen winter meldden wij hoe een fiets
een haas kon vangen. Hetzelfde feit heeft zich
Dinsdag weer voorgedaan. Toen de smid B. W.
per rijwiel van een karwei huiswaarts keerde,
sproug een aangeschoten haas tusschen zijn z/kar
zoodat de wielrijder plotseling in zijn vaart ge-
stuit, met alles omviel. Maar den gevangen haas
nam hij als goede buit mee. 't Was een kokkert
van negen pond. Mahlzeit.
Men schrijft uit Wartena aan Het Volk
Toen de loteling J. T., van Wartena, dezer dagen
zou gaan loten, gaf de vader hem te kennen, dat
hij, wilde hij in dezen de familie getrouw zijn,
nummer 133 moest trekken. Wat was 't geval
De gTootvader had intertijd dit nummer getrokken,
diens beide zoons trokken eveneeus ieder nummer
83, de kleinzocn diende dit nu natuurlijk ook
te doeu.
Inderdaad, tot niet geringe verbazing van velen
zond de kleinzoou per telefoon den uitslag
hij had getrokken het gedenkwaardige familie-
nummer 83. Tot groote vreugde zijuer ouders
bleek dat het nummer bovendieu vrij van dier.st-
plicht was.
'u Arme stakker. De Haarlemsche cor
respondent van het Hbl. meldt
Heel moeilijk liep-ie langs den weg, de arme
stakker, die volgens 't bengelende bordje op zijn
borst #doofstom" was. Mevronw A gaf hem een
dubbeltje, en meueer B een kwartje, en dan keken
ze met 'n meewarigeu blik den stumper na, die
zelfs geen //geen duizeudmaal dank kon stamelen.
Wat is er toch een ellende in de wereld Ge-
lukkig dat er ook zooveel goeie, en vooral rijke
mensjhen zijn, en nog gelukkiger, dat die er
zoo'n plezier in hebben om buiteu te wonen, waar
de polilie de arme stumperds niet zoo op de vingers
kijkt, en waar ook de meiden en de knechts nrg
wel *8 wat doen voor 'n stumper. De jdoofstom-
me" die gisteren zijn bedrijf in Bloemendaal uit-
oefende heeft echter van't buitenleven en de buiten-
politie een anderen indruk gekregen. De Bloemen-
daalsche politie vertrouwde 't zaakje en de doof-
stomheid niet, hield den man aan om zijn bede-
larij, en toen kwam uit, dat de stumper noch
doof, noch slom, noch arm was, integendeel bij
zich droeg aan tffecten, bankpapier en geld, een
sommetje van1025 gulden. Volgens hem
bij elkaar gebedeld. Maar de justitie heeft nu
eenmaal weinig vertrouwen in menschen die zoo
op slag van ernstige gebreken kunnen genezen,
en koestert de slechte gedachte dat de man wel
eens een dief kon zijn. Daarom is hij naar Haar
lem in 't huis van bewaring aldaar overgebracht,
waar hij zich voorloopig nog een beelje in't zwijgen
kan oefenen.
Ten bewijze dat de gebroeders Driessen, van
wie er thans twee zijn gevat »Reintje de Vos"
evenaren in sluwheid, kan het volgende staaltje
dienen, dat wij nog vermeld vinden
Een dag of wat geleden in het naburige Achter-
Wehl vertoevende, komeu zij bij den daglooner
zekeren M. met de vraag, om wat te drinken te
mogeo hebben. Zij zagen den man druk bezig
met appelen te sorteeren. Op hun listige vraag
of die appelen naar de markt moesten, was het
antwoord: neen, die heb ik verkocht aan mijnheer
die en die uit Doesburg. Den volgenden morgen
wilde de man zijn appelen afleveren, maarjawel:
de appelen waren verdwenen.
De eigenaar, ten einde raad, schreef aan den
waren op hunne schoonheid, heb ik nooit gekend.
En zoo is de signor stellig ook, geloof ik. Zoo-
dra hij het bewustzijn teruggekregen had en weer
kon Sjireken, waren zijne eerste woordeu »Ik zie,
dat ge de spiegels hebt weggenomen, Juffrouw.
Is mijn gelaat dan zoo erg misvormd
„En wat hebt ge hem geantwoord, moeder
,/Ik zeiOch, mijheer, het is zoo erg niet,
maar wij hebben de spiegels weggedaan, omdat ze
on* in den weg waren."
,Ik ben recht in mijn schik, dat hij er zoo
goed is afgekomen, moeder
„Zil ik de spiegels maar weer op hunne gewone
plaats brengen, en wachten, tot hij er een vraagt
Het zal hem goed doen, als hij niet langer onge-
rust behoeft te zijn."
jNeen, moederZelf kan h\j nog geen spiegel
van de kast halen, en hij is te trotsch om er een
te vrageu. Wacht maar, totdat ik terugkom.
Ik geloof, dat ik er iets op weet."
De afzondering, waarin de bewoners van de
Folly geleefd hadden, was nu vervallen. Dolly
giug dus vrij naar de kleedkamer der vorige gravin
A9herton. Het was een mooie kamer, maar in
vele jaren niet gebruikt, en daarom nu wat
somber en bedompt. Zoo nu en dan werd in de
kamer nog wel eens »stof afgenomen" en bij dezen
arbeid hai Dolly hare tante meermalen geholpen.
Zij wist daardoor spoedig te vinden, wat zij noodig
bad, namelijk een handschoenendcos, waarvan het
deksel in den bovenkant een fraai kristallsn spiegel-
tje vertoonde. Met die ledige doos keerde zij naar
de Folly terug daar legde zij er eenige langhalzige
fleschjes met reukwater in, die er juist in pasten.
Die doos liet zij door hare moeder op het tafeltje
naast hvt bed van den patient neerzettenmijnheer
kon zich d-n eens verfrisschen, moest ze zeggen
kooper ze niet te kunnen leveren, daar hij vermce Ide,.
dat ze hem afgestolen waren, waarop de kooper
direct terug schreef, dat hij ze 's m< rgens wel
degelijk had ontvangen en betaald ook. Door
wie ze gebracht waren, wist hij ook Diet. Een
ieder staat het raden of gissen vrij.
Het is dezer dagen te Moskou grappig
toegegaan bij een verkoop van wilde dieren. De
maatschappij, die daar een dierentuin exploiteerde,
was in financieele moeilijkheden geraakt, een der
crediteuren werd ongeduldig, en er volgde een
executorale verkoop van de wilde dieren. Eigen-
lijke gegadigden waren niet aanwezig. Zoo brachten
de dieren maar weinig opeen olifant, ongeveer
f 24000 waard, werd verkocht voor f 600 een
Afrikaansche leeuw voor 240. Nog eenige
andere dieren gingen tegen belachelijk lage prijzen
weg, tot het gevorderde bedrag bijeen was.
Maar toen kwam de directie verklaren, dat de
verkoop ongeldig was en dat het geld aan de
koopers zou worden terugbetaald. De koopers
namen daar evenwel geen genoegen mee, zij
gingen opspelen, onder leiding van den kooper
van den Afrikaanscheu leeuw. Het scheen te
zullen uitloopen op een vechtpartij. Maar toen
kreeg den vendumeester een lumineus idee.
Mijne heeren, zei hij tot de koopers, jelui hebt
groot gelijk, dat jullie weigeren het geld terug
te nemen. Wat jullie hebben gekocht, behoort
jullie eerlijk toe. Laat ons de zaak dadelijk
afdoen. Mag ik den kooper van den Afrikaanscheu
leeuw verzoeken naar voren te komen Het beest
is het uwe, mijnheer. Ik wil even opmerken,
dat het dier in drie dagen geen eten heeft gehad
de maatschappij had geen geld om voedsel te
koopen. Doe nn de kooi maar open en laat
mijnheer binnen om zich in het bezit van zijn
leeuw te stellen
Toen waren de koopers uit het veld geslagen
zij lachten en namen hun kooppenningen maar
weer terng.
Men verwacht, dat nu de stad Moskou den
dierentuin zal overnemen.
Zondagavond heeft het te Londen en in den
omtrek weer zoo onbedaarlijk geregend, dat de
Theems op onderscheiden plaatsen opnieuw over-
stroomd is. Vele laaggelegen wijken en de ouder-
grondsche spoorwegen hadden weer last van het
water. Maandagmiddag opnieuw stortregen, en
tevens eeu hagelstorm.
En juffrouw Freer deed, wat hare dochter gevrasgd
had. Nauwelijks was de deur achter juffrouw Freer
gesloten, of nieuwsgierig greep Giotto naar het
spi g8hje en er in> a'9 een meisjf, dat
gekleed is om naar haar eerste bal te gaan. Wat
een geruststelling voor hem, dat zijn gelaat geen
sporen van de doorgestane ziekte vertoonde
Toen kwam de dag, dat de herstellende zieke
een paar uren het b?d mocht verlaten. Daar lag
hij nu op de mape, en Maria Pia zat bij hem met
een breikous in de hand. Hij vroeg, wat voor
nieuws zij wist te vertellen eu hoe de zaken op
het kasteel gingen. Natuurlijk had Maria Pia veel
te vertellen eD, ook zeer natuurlijk, noemde zij al
spoedig den naam sigrora Stella, zooals zij haar
Leveling Dolly bij voorkeur noemde.
„Hd, ja, hoe zou het met de vorderingen van
juffrouw Star gesteld wezen vroeg Giotto op
kouden, onverschilligen tcon.
Die koele toon kwetste echter het warme gemoed
van de oude Italiaansche boerin. Zij stoof op, en
zonder te denken aau zijn zwakte, verweet zij hem
in krachtige Italiaansche termen, dat hij hateloos
en ondaukbaar was.
„Wat heb ik dan gezegd Wat heb ik dan
gedaan vroeg Giotto, ontsteld door hare op-
vliegendheid. //Ik begrijp er niets van 1"
Nu begon Maria Pia hem te vertellen, hoe hij
zijn leven aan die lieve Stella te danken had
dat bij naar een hospitaal zou gezonden zijn, waar
men bem zou hebben lateu liggen als een peit-
lijder. Aan Stella had hij te danken, dat dit niet
was gebeurd. Zelfs hier, waar hij al het noodige
had, zou hij gestorven zijn, als Stella niet gedacht,
gezorgd en bestnurd had. Allen waren slechts
domkoppen in vergelijking met de verstandigeStella,
die met overleg alles zoo wijs had geregeld. En
tot dank sprak Giotto nu zoo ouverschillig over
haar. Neen, dat kan zij niet verdragen
z/Ge rnoet het mij niet kwalijk nemen, Maria
Bedeuk, dat ik daarvan heelemaal niets wist. Hoe
kon ik vermoedeu, dat het weim'gje goeds, dat ik
aan haar deed, door uw lieve Stella zou worden
beloond met zooveel toewijding Werkelijk spijt
het me nu, dat ik den schijn van ondank'oaarheid
op me heb geladen. Och, Maria, Traag haar, of
ze eens bij mij wil komendan kan ik haar mijn
dank betuigen."
Maria Pia giug onmiddellijk heen en keerde
met Dolly terug.
z/Hier is mijn lieve Stella, signor. Zij zij
alleen heeft u het leven gered," zeide zij en liet
toen de jongelieden met elkaar alleen.
Giotto sloeg de oogen op naar Dolly, die op
den drempel was blijven staan, stralend van
vreu«de over zijne geuezing en Diet weinig in
haar schik, dat hij haar had ontboden. In klee-
ding een houding was zij niet meer het eenvoudige
boerenmeisje neeD, zij maakte den indruk van
een welopgevoede, beschaafde jongedame.
»Hoe is het raogelijk, dat dit hetzelfde meisje
is, dat eenmaal bij de Chase in haar angst aan
mij ue voeten kuielde? Hoe is het mogelijk, dat
eeu enkel jaar van oefeniug in een betere omge-
ving zulk een verasseude uitwerking kan hebben
Wat ben ik toch blind geweest, dat ik daarvan
niet reeds vroeger iets bemerkt heb Nog twee
jaar moet zij zoo voortgaan, en dan is ze nog
jong genoeg om hare kunstenaarsloopbaan te be-
ginnen, en zal ze inderdaad schittereu als eene
ster".
(Wordt vervolgd.)