A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 4440. Oinsdag 6 October 1903. SBHBBBXESAAB. AANK0NDIGING. FEUIILETON. SIGN0RA STELLA. Binnenland. '**?f I ABONNEMENT: Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Engeland. Frankrijk. De onverzoeniijken. TER NEUZEN, 5 October 1903. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Pranco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82^. Men abonueert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. x ADVEETENTIlN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden uaar plaatsruimte berekend. Dit bind verscliijnt naauilag-, Woenmliig. en Vrijdngnvond, uilaezonderil op feesMagen, bij de Pirnia 1". .1. VAK ME 8ASDE te Ter Senzen. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen BJontleraiag'den 8 October BOOii9 des voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 5 October 1903. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Burgemeester en Wethouders der gemeente PHILIPPINE brengen ter algeineene kennis dat overeerkomsfig 3 van art. 28 juncto art. 16 van het Reglemeat op de wegen en voetpaden in Zeeland, Proviuciaal blad no. 2 van 1887, van 9 October 1903 tot en met 25 October 1903 dagelijks op de werkuren andermaal ten gemeentehuize voor ieder kosteloos ter inzage ligt een door den Gemeenteraad voorloopig vastgesteld ontwerp van wijziging van den ligger van wegen en voetpaden in de voornoemde gemeente, met de kaart, alsmede dat binnen dien termijn schrifte- lijk bezwaren kunnen worden iugebracht bij Gede- puteerde Staten, zoo door hen die gereclameerd hebben bij deu Raad als door die belanghebbenden welke zich door wijziging van het ontwerp, 't'zij ambtshalve, 't zij naar aanleiding van door anderen ingediende reclames, in hunne belangen benadeeld achten. Philippine, 3 October 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, CAMMAERT, Burgemeester. A. F. ARBROSCHEER, Welhouder. Van de groote rede, door den Engelscben eerste Minister te Shefiield gehouden, wordt door den bekwamen corres pondent te Londen vac bet Parijscbe dagblad //Matin" de volgende zakeli.jke samenvatting gegeven Balfour heeft niets nieuws g'ezegd. Hij vroeg het Engelsche volk bet zelfde wat bij vroeg in zijn vlugschrift en in zijn brief van 16 September, als antwoord op den brief van Chamberlain van 9 September. Hij drong alleen wat krachtiger aan op het beleid van wedervergelding tegen de beschermingsgezinde landen van het vasteland en van Amerika, die de Engelsche voortbrengseleu treffen met invoerrecbten of die bun markten zelfs gebeel ge- sloten hebben door verbodsrechten. Balfour wildatde regeering een middel heeft onverschillig welke partii aan bet roer zij om bet protectionistische buitenland te bedreigen. Hij vraagt nog geen invoerrechten op voedingsmiddelen. Hij zegt niet, dat hij er persoonlijk een tegenstander van is, maar hij constateert eenvoudig, dat de openbare meening er voor het oogenblik niet aan wil. Balfour scbijnt te hebben willen zeggen, dat zoodra er een ommekeer in die openbare meening is geltomen, hij zich bij de nieuwe zienswijze zal aansluiten. De halfneid van Balfour is ook oorzaak van de moeilijkbeid om de opengevallen plaatsen in bet kabinet aan te vullen. Vrij bewevkt door AMO. 49) - Tusschen onderwijzer eu leerlinge was de ver- houdiug thans geheel anders dan in deu beginne. Vroeger kwam zij bij hem aan huis, op het uur door hem vastgesteld, doch nu kwam hij op het kasleel en bepaalde zij het uur. Hij sloeg haar niet meer op de vingers met zijn sleutels, hij werd niet meer driftig om een verkeerde noot of een minder juiate maat. Mr. Winter had op zekeren keer een lesje gekregen dat hem voor immer genss. Toen hij nog pas kort op het kasteel kwam om Dolly te onderrichten kwam lord Ashertou op zeketen dag onbemerkt in de kamer, terwijl de les gegeven werd. Mr. Winter was juist boos; hij rolde de rnuziek op, sloeg Dolly ermee op de handeu en wierp het papier toen op den groud, zoover het vliegen wilde. Btdaard nam lord Ashertou de opgerolde muziek vau den grond, stapte naar de piano, reikte, met eeu beleefde buiging de muziek aan Dolly over en hoopte dat haar vingers niet zooveel geleden hadden als de muziek, want die was gescheurd. llij vroeg daarop, of hij de plaats van Mr. Winter mocht innemen eu liet Dolly het stuk nog eens Niemand waagt zich er aan, om met zoo'n halfslachtig program in zee te gaan. Waarschijnlijk zou Chamber lain nog beter een kabinet kunnen vormen dan Balfour thans. Te Sheffield heeft Balfour medegedeeld zooals te verwacnten was dat Lord Milner niet voornemens is de portefeuille van kolonien over te nemen. En de prijs der consols daalt voortdurend. Dat zijn twee feiten, die sprekend zijn. Scherper veroordeeling van Balfours politiek is niet te bedenken. Hij had zoo graag zijn kabinet nog wat opgelapt, om zijn vriend Chamberlain gelegenheid te geven bet volk rijp te maken voor preferentieele recbten met belasting op voedings middelen maar er is niemand die wil bijten. Lord Milner niet, en lord Cromer evenmin. Zooals gemeld wordt, zon lord Cromer, thans Engelsch agent te Kairo Minister van Buitenlandsche Zaken worden, en had lord Lansdowne daarvoor zijn portefeuille reeds ter be- schikking gesteldmaar lord Cromer dankt voor de eer, in bet kabinet-Balfour te treden. Voor een deel moet de moeilijkheid om ambtsgenooten te vinden ook worden toegeschreven aan de weinig oprechte wijze waai-op Balfour zijn coliega's lord Ha milton, lord Balfour of Burleigh en Ritchie heeft be- handeld. De houding van den minister-president heeft algemeen een zeer slechten indruk gemaakt en nu bij niet in staat blijkt te zijn bet kabinet op behoorlijke wijze aan te vullen, nu wordt de wensch naar Pai'le- mentsontbinding en het inroepen van de beslissing der kiezers steeds meer vernomen. Chamberlain wrijft zich de handenhoe grooter de moeilijkheden worden voor Balfour, des te grooter wordt voor Chamberlain de kans, om als redder in den nood te kunnen optreden. Een verkiezing moet plaats hebben onder de leusVrijhandel of bescherming. Het tertium-quid van Balfour lcomt heelemaal niet in aanmerking. En Chamberlain verwaclit dat zijn goed gesternte hem tot de overwinning leiden zal. De Fransche Minister Andrfi houdt zich bezig metde afscbaffing van de militaire muziek in Frankrijk en wel uit zuinigheid. De afgevaardigde van de oppositie Mersimy stelt geen algeheele afschaffing, maar een inkrimping der kapellen voor. Het Fransche leger telt 200 muziekkapellen met ge- zamenlijk 12,000 musicihij zou dus voor ieder der 57 divisies maar n kapel willen hebben van 30 misici, zoodat in het gebeel maar 1700 soldaten aan den dienst onttrokken zouden worden, en de overige 10,300 als soldaten dienende musici tot zeer goede onderofficieren zouden kunnen worden opgeleid. De bekende kolonel Picquart is echter met den Minister voor algeheele afscbaffing. De oppositie verzet er zich echter nogal tegen. De //Allgemeine Musikzeitung" merkt op dat toen de soldaten nog in compacte massa's en met gesloten bataljons streden, die muziek recht van bestaan had, maar nu eigenlijk niet meer. Nu vordert de uitgestrekt- heid der slagvelden een noodzakelijke verstrooiing der troepen, dus is van de opwekkende kracht der muziek gedureude het oorverdoovend schieten toch geen nut te verw achten. Met een enkel instrument of eenige zangers zou men evengoed het marcheeren in vredestijd opwekkend kunnen maken. De zang is bovendien het meest geschikt voor een militairen marsch. Blijkens een bericht aan de Standard, heeft generaal Botha verklaard, dat hij den 15 dezer met De Wet en De la Rey naar Indie zal vertrekken, om te trachtten de daar nog verbliivende boeren-krijgsgevangenen te bewegen de verlangae verklaring vau trouw aau Enge- land te teekenen. Enkele krijgsgevangenen der Bermu- speleu. Aan het einde zeide hij, dat zij zonder fout had gespeeld en liet verder de les weer aan Mr. Winter over. Deze beleedigde echter Dolly Star nooit weer. De jeugdige zangeres was ook veel veranderd onder den iuvloed der gewijzigde omstandigheden. Zij had nu haar eigen kamer, Maria Pia was steeds haar gezelschap bij de lessen, het dienstboden- personoel sprak met achting over haar. Dit alles samengenomen boezemde Mr. Winter ook wel eerbied in. Haar kleeding was ook veel veranderd. Zij ging nu meestal gekleed in zwart zijden japonuen gegarneerd met kostbare kant waarbij haar nieuw kapsel zeer goed uitkwam. Zij sprak ook be- schaafder, en met haar vlug begrip had zij ook beschaafder vormen in den omgang aangenomen. Dolly bracht aan Mr. Winter de boodschap over, die Giotto haar had opgedragen. »Och, juifrouw Star," antwoordde Mr. Winter vdie mooie jonge dame maakt signor Giotto heelemaal het hoofd op hoi. Ik zag het gezel schap gisteren voorbij rijden. De lord zal naast lady Avonmore en tegenover hem zaten de twee jongelui. Ik moet zeggen, dat ik zelden zoo'n mooie jonge dame naast zoo'n knap jong heer heb zien zilten. Een oogopslag was genoeg om te zien, hoe de zaken tusschen die twee staan. Hij doet precies als de mug die om de brandende kaars vliegt. Laten wij hopen dat hij er sfkomt met een paar geschroeide vleugels." z/Misschien is het niet alleen van zijn kant," da's, die naar Amerika zijn vertrokken, lijden daar, naar hij beweerde groote ellende. Het genoemde voornemen pleit voor de generaals. Eerst hebben zij het ondankbare werk op zich genomeii in Europa voor nun ongelukltig volk te gaan bedelen, nu gaan zij om de ettelijke honderden krijgsgevangen Boeren die er in Indie nog zijn voor hun land terug te winnen. Men weet, dat de generaals eenigen tijd ge leden zoowel naar Indie als naar de Bermuda's iemand afgezonden hebben om uit hun naam de onverzoeniijken over te halen, in het onvermijdeliike te berusten. Maar het gaf weinig of niets. Een enkele liet zich belezen, de groote meerderheid weigerde. Men moet eerbied hebben voor die mannen, al is 't niet verstandig wat zij doen. Het moge waar zijn, dat er onder die hardnekkigen zijn die in den oorlog zelf zich niet zoo manhaftig getoond hebben goed, dan boeten zij dat nu. Zij verkiezen een hard lot, ver van hun dierbaar Zuid-Afrika en hun gezin, boven een onderwerping die zij vernederend achten. Engeland heeft hen gebracht waar zij nu zijn, het moet hen ook terugbrengen, en onvoorwaardelijk. Dat is hun eisch. Dat er in het vredesverdrag een bepaling is opgenomen, die een behoorlijke erkenning van trouw aan Koning Eduard eischt, dat is niet hun taak, redeneeren zij. Toen na het Johannesburgsche komplot van 1895/6 de Transvaalsche regeering de raddraaiers begenadigde onder voorwaarde, dat zij zich door een verklaring voor de toekomst bonden, en twee hunner de gevangenis ver- t.Field de Engel- van karakter. Om de honderden Boeren, die nu weigeren kozen boven vrijheid ond er datbeding, sche pers niet op den lof te zingen van die twee mannen Koning Eduard te erkennen, bekommert zich nauwelijks iemand. Natuurlijk heeft Engeland, met het vredesver drag in de hand, het recht het teekenen van een ver klaring te eischen, en 'tzou verstandiger zijn van de gevangenen zich neer te legmen bij een verklaring, die, bun zoo afgedwongen, zedelijk immers nietswaardig is, maar er is een onpraktisch martelaarschap dat eerbied verdient, en dat is het hunne. Men rneldt aan de N. R. C. Wegers totale onbekendheid van het Duitsche volk en zelfs van de Duitsche regeering met Nederlandsche landbouwtoestanden, is door die regeering thans eenambtenaar aangesteld, Dr. Julius Frost, sociaal oeconoome, met standplaats's Graveu- hage, om zich op de hoogle te stellen spechal van de oeconomische toestanden in ons land en daarover te rapporteeren. Deze ambtenaar is thans bezig achtereeuvolgens alle provincies af te reizen eu met landbouwers en landbouwspecialiteiten den toestand van het bedrijf en deu landbouwenden stand te bespreken. Uit 's Gravenhage meldt men In verband met de bestaande ontevredenheid over de belooniugen, toegekeml naar aanleiding vau de gebeurtenissen in April, heeft het hoofd- bestuur van den Bond van Staatsspoorwegpersoneel een schrijven gericht aan den directeur-generaal. In tegenwoordigheid van den Minister van W., H. en N., den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, het gemeentebeslunr van Rotterdam eu de Kamer van Koophandel aldaar merkte Dolly zacht op, terwijl zij bloosde en de oogen op de toetsen gevestigd hield. »Ge bedoeld, dat lady Gwendolin het misschien ook beet heeft. Wel, natuurlijk! Ik zou de vrouw wel eens willen zien die koel blijft, als Giotto het er op gezet heeft haar geuegenheid te winnen. Laten we niet eens sprekeu over zijn knap uiterlijk dan heeft hij toch iets, dat een magnetische kracht lijkt. Maar al is zij verliefd, hij heeft het ook beet." »Ik dacht, dat de mannen zich daar gemakkelijk overheen konden zetten, Mr. Winter. Maar het schijnt, dat ik me toch vergis." Neen, ge vergist u niet. De meeste mannen kornen dat wel spoedig te boven, maar toch zijn er enkele die zich dat heel erg aantrekken. Ze sterven er niet van, maar hun gausche leven is toch verwoest." z/Maar maar als de dame zijn liefde beant- woordt, maakt het toch een groot verschil, niet waar, mr. Winter?" Dan is het nog erger. Haar gevoelens werpen geen gewicht in de schaal. Giotto weet dat niet, waut hij is bijna altijd in den vreemde geweest, en gij weet het ook niet, omdat ge nooit in de om- geving van voorname dames hebt geleefd, maar ik weet wel hoe onuitstaanbaar trotsch de Engelsche edelvrouwen zijn. Of zij hem gaarue ziet, maakt geen onderscheid. Zoodra hij een streepje te ver gaat, werpt zij hem over boord zonder genade De voordeelen van haar stand, haar trotschheid en de gebruiken zouden aan haar gevoelens toch het zwijgen opleggen had Zaterdagmiddag op plechtige wijze de efficieele opening van de Droogdokken plaats der Rotterd. Droogdak-Maatschappij, gelegen op de Heijplaat tegenover Schiedam. Z. K. H. Prins Hendrik heeft welwillend zijn Daam gegeven aan deze dokken. Toespraken werden gehouden door den oud- Minister, den heer v. d. Sleyden, presideut-commis- saris der Droogdok-Mjjden Minister De Marez- Oyens, den Commissaris der Koningin, Mr. Patijn den wethouder Hudig. Daarna werd het etablisseinent bezichtigd het- welk bestaat uit een ijzeren fabrieksgebouw met kantoren, en twee dokken, het groote met een lichtvermogen van 7500, het tweede met een van 3000 tons. Aan de inrichting is mede eeu repar&lie- werf verbonden. In de op a. s. Donderdag, des voormiddags te 10 uren te houden openbare vergadering van den gemeenteraad, komen de volgende punten in behandeling Ingekomen stukken voorstel tot wijziging der verordening tot handhaving van orde en veiligheid op openbare wegen en waterenvaststelling van kohieren op schoolgeld en hondenbelastingbe handeling van reclames op den hoofdelijken omslag idem der gemeentebegrooting voor 1904. In de vergadering der Roomsch Katholieke Kiesvereeniging ,/Ter Neuzen", voorzitter de heer J. A. van Rompu, alhier, werd Zondagavond 1.1. als candidaat voor de Provincial Staten, vacature L. vau Waesberghe—Janssens gesteld de heer J. van Waesberghe te Hulst. Gisterennamiddag vergaderde de R. K. Kiesvereeniging onder voorzitterschap van den heer A. Ihielman. Besloten werd, na aanneming van de volgende motie, de candidatuur E. B. Du- moleyn krachtig te steunen De vergadering der R. K. Kiesvereeniging „Ter Neuzen" (voorzitter de heer A. Thielman) geeft hare afkeuring te kennen 1°. over het wederrechtelijk gebruik maken van namen van leden van deze Kiesvereeniging door de aan de R. K. Centrale Kiesvereeniging van Hulst aangesloten afdeeliug /,Ter Neuzen" (voor zitter de heer J. van Rompu.) 2». over de houding vau het bestuur en gedele- geerden ter Centrale vergadering door de afdeeling Ter Neuzen niet buiteu stemming te hebben ge houden. besluitalhoewel de stemming ongeldig is ge- schied, toch de candidatuur E. B. Dumoleyn te steunen op grond van haar Katholiek beginsel alleen. z/Hoe onuatuurlijk," meende Dolly. z/Ik zeide u, juffrouw Star, dat de liefde soms het gansche leven van een man verwoest, ik be- doel daarmee de liefde van een man voor een vrouw, die ver boven hem in rang staat. Zoo'n liefde loopt altijd ongelukkig af en slechts zelden kan een man die liefde uit zijn hart rukken". Dolly zweeg en toen vervolgde Mr. Winter „lk her- inner me zoo'n geval uit mijn jongeu tijd, toen ik nog leerling was in het koor van een groote kerk. Hij was voorzanger van het koor, bijna zoo mooi als Giotto en begaafd met eeu stem van een engel. Hij werd vriendelijk ontvaugen en dikwijls onthaald door een adellijke familie, waar hij verliefde op een dochter des huizes Die arme Dankin z/Ga voort, Mr. Winter Toe, ga voort 1" zeide Dolly met levendige belaDgslelling. z/Neen ik kan het niet vertellen, het is te droevig. Met afgrijzen denk ik er nog aan, hoe die ge- schiedenis mijn wemoed aangreep, maar ik moest er wel aau deuken, toen ik zag, dat Giotto be- tooverd is door de mooie oogen van lady Gwendolin mijn hart bloeddeom hem. Maar kom, zoodoende is dit eene mooie muziekles Maria Pia kjjkt me zo_f> verwondert aau ze mocht er eens over spreken. Lflen wij dus begiuneu en zingt dit lied eens, juf frouw Star." Zoo verliepen de dagen, Gwendolin's voorkomend- heid en Giotto's verliefdheid namen steeds toe, en voerden noodzakelijk tot eenverklaring, tot een beslissing, heelaas niet tot een gelukkig einde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 1