A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4429.
43e Jaargang.
Donderdag 10 September 1903.
d
FETJILLETON.
SI6N0RA STELLA.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentisn v6or 3 uren op den dag der uitgave
Het Vnedes-congnes.
Macedonie.
Servie.
Duitschland.
Engeland.
TER \EI ZEVS(HE COURAJfT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,PraDCo per postVoor
Nederlaud 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bnshouders.
t
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsraimte berekend.
Itit blail verscliijnt naauilag-, Woensdag- en Vrijdagavond, aitgeionderd op Fees«daj{eii, bij de Firma P. J. VAM 1>E 8AXBE te TerSemen.
Maandag is te Weenen geopend de bijeenkotnst
der parlementaire Unie, welke bestaat uit leden
der verschillende parlementen, die zich in groepen
samenvoegen cm in hunce landen, hetzij door de
wetgeving, hetzij door internationale verdragen,
het begiusel ingaug te doeu vinden dat geschillen
tusschen de verschillende landen aan een scheids-
rechterlijke beslissing oioeten worden ouderworpeu.
In het jaar 1888 is voor deze Unie den grond-
slag gelegd. Toen kwamen in een eenvoudige
zaal van een hotel te Parijs 80 Fransche en 10
Engelsche parlementsleden bijeen, om te spreken
over een outwerp voor een arbitrage-tractaat
tusschen Fraukrijk, Engeland en de Vereenigde
Staten. Toen werd besloten voor eene bijeenkomst
in 1889 uitnoodigingen te zenden aan de leden
van alle parlementen, om te overleggen op welke
wijze de wereldvrede door een gemeenschappelijk
optreden het best kan worden bevorderd.
De eerste bijeei komsten waren slecht bezocht,
maar dit werd van lieverlede beter, tengevolge
de krachtige propaganda door de leden der Unie
in hun laud gemaakt.
Thans, op de 12de jaarlijksche bijeenkomst te
Weenen, telt de Interparlementaire Unie ruim 1500
leden, behoorende tot alle parlementen der wereld.
Het zaadje, voor 15 jaren te Parijs uitgestrooid,
heeft wortel geschoten en is een boom geworden,
in wiens schaduw zelfs vorsten een schuilplaats
hebben gezocht.
Vier honderd afgevaardigden uit verschillende
landen zijn te Weenen bijeen, om te beraadslageu
over de wijze, waarop artikel 1 der statuten meer
en meer kan worden toegepast. De bijeenkomsten
worden o. m. bijgewoond door den president van
den Oostenrijkschen Ministerraad, Von Koerber.
Deze laatste heeft eene toespraak gehouden,
waarin hij wees op den vooruitgang van het
vredes denkbeeld. In de beschaafde wereld zijn
de vorsten de beste advocaten van den vrede
want het is niet meer de heerschzucht van een
enkele, maar de eer van een volk die een conflict
doet ontstaan. En het is de taak der heerschers
om de eer van het eigen laud te bewaren, en die
van een auder volk niet aan te randen. En nooit,
zeide minister Von Koerber, zijn de kb ine staten
zoo zeer verzekerd geweest dat hun ouafhankelijk-
heid door de grooten zal worden geeerbiedigd
als thans
Deze Minister is zeker ook van meeniog dat
men bij zulke gelegenheden de woorden niet te
lelterlijk moet opvatten, want anders zou hij niet
een jaar na de overweldiging der beide Zuid-Afri-
41)
Vrij bewerkt door A MO.
^Giotto, hebt ge ooit bemind
,Nooit ernstig, roylord Ik kom zoo weinig iu
vrouwen van mqn stand of van
Bovendien staat mijn ideaal zeer
aanraking met
hoogeren rang,
hoog."
„Wat is uw ideaal?"
„Ja, wat? Mijn ideaal is eene vrouw van
buitengewone schoonheid met eene kouinklijke
houding, eene vrouw, die eveuveel achting
verdient om hare verstandelijke ontwikkeliug als
om hare goede inborst, eene vrouw, die men
kan vereeren, als een heilige, en met wie men kan
leven als met een sterfelijk mensch gelijk ik ben."
«rWel, Giotto, uw ideaal is onbestaan'oaarin
de werkelijkheid zult ge uooit zoo'u vrouw vinden
vZelf noemde ik het een ideaal, mylord Maar
als wij luchtkasteelen bouwen, hebben wij toch
eerst in de werkelijkheid kasteelen gezien
ffDat is zooMaar laat one nu eens onder
8tellen, dat ge ooit zoo'n beminnelijk wezen vondt.
Als zij dan niets met u te doen wilde hebben
of nog ergerals ge bare liefde wist te winnen,
maar ge voor eeuwig van baar gescheiden werdt
Wat dan, mijn vriend
„Dan hoop ik baar nooit te vinden. Als ik
haar voud en zij niet de mijne werd, zou mijn
gemoed dood en mijn leven verwoest zijn."
kaansche Kepublieken door Engeland, op zulk 1
een wijze gesproken hebben van den eerbied die
de groote staten hebben voor de onafhankelijkheid
der kleine
Ook is het wel een schrille tegenstelling dat
zoo nabij de plaats waar het um/es-congres ver-
gadert, een vreeselijk bloedbad plaats grijpt, zonder
dat de vredelievende mogendheden maatregelen
nemen om het te voorkomen.
Door het ^hooger centraal gouvernemrnt" in
Macedonie is tot ,/onze broeders in Macedonie
Adrianopel" eene proclamatie gerictit, waarin
ben geluk wordt gewenscht met den reeds aan
den dag gelegden heldenmoed. Dan gaat het
voort
^Slechts door eigen kracht, zijt gij in opstand
gekomen tegen onverzoenlijke vijanden, hebben
uw hand en uw geest zich verzet tegen het ver-
foeilijke Ottomaansche bestuur. Honderdduizend
soldaten van den Sultan, een troep ontrouwen,
hebben geen tegenstand kunnen biedeu. Alles
hebt gij geofferd op het altaar der vrijheid, Uw
dorpen zijn verbrand, uw huizen geplunderd, uw
kinderen vermoord, uw zusters, vrouwen en moeders
mishandeld. Vele dapperen zijn in den strijd
gedood. het land is gedrenkt met kostbaar bioed.
Doch uw brandende huizen hebben uw mannen-
harten versterkt. De kreten uwer kinderen en
het lijden uwer vrouwen hebben uw ziel in opstand
gebracht. In uw laud zijn nieuwe helden opge-
staan, om de plaats in te nemen van hen, die
omkwamen. De vrijheidsvlag wappert trotscher
dan ooit over uw geliefd vaderland. Tegenover
uw heldenmoed zwijgt de vijand. De krachten
van den tyran zijn uitgeput. Nog een heldendaad
en een onderdrukking van eeuwen sterkt in laatste
stuiptrekkingen. De dageraad der vrjjheid gloort
reeds aan den Macedonischen horizon."
De afkondiging van het stuk wordt nu elk
oogenblik verwacht.
De Sultan hield Vrijdag bij het uitreiken der
vaandels aan nieuw gevormde regimenten beredeu
infanterie voor de Boemelische grens eene toespraak,
waarin hij zeide dat de nieuwe regimenten zich
steeds de tradities van het Osmanische leger
waardig toonen en, met het oog op hun
standaardg, den Islam en de menschelijkheid naar
eer en overwinning voeren.
De Turken zijn zod veroutwaardigd over den
omrang dien de opstand aannam, dat zij zeggen
dat zij het aantal soldaten op 350.000 zullen
brengeu eu dan iu korten tijd den opstand den kop
in zullen drukken.
Lord Asherton ging zonder Giotto naar Avon-
dale. Hij kwam daar vroeger aan dan men ver-
wachtte, en zoodoende trof hij lord Avonmore Diet
thuis.
Hij werd in de ontvangzaal gebracht, en toen
hij aangediend was, kwam eene dame hem welkom
hteteu. Hij sloeg de oogen op en zag Gwendolin
Lascelles op weinige meters afstands voor zich.
Beide personen waren onder den invloed van
zeer uiteenloopende gevoelens, en beiden keken
elkaar een oogenblik aan zonder een woord te
zeggen.
„Is dit de dochter van die vlasharige dame, die
met juweelen behangen was?" dacht hij, terwijl
zijn blik vol bewondering op haar rustte.
„Is dit de man, die de plaats van mijn Percival
heeft ingenomen P" dacht zij vol ergernis.
Zij herkreeg het eerst hare zelfbeheersching.
Op koel beleefden toon zeide zij „Hetspijtmij
wel, dat mijn papa niet thuis is. Waarschijnlijk
is het aan een misverstand te wijleD, dat hij u
eerst later hier verwachtte." Eu met eene hand-
beweging hem een stoel aaubiedende, voegde zij er
bij ,/Neem plaats, mylord, dan zal ik icinand
uitzenden om papa van uwe komst te verwittigen."
Zonder te antwoorden nam hij plaats op den
aangewezen stoel, terwijl zij dicht bij hem ging
zitten.
Lang liet hij zijn ernstigen, droeven blik op
haar rusten.
Hoe was het mogelijk, dat dit koele, trotsche
gelaat. hem zoo levendig aan zijne geliefde Francisca
herinnerde? Welke gelijkeuis kon er tusschen
die beiden bestaan Neen, het was juist de
Het verwoesten van dorpen enz. gaat nog maar
steeds voort.
De ,/Times" bevat een particulieren brief van
iemand, die een onpartijdig onderzoek heeft inge-
steld naar de gruwelen te Kroesjevo. Deze plaats,
waar 10.000 menschen woneu, die niet aan de
zijde van de Boelgaren staan, werd door 7000
Turken hernomen. Toen dezen de stad binnen-
kwamen, staken zij 366 huizen in brand en plun-
derden de overige. Eukele vrouwen trachtten haar
kostbaarheden onder haar kleeren te verbergen,
maar toen dit ontdekt werd, kleedden de soldaten
h8ar uit. Velen werden outeerd. Verscheidene
meisjes verdwenen. Eukelen harer vond men later
dood in de buitenwijken. De officieren deden geen
poging om hun manschappen in bedwang te houden.
De soldaten voerden hun buit mee naarPrilipen
Monastir, waar hij in het openbaar werd verkocht.
De Turksche regeering heeft een streng onder
zoek van het voorgevallene gelast.
Te Belgrado is een door 300 personen bezochte
socialistische vergaderiDg gehouden, die haar ver-
ontwaardiging over de gebeurtenissen in Macedonie
uitsprak en de regeering uitnoodigde, bendeu te
vormen en uit te rusten.
Akof Servie aan zijn eigen binnenlandsche be-
roeringen nog niet genoeg had
Naar uit Konstantinopel volgens ainbtelijke
rapporten bericht wordt hebben tal van gevechten
plaats gehad, die alle gunstig afliepen voor de
Turksche troepen, vooral in het wilajet Monastir.
Integenstelling hiermede wordt aan de Temps
gemeld, dat de ongerustheid in Turksche regee-
ringskringeu is toegenomen tengevolge van nieuwe
rapporten van den inspecteur-generaal Hilmi pasja,
meldende dat de opstandeliDgen een hernieuwde
roerigheid toonen en hun aantal thans op 25000
geschat wordt. De oorlogspartij wiudt veld in
het vilajet Adrianopel. De opstandelingen hebben
zich meester gemaakt van het stadje Agathopoli
aan de Zwarte Zee en er een voorlooptge regeering
uit stedelijke notabelen gevestigd.
Daar zijn de gemoederen nog lang niet tot
kalmte gekomen. Peter I schijnt over het alge-
meen de meening te zijn toegedaan, dat het beter
vliegen vangen is met stroop dan met azijn. Dat
men hem dwingen wil partij te kiezen voor of
tegen de koningsmoordenaars, moet hem wel zeer
onaangenaam zijn. Zooals het nu staat, blijkt hij
evenwel de maunen, die oorzaak waren dat hij
den troon beklom, niet wil afvallen in tegendeel
optreedt tegen hen, die voor de eer van het leger
en van Servie bestraffing der moordenaars eischen.
tegenstelling, die hem deed denken aan haar, die
eens zijne liefde had gewonnen.
Sedert hij haar verloor, had hij nooit meer eene
vrouw aangekeken. Had er zelfs de geriDgste
gelijkenis bestaan tusschen dejongedame, die nu
naast hem zat, en haar, die in zijne verbeelding
voor hem oprees, dan zou hij eerder zich afgestoo-
ten dan aangetrokken gevoeld hebben.
Doch het gelaat en de houding van Gwendolin
was slechts een mediumstof, waardoor hij zijne
Francisca zag, terwijl hij Gwendolin aankeek.
Nu was Gwendolin Lascelles gewoon om aan
gekeken te worden; zij achtte dit de gewone cijns,
dien men aan hare schoonheid verschuldigd was.
Doch het zwijgen begon toch beknellend te worden,
daarom verbrak Gwendolin de stilte en zeide
^Misschieu wilt ge de schilderij wel eens gaan zieo,
lord Asherton, waarin gij en papa zooveel belang
stelt
Toen eerst opende lord Asherton den mond tot
spreken.
„Ik heb de eer de dochter van lord Avonmore,
lady Gwendolin, te zien, niet waar
Juist, mylord. Het zal mijn papa zeker spijten,
dat hij niet bier is om u welkom te heeten. Wilt
ge zijne terugkonast hier afwachten, of zal ik u
de schilderij laten zien, waarvoor ge komt Het
is ni^t ver weg in de kamer hiernaast."
ffHet spijt mij wel, dat ik u eenige moeite
veroorzaak, lady Gwendolinmaar het zal mij
zeer aangenaam zijn de schilderij te zien, aangezien
ik zoo spoedig mogelijk naar huis wensch terug
te keeren."
Onmiddellijk stond zij op en geleidde hem naar
De kwestie over het al of niet aanvaarden van
het presidentschap van den Rijksdag vau socialis
tische zijde, heeft onder die partij reeds tot heel
wat gedachleuwisseling aanleiding gegeven, waarbij
vinnige debatten werden gevoerd. 't Is er niet
op gebelerd sinds de //Vorwarts" heeft geweigerd
een daarmee in betrekking staand artikel van Bebel
op te nemen. Deze heeft er daarna plaatsbig
voor gekocht en verkregen in de te Leipzig ver-
schijnende Volkszeitung.
Die weigering vormde de hoofdschotel van de
sociaal-democratische partijconferentie voor Berlijn
en de provincie Brandenburg, die Zondag gehouden
werd. Stadthagen, de bekende M Dauer-Redner"
uit den Rijksdag trok scherp te velde tegen hat
blad, „dat de vrijheid van meening van oude en
beproefde partijgenooten onderdrukte". Of Bebel
gelijk heeft of niet, doet er niet toe, zeide Stadt-
hagen het is ongehoord dat men de kolommeu
van de „Vorwtirts" voor hem sluit. Hij stelde
derhalve voor, dat de conference met alien ernst
er tegen protesteeren zal, dat Bebel niet het recht
kon krijgen om zijn meening in de „Vorwarts"
te uiten. Onder veel tumult en nadat iemand
die de houding van de ^Vorwarts" verdedigen
wilde, uitgejouwd was, werd het voorstel van
Stadthagen aangenomen.
Het Congres te Dresden, dat Zondag geopend
wordt, kan op deze wijze het slagveld worden,
waar de twee partijen elkaar zullen ontmoeteu.
De ^National Ztg." zegt„Het Congres te
Dresden zal ons verrassingen brengen de toestand
moet wel zeer gespanuen zijn dat het oflicieele
orgaan der partij de verklaringen van Bebel weigert
op te nemen en hem noodzaakt een beroep te
doen op een Leipziger blad." De stnjd tusschen
de aanhangers van Bebel en die van Bernstein,
die reeds verleden jaar op het Congres werd be-
handeld, is thans scherper en heftiger dan ooit
opnieuw ontbrandt en dreigt tot scheuring in de
Duitsche sociaal-democratische partij aanleiding te
zullen geven.
In Engeland is de strijd, voor of tegen Chamber
lain's plannen aan de orde van den dag.
Zooals men weet, is het doel van den Minister
Chamberlain de federatie der deelen van het Rijk
een nauweren band te verkrijgen tusschen de ver
schillende kolonien over gansch de wereld door
middel van preferentieele rechten. Zou het graan uit
Canada of uit Australia voortaan, bijvoorbeeld, met
twee francs per H.L. gedrukt worden, dan zou het
het schilderstukop minder koelen toon wees zij
hem de plaats, waar men moest gaan staan om
het stuk in een goed licht te zien.
Lord Ashertou volgde echter hare aanwijzingen
niet, maar beschouwde het stuk aandachtig op zijn
eigen manier. Daarbij nam hij niet het voor
komen aan van een kuostkenner, maar toch toonde
hij groote belangstellingzijn onderzoek duurde
zeker langer dan een kwartier uurs.
Toen boog hij beleefd voor lady Gwendolin en
zeideffMylady, ik dank u bijzonder voor het
zien van deze schilderij, en ik verzoek u beleefd
mijn dank ook over te brengen aan lord Avonmore.
Het is een fliuk stuk, dat stellig beter is dan de
schilderij, die nu aan het Britsch Museum te koop
wordt aangeboden."
Yerbaasd over deD geringen lof over de schilderij,
vroeg Gwendolin ,/Besehouwt gij het stuk ook
als een echte Domenichiuo, mylord
,,Neen, mylady," antwoordde lord Asherton met
overtuiging, „dat stuk is niet de oorspronkelijke
schilderij. Het komt juist uit, zooals ik vermoedde.
Dit stuk en ook het andere, dat te Londen ten
toon gesteld wordt, zijn geen van beide door den
grooten meester geschilderd. Ougetwijfeld behooren
beide tot de Boiogneesche school, en dit stuk is
het beste van de twee, een fraaie kopie
maar geen echt stuk."
„Het beeft altijd gegolden als een echte Dome-
nichino," antwoordde Gwendolin, een beetje ge-
raakt. //Twijfel hierover is nooit uitgesproken.
Sommige vau de voornaamsta kunstkeuners hebben
gezegd, dat het een echt stuk is."
(Wordt vervolgd.)