A I (j e m e 8 n Nieuws- en Advertentieblad Zee voor uwsch-Vlaanderen. 60 W. GRINT, No. 4409. Zaterdag 25 Juli 1903. HINDSRWST. v 43e Jaargang. De vesting Terneuzen Gemengde berichten. ABONNEMENT: Inzending van advertentienjroor 3 uren op den dag der uitgave BBBSTB SLAD. van 3—6 c. M. RECHTSZAKEN. Chocolaadboontjes. mmMKama&mtmaacsemm** IBIIZEKSCHE KIIRiVT Per drie maanden biunen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederlaud 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abouneert zich bij alle Boekbandelaars, bushouders. Voor Postdirecteuren en Brieven- ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsiug derzelfde advertentie wordt de prijs slecht.8 tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Uit mart verscliijnt Maandag-, Woenadag- en Vrijdagavond, »USe2ontterrt op FeestrtageH, bij de Fir.na P. J. VAH DE IAXDE te Ter Weuieo, Burgemeester en Welhouders van TLR NEUZEN, ijelet op artikel 8 der Hinderwet doen te weten, dat voorwaardelijk vergunnmg is verleend aan Gebroeders TAZELAAR, winkeliers, wonende te Ter Neuzen, tot het oprichten van eene bewaarplaats van patroneo, in bet perceel, staande in de Noordstraat alhier, wijk C no. 9, kadastraal sectie C 1799. Ter Neuzen, 18 Juli 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. Voor gevraagd de gemeente HONTENISSE wordt voor de levering op keur en viij op den wal der haven van Walsoorden van De levering moet geschitdeu voor den 31 Juli a. k. ten geineentehuize. De Burgemeester, K. J. A. G. COLLOT o'ESCURY. DOOR L. M. A. VON SCHMIDT. De gebrekkige situatie van de positie Ter Neuzen— Ellewoutsdijk voor het nakomen van internationale verplichtingen op de Wester-Schelde blijkt nog een keer te meer uit een beschouwing van den beer Farncombe Sanders bij de algemeene beraadslaging over de staats- be<TOOting voor 1895. »Steltwee mogendheden zijn in oorlog, zei de heer Sanders, ybeide in bet bezit van vloten, die zich bevinden in de Noordzeedeeenevloot is niet ver verwijderd van bare havens, dokken en werkplaatsen, de andere wel. Is het dan niet zeer denk- baar, dat de andere vloot traohten zal beslag te leggen op de uitnemende hulpmiddelen voor reperatie van geleden zee- en geveclitsscbade, die aangetrotten worden te Vlissingen V Met de positie Ter Neuzen -Ellewouts- diik zou daartegen niets begonnen kunnen worden. Voor tie vraa(r van den heer De Roo van Altlerwerelt, „f wii onze neutraliteit niet aan den riviermond moeten verdedigen was dns veelszins grond. Op de juistheid der zienswijze, dat een scliending van het neutraal uebied westelijk van Ter Neuzen, slechts »een zaak zou zijn tusschenden sehender en ons," moet daartegen afsredongen worden. Wanneer het ontwerp tot berziening der vestingwet van den Minister Reuther in verdere behandeling ware vekoinen zou over het vraagstuk betreffende Ter Neuzen jdeliig het vereischte licht zijn opgegaan. In de memorie van antwoord zei deze bewindsman te recht»al wilde men aanzienlijke uitgaven voor de verbetering (tier versterkingen besteden, dan nogzouden deze, door hunne ligging. niet gearlit kunnen worden, hunne taak op afdoende wijze te kunnen vervullen. Wilde men inder- daad het beginsel der verspernng van de Schelde tot handhaving onzer neutraliteit, met behulp versterkingen, toepassen, zoodamg dat c gewenschte resultaten zouden zijn te verwaehten, dan hehoorden andere maatregtden van wijder strekking te worden genomen dan zouden b. v. moderne kustforten aan en in den mond dezer rivier moeten verrnzen maar, dan zouden ook enorme sommen voor dat doel moeten worden uitgegeven. Oe Regeering meent dat hie overge-aan en dat wij ons dns, tot handhaymg onzer eutraliteit op de Scheldt, desgevorderd tot het doen n reden van een deel onzer vloot aldaar moeten bepalen. blijft dan ook de opheffing der werken aan de Wester-Schelde in 's lands belang aanbevelenswaardig flet'komt ook mij voor, dat aan de Schelde tegen den toegang van onbevoegden te water, door onze marine 3 worden, geprotesteerd en zoo noodig gevoehten. A an een worden eu den cmni "*,u schending den eerbied afdwingen, dien de oorlogvoe.en- den ons neutraal gebied versckuldigd zijn. Liet de Nederlandsehe Regeering. tot bes'diernyng van het neutraal terrein, voor Vlissingen een mobiel eskade ten anker komen, dan zou, bijaldien de neutral.teitstoestand in eel. toestand van oorlog overging, onze scheepsmaeht bij het Nieuwediep en op de Zuiderzee allicht ontoe- ,v kend zijn. Zeker moet met deze nadeelige konsekwentie worden rekening gehouden, als uit de luuitraliteitstoestand een oorlog met een zee-mogendheid zou kunnen vooit- V'VVellicht dat ook voor onzen torpedo-dienst in het aangenomen geval een nuttige werkkring weggelegd is. oktorpedo-Klia, die voor de havenwerken van Soerabaja beprorfd is en die zeer snel, om zoo te zeggen la barbe van vijandelijke schepen kan gelegd worden, on liier eu daar verdwaald aangewend, nuttig kunnen ij., ell zelfs preventief kunnen werken. De mtkomsten zer proeven met deze torpedo zijn gekeim blijken de worden geprotesteerd en zoo noodig gevoenten n talrijk eskader moet' voor dit doel niet gedadit u Niet door de veellieid maar door de beslistheid i crust van ons verweer moeten wij in geval van bekomen iulichtingcn niet overdreven, dan kan zij ook de kracht, der positie Ter Neuzen EUewoutsdijk ten goede komen; jammer echter, dat zij aan de bezwaien er situatie niets veranderen kan. Bij de regeling van het vestingstelsel zijn in de Tweede Kamer, voo°- het behoud van de stelling aan de Wester- Schelde, nog eenige bijkomstige voordeelen genoemd. Vooreerst is opgemerkt,'dat de versterkingen een retraite opleveren voor marine-vaartuigen, die men op de riviei wilde stationneeren en ten anaere zou, aangenomen dat oorlogsvaartuigen moeten opgesteld worden --- wat Regeering van 1874 uitdrukkelijk wenschte in het midden te laten, het getal schepen „belangrijk minder kunnen zijn, wanneer wij daar die posten hebben. Voor beide gezichtspunten is wat te zeggen. Eenig voordcel is hier inderdaad. De permanente werken zouden vooral dan een retraite voor onze marine zijn, indien hun geschut het jagen van achtervolgde vaar- tuigen zou kunnen stop zetten. Rang zal het dit in geen geval kunnen. Tenslotte nog een zeer kort woord over de demonstra- tieve beteekenis der stelling. Mij dunkt het belioeft geen lang betoog, dat deze niet heel groot kan zijn. II frrmt dv bruit is onlangs gezegd, toen het denkbeeld werd besproken om de positie te verlaten. Ik geloof dat wij in de vraag, of Ter Neuzen moet behouden blijven, bij de buitenlandsche regeeringen een onbevangen oordeel kunnen onderstellen en dat er geen reden is dat oordeel te schroomeu. In 1870 was de post bezet en werd zij op het tijdstip, dat er internationale verplichtingen ont- stonden, ontwapend en verlaten. Niettegenstaande de oogen der internationale politiek op de belaneen van Belgie gericht waren, is van geen enkele zijde net ver laten van Ter Neuzen, als een punt van eenige beteekenis aangemerkt. De Ministers Reuther en Taalman Kip, hebben het, ten overvloede, in hun memorie van toe- lichting, ongevraagd en luid kond gedaan, dat deze werken voor de gewapende handhaving onzer neutraliteit geheel ontoereikend en daarom eerder nadeelig dan voordeelig zijn te achten." Het outoereikende moge de werken tot nadeelige posten stempelen, ze zijn miins inziens in hooger mate schadelijk uit nog andere gezichtspunten. IX. Toen in 1883 het voorstel tot herziening der vestingwet aanhangig was, is door den heer Rooseboom voor het behoud" van Ter Neuzen gepleit op gronden, 1) die geheel afgescheiden werden van het mogelijk nut, dat van de vesting voor de handhaving onzer neutraliteit zou kunnen verkregen worden. Ter Neuzen zou, volgens dit betoog, diensten kunnen leveren bij geschillen met Belgie. »De Uoofdader van den voorspoea van Antwerpen is de Wester-Schelde. Is men meester van de gemeen- schap van Antwerpen tot zee, dan heeft men een be- langrijk middel in de hand om bij eveutueele politieke verwikkelingen de tegenpartij in een weiwillenden geest te stemmen." Ik geloof niet, dat aan dit argument een wezenlijk gewicht mag worden toegekend. Ware het mogelijk, bij een ietwat hoorioopend politiek geschil met Belgie, diens handel in bettwang te hoiulen, zonder tevens (ten handel van andere natien te belemmeren, dan zou, in de gedachte omstandigheid, van Ter Neuzen misschien voordeel worden verkregen. Maar ik kan niet onderstellen. dat een Regeering het middel zou aandurven, veel minder dat het de verlangde uitkomst zou opleveren. Van alle zijden zouden vertoog en inmenging te wacliten zijn. Bovendien kon de vaart op de Schelde met een klein aantal marine-schepen doelmatiger worden bedwongen. Omzichtigheid ware bij een optreden, als waarvan hier sprake is, stellig in de eerstr plaats geboden. Omzichtigheid kail in aclit genomen worden door vaartuigen der marine, veel minder echter door de kustbatterijen van Ter Neuzen— Ellewoutsdijk. In lietzelfde artikel is ook de bedenking seopperd dat wij Ter Neuzen prijs gevende, geen enkel vast punt meer zullen hebben ten zuiden van de Wester- Schelde. Een Belgische legerafdeeling zou Staats-Vlaan- dereu dan zonder slag of stoot kunnen bezetten Werd daarentegen Ter Neuzen behouden, dan zou zeer waar- schijnlijk alleen de aanwezigheid der vesting van derge lijke handelingen doen afzien. Het is moeilijk in de toekomst te lezen en onmogelijk is het niet, dat Ter Neuzen eenmaal nog een gewichtige rol zal kunnenspelen. Tock zou er, om Staats-Vlaanderen tegen eene onverrompeling te behoeden, aan een voor- waarde moeten voldaan zijn, die niet licht vervuld zal worden. Zonder een goede bewapening en een blijvende -bezetting kan een vesting aan bet in bezit nemen van een landstreek zonder slag of stoot niet in den weg staan. Toen in 1847 de heer Van Eck, in de Tweede Kamer als bezwaar tegen de vesting Ter Neuzen bijbracht, dat er een bezetting van 4000 man noodig was, antwoordde de Minister Weitzel»om ten voile bezet te zijn en een belegering te kunnen doorstaan vordert Neuzen slechts '2000 man, maar een zoo sterke bezetting is er niet noodig. Neuzen is alleen te beschouwen als een ge- sloten" kustbatterij, die door storm niet kan worden genomen. De vesting moet alleen besta.nd zijn tegen huidingstroepen van een vijand (bedoeld is een oorlog- voerende mogeudkeid), die de Schelde inocht v^lleu op- varen." Uit dit antwoord kan worden afgeleid, dat voor de bestemming van plar,- dn mommt in Ter Neuzen voortdurend een vrij aanzienlijk garnizoen zou moeten aanwezig zijn. Het komt mij dan ook voor, dat de be- schouwing ov0i" dn beteekenis van Ter Neuzen als p/oce dn mom.-nc geen argument is voor het behoud, maar dat zij integendeel de slechting der vesting tot conclusie moet hebben. Een grensvesting met geen of weimg garnizoen heeft voor een aanslag, door alle tyden been, iets bij zonder aantrekkelijks gehad. Indien men ler Neuzeii niet idijvend van een voldoend garnizoen voor- ziet, dan is er'ook kans, dat bij yerkwikkehngen met Belgie de vreemde troepen de Nederlandsehe m het bezetten der vesting zullen voor zijn. 1) In een opstel »Herziening der vestingwet", Vragm dit Tijds 1883, Deel I. De toelichting van den Minister Weitzel, dat Ter N'uiv.en uit bet oogprmt der gevorderde bezetting alleen (is) te beschouwen als een gesloten kustbatterij" verdient nog eenige bijzondere aandacht. De vestingwal, zoo wordt in deze opmerking gezegd, heeft alleen de be stemming om de achterzijde der kustbatterij af te sluiten. Dit kan echter een wal niet op zich zelf. Zal hij bestand hebben tegen landingstroepen, dan moet hem dit met een voldoende bezetting over den geheelen omtrek worden gegeven. Aan een bestemming van Ter Neuzen, gelijk den heer Rooseboom voor den geest stond, is in 1874 nietgedacht. Ook bij de latere regeeringen zijn zoodanige motieven oor het behoud dezer vesting nimmer bijgebracht. Dat de Minister Bergansins aan Ter Neuzen uitsluitend de taak toedenkt om, zoo noodig, mede te werken bij de handhaving onzer neutraliteit, is herhaaldelijk gebleken. Het volgt ook uit de onderliandelingen in zake de ver- vanging der vesting door een, buiten deze, te bouwen kustbatterij. Mocht het zoover komeu, dan zal in ieder geval gewonnen zijn. De bezetting van een langen estingwal zal er mede worden uitgespaard. En zulks niet alleen in bet geval van neutraliteitshandhaving, maar ook als we zelf krijg voeren. De beer Rooseboom vermeldde in het meergenoemd artikel niet ten onrechte, »dat de omstandigheden, waaronder wij in een oorlog gewikkeld worden, van zoodanigen aard kunnen zijn, dat wij zouden wenschen die vestingwerken niet te bezitten." De geeerde schrijver voegde er aan toehet blijft aitijd een gevaarlijke daad een vesting, die aan zoo belangrijken waterweg iigt als Neuzen, in tijd van oorlog onbezet te laten, omdat zij dan allicht door een andere mogendheid wordt bezet." Zoo dacht ook de Minister Weitzel. Zonder garnizoen zou de vesting in oorlogstijd niet blijven. De Minister zei »In dit geval hebben de versterkingen aan de Wester-Schelde slechts zwakke bezettingen noodig, dewijl er dan voor het handhaven der neutraliteit dezer rivier wel geen sprake zal behoeven te zijn." Een vesting die men van troepen moet voorzien, niet omdat men hare verdediging nuttig acbt, maar alleen omdat het niet bezetten zou zijn een gevaarlijke daad, heeft de praesumptie voor wat men in een vroegere periode yschadelijkheid" noemde. Het is daarvoor niet de vraag of men zich wellicht omstan digheden kan denken waarin zij voordeel zou opleveren die mogelijkheid bestaat voor iedere sterkte, hoe acliter- lijk ook liaar bouw is en waar zij moge zijn gelegen. Blijkens de meergenoemde memorie van antwoord zijn ook naar de overturning van de Ministers Reuther en Taalman Kip, voor het behoud van Ter Neuzen //in hoofdzaak slechts beweegredenen aan te voeren van soortgelijken aard als vroeger geschiedde ten aanzien van zoo menige versterkte plaats, die thans als »schade- lijk" is erkend en gesloopt." De vesting Ter Neuzen moet mijns inziens als schadelijk worden erkend als strijdmiddel voor oorlogsgevallen, omdat zij als zoodanig geen nut heeft en alsdan aan de weerbaarheid slechts zou afbreuk doen als neutraliteits- positie aan de Wester-Schelde omdat zij, in het algemeen, voor het handhaven onzer souvereine rechten en voor het bevorderen van internationale verplichtingen op die rivier, door liaar ligging ongeschikt is. Ook voor het bijzondere geval dat Belgie oorlogspartij ware, het geval aus van de oflicieele bestemming der vesting, schijnthaar instandhoudiug nietboven bedenking. Door den heer Stieltjes, later ook door de generaals Booms en Den Beer Poortugael, is Ter Neuzen van groot aanbelang geacht teneinde voor of door een bondgenoot van Belgie bezet te worden. Wanneer deze specialiteiten de strategische waarde van de vesting voor zoodanig geval goed hebben beoordeeld, zou haar aanwezigheid voor onze neutraliteit niet slechts als schadelijk, maar zelfs als gevaarlijk moeten worden beschouwd. Wel verre toch van een preservatief zal Ter Neuzen voor de oorlogspartijen een attractie kunnen zijn om ons onzijdig gebied te schenden. (Slot volgt.) Arrondissoments-rt'ctatbauk te Middelburp. De rechtbauk heeft in hare zitting van 24 Juli de volgende vonnissen uitgesproken 0. H. H., oud 35 j., varensgezel te Ter Neuzen, is wegeus mishandeling veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen hechtenis. M. J. v. B., oud 41 j., winkelier te Zaamslag, is wegens beleediging van een ambtenaar veroord. tot f 10 boete of 10 dagen hecht. J. M. M., oud 25 j., slachter te Ter Neuzen, is wegens beleediging van een ambtenaar veroord tot 10 boete of 10 dagen hecbt. N. M. N., oud 21 j., zonder beroep te Ter Neuzen, is wegens kindermoord vrijgesproken. P. W. N., oud 43 j., opperman te Ter Neuzen is wegens het begraven van een lijk met het oogmerk om de geboorte te verheelen, veroord. tot eene maand gevangenisstraf. De stranding van het Belgische opleidings- schip de Ville d'Ostende op de Suikerplaat, dat thans in het droge dok te Vlissingen in reparatie ligt, heeft nog een eigenaardigen nasleep, al staat bet na te meldeii feit ook geheel op zich zelf. Maandagmiddag kwam een deurwaarder uit Mid- delburg met het doel beslag te Pggen op het genoemde vaartuig. De commandant echter wei- gerde den deurwaarder den toegang, zoodat het beslag niet kon gelegd worden. Dinsdag herhaalde de deurwaarder zijn poging doch met hetzelfde resultaat. De commandant van de Ville d'Ostende, die Maandag na het gebeurde telegraphisch in- structies aan zijne regeering had gevraagd hoe hij moest handelen, verklaarde daarop nog geen aut- woord te hebben gekregen en bleef den toegang tot zijn boden weigeren. Den deurwaarder bleef dus niets anders over dan onverrichterzake huiswaarts te gaan, te meer wijl een telegraphisch verzoek aan onzen minister van justitie, om bijstand van de gewapende macht, voor geen inwilliging vatbaar bleek te zijn. De aanleiding tot deze zaak is de volgende De spoorweg-maatschappij MecheleuTer Neuzen is indertijd door eene expediteursfirma in Ter Neuzen in rechten aangesproken tot terugbetaling eener surtaxe, die de Belgische staat boven het gewone tarief deed gelden. De spoorwegmaat- schappij riep den Belgischeu staat op in vrijwaring. De Middelburgscbe rechtbank veroordeelde oe spoorwegmaatschappij dus indirect den Bel- gischen staat tot terugbetaling en verklaarde de surtaxe alzoo onwettig. De Belgische staat kwam van dat vonnis in cassatie bij den Hoogen Raad der Nederlanden en deze handhaafde de beslissing van de Middelburgsche rechtbank. Niet tegenstaande dat vonDis in het hoogste ressort, bleven alle pogingen om op minnelijke wijze tot de betaling van hat door den Belgischen staat verschuldigde te geraken vruchteloos. Daarom werd thans deze weg iugeslagen. (Midb. Ct.) Naar gemeld wordt heeft de penningmeester der R. K. Spaarbank te Helmond, K., zich met de kas verwijderd. De N. R. Ct. meldt De agitatie in deze stad tengevolge van rond- gestrooide verhalen over vergiftigde chocolaad boontjes, nam in den loop van Dinsdagavond on- rustbarende afmetingen aan. Signalementen van mannen en vrouwen, het eene al vager dan het andere, werden door gedienstige lieden bij de politie aangebracht. Het aantal vergiftigde kinderen in het ziekenhnis opgenomen of reeds overleden steeg bij het uur. Onnoodig te ver- melden, dat van al die geruchten geen enkel de toets der waarheid kan doorstaan. Overleden is niet een kind en verpleegd in het ziekenhuis worden er evenminDit neemt niet weg dat er vooral tusschen zes en acht uur, voornamen- lijk in de oude stad, een soort paniek heerschte. De idee fixevergiftigde chocolaadboonen, had de massa geheel ingepalmd. En het was zoo erg, dat slechts een paar kinderen (want de aanwijzers waren bij meest al de //gevallen" die zich voordeden jongens of meisjes) iemand hadden aan te wijzen, of in een ommezien had deze honderden achter zich. Dan begon er voor zulk een slachtoffer een wedloop om aan het publiek, waaronder zich grooteren mengden, die een dreigende houding aannamen, te ont- komen. Gewoonli)k eindigden deze rennen met het zoeken van een toevlucht in het een of ander politiebureau of- post. Een enkele nagezette had het geluk bij een bevriende familie nog tijdig een toevlucht te vinden. Onder meer deed zich het volgende voor Twee Bchotten, herkomstig uit Wishaw, gisteravond met den trein uit Vlissingen hier aangekomen om een pleizierreisje door Holland te doen, wandelden op den Coolsingel en werden door een jongen aangewezen als uitgevers van de beruchte boontjes. De jongen had het zelf gezien Onmiddellijk vormde zich een oploop. Het geroep van: //gifmenger weerklonk en de dreigende houding van het publiek deed de vreemdelingen toen beenen maken. Het ging straat in straat uit, totdat zij eindelijk doodop, bezweet en bleek van schrik zoo gelukkig waren, in de Lange Torenstraat te land te komen, waar zij met hulp der politie in het politiebureau een tijdelijke toevlucht kregen. Het kostte heel wat moeite om aan deze onschuldige vreemde-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 1