Vreeselijke spoorwegramp te Parijs. Een tweede spoorwegongeluk. Zondagmorgen, te 5^ ure, drongen twee lieden in een huis van den steenweg van Ataem- berg. Een bleef beneden aan de trap, de andere trok naar de eerste verdieping en, zich wendend tot mevr. M., vroeg hij waar haar zoon was die was gedeserteerd. De zoon M. is artilleur en ge- kaserneerd te Leaven. De vrouw zeide 't niet te weten. De man, een in burger gekleed gekleed gendarm, beukte toen eene deur in. In een der bedden sliep de soldaat met een broeder. De zoon M. deed hem opmerken dat hij geen deserteur was, slechts ontbrekende, en dat de gepleegde daad dus onwettelijk was. De gendarm greep den milicien vast, doch werd teruggeduwd. Toen trok hij een revolver en mikte naar het hoofd van M. De kogel drong iu den muur. De broeder van den soldaat was toegeloopen. Toen snelde de andere gendarm toe en bedreigde met zijn revolver den oudst.e der zonen M. an de verwarring gebrnik makend, kon de soldaat ontsnappen en keerden de gendarmen onverrichter zake terug. Maandag stelden zij tegen den broeder van den soldaat proces-verbaal op vnor tegen- stand. ^-) Antwerpen viert een week achtereen feest ter herdenkuig van de houderdste verjaring van het decreet waarbij Napoleon Bonaparte, toen nog eerste consul, het graven van het eerste der Aut- werpsche dokken beval. De feesteu vallen sarnen met de inwijding van de nieuwe kaden, terwijl het bezoek vau de twee Fransche oorlogsschepen nog een bijzonder karakter aau de ofBcieele feestelijkheden geeft. Napoleon bezocht de stad in Juli 180.3 en na een inspectie van de havenwerkeu en de vesting- werken noemde hij de stad een puinhoop. Votr de rivier alleen achtte hij 20 millioen noodig. Tengevolge van den oorlog kon hij die echter niet beschikbaar stellen, de stad moest daar zelf voor zorgen Zijn bedoeling was vooral om van Antwerpen een oorlogshaven te maken, maar hij zag toch ook het groote voordeel der plaats als haudelshaven in. Hij gaf den stoot tot den eersten havenaanleg, en al werd het bevel ook met weerzin uitgevoerd door de bevolking, die hem vreesde eu haatte, toch heeft de toekomst hem gelijk gegeven. Maandag had de inwijding der nieuwe k den in 't Zuiden plaats, in tegenwoordigheid van den Minister-president De Smet de Naeyer. De kadeu zijn genoemd naar Herbouville, den prefect, wiens bestuur het begin van de periode van welvaart was. Een goede raad. Omtrent de zorg voor de melk iu het huishoudeu geeft het Geneeskundig Genootschap te Chicago goeden raad aan de huis- vrouwen. Men moet melk niet anders nemen dan in ge- sloten flesschen, afgeleverd uit wageus met koel- vaten. De flesch moet, zoodra zij van den brenger is aangenomen op ijs worden gezet en nooit bij de deur of in de gang blijven staau. Heeft men geen ijs, dan moet de koude flesch losjes ge- wikkeld worden in papier oude couranten b. v. en op de koelste plek worden bewaard. Zij mag nooit onder de waterkraan worden gezet een stuk papier er omheen gewikkeld, zal, als het droog is, de melk nrenlang tegen de warmte beschulten. Het is raadzaam, nooit meer melk uit de flesch te nemen, dan voor onmiddellijk gebruik noodig is en vervolgens de flesch terstond wedtr in papier te wikkelen. Heeft men bij korte tusschenpoozen kleine hoeveelheden melk of room noodig, dan is het beter twee of meer kleine flesschen te bestelleu dan een grooteeen reserveflesch kan dan verzegeld, ingepakt en ou- aangeroerd blijven staan. Men moet altijd be- deuken, dat elke aanraking van de melk met kopjes, lepels enz. zelfs met de lucht, het gevaar van besmetting met schadelijke kiemen, waarvan geen huis vrij is, grooter maakt. Te Berlijn kreeg, bij een Mensur op den Schliiger tusschen twee juristen, de een een houw over het hoofd. Er kwam bloedvergiftiging bij de wond en den volgenden dag was de arme jongeu een lijk. Een treffend geval, maar dat de Duitsche studeutenwereld niet zal weerhouden, hare barbaar- sche gebruiken met ouverminderde sleek- en hak- woede voort te zetten. Alleen zal men misschien de assisteereude geneesheeren opdragen een beetje beter toe te zien op de ontsmetting vau de wonden der verminkte slachtoffers. Te Kleinottweiler, bij Neustadt a. d. Hardt is de bliksem Zondagnacht in een danszaal ge stagen. Vier mannen en een meisje werden gedood. Het schijnt al zeer moeilijk, om bij onder- zeesche booten voor voldoende luchtverversching te zorgen, en een Engelsch officier, die aan de jougste proefnemingen, door de Britsche regeering ingesteld, heeft deelgenomen, schrijft in het #Royal Maga zine", welke angstige benauwde oogenblikken hij en zijn medeofflcieren doormaakten. #De hitte", zegt bij, werd al grooter en grooter, maar wij moesten verder volgens onze orders, en elke roinuut kregen we meer hinder vau hitte en be- nauwdheid. We vragen ous af, hoe tang we het nog zullen kunnen uithouden en of we deze marteling wel zullen kunnen uitslaan. We ver- geten, ons er over te verbazen, dat we er alien zoo bleek en ontdaan uitzien en vragen niet, of het alleen door 't witte licht van de electrische lampen komt, of dat ze alien misschien zich even benauwd voelen als wij. Voort gaat het, al maar voort, we hebben geen besef van den tijd, voelen ons hoofd als opzwellen, en onze oogen zien als door een waas. Daar wordt plotseling een van ons on wel, en we filosofeeren er juist over, hoe het moet gaan als de ingenieurs ziek mochteu worden dan gesuis in onze ooren, de ademhaling wordt al moeilijker en we zien de temperatuur tot 120° F. stijgen. We moeten frissche lucht hebben Onbeschrijfelijk moe voelen we ons, en daar valt er opeens een van ons op den grond, bewus- teloos. Een soort van paniek, althaus als zoo iets mogelijk is onder officieren, die hun plicht in den dienst keDnen, brak onder ons uit, en in die omstandigheden gaf de kapitein last, de boot omhoog te brengen. Het was nog juist bijtijds, want toen we boven waren, een zaak van seconden slechts, was er weer een op het punt flauw te vallen, en alien zagen we er fataal uit. Toen de frissche lucht werd toegelaten, was de plotselinge verandering zoo treffend, dat onze benauwdheid er eerst erger van werd, maar na twee of dne miuuten ging dat over en de meesten van ons troepje begouuen zich beter te gevoelen. Onze chronometers zeiden ons dat we twee uren en vijf en veertig minuten cnder water waren geweest. Wij moesten aan de pier vau aankomst een der onzen eerst in een rustig vertrek neerleggen, waar het nog eenigen tijd duurde, voor hij weer gebeel bij zijn positieven was. Uit Parijs wordt bericht een geval van een kassiersknecht, die aan een bauk 28,000 francs had ontvangen, die zich onderweg liet overhalen tot tracteeren van een paar aardige juffertjes, naast wie hij op een omnibus had gezeten en die deze dametjes onverhoeds met zijn geld aan den haal zag gaan. Volgens een politie-statistiek is te Parijs sinds 1 Januari 1902 reeds een bedrag van 650,000 francs op dergelijke wijze door vrouwen gestolen. En dan rekent men nog niet eens de gevallen mede waarin de bestolcnen geen aanklacht durfden indienen. Op het 9d" Intern, congres tegen het alco- holisme hield Dr. Legrain een rede over alco- holisme en tuberculose, waarin hij betoogde, dat het eerste de wegbereider is voor het laatste, doordat het door alcoholische dranken verzwakte lichaam zijn weerstandsvermogen heeft verloren eu dus vrij spel geeft aan de vernielende werking der bacillen. Dr. Forel was het hiermee volko- men eens blijkens de volgende aardige opmerking Langen tijd heeft men de tuberkelbacil als het groote gevaar beschouwd en er dan ook gedncht jacht op gemaakt. Dat canaille laat zich echter maar niet uitroeien. Het zweeft door de lucht en wordt door vliegen, vlooien en allerlei andere dieren meegebracht. Daar komt bij, dat ze zoo hinderlijk klein zijnzelfs bij 800 voudige ver- grooting kan men ze temauwernood zien. Kan men zich aldus niet van hen ontdoeu, dan is het maar het beste, hun den voedingsbodem te ont- trekken. Een gunstige bodem in het mensche- lijk lichaam wordt gekweekt door slechte overbe- volkte woningen, slechte voeding, syphilis, maar vooral door het alcoholisme. Onthouding en een hygienische levenswijze zijn dus noodig om te maken dat wij niet langer door de bacillen, doch de bacillen door ons verteerd worden. Hij zelf had wel al een pond bacillen in zijn lichaam ge- kregen, zonder er ooit het geringste nadeel vau te hebben ondervonden. In een rotsspleet in den Harz heeft men dezer dagen een student uit Berlijn in uitgeputten toestand aangetrc ft'en. Hij bleek daar als een kluizenaar geleefd en zich al dien tijd gebrekkig gevoed te hebben. Het jongemensch leed aau zijne zeuuwen en was dientengevolge menschen- schuw geworden. De Daily Express zegt uit gezaghebbende bron vernomen te hebben, dat bemoedigende uit- komsten de onderzoekingeu van bet Engelsche fonds tot bestrijding van kanker bekroond hebben. »Ofschoon bepaalde bizonderheden geheim worden gehouden, gelooven wij, zegt de D. E., dat de uitstekende specialisten Drs. Bashford en Murray, die door het uitvoerend comite zijn aangewezen om het onderzoek uit te voeren, een ontdekking hebben gedaan welke later zal kunnen leiden tot opheldering van de oorzaak van kanker. Wegens het ontzaglijk gewicht van zulk een wetenschap- pelijken triomf, acht men het in geneeskundige kringen niet geraden om verdere bijzonderheden mede te deelen Het werk van Drs. Bashford en Murray is hoofdzakelijk beperkt geweest tot een onderzoek van beginnenden kanker bij lagere dieren." Het blad voegt er nog bij dat beide dokters in de laatste veertien dagen in het laboratorinm van het Royal College of Surgeons elken dag van tien uur 's ochtends tot elf uur 's avonds aan het werk zijn geweest. Zaterdagavond lieten zich te Brightlingsea op de kust vau Essex negen man van het Ameri- kaansche stoomjacht Lorena van den wal naar boord "roeien. Het was een kleine boot en twee u man zaten aan de riemen. Onderweg liep de boot vol en zonk. Een van de roeiers en een matroos werden gered. De oveiige negen ver- dronken. Zondagavond heeft te Ostende een groote menigte in spanning de pogiDgen gevolgd van een sleepboot die uitvoer om een luchtballon te redden welke telkens zoo laag daalde dat het schuitje in zee kwam. Nadat er een roeiboot was uitgezet waagde de luchtreiziger uit het schuitje te springen. Hij werd opgevischt terwijl de ballon weer met groote snelheid omhoog rees. Het was een ballon die bij Duinkerken was opgestegen. De lotgevallen van een deserteur. Een Europeesche korporaal van het O.-l. leger, die te Bandjermasin door den krijgsraad wegens diefstal tot 3 jaren gevangenisstraf was veroordeeld, brak te Moeara-Teweh uit zijn eel en giug op de vlucht, in de hoop, Semaraug, zijn geboorteplaats, te bereiken. Zoodra hij op vrije voeten was, maakte hij zich meester van een prauw, eu met eenig geld en wat levensmiddelen ondernam hij den langen tocht naar Bandjermasin, vertrouweude onderweg wel genoeg voedsel te zullen vindenmaar spoedig werd hij achterhaald door eeu prauw met drie Maleiers, die hem voorstelden met hen mede te gaan, waarvoor hij eenige geldelijke belooniug zou ontvangen. Geldgebrek en lust naar avontuur deden hem besluiten hierop in te gaan. Toeu hij vertrouwelijk met hen werd, deelde bij hun mede, dat hij een gedroste Europeesche militair was, en zijn nieuwe vrtenden besloten toen, uit bun reismakker geld te staan. Na eenige dagen door het bosch te hebben geloopen, kwamen de reizigers in kampoug Dir >e Pinang aan, waar een der Maleiers een onderhoud vroeg met het hoofd Temenggoeng Moertong, waarvan het gevolg was, dat onze korporaal ver- kocht werd voor eenig koperwerk, speren, 25, twee karbouwen en een hoeveelheid rijst. De kampong bestond uit drie groote huizen, bewoond door verscheiden gezinnen. Hij mocht zich vrij bewegen en ging overdag met de man- nelijke bevolking op jacht, waarbij voornamelijk varkens en herten het doel waren en blaaspijpen met speren gebruikt werden. De vrouwen bleven in den kampong achter, stampten rijst, zorgden voor de kinderen en voor de reinheid van den kampong en bereiden de spijzeu. Maar hoe goed onze man 't ook had, het leven begon hem te vervelen. Op een nacht waagde hij een poging om te ontvluchten, maar werd gevat en teruggebracht, en nu brak eeu tijd van ellende voor hem aan. Hij werd wel nog voldoende gevoed, maar mocht niet meer mee op jachtdes daags stood hij onder strenge bewaking eu's nachts werden zijne handen geboeid met een bamboe. Na eenigen tijd trok Moertong met hem het binnenland in naar kampong Moeara Lareng, waar de korporaal aan het kampoDghoofd werd over- gedaan voor twee koperen lilas, een karbouw, 5 watertonnen en eenig geld. En den volgenden dag werd hij overgegeven aan den civielen gezag- hebber van Poeroek-Tjahoe. Toen hem gevraagd werd, welk vreeselijk lot hem toch wel wachtte als zoenoffer van de bevolking, waarvoor hij bestemd was, antwoordde hij, daarvan nooit iets te hebben gemerkt, en eveumin dat de bevolking van den kampong, waar hij gewoond bad, godsdienstige neigingen had, of dat er vijand- schap met andere kampongs bestond. Maandagavond is te Parijs op den Metropolitain (de onderaardsche spoorweg), een vreeselijk ongelnk ge- beurd. In een trein die het station in de rue des Conronnes passeerde, raabte door een gebrek in de electrische ge- leiding -in de technische benaming kortsluiting ge- heeten een wagen in brand. De trein werd tot stilstand gebracht en de brand met de bluschmiddelen, die er aan elk station zijn, gebluscht. Het was om dien tijd echter drnk op de lira en toen de treinen stopten en de reizigers niet op de gewone wijze konden uitstappen, verlieten zij de wagens en gingen onder de tunnels door. Er ontstond gedrang, en eenige gekwetsten werden in de buurt bij apothekers binnengebracht. Zoo luidt het eerste bericht. Verder werd gemeld Parijs, 11 Aug. Een ontzettende ramp op den Metro waarvan de omvang eerst vroeg in denochtend ontdekt is. Een trein, welke om de een of andere reden wei- gerde en voortgeduwd werd door een tweeden, is in brand gevlogen. De eerste trein was al leeg en de t-weede kon bijtijds verlaten worden. Doordat de station- chef den electrischen stroom afsloot, werd het station waar een derde trein binnenliep, in donker gezet. Dit en de ontzettende rook uit de tunnel, vergezeld met de hitte van de brandende rijtuigen, veroorzaakte een paniek. Alleen de passagiers uit den derden trein, welke in zijn geheel nog aan den ingang van het station staat, met stukgeslagen raampjes en hier en daar gebarsten verf, schijnen het slaclitoffer geworden te zijn. In de duisternis op onbekend terrein konden zij den uitgang niet vinden en zijn gestikt. Eerst tegen drie uur was het aan de brandweer mogelijk in den gloeienden oven af te dalen. Nog hedenochtend om tien uur, toen ik naar beneden ging, was de hitte benauwend. Op de 84 dooden zijn er 72 uit het station, aan welks ingang de laatste trein is blijven staan. Aan het uiteinde ervan is een gat in den grond gehakt, waardoor de lucht toegevoerd en het meerendeel der lijken opge- heschen is. Bijna alle dooden zijn in overeenstemming met het uur, uit den werkenden stand. In de kazerne tegenover de Notre-Dame zijn in de wachtzaal 43 dooden neergelegd in drie lange rijen. Allen liggen in spanen kisten, waarvan de meeste reeds gesloten met R. (herkend) in houtskool er bovenop, of ook een papiertje met den naam. De nog niet herkenden geven den indruk van een plotselingen doodzeer enkele slechts met een afwerende houaing van den arm. De gezichten zijn hoogrood gekleurd en zwart, sommige met bloed bm neus en mond niet verkoold. In alle nog opene kisten zijn goed herkenbare tiguren. Van een werkman staat liet horloge op kwart voor negen. Zijn retourbiljet ligt ernaast. In de Morgue zijn er nog 40 lijken neergelegd, ver deeld over drie vertrekjes aan den achterkant van dt gewone tentoonstellingszaal. Ook hier zijn de meesten herkend en de overigen goed herkenbaar. Hier en aan de kazeme staan slechts eenige honderden nieuwsgieri- gen. Er is ook niets te zien dan het aan- en weg- rijden der lijkwagens en agenten en gardes, een paar te paard, die het verkeer regelen. Op de plek van het onheil echter zijn duizenden saamgestroomd. Het ver keer is daar nu vrij, buiten de twee station netjes vlak bij Pere-Lachaise, waar het drama afgespeeld is. Deze zijn afgezet. Het onheil met zijn ontzettende gevolgen is blijkbaar veroorzaakt door het gebrek aan luchtkokers. Hoofd zakelijk zijn het de stations die daarvoor dienstdoen. Parijs, 11 Augustus. Door groote hoeveelheden water in te spuiten en met behulp van bizondere werktuigeu kon de brandweer hedenochtend om 3 uur in het station Mdnilmontant neerdalen. Kapitein Clairiere ging ondanks den dikken rook voorop, maar hij kwam aadelijk weer boven. Hij had een lijk gezien, zeide hij. Zijn helm is gloeiend. Weer daalt hij af, nu gevolgd door eenige spuitgasten. Als zij terugkeeren, dragen zij lijken. In eenige keeren brengen zij 7 lijken boven, mannen en vrouwen. Men legt ze in het kantoor van de omnibussen. Intusschen zijn er ook aan het station in de rue des Couronnes spuitgasten naar den spoorweg afgedaald. Zij zien twee lijken, maar kunnen er niet bijkomen, zoo fel is de hitte en dik de rook. De spuitgasten aan het station te Menilmontant trachten de tunnel van het station Couronnes te bereiken om die twee lijken weg te halen. Om 5 uur komt aan het station Couronnes de prefect, van politie weer boven. Het valt moeilijk hier naar beneden te gaan. Op een punt van den spoorweg brandt het nog. De spuitgasten weten toch nog 4 lijken van mannen naar boven te dragen. De lijken zien er ijselijk verwrongen uit. De spuitgasten brengen tevens de vreeselijke tijding mee, dat er in de tunnel nog een vierde trein vol slachtoffers is. Het is moeilijk juiste inlichtingen te bekomen. De aanblik van de lijken, die uit de tunnel gehaald worden is veischrikkelijk. De lijken zijn alien opgezet, daar alle slachtoffers gestikt zijn door den rook. Om half zeven hedenmorgen waren 84 lijken te voorschijn fehaald. Toen waagden de journalisten het in detun- innen te dringen, waar zij een treurig schouwspel zagen. Het geheele lijnvak is verbrand op de steencn vloeren liggen hoeden, parapluies, kleedingstukken de kussens der spoorwegrijtuigen zijn overal verspreid. Men kan nagaan dat er een vreeselijke strijd heeft plaats gehad tusschen de slachtoffers. Vloeren en mu- ren zitten vol bloed. De herkenning der lijken in de Morgue geeft aanlei- ding tot pijnlijke tooneelen. Een groot aantal lijken is in de kazerne neergelegd, die veranderd is in een doodenkamer. De bevolking van Parijs is zeer onder den indruk. Minister-president Combes, vergezeld door den prefect van politie Leprae, bracht een bezoek aan de Morgue. De brandweer heeft een bewonderenswaardige toe- wijding en heldhaftigheid getoond. Het aantal lijken tot nu toe herkend bedraagt 76. De identiteit moet nog van 8 dooden vastgesteld worden. De herkenden werden in ronw-stoet naar hnnne woningen gebracht. Onder de dooden is geen vreemdeling, noch iemand van eenige bekendheid. Het verschrikkelijke onheil maakte een indruk in de stad als nooit te voren. In de straten weerklinken de sombere uitroepen der krantenjongens, die met de derde en vierde edities der bladen een steeds grooter aantal dooden melden. Het officieele cijfer spreekt van 84 dooden. Te elf uur daalden de minister-president Combes en de minister van openbare werken, Marue- souls, in de gewelven af. President Lonbet. zond een telegram van deelneming aan de Parijsche bevolking. Overal heerscht groote drukte. In de Morgue spelen zich hartverscheurende tooneelen af van weduwen die het lijk herkennen barer echtge- nooten. De hedennacht ontvangen Fransche bladen bevatten de eerste bijzonderheden. Onbeschrijtlijk was de paniek, die er ontstond in de tunnelhet geschreeuw der vrouwen en kinderen was afgrijseliik. Zoodra het ongeluk bekend was, wilde de menigte het station van de »rue des Couronnes"bestormeu. Dank zij de politie-maatregelen werd dit gelukkig verhinderd, anders was het onheil nog erger geweest. In het station zelf was het om te stikken. Men kon niets meer zien, de verwarring was ontzettend, vrouwen vielen al vluchtende in onmachtin een der nabij zijnde apotheken zijn weldra 9 personen opgenomen. Een der geredden doet het volgende verhaal »lloe ik er uit ben gekomen, werkelijk, ik weet het niet. Toen ik het station bereikte, was ik uitgeput zeker had ik geen twintig meter verder kunnen gaan. Men zeide mii, dat nog meer personen vluchtten in de richting van het station van Belleville. (Men weet, dat het ongeluk tusschen deze twee stations gebeurde). Iedereen zocht, toen de brand ontdekt werd, een goed heenkomen. Zeker ben ik' overtuigd, dat velen op den weg zelf stikten, want in den donker stiet ik tegen verschiUende lichamen". Op de boulevard de Belleville zelf was de angst der moeders, vaders, vrouwen en kinderen akelig om aan te zien. Men bestormde de politie met vragen. Mannen ver wachtten hunne vrouwen, die altijd 's avonds met de Metro komen voor het souper, maar zij kwamen maar niet; moeders met kinderen wachtten uren lang tot laat in de nacht hun man en vader af, om hem tegen den morgenstond tusschen de 90 lijken, misschien in de /Morgue" te ontdekken. Bijna alle slachtoffers behooren tot den werkenden stand, de Parijsche ouvrier reist met extra werkmans- kaarten bijzonder goedkoop op de Metro. Voor 15 centimes been en terug rijdt hij van zijn werk tot aan huis. Hulp bleef echter niet lang uit. Pompiers, politie, particulieren van alle rangen en standen verleenden Dijstand, doch de verstikkende rook belette den door- gang- Te half twee in den nacht daalde de sergeant der pompiers Ahrens, goed vastgebonden met touwen, die boven werden vastgebonden, op het hoofd een ijzeren masker, in de met damp en rook gevulde ruimte. Om het middel had hij een stevig koord, in de eene hand een acetyleen-lantaarn, in de andere een scheepsroeper. Doch hoe goed zijn wil ook was, hij moest terug, de rook is ondoordringbaar. Een oogenblik wil men dit gedeelte van de tunnel met dynamiet doen springen. Men moest dit plan echter opgeven, daar de baan te ver onder den grond ligt en de uitbarsting misschien nog meer dooden zoueischen. Alle plaatselijke autoriteiten waren, met den prefect. Lepine aan het hoofd, spoedig op de plaats des onheils aanwezig. Eindelijk, om 4 uur in den morgen, slagen vier pompiers er in, van het station Menilmontant uit, iets verder te komen. Twee van hen komen weder onmid dellijk terug, zij dragen een lijk. Het is de juffrouw, die in dat station kaartjes verkoopt, dood in haar bureau, ineengekrompen. Dan nog een lijk, weer een, ten slotte zijn er reeds vijf. En hoeveel komen er nog meer? De lijken worden eerst in de omnibuswachtkamer gebracht om vandaar naar de //Morgue" vervoerd te worden. De zon komt op en nog steeds verdringt dc menschenmassa zich voor ae plaats des onheils. En de pompiers, die weder afdalen, zoeken steeds verder Parijs, 11 Aug. Een tweede spoorwegongeluk, nage- noeg gelijk aan het eerste, eveneens bij de /Metropoli taingeschiedde hedenavond te half zeven. Twee vrouwen werden gewond.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 3