A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Openbare aanbesteding van een Heerenhnis. No. 4437. m 9 m Dinsdag 29 September 1903. 43e Jaargang. Loting voor de Nationale Militie. FEMILLETON. SIGN0RA STELLA. Gemeente HULST. Inzending van advertentien v6or 3 ursn op den dag der uitgave. 47) Het afbreken van het perceel staande in de Groote Bagijnestraat, wijk C no. 188 te Ha 1st, en het daar ter plaatse bouwen van een woning met Jeantoor voor den heer Ontvanger der Hegistratie en Donieinen. De crisis op het Balkan-Schiereiland. Chamberlain en het aangebleven Kabinet. Bannerman kritiseert Balfour's houding bij de toltarieven- kwestie. TER NEUZEN 28 September 1903. TEH 1HEUKEVSCHE COFRAJfT ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bnshouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /"0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden uaar plaatsruimte berekend. Dit blail verscliijnt naamlag-, Woensdag- en Vrijdagavonil, uilgezoiiderd op Feestdagen, bij de Kir in a P. J. VAW DE IAIDE te Ter Xeuien. Burgemeester en Wethouders der gemeente TEH NEUZEN, Brengen ter kennis van belanghebbenden 1®. dat de loting der voor 1 September van dit jaar in deze gemeente voor de lichting van 1904 voor de militie ingeschrevenen zal plaats hebben te Ter Neuzen in het raadhuis op Vrijdaj^ den SJI October 1.90S, te beginnen des voormiddags te 9 uur 2®. dat, om vrijstelling wegens eigen militairen dienst of die van broeders te verkrijgen, men moet overleggen een paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uittrekael uit het stamboek of een bewijs van werkelijken dienst en dat, ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst, men bovendien moet overleggen een getuigschrift van den Burgemeester, waaruit het getal zonen, tot het gezin behoorende, blijkt (art. 51 der Militiewet 1901) 3°. dat, om vrijstelling te bekomen op grond van te behooren tot twee of meer in hetzelfde jaar geboren broeders, men moet overleggen een getuigschrift van den Burgemeester (art. 40 van het Koninklijk Besluit van 2 December 1901, Staatsblad no. 230); 4®. dat op Krijilog" den SO October 1003, des voormiddags van 9 tot 12 unr in het gemeentehuis door of van wege de lotelingen bij den Burgemeester aanvraag kan geschieden voor het opmaken van de bovengenoemde getuigscbriften 5®. dat zij, die op zoodanige vrijstelling aanspraak maken, op laatstgemelden dag in het gemeentehuis moeteu ver- schijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende meerderjarige personen als getuigen 6". dat het bewijsstuk, hierboven onder 2° vermeld, zoo het niet reeds bij den Burgemeester berust, ten minste iicn dagen voor den dag, waarop de zitting van den Militieraad wordt geopend, kan worden ingeleverd bij den Burgemeester der gemeente, in welke de loteling, die vrijstelling verlangt wegens eigen militairen dienst of wegens broedeidienst, voor de militie is ingeschreven (art. 42 voormeld Koninklijk Besluit) 7®. dat de opgave van eene reden van vrijstelling bij de loting hem, die vrijgesteld wenscht te worden, niet ont- slaai van de verplichting om bij den militieraad de reden van vrijstelling in te brengen, hetgeen in elk geval bij dit college moet worden gedaan op den later bekend te maken dag in December a. s. go. dat lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of wegens gemis van de gevor- derde lengte voor den Militieraad moeten verschijnen; zij, die daarin verhindetd worden wegens ziekte of ge- breken en binnen het Rijk wonen, worden onderzocht op de plaats waar zij zich bevinden, indien, uiterlijk op den dag voor dien, waarop omtrent hen uitspraak moet worden gedaan, bij den Voorzitter van den Militieraad eene ongezegelde geneeskundige verklaring omtrent hunne ziekte of gebreken is ontvangen 9®. dat zij, die buiten het Rijk tich bevinden en wegens ziekte of gebreken niet in staat zijn voor den Militieraad te verschijnen, ten minste Hen dagen vddr den dag, waarop de Militieraad wordt geopend, bij den Burgemeester moeten overleggen eene geneeskundige verklaring, als bedoeld bij art. 8 van het Koninklijk Besluit van 2 December 1901 (Staatsblad no. 230). Ter Neuzen, den 28 September 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFE, Secretaris. Vrij bewerkt door A MO XVII. Lady Avonmore was te veel vervuld van hetgeen Gwendolin had gezegd, om zoo vJug over iets te spreken. Na de gewone begroeting nam zij dan ook een aanloop om de zaak ter sprake te brengen. Waarde lord," begon zij, „ge hebt mij gisteren gezegd, dat ge oubekend waart met de gebruiken in ouzen kring, en dat het u genoegen zou dosn als ik u eenige aanwijzingen gaf omtrent onze eigenaardigheden en laat me maar zeggen vooroordeelen." wDaarmede zoudt ge mij inderdaad zeer ver- plichten, lady Avonmore; ik stel mij geheel in uwe hauden." #Neem me dan niet kwalijk, wanneer ik onder uwe aandacht breng, dat het in de hooge kringeu van Engeland geen gebruik is, met menscheu, die met een beroep hun brood verdienen, op voet van gelijkheid om te gaan. Natuurlijk stellen wij hunne talenten wel op prijs maar zij krijgen niet de beste plaatseu aan onze tafels, en worden ook niet op voet van gelijkheid iu onze gezelschappen toegelaten." »Dat beschouw ik als een groote font, mevrouw. Mijns inziens hebben talenten recht op gelijke be- handeliDg als personen van hooge geboorte. Wan neer men met mannen van talent op voet van gelijkheid verkeert, brengt die daad zijne belooniug zelf mede die mannen verhoogen het geuot van Burgemeester en Wethouders van HULST, zullen op Vrijdag, den 9<"n October 1903) des voormiddags om lO1^ uur (Stadsuur Greenwichtijd) in het Raadhuis in het openbaar trachten aantebesteden Het bestek (met 1 teekening) is verkrijgbaar ter Secretarie tegen betaling van f 1,na 28 September 1903. Plaatselijke aanwijzing op Vrijdag 2 October, des voormiddags 101/3 uur. InlichtiDgen te bekomen bij den architect J. Wisse Jz. te Zaamslag. Hulst, den 23 Sept. 1903. Fs VAN WAESBERGHE, Burgem. ROTTIER, Seer8. Te oordeelen naar den toon, die het kabinet van Bulga- rije nu weer tegenover de Porte aanslaat zou men niet geneigd zijn te gelooven aan de waarheid der be- lichten uit Sofia en Konstantinopel, volgens welke een on (spanning in de verhouding tusschen Turkije en Bul- garije merkbaar is. De Sultan beeft namelijk een irade uitgevaardigd, waariii grootendeels wordt tegemoetgekomen aan de bekende Bulgaarsche voorstellen. Het irade somt een gansche reeks hervormingen op, die onverwijld moeten worden toegepast in de vilajets Korssowo, Monastir, Saloniki en Adrianopel. Bovendien is besloten een cora- missie te vormen (naar den wensch der Bulgaarsche regeering) om de plaatselijke autonomie en andere her- vormingsquaesties in Macedonie te bestudeeren en te helpen doorvoeren. Zij zal bestaan uit Kbulussi Bey, voorzitter van den gemeenteraad van Saloniki en een vertegenwoordieer van elke Christen-secte in Macedonie, namelijk een Bulgaar, een Servier, een Griek en een Walach. Tot voorzitter der commissie is benoemd Hilmi Pacha, inspecteur-generaal der Roemelische vilajets. Ook zijn van Konstantinopel uit bevelen gegeven aan de burgerlijke en militaire autoriteiten met betrekking tot den wederopbouw der dorpen en de terugbrenging der vluchtelingen naar hun haardsteden. het gezelschap) dat zij met hunne tegenwoordigheid vereeren." ffIn theorie hebt ge volkomen gelijk, mylord maar wij moeten de wereld nemen zooals ze is, en de gebruiken volgen van den stand, waarin wij leven. Duid mij dus niet ten kwade, als ik u doe opmerken, dat schrijvers, schilders en vooral toonkunstenaars, in onze kriDgen niet worden toe gelaten." „Ge doelt op signor Giotto, geloof ik, mevrouw", antwoordde lord Asherton op koelen toon en als lady Avonmore hem had aangekeken, zou zij gezien hebben, hoe hij het voorhoofd fronste. z/Ltat. me u zeggen, dat hij mijn vriend is. Wie mij bezoekt, of mijne bezoeken ontvangt, moet mijn vriend op den koop toe nemen, en hem behandelen zooals men mij behandelt. Wie hem minacht of beleedigd, beschouw ik als iemand, die ook mij minacht of beleedigd. Ziedaar, me vrouw, de voorwaarden, die ik stel aan mijne vrienden en aan mijn gezelschap." ,/Ik neem uwe voorwaarden aan, lord Asherton," zeide lady Avonmore meesmuilend. //Ik doe dit te eer, omdat ik begrijp, dat ge dien bekwamen violist niet alleen om zijn muzikaal talent zooveel vriendschap toedraagt." Lord Asherton keek haar een oogenblik scherp aan en zeide toen //Ik begrijp uwe bedoeliug, mevrouw, en wensch op staanden voet bij u een verkeerde opvatting weg te nemen. Gedurende bijna vijftig jaar ben ik niet in Engeland geweest en sigDor Giotto is geboren uit ouders, die hier jarenlang gewoond hebben. Hij kan dus onmogelijk tot mijne bloedverwanteu behooren. Ik wenschte; dat het zoo was; doch wij zijn alleen door baoden van vriendschap aan elkaar verbonden." De Bulgaarsche regeering nu, in plaats van tevreden te zijn met deze tegemoetkomingen aan haar wenschen, beeft bij monde van haar premier, generaal Petrof aan den Turkschen vertegenwoordiger te Sofia laten mee- deelen, dat men in Bulgarije niet gelooft aan de ernst van de bedoelingen der Porte, zoolang de Bulgaarsche regeering niet zwart op wit deze beloften beeft ont vangen en zoolang de Turksche troepen niet van de grens worden teruggetrokken. Intusschen is de indruk, dien de officieele verklaring van de Russische regeering, met betrekking tot den Macedonische quaestie gepubliceerd, te Sofia lieeft geinaakt, van dien aard, dat men in Bulgarije wel een toontje lager zal gaan zingen. Men weet nu, dat van de mogend- heden totaal niets te hopen is en dat men dus in een eventueelen oorlog tusschen Turkije heel alleen zou staan. Alleen Servie zou Bulgarije mogelijk steunen. Maar nu komen uit Weenen geruehten, dat Rusland in dat geval den Sultan toch de vrije hand zou laten en dat bet zich ook niet zou verzetten tegen een Turksche suzereiniteit over Servie en Bulgarije onder oppertoezicbt van Rusland en Oostenrijk. In Engeland, waar men de op de Boeren gepleegde gruwelen toeliet en Kitchener en Roberts de grootste slachters van den tegenwoordigen tijd, maakt men zich warm voor de Macedonische gruwelen. In een groote vergadering in de Londensche City gehouden is een motie aangenomen, waarin de op de Macedonische Chris- tenen gepleegde gruwelen met verontwaardiging worden veroordeeid en aan de groote mogendheden, in het bij- zonder aan Engeland wordt verzocht, een eind te maken aan de moorden. Een dergelijke motie is aangenomen in een openbare vergadering te Manchester, die gepresideerd werd door den burgemeester. In antwoord op een brief van den aartsbisschop van Canterbury, die, den Britschen Minister-president op- merkzaam makend op den toenemenden augst van de leden der Engelsche kerk, te kennen gaf, dat geen maatregel onbeproefd mocht gelaten worden welke bet lijden der Macedonische bevolking zou kunnen ver- minderen heeft de premier Balfour verklaard, dat de gebeurtenissen op den Balkan ook bij hem een gevoel van afschuw en verontwaardiging hadden gewekt. Balfour verklaarde verder, dat, wanneer bet Oostenrijk- Russische hervormingsplan ernstig doorgevoerd was door de Porte en ruiterlijk aangenomen door de belang- hebbende volken, de wereld gespaard zou zijn voor deze afschuwelijkheden. Hij hoopte, dat de oplossing van het vraagstuk lag in de voortdurende samenwerking van Oostenrijk en Rusland, gesteund door de overige mogendheden, die het tractaat van Berlijn onder- teekenden. Volgens een bericht uit Londen, zou Koning Edward den Czaar per brief verzocht hebben, het initiatief te nemen tot bet doen van stappen bij de overige mogend heden, om een eind te maken aan het bloedvergieten in Macedonie. Indien de Czaar voor dit verzoek doof blijft, zou Koning Edward trachten, zich te verstaan met Frankrijk en Italie over een gemeenschappelijke tusschenkomst. Dat Chamberlain en het na zijn ontslag aangebleven Kabinet feitelijk aan het zelfde touwtje bij de tol-plannen trekken, en slechts tijdclijk uiteengingen, om later te krachtiger samen slag te kunnen leveren, werd reeds direct na Chamberlain's uittreden ondersteld. De *West- Gwendolin loosdg een zucht van ve*lichting. Met kloppend hart had zij zitten luisteren, voort- durend vreezende, dat eene gewichtige bekentenis zou volgen. Nu leunde zij gerustgesteld tegen den rug der sofa, volmaakt onverschillig omtrent den lord en zijn muzikalen vriend. Lady Avonmore gevoelde zich ietwat beschaamd en bewaarde het stilzwijgen. Lord Asherton trad op Gwendolin toe en sprak z/Lieve Lady Gwendolin, zoudt gij mij persoonlijk aan u willen verplichten door vriendelijk en voor- komend te zijn voor mijn vriend Giotto? En vergeef mij, wanneer ik hiermede een fout bega, doch ik verzoek u, hem niet met nederbuigende goedheid te behandelen. Ik heb wel gehoord van Engelsche dames, die zich verwaardigden om te gaan met personen van lageren rang, doch dit deden op eene mauier, die beleedigend was. Hij is zeer fijngevoelig. Wilt ge hem behandelen als uw gelijke in rang Wilt ge mij dezen dienst be- wijzen z/Wel zeker, lord Asherton; met genoegen beloof ik u dit!" En Gwendolin zei dit haar bekoorlijkste lachje, zoodat de lord geheel tevreden gesteld was. Het gesprek over den violist ver- veelde haar echter en daarom gaf ze er een andere richting aan, door naar mylords honden te vragen. Nadat over die dieren gesproken was, ontbood de lord Savoy met zijne muizen en Rollo, den aap, waarmee Gwendolin zich vermaakte als een kind. En zoo verliep de tijd tot koffiedrinken. Wen- schende den indruk van het voorafgegaan gesprek uit te wisschen, was lady Avonmore daarbij zeer vriendelijk jegens signor Giotto. Na afloop daarvan stelde lord Asherton voor, het kasteel te bezien. Bij het verlaten der kamer minster Gazette" heeft daar nu een nieuw bewijs voor. Zij schrijftdat deze Regeering de menschen wel gewend heeft aan haar inconstitutioneele manieren, maar dat het openbaar maken van de vleiende telegrammen van regeeringspersonen uit de kolonien aan Jozef Chamber lain, door het Departement van Kolonien, toch te erg is. Want daaronder zijn een aantal telegrammen, waarin de politiek van Chamberlain wordt aangeprezen, en die politiek is oflicieel niet die van de Regeering, terwijl net Departement van Kolonien de politiek der Regeering moet volgen, zegt het blad. Maar het is een teeken uit vele dat de Regeering slechts in schijn Cham berlain's voorkeurtarieven verwerpt. Campbell Bannerman, de leider der Engelsche liberalen, heeft te Blairgowrie een krasse speech gehouden tegen Balfour's houding bij Chamberlain's tolplannen. Dat Chamberlain aftrad, vind Bannerman verklaarbaarhet volk wilde zijn tariefplannen niet. Maar dat Balfour aanbleef, Balfour, die Chamberlain een brief schreef, waarin hij zeide te hopen dat Chamberlain's denkbeelden eens ingang zouden vinden dat wil Bannerman hem niet vergeven. Wat voor gering denkbeeld moet Balfour hebben van ons, zijn landgenooten, wanneer hij verwacht, dat wij ons neer zullen leggen bij zulk onbetrouwbaar, laat mij het zeggen, oneerlijk gedoe, zei de spreker. Dames en heeren, dikwijls hebben wij ons verzet tegen een Regeering, wier politieke denkbeelden wij niet konden aanhangen, doch dan was het in elk geval een eerlijke Regeering, waarvoor wij eerbeid hadden. Onze plicht is thans onze werkkracht te verdubbelen, de vlag van den vrijhandel koog te houden. Wij beginnen den strijd vol hoop, want wij hebben nog meer grieven tegen deze Regeering. Allereerst de //Education-bill", en dan het rapport van de oorlogs- commissie, een ware aaneenschakeling van leed en dwaasheid. Naar wij vernemen heeft de collecte ten behoeve der nagelaten betrekkingen van de Arne- muideusche en Thoolsche visschers alhier opge- bracht 240,451/a. Daarvan is f 200 afgedragen aan de commissie te Arnemuiden en het resteerende, (na aftrek der collectekosten) f 31,251/3 aan de commissie te Tholen. De kermis van 1903 behoort weer tot het verledene. 'tWas, wat het weertje betreft, een uitgezochte week, zooals wij dezen zomer zeldzaam beleefden. Dit, en de goede bezetting der kermis, waren voorzeker wel de oorzaak, dat meer dan vroegere jaren, op de z.g. drukke dagen, de vreemde- lingeu onze stad bezochten. Toch scheen over het algemeen het ongunstige jaar ook hierop van invloed en werd door verschillenden geklaagd over mindere ontvangsten dan vorige jaren. zei de markiezin zacht tot Gwendolin //Och, wees zoo goed, dien musicus wat bezig te houden. Wij moeten aan die gril van lord Asherton toegeven maar het gaat mijne krachteu te boven." Dat het samenzijn van die twee knappe jonge menschen voor hunne gemoedsru6t gevaarlijk kon zijn, be- dacht zij niet. Gwendolin had geen bezwaar tegen het gezelschap van den violisthet leven op het kasteel begon haar nu reeds te vervelen, daarom was elke afleiding haar welkom. Met een vriendelijk lachje trad zij op signor Giotto toe en zeide //Mama zou gaarne zien, dat ge met ons meegingt om het kasteel rond te gaan ik hoop, dat ge haar dit genoegen wilt doen, mijnheer Zij Btond recht voor hem, toen zij sprak. Een oogenblik keek zij hem aan, een trilling vloog haar door de leden. //Hemel, wat is hij mooi dacht zij of zeide zij, dat wist ze zelf niet. Hij was slechts weinig grooter dan zij. De vreemdsoortige kleeding, die hij uit Italie had mee- gebracht, was reeds lang afgedankt. De goedgeefsch- heid van den lord en de kunst van eeu voornamen Londenschen kleermaker hadden den meegebrachten vreemdelingen een heel ander uiterlijk gegeven, en signor Giotto allermeest. Het misvormde van zijn lichaam was zoo kunstig verborgen, dat men het slechts voor een klein gebrek kon houden. Hij keek haar aan, terwijl zy met hem sprak. Hunne blikken ontmoetten elkaar, en toen gevoelde Gwen dolin voor de eerste maal in haar leven, welke indruk schoonheid kan maken. Zij sloeg de oogen neer en zeide gejaagd //Kom, laat ons gaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 1