Vreeselijke spoorwegramp te
Parijs.
Een tweede spoorwegongeluk.
Zondagmorgen, te 5^ ure, drongen twee
lieden in een huis van den steenweg van Ataem-
berg. Een bleef beneden aan de trap, de andere
trok naar de eerste verdieping en, zich wendend
tot mevr. M., vroeg hij waar haar zoon was die
was gedeserteerd. De zoon M. is artilleur en ge-
kaserneerd te Leaven.
De vrouw zeide 't niet te weten. De man, een
in burger gekleed gekleed gendarm, beukte toen
eene deur in. In een der bedden sliep de soldaat
met een broeder. De zoon M. deed hem opmerken
dat hij geen deserteur was, slechts ontbrekende,
en dat de gepleegde daad dus onwettelijk was.
De gendarm greep den milicien vast, doch werd
teruggeduwd. Toen trok hij een revolver en mikte
naar het hoofd van M. De kogel drong iu den
muur.
De broeder van den soldaat was toegeloopen.
Toen snelde de andere gendarm toe en bedreigde
met zijn revolver den oudst.e der zonen M. an
de verwarring gebrnik makend, kon de soldaat
ontsnappen en keerden de gendarmen onverrichter
zake terug. Maandag stelden zij tegen den broeder
van den soldaat proces-verbaal op vnor tegen-
stand. ^-)
Antwerpen viert een week achtereen feest
ter herdenkuig van de houderdste verjaring van
het decreet waarbij Napoleon Bonaparte, toen nog
eerste consul, het graven van het eerste der Aut-
werpsche dokken beval.
De feesteu vallen sarnen met de inwijding van
de nieuwe kaden, terwijl het bezoek vau de twee
Fransche oorlogsschepen nog een bijzonder karakter
aau de ofBcieele feestelijkheden geeft.
Napoleon bezocht de stad in Juli 180.3 en na
een inspectie van de havenwerkeu en de vesting-
werken noemde hij de stad een puinhoop. Votr
de rivier alleen achtte hij 20 millioen noodig.
Tengevolge van den oorlog kon hij die echter
niet beschikbaar stellen, de stad moest daar zelf
voor zorgen
Zijn bedoeling was vooral om van Antwerpen
een oorlogshaven te maken, maar hij zag toch
ook het groote voordeel der plaats als haudelshaven
in. Hij gaf den stoot tot den eersten havenaanleg,
en al werd het bevel ook met weerzin uitgevoerd
door de bevolking, die hem vreesde eu haatte,
toch heeft de toekomst hem gelijk gegeven.
Maandag had de inwijding der nieuwe k den
in 't Zuiden plaats, in tegenwoordigheid van den
Minister-president De Smet de Naeyer. De kadeu
zijn genoemd naar Herbouville, den prefect, wiens
bestuur het begin van de periode van welvaart
was.
Een goede raad. Omtrent de zorg voor
de melk iu het huishoudeu geeft het Geneeskundig
Genootschap te Chicago goeden raad aan de huis-
vrouwen.
Men moet melk niet anders nemen dan in ge-
sloten flesschen, afgeleverd uit wageus met koel-
vaten. De flesch moet, zoodra zij van den brenger
is aangenomen op ijs worden gezet en nooit bij
de deur of in de gang blijven staau. Heeft men
geen ijs, dan moet de koude flesch losjes ge-
wikkeld worden in papier oude couranten
b. v. en op de koelste plek worden bewaard.
Zij mag nooit onder de waterkraan worden gezet
een stuk papier er omheen gewikkeld, zal, als
het droog is, de melk nrenlang tegen de warmte
beschulten. Het is raadzaam, nooit meer melk
uit de flesch te nemen, dan voor onmiddellijk
gebruik noodig is en vervolgens de flesch terstond
wedtr in papier te wikkelen. Heeft men bij
korte tusschenpoozen kleine hoeveelheden melk
of room noodig, dan is het beter twee of meer
kleine flesschen te bestelleu dan een grooteeen
reserveflesch kan dan verzegeld, ingepakt en ou-
aangeroerd blijven staan. Men moet altijd be-
deuken, dat elke aanraking van de melk met
kopjes, lepels enz. zelfs met de lucht, het gevaar
van besmetting met schadelijke kiemen, waarvan
geen huis vrij is, grooter maakt.
Te Berlijn kreeg, bij een Mensur op den
Schliiger tusschen twee juristen, de een een houw
over het hoofd. Er kwam bloedvergiftiging bij de
wond en den volgenden dag was de arme jongeu
een lijk. Een treffend geval, maar dat de Duitsche
studeutenwereld niet zal weerhouden, hare barbaar-
sche gebruiken met ouverminderde sleek- en hak-
woede voort te zetten. Alleen zal men misschien
de assisteereude geneesheeren opdragen een beetje
beter toe te zien op de ontsmetting vau de wonden
der verminkte slachtoffers.
Te Kleinottweiler, bij Neustadt a. d. Hardt
is de bliksem Zondagnacht in een danszaal ge
stagen. Vier mannen en een meisje werden gedood.
Het schijnt al zeer moeilijk, om bij onder-
zeesche booten voor voldoende luchtverversching te
zorgen, en een Engelsch officier, die aan de jougste
proefnemingen, door de Britsche regeering ingesteld,
heeft deelgenomen, schrijft in het #Royal Maga
zine", welke angstige benauwde oogenblikken hij
en zijn medeofflcieren doormaakten. #De hitte",
zegt bij, werd al grooter en grooter, maar wij
moesten verder volgens onze orders, en elke
roinuut kregen we meer hinder vau hitte en be-
nauwdheid. We vragen ous af, hoe tang we het
nog zullen kunnen uithouden en of we deze
marteling wel zullen kunnen uitslaan. We ver-
geten, ons er over te verbazen, dat we er alien
zoo bleek en ontdaan uitzien en vragen niet, of
het alleen door 't witte licht van de electrische
lampen komt, of dat ze alien misschien zich even
benauwd voelen als wij. Voort gaat het, al maar
voort, we hebben geen besef van den tijd, voelen
ons hoofd als opzwellen, en onze oogen zien als
door een waas. Daar wordt plotseling een van
ons on wel, en we filosofeeren er juist over, hoe
het moet gaan als de ingenieurs ziek mochteu
worden dan gesuis in onze ooren, de ademhaling
wordt al moeilijker en we zien de temperatuur
tot 120° F. stijgen. We moeten frissche lucht
hebben
Onbeschrijfelijk moe voelen we ons, en daar
valt er opeens een van ons op den grond, bewus-
teloos. Een soort van paniek, althaus als zoo
iets mogelijk is onder officieren, die hun plicht
in den dienst keDnen, brak onder ons uit, en in
die omstandigheden gaf de kapitein last, de boot
omhoog te brengen. Het was nog juist bijtijds,
want toen we boven waren, een zaak van seconden
slechts, was er weer een op het punt flauw te
vallen, en alien zagen we er fataal uit. Toen de
frissche lucht werd toegelaten, was de plotselinge
verandering zoo treffend, dat onze benauwdheid
er eerst erger van werd, maar na twee of dne
miuuten ging dat over en de meesten van ons
troepje begouuen zich beter te gevoelen. Onze
chronometers zeiden ons dat we twee uren en vijf
en veertig minuten cnder water waren geweest.
Wij moesten aan de pier vau aankomst een der
onzen eerst in een rustig vertrek neerleggen, waar
het nog eenigen tijd duurde, voor hij weer gebeel
bij zijn positieven was.
Uit Parijs wordt bericht een geval van een
kassiersknecht, die aan een bauk 28,000 francs
had ontvangen, die zich onderweg liet overhalen
tot tracteeren van een paar aardige juffertjes,
naast wie hij op een omnibus had gezeten en
die deze dametjes onverhoeds met zijn geld aan
den haal zag gaan.
Volgens een politie-statistiek is te Parijs sinds
1 Januari 1902 reeds een bedrag van 650,000
francs op dergelijke wijze door vrouwen gestolen.
En dan rekent men nog niet eens de gevallen
mede waarin de bestolcnen geen aanklacht durfden
indienen.
Op het 9d" Intern, congres tegen het alco-
holisme hield Dr. Legrain een rede over alco-
holisme en tuberculose, waarin hij betoogde, dat
het eerste de wegbereider is voor het laatste,
doordat het door alcoholische dranken verzwakte
lichaam zijn weerstandsvermogen heeft verloren
eu dus vrij spel geeft aan de vernielende werking
der bacillen. Dr. Forel was het hiermee volko-
men eens blijkens de volgende aardige opmerking
Langen tijd heeft men de tuberkelbacil als het
groote gevaar beschouwd en er dan ook gedncht
jacht op gemaakt. Dat canaille laat zich echter
maar niet uitroeien. Het zweeft door de lucht
en wordt door vliegen, vlooien en allerlei andere
dieren meegebracht. Daar komt bij, dat ze zoo
hinderlijk klein zijnzelfs bij 800 voudige ver-
grooting kan men ze temauwernood zien. Kan
men zich aldus niet van hen ontdoeu, dan is het
maar het beste, hun den voedingsbodem te ont-
trekken. Een gunstige bodem in het mensche-
lijk lichaam wordt gekweekt door slechte overbe-
volkte woningen, slechte voeding, syphilis, maar
vooral door het alcoholisme. Onthouding en een
hygienische levenswijze zijn dus noodig om te
maken dat wij niet langer door de bacillen, doch
de bacillen door ons verteerd worden. Hij zelf
had wel al een pond bacillen in zijn lichaam ge-
kregen, zonder er ooit het geringste nadeel vau
te hebben ondervonden.
In een rotsspleet in den Harz heeft men
dezer dagen een student uit Berlijn in uitgeputten
toestand aangetrc ft'en. Hij bleek daar als een
kluizenaar geleefd en zich al dien tijd gebrekkig
gevoed te hebben. Het jongemensch leed aau
zijne zeuuwen en was dientengevolge menschen-
schuw geworden.
De Daily Express zegt uit gezaghebbende
bron vernomen te hebben, dat bemoedigende uit-
komsten de onderzoekingeu van bet Engelsche
fonds tot bestrijding van kanker bekroond hebben.
»Ofschoon bepaalde bizonderheden geheim worden
gehouden, gelooven wij, zegt de D. E., dat de
uitstekende specialisten Drs. Bashford en Murray,
die door het uitvoerend comite zijn aangewezen
om het onderzoek uit te voeren, een ontdekking
hebben gedaan welke later zal kunnen leiden tot
opheldering van de oorzaak van kanker. Wegens
het ontzaglijk gewicht van zulk een wetenschap-
pelijken triomf, acht men het in geneeskundige
kringen niet geraden om verdere bijzonderheden
mede te deelen Het werk van Drs. Bashford
en Murray is hoofdzakelijk beperkt geweest tot
een onderzoek van beginnenden kanker bij lagere
dieren."
Het blad voegt er nog bij dat beide dokters
in de laatste veertien dagen in het laboratorinm
van het Royal College of Surgeons elken dag
van tien uur 's ochtends tot elf uur 's avonds
aan het werk zijn geweest.
Zaterdagavond lieten zich te Brightlingsea
op de kust vau Essex negen man van het Ameri-
kaansche stoomjacht Lorena van den wal naar
boord "roeien. Het was een kleine boot en twee
u
man zaten aan de riemen. Onderweg liep de
boot vol en zonk. Een van de roeiers en een
matroos werden gered. De oveiige negen ver-
dronken.
Zondagavond heeft te Ostende een groote
menigte in spanning de pogiDgen gevolgd van
een sleepboot die uitvoer om een luchtballon te
redden welke telkens zoo laag daalde dat het
schuitje in zee kwam. Nadat er een roeiboot
was uitgezet waagde de luchtreiziger uit het schuitje
te springen. Hij werd opgevischt terwijl de ballon
weer met groote snelheid omhoog rees. Het was
een ballon die bij Duinkerken was opgestegen.
De lotgevallen van een deserteur.
Een Europeesche korporaal van het O.-l. leger,
die te Bandjermasin door den krijgsraad wegens
diefstal tot 3 jaren gevangenisstraf was veroordeeld,
brak te Moeara-Teweh uit zijn eel en giug op de
vlucht, in de hoop, Semaraug, zijn geboorteplaats,
te bereiken.
Zoodra hij op vrije voeten was, maakte hij zich
meester van een prauw, eu met eenig geld en wat
levensmiddelen ondernam hij den langen tocht
naar Bandjermasin, vertrouweude onderweg wel
genoeg voedsel te zullen vindenmaar spoedig
werd hij achterhaald door eeu prauw met drie
Maleiers, die hem voorstelden met hen mede te
gaan, waarvoor hij eenige geldelijke belooniug zou
ontvangen.
Geldgebrek en lust naar avontuur deden hem
besluiten hierop in te gaan. Toeu hij vertrouwelijk
met hen werd, deelde bij hun mede, dat hij een
gedroste Europeesche militair was, en zijn nieuwe
vrtenden besloten toen, uit bun reismakker geld
te staan.
Na eenige dagen door het bosch te hebben
geloopen, kwamen de reizigers in kampoug Dir >e
Pinang aan, waar een der Maleiers een onderhoud
vroeg met het hoofd Temenggoeng Moertong,
waarvan het gevolg was, dat onze korporaal ver-
kocht werd voor eenig koperwerk, speren, 25,
twee karbouwen en een hoeveelheid rijst.
De kampong bestond uit drie groote huizen,
bewoond door verscheiden gezinnen. Hij mocht
zich vrij bewegen en ging overdag met de man-
nelijke bevolking op jacht, waarbij voornamelijk
varkens en herten het doel waren en blaaspijpen
met speren gebruikt werden. De vrouwen bleven
in den kampong achter, stampten rijst, zorgden
voor de kinderen en voor de reinheid van den
kampong en bereiden de spijzeu.
Maar hoe goed onze man 't ook had, het leven
begon hem te vervelen. Op een nacht waagde
hij een poging om te ontvluchten, maar werd
gevat en teruggebracht, en nu brak eeu tijd van
ellende voor hem aan. Hij werd wel nog voldoende
gevoed, maar mocht niet meer mee op jachtdes
daags stood hij onder strenge bewaking eu's nachts
werden zijne handen geboeid met een bamboe.
Na eenigen tijd trok Moertong met hem het
binnenland in naar kampong Moeara Lareng, waar
de korporaal aan het kampoDghoofd werd over-
gedaan voor twee koperen lilas, een karbouw, 5
watertonnen en eenig geld. En den volgenden
dag werd hij overgegeven aan den civielen gezag-
hebber van Poeroek-Tjahoe.
Toen hem gevraagd werd, welk vreeselijk lot
hem toch wel wachtte als zoenoffer van de bevolking,
waarvoor hij bestemd was, antwoordde hij, daarvan
nooit iets te hebben gemerkt, en eveumin dat de
bevolking van den kampong, waar hij gewoond
bad, godsdienstige neigingen had, of dat er vijand-
schap met andere kampongs bestond.
Maandagavond is te Parijs op den Metropolitain (de
onderaardsche spoorweg), een vreeselijk ongelnk ge-
beurd.
In een trein die het station in de rue des Conronnes
passeerde, raabte door een gebrek in de electrische ge-
leiding -in de technische benaming kortsluiting ge-
heeten een wagen in brand. De trein werd tot
stilstand gebracht en de brand met de bluschmiddelen,
die er aan elk station zijn, gebluscht.
Het was om dien tijd echter drnk op de lira en toen
de treinen stopten en de reizigers niet op de gewone
wijze konden uitstappen, verlieten zij de wagens en
gingen onder de tunnels door. Er ontstond gedrang,
en eenige gekwetsten werden in de buurt bij apothekers
binnengebracht.
Zoo luidt het eerste bericht.
Verder werd gemeld
Parijs, 11 Aug. Een ontzettende ramp op den Metro
waarvan de omvang eerst vroeg in denochtend ontdekt
is. Een trein, welke om de een of andere reden wei-
gerde en voortgeduwd werd door een tweeden, is in
brand gevlogen. De eerste trein was al leeg en de
t-weede kon bijtijds verlaten worden. Doordat de station-
chef den electrischen stroom afsloot, werd het station
waar een derde trein binnenliep, in donker gezet. Dit
en de ontzettende rook uit de tunnel, vergezeld met de
hitte van de brandende rijtuigen, veroorzaakte een
paniek. Alleen de passagiers uit den derden trein, welke
in zijn geheel nog aan den ingang van het station staat,
met stukgeslagen raampjes en hier en daar gebarsten
verf, schijnen het slaclitoffer geworden te zijn. In de
duisternis op onbekend terrein konden zij den uitgang
niet vinden en zijn gestikt.
Eerst tegen drie uur was het aan de brandweer
mogelijk in den gloeienden oven af te dalen. Nog
hedenochtend om tien uur, toen ik naar beneden ging,
was de hitte benauwend.
Op de 84 dooden zijn er 72 uit het station, aan welks
ingang de laatste trein is blijven staan. Aan het uiteinde
ervan is een gat in den grond gehakt, waardoor de
lucht toegevoerd en het meerendeel der lijken opge-
heschen is. Bijna alle dooden zijn in overeenstemming
met het uur, uit den werkenden stand. In de kazerne
tegenover de Notre-Dame zijn in de wachtzaal 43
dooden neergelegd in drie lange rijen. Allen liggen
in spanen kisten, waarvan de meeste reeds gesloten
met R. (herkend) in houtskool er bovenop, of ook een
papiertje met den naam. De nog niet herkenden geven
den indruk van een plotselingen doodzeer enkele
slechts met een afwerende houaing van den arm. De
gezichten zijn hoogrood gekleurd en zwart, sommige
met bloed bm neus en mond niet verkoold. In alle
nog opene kisten zijn goed herkenbare tiguren. Van
een werkman staat liet horloge op kwart voor negen.
Zijn retourbiljet ligt ernaast.
In de Morgue zijn er nog 40 lijken neergelegd, ver
deeld over drie vertrekjes aan den achterkant van dt
gewone tentoonstellingszaal. Ook hier zijn de meesten
herkend en de overigen goed herkenbaar. Hier en aan
de kazeme staan slechts eenige honderden nieuwsgieri-
gen. Er is ook niets te zien dan het aan- en weg-
rijden der lijkwagens en agenten en gardes, een paar
te paard, die het verkeer regelen. Op de plek van het
onheil echter zijn duizenden saamgestroomd. Het ver
keer is daar nu vrij, buiten de twee station netjes vlak
bij Pere-Lachaise, waar het drama afgespeeld is. Deze
zijn afgezet.
Het onheil met zijn ontzettende gevolgen is blijkbaar
veroorzaakt door het gebrek aan luchtkokers. Hoofd
zakelijk zijn het de stations die daarvoor dienstdoen.
Parijs, 11 Augustus. Door groote hoeveelheden water
in te spuiten en met behulp van bizondere werktuigeu
kon de brandweer hedenochtend om 3 uur in het station
Mdnilmontant neerdalen. Kapitein Clairiere ging ondanks
den dikken rook voorop, maar hij kwam aadelijk weer
boven. Hij had een lijk gezien, zeide hij. Zijn helm
is gloeiend. Weer daalt hij af, nu gevolgd door eenige
spuitgasten. Als zij terugkeeren, dragen zij lijken. In
eenige keeren brengen zij 7 lijken boven, mannen en
vrouwen. Men legt ze in het kantoor van de omnibussen.
Intusschen zijn er ook aan het station in de rue des
Couronnes spuitgasten naar den spoorweg afgedaald.
Zij zien twee lijken, maar kunnen er niet bijkomen,
zoo fel is de hitte en dik de rook. De spuitgasten aan
het station te Menilmontant trachten de tunnel van het
station Couronnes te bereiken om die twee lijken weg
te halen.
Om 5 uur komt aan het station Couronnes de prefect,
van politie weer boven. Het valt moeilijk hier naar
beneden te gaan. Op een punt van den spoorweg brandt
het nog. De spuitgasten weten toch nog 4 lijken van
mannen naar boven te dragen. De lijken zien er ijselijk
verwrongen uit. De spuitgasten brengen tevens de
vreeselijke tijding mee, dat er in de tunnel nog een
vierde trein vol slachtoffers is.
Het is moeilijk juiste inlichtingen te bekomen.
De aanblik van de lijken, die uit de tunnel gehaald
worden is veischrikkelijk. De lijken zijn alien opgezet,
daar alle slachtoffers gestikt zijn door den rook. Om
half zeven hedenmorgen waren 84 lijken te voorschijn
fehaald. Toen waagden de journalisten het in detun-
innen te dringen, waar zij een treurig schouwspel
zagen. Het geheele lijnvak is verbrand op de steencn
vloeren liggen hoeden, parapluies, kleedingstukken de
kussens der spoorwegrijtuigen zijn overal verspreid.
Men kan nagaan dat er een vreeselijke strijd heeft
plaats gehad tusschen de slachtoffers. Vloeren en mu-
ren zitten vol bloed.
De herkenning der lijken in de Morgue geeft aanlei-
ding tot pijnlijke tooneelen. Een groot aantal lijken
is in de kazerne neergelegd, die veranderd is in een
doodenkamer. De bevolking van Parijs is zeer onder
den indruk.
Minister-president Combes, vergezeld door den prefect
van politie Leprae, bracht een bezoek aan de Morgue.
De brandweer heeft een bewonderenswaardige toe-
wijding en heldhaftigheid getoond.
Het aantal lijken tot nu toe herkend bedraagt 76.
De identiteit moet nog van 8 dooden vastgesteld worden.
De herkenden werden in ronw-stoet naar hnnne woningen
gebracht. Onder de dooden is geen vreemdeling, noch
iemand van eenige bekendheid.
Het verschrikkelijke onheil maakte een indruk in de
stad als nooit te voren. In de straten weerklinken de
sombere uitroepen der krantenjongens, die met de derde
en vierde edities der bladen een steeds grooter aantal
dooden melden. Het officieele cijfer spreekt van 84
dooden. Te elf uur daalden de minister-president
Combes en de minister van openbare werken, Marue-
souls, in de gewelven af. President Lonbet. zond een
telegram van deelneming aan de Parijsche bevolking.
Overal heerscht groote drukte.
In de Morgue spelen zich hartverscheurende tooneelen
af van weduwen die het lijk herkennen barer echtge-
nooten.
De hedennacht ontvangen Fransche bladen bevatten
de eerste bijzonderheden.
Onbeschrijtlijk was de paniek, die er ontstond in de
tunnelhet geschreeuw der vrouwen en kinderen was
afgrijseliik. Zoodra het ongeluk bekend was, wilde de
menigte het station van de »rue des Couronnes"bestormeu.
Dank zij de politie-maatregelen werd dit gelukkig
verhinderd, anders was het onheil nog erger geweest.
In het station zelf was het om te stikken. Men kon
niets meer zien, de verwarring was ontzettend, vrouwen
vielen al vluchtende in onmachtin een der nabij zijnde
apotheken zijn weldra 9 personen opgenomen.
Een der geredden doet het volgende verhaal
»lloe ik er uit ben gekomen, werkelijk, ik weet het
niet. Toen ik het station bereikte, was ik uitgeput
zeker had ik geen twintig meter verder kunnen gaan.
Men zeide mii, dat nog meer personen vluchtten in de
richting van het station van Belleville. (Men weet, dat
het ongeluk tusschen deze twee stations gebeurde).
Iedereen zocht, toen de brand ontdekt werd, een goed
heenkomen. Zeker ben ik' overtuigd, dat velen op den
weg zelf stikten, want in den donker stiet ik tegen
verschiUende lichamen".
Op de boulevard de Belleville zelf was de angst der
moeders, vaders, vrouwen en kinderen akelig om aan
te zien.
Men bestormde de politie met vragen. Mannen ver
wachtten hunne vrouwen, die altijd 's avonds met de
Metro komen voor het souper, maar zij kwamen maar
niet; moeders met kinderen wachtten uren lang tot
laat in de nacht hun man en vader af, om hem tegen
den morgenstond tusschen de 90 lijken, misschien in
de /Morgue" te ontdekken.
Bijna alle slachtoffers behooren tot den werkenden
stand, de Parijsche ouvrier reist met extra werkmans-
kaarten bijzonder goedkoop op de Metro. Voor 15
centimes been en terug rijdt hij van zijn werk tot aan
huis. Hulp bleef echter niet lang uit. Pompiers, politie,
particulieren van alle rangen en standen verleenden
Dijstand, doch de verstikkende rook belette den door-
gang-
Te half twee in den nacht daalde de sergeant der
pompiers Ahrens, goed vastgebonden met touwen, die
boven werden vastgebonden, op het hoofd een ijzeren
masker, in de met damp en rook gevulde ruimte. Om
het middel had hij een stevig koord, in de eene hand
een acetyleen-lantaarn, in de andere een scheepsroeper.
Doch hoe goed zijn wil ook was, hij moest terug, de
rook is ondoordringbaar.
Een oogenblik wil men dit gedeelte van de tunnel
met dynamiet doen springen. Men moest dit plan echter
opgeven, daar de baan te ver onder den grond ligt en
de uitbarsting misschien nog meer dooden zoueischen.
Alle plaatselijke autoriteiten waren, met den prefect.
Lepine aan het hoofd, spoedig op de plaats des onheils
aanwezig.
Eindelijk, om 4 uur in den morgen, slagen vier
pompiers er in, van het station Menilmontant uit, iets
verder te komen. Twee van hen komen weder onmid
dellijk terug, zij dragen een lijk. Het is de juffrouw,
die in dat station kaartjes verkoopt, dood in haar bureau,
ineengekrompen. Dan nog een lijk, weer een, ten slotte
zijn er reeds vijf. En hoeveel komen er nog meer?
De lijken worden eerst in de omnibuswachtkamer
gebracht om vandaar naar de //Morgue" vervoerd te
worden. De zon komt op en nog steeds verdringt dc
menschenmassa zich voor ae plaats des onheils. En de
pompiers, die weder afdalen, zoeken steeds verder
Parijs, 11 Aug. Een tweede spoorwegongeluk, nage-
noeg gelijk aan het eerste, eveneens bij de /Metropoli
taingeschiedde hedenavond te half zeven. Twee
vrouwen werden gewond.