BIJVOEGSEL Ter Nguzsnschs Courant Zaterdag 11 Juli 1903. No. 4403. De vesting Terneuzen FEPILLETON. Gemengde berichten. SIGNORA STELLA. Telegrafische berichten. L. M. A. VON SCHMIDT. HI. VAN DE VAN DOOR Van de latere Ministers, die, daarnaar gevraagd, in de Staten-Generaal verklaard liebben de positie Ter NeuzenEllewoutsdijk onmisbaar te achten, keelt er eeen, een eenigszins uitgewerkte toelichting van zijn meenine gegeven. Niettegenstaande bet vraagstuk iaar op iaar terugkwam en een afdoend betoog yeraere pogingen om de stelling te doen vcrlaten, zou hebben afgesneden, schiint een debat, dat op de kwestie inging, nimmer aanlokkelijk genoeg te zijn geweest. Ook van andere ziide is de aan deze werken toegedackte taak nooit duidelijk in het licht gesteld. Wel is herhaaldelyk verzekerd, dat onze //internationale verpliclitmgen voor- schriiven Ter Neuzen—Ellewoutsdijk te behouden, maar wien deze woorden op zich zelf niet duidelijk en over- tuigend waren, moesten naar de hier toepasselijke be- teekenis er van blijven raden. In de S.tat®£"®en^;'? mccstal verwezen naar de discussien in 1874. Ook m dat debat is liet licbt niet bijzonder helder geweest. Juist afgevaardigden, die door hunne positie op het o-ebied van bet internationale recht over gezag bescbikten, hebben bun stem aan deze stelling onthouden. De des- kundige militaire leden der Kamer hebben voor het meerendeel tegen gestemd. Door den heer De Roo van Alderwerelt is zelfs beproefd de werken aan de wester Scbelde uit het ontwerp te licbtenzijn voorstel is door 38 tegen 30 leden afgestemd. Wanneer men van de discussien in 1874 kennis neemt, dan krijgt bet ontwijken van een duidelijke motiveenng voor bet behoud van de werken aan de Wester-Schelde iets opmerkelijks. Het is zeer moeilyk vast te stellen, op welke gronden in 1874 tot het In stand houden van deze stelling besloten is. De latere Minister Eland deelde in 1883 in de „Vereeniging ter beoefenmg van de knjgs- wetenschap", als zijn slotsom uit de Kamer-discussie mede, .■dat men Ter Neuzen en Ellewoutsdijk wilde beliouden, minder voor Nederland zeif dan ^el voor Belgie omdat men meende dat de onafbankelijkbenl van Nederland rechtstreeks samenbing met (lie van BelgieEr was bij de mondelinge bebandeling van dit onderdeel der vestingwet in de Kamer een mvloednjke groep, die weinig aeht sloeg op de besckouwmgen, waarmede de Regeering bet opnemen van werken aan de Wester-Schelde verdedigde. Die groep ljverde voor een gemeenscbappelijke landsverdedigmg met Belgie. Met de vesting Ter Neuzen tot steunpunt wenschte men v TV 1 .1... 1...1 rvnrv wHl'lr7!lQm t.P V U TillP,T1 Z11I1. ilTffeilS CC11 tuiivuiuvi. s Sat Ter Neuzen bevestigd was met bet doel om des- vereischt den liandel van Antwerpen te kunnen fnuiken en nu zou men de omwalling in stand houden om de zaak van Belgie tot de onze- te maken, indien deze btaat in verwikkelingen kwam. De Minister liet de heeren Saaiimans Vader en Stieltjes begaan in hunne demon stration voor een strategiscb samenwerken met Belgie. Terwiil met enkele woorden bet eigen standpunt zuiver werd gehouden, bleef van de regeeringstafel bet aan- bevolen samengaan tot het einde toe onbestreden. len slotte belieerschten de (.higher considerations het geheele vraagstuk. Welk aanzien bet had, toen er over gestemd werd, kan men het best opmaken uit de overzichten, die de groote dagbladen van dit debat hebben gegeven. Indien Belgie in een oorlog gewikkeld werd, was ook ons volksbestaan bedreigd. Wij moesten Belgie in zulk een geval ondersteunen. Dit was voor ons een to be or not to be In bet overzicht van de Nieuwe Rotterdamecke Courant las men ,/Het gold hier een politieke kwestie bii uitnemendbeid. Alleen door die werken in betvijfde district van Zeeland te behouden, was het mogelijk dat Antwerpen, in geval Belgie in oorlog werd gewikkeld niet werd ingesloten en uitgehongerd. De Nederlandsche volksvertegeuwoordiging had thans te beslissen of zij Engeland zou beletten in liacheliike oogenblikken iets te doen tot bewaring der nationaliteit van Belgie. En nu moge men zich daaraan niets gelegen laten liggen, 't feit was daar, dat indien Belgie zijn nationaliteit verloor, de onze weinig meer te beteekenen zou hebben. Uit geen der geraadpleegde overzichten blijkt, dat het motief, hetwelk men thans voor het in stand houden van de positie Ter Neuzen-Ellewoutsdijk opgeeft, op den voorgrond heeft gestaan. - Het zou tot te groote uitvoerigheid leiden dit uit bet Kamer-debat zelf toe te lichten. Het waren vooral de heeren Saaijmans Vader en Stieltjes, die het gemeen- schappelijk belang, dat een regeling van het defensie- vraagstuk voor Belgie en Nederland had, voorop stelden. Vrij bewerkt door AMO. 16) Gij weet, of kunt gemakkelijk vernemen, hoe ik geleefd heb. Het is reeds genoeg, als ik zeg, dat ik de vertrouwde vriend was van George, den prius van Wales; dan begrijpt ge wel, dat er weinige ondeugden gevonden worden, waar- aan ik mij niet schuldig heb gemaakt. Zulk een leven leidende en bovendien aan het spel verslaafd, waren mijne geldmiddelen spoedig uit- geput; toen ik de tijding van mijns broeders dood ontving was ik op het punt om voor schulden gegijzeld te worden, ,/Hij stierf ongehuwd, naar men algemeen geloofde, op het eiland Sicilie en alzoo werd ik graaf van Asherton. Ik betaalde mijne oude schulden, maar ik maakte andere en verkwistte veel hierover zal ik nu echter niet verder uitweiden. ,/Op zekeren dag, omstreeks twee jaar nadat ik lord Asherton was geworden, werd mij gemeld, dat een man mij wegens eene dringende zaak wenschte te spreken. Ik herkende hem onmiddellijk als den vertrouwden knecht, die jarenlang bij mijn broeder had gediend. Hij bracht mij een eigenhandig ge- schreven en verzegelden brief van mijn broeder Henry; de man had aan zijn heer onder eede moeten beloven, dat hij dat schrijven na den dood zijns meesters aan mij zou overhandigen. ,Zoo zorgeloos als gij mijn brief nu hebt geopend, even zorgeloos opende ik het schrijven, waaruit ik Het geschiedde eerst bij de algemeene beraadslaging over het wetsontwerp, daarna bij liet onderdeel Werken aan de Wester-Schelde. De heer Saaijmans Vader meende, dat Frankrijk de nederlagen van 1870 zeer zeker te eeniger tijd op Pruisen zou wreken. Hetgemeenschappeli ik gevaar dat daarin voor Belgie en Nederland dreigde, moest hen tot samengaan brengen. Die opvatting vroeg van zelf opmerkzaamheid voor de Wester-Schelde. Gat men de versterkingen aan deze rivier prijs, dan zou het voordeel, dat de vesting Antwerpen voor Nederland kan afwerpen, verloren gaan. Hielden wij daarentegen met een voldoende macht de Schelde open niets belette om behalve Ter Neuzen en Ellewoutsdijk aan die rivier andere sterkten te bouwen dan konden wij Engeland de gelegenheid waarborgen om van de vesting Antwerpen gebruik te maken, ten einde op het vasteland met troepen op te treden. Ook een paar gedeelten uit redevoermgen van deu heer Stieltjes zijn bijzonder kenschetsend //Als Engeland ziin gewone taktiek der laatste jaren verliet en Belgie moclit willen besehermen, dan zou Nederland, Engeland en Belgie zeer zeker moeten helpen met alle kracnt, want een vrij Nederland naast een onderworpen Belgie is ondenkbaar. Om Belgie, wanneer het mocht worden aangevallen, te hulp te komen, daartoe heett Engeland volstrekt onze hulp noodig." Alleen zou Engeland uit ons voormalig vijfde district van Zeeland (Ter Neuzen en omstreken) Belgie kunnen helpen. Van daar vut zou het moeten handelen om te kunnen zorgen, (lat Ant werpen niet worde ingesloten en uitgehongerd. //Het besluit dus dat wij zullen nemen, zal beslissen ot wij al dan niet Engeland zullen beletten directe liulp te verschaffen, tot verdediging van de neutraliteit van Belgie." En verder//Ik geloof dat wij met onder alle omstandigheden neutraal zullen kunnen blijven; ik geloof dat er gevallen zulllen kunnen komen waann wij partij zullen moeten kiezen en juist voor dat geval zijn versterkingen noodig, die anders, wanneer liet gevaar uit het oosten mocht komen, geen wa.arde bezitten. De argumenten van den heer Stieltjes waren de voi- strekte omkeering van de motieven der Regeering. Even voor de stemming trachtte de heer Van Lynden van Sandenburg de verwarring der beweegredenen te doen uitkomen. De conclusie dat wij Ter Neuzen en Ellewouts dijk moeten behouden, om in staat te zijn krachtig te kunnen optreden tot handhaving van de neutraliteit van Belgie, was niet te rijmen met het beginsel van zeit zoolang mogelijk neutraal te willen zijn. Integendeel, de afgevaardigde noemde dit //zich onttrekken aan de neutraliteit." Voor de Regeering kan de uiteenzetting van den heer Van Lynden geen nieuw geziclitspunt hebben opgeleverd. De Minister zou in (le korte rede- voering, aie aan de stemming onmiddellijk voorafging, ,/VOorbij gaan wat de heer De Roo aangevoerd had (en waarin hij verschilt met den heer Stieltjes) omtrenthet combineeren van onze landsverdediging met die van Belgie" Tegenover den heer Van Lynden van Sanden burg bepaalde hij zich tot de opmerking//Ik meen niet gezegd te hebben, dat wij de neutraliteit van Belgie moeten handhaven en dat wij daarvoor iets zouden moeten doen." Maar het was te dikwijls door anderen gezegd en te langdurig van regeeringszijdeonweersproken gebleven, om met een paar woorden den indruk te kunnen uitwisschen, dat tot het behoud der stelling mede besloten werd op die gronden, door de heeren Saaijmans Vader en Stieltjes uiteengezet. Zooals reeds gezegd, op de pers-tribune was die opvatting algemeen, en het zou wonder zijn indien zij niet ook hier en daar voor de oogen der afgevaardigden gezweefd had. Het is nog altijd van belang op het onzuivere der beslissing in 1874 de aandacht te vestigen. Toen de Minister Reuther in een voorstel tot herziening dei vestingwet de werken aan de Wester-Schelde prijs gal, had het blijkens het verslag van den Juni lH82, mj vele leden der Tweede Kamer „bevreeinding gewekt, dat de memorie van toelichting geheel over het hoofd schijnt te zien, hoe in 1874 dit vraagpunt buitengewoon uitvoerig is behandeld en de quaestie van de internationale politiek alstoen voorop gesteld werd, met dit gevolg dat een aanzienlijke meerderheid in de kamer zich voor het behoud van Ter Neuzen en Ellewoutsdijk verklaarde. Ik geloof dat //vele leden" in de uitvoerigheid ten onrechte een bewijs van deugdelijkheid hebben gezien. Het is veelszins waarschijnlijk dat de verwerping van het voorstel van den lieer De Roo van Alderwerelt gevolg is geweest van de vooropgestelde internationale politiek. Maar juist daarom kon er voor den Minister Reuther minder reden zijn om aan dat votum veel innerlijke waarde toe te kennen. Het uitbakenen van de lijnen voor de internationale politiek behoort niet tot de taak der Staten-Generaal. Ook de Minister Weitzel had in 1874 een beleid voor de internationale politiek omschreven. En dat was het omgekeerde van lietgeen de commissie vail rapporteurs van 1882 bedoelde met nde quaestie der internationale politiek." Beter dan de leden der Tweede Kamer van 1882 kon de Minister Reuther weten in hoeverre de uitvoerende macht, sedert de behandeling der vestingwet, den wenk had ter harte genomen om in verwikkelingen van Belgie eventueel partij te kiezen. Toen in 1874 tot het in stand houden der twee verster kingen beslist was, hadden alleen de door de regeering gegeven motieven een feitelijke beteekenis. Tusschen haar redenen aan de handhaving der neutraliteit ont- leend en de dus aangeduide »quaestie der internationale politiek" was lijnrechte strijd. TER NEUZEN, 10 Juli 1903. Op de voordracht voor hoofd van eene open- bare school te Dordrecht komt o. a. voor de heer G. Jurrij alhier. Bij het examen voor het telegraaf-radicaal is o. a. geslaagd, de heer M. C. J. Eijke, klerk der Posterijen en Telegrafie te Hulst. Heden is beproefd om het op de Suiker- plaat zittende Belgische opleidingschip ,/Ville d'Ostende" vlot te krijgen, door bij laag water een geul in de plaat te graven. Daaraan waren hedenmorgen een 40tal werklieden van hier en evenzooveel van Vlissingen aan het werk. Voorts werd zooveel mogelijk ontladen de ballast om het schip te lichten. De heden namiddag bij hoogwater aangewende pogingen, om het schip met eene stoomboot van de plaat te trekken, mislukten. Naar we vernemen is bij onze Regeering aan- gevraagd, om het nit graven van het schip door eene afdeeling Belgische geniesoldaten te doen ver- richten. steenweg in de Klapstraat in aansluiting met den steenweg KoewachtAxel. Na eene langdurige discnssie bleek het, dat men het moeilijk over de zaak eens kon worden en werd het voorstel zonder hoofdelijke stemming verworpen. Tot dijkgraaf werd herbenoemd de heer E. L. Plasschaert alhier. St. Jansteen. Dinsdagochtend omtrent acht uren zijn in de Ellestraat een paar woonhuisjes I met schuurtjes, toebehoorende aan L. Colman en Jos. de Munck afgebrand. De moeder van eerstgenoemde kon ter nauwer- nood gered worden. Een koe werd geredtwee kalvers verbrandden. Bij een landbouwer alhier is een spaarpot der kinderen, inhondende fr. 25, op klaarlichten dag gestolen. 's Gravenhage, 10 Juli. Een hedenochtend alhier ontvangen telegram meldt, dat de toestand van den Paus verergerd is. Axel, 9 Juli. Bij de heden plaats gehad hebbende stemming voor 4 leden van den ge- meenteraad werden ingeleverd 419 stembiljetten waarvan van onwaarde 7. Volstrekte meerderheid 207. Gekozen de nf- tredende leden J. Smies met 286, P. van Hoeve 278, M. Wolfert 235 en P. Dekker Ez. 220 stemmen. De heer S. de Feijter verkreeg 157 stemmen. Philippine. In de raadsvergadering van Woensdagavond j. 1. is met algemeene stemmen besloten ten le. het raadsbesluit van 14 Eebruari j.l. n.l. het bouwen van eene uieuwe openbare school in te trekken en len 2e. de oude school met het tegenwoordige raadhuis le vergrooten. Het voorstel tot het bouwen van een nieuw raad huis vond wel geen tegenkanting, maar sommigen der raadsleden wilden daaraan nog toegevoegd hebben, mits dat er eene subsidie worde toege- staan, om in de kosten, ongeveer 5000, te kunnen voorzien. Hierop werd ook dit vobrstel aangenomen. Boschkapelle. De gaaischieting, die vroeger hier heel wat drukte bracht, doch langzamerhand te niet ging, heeft groote kans weer te herleven en daardoor leven in onze gemeente te brengen indien wordt gebruik gemaakt van het onbaat- zuchtig aanbod van deu heer Ch. L. Verbis), die het gebruik eener weide, zoo gunstig mogelijk in de kom van het dorp gelegen, gratis daarvoor wil afstaan. 't Begin is er. Waar zijn nu de schutters, die de steng plaatsen Wegens de nieuwe Arbeidswet heeft de steenbakkerij aan 't Veer dit jaar stil gelegen. Men zegt, dat de eigenaren haar van de hand willen doen. 'tis te hopen, dat dan de exploi- tatie zal worden voortgezet, aangezien toch aan zulk een zaak steeds enkele personen een daggeld kunnen verdienen. Een landbouwer onder onze gemeente deed een nest patrijzeneieren door een kip uitbroeden de dieren loopen nu in een voliere. Een ander droeg eveneens aan een kip de zorg op voor een nest wilde eendeneieren, die ook in 't veld gevonden waren. De jonge eendjes tieren uitstekend en worden binnen eenige dagen in een plas in den polder gebracht om er later geschoten te worden. Koewacht. In de vergadering van ingelanden van den polder Oud-Beoostenblij verleden Woens- dag ten huize van den heer E. de Vleeschouwer albier gehouden, waren 34 ingelanden vertegen- woordigd. Aan de orde was het leggen van een de noodloltige tijding vernarn, dat ik in waarheid niet de graaf van Asherton was. Weinige jaren geleden was Henry wettig getrouwd en uit dit huwelijk was een zoon geboren, de rechtmatige erfgenaam, dien hij ernstig aan mijne zorg en bescherming toevertrouwde. „Ik ondervroeg den man nauwkeurig en her- haalde malen, doch hij aarzelde nimmer met een antwourd. Hij wist niet, wat er in de brief stond, blijkbaar verkeerde hij in de meening, dat zijn heer met die Italiaansche dame slechts voor zijn genoegen samenwoonde. ^Onmiddellijk na den dood van mijn broeder verliet de man Palermo met den knaap, dien hij bij mij moest brengen. Het vaartuig, waarmee zij vertrokken, leed schipbreukgelukkig werden zij opgenomen aan boord van een schip, dat bestemd was naar de kust van Afrika, en zoodoende duurde het lang, voordat zij bij mij aankwamen. Zij hadden veel ontberingen moeten verduren en veel opont- houd gehad wat dit gedeelte van zijn verhaal be- trof, kon ik de waarheid onderzoeken bij den kapi- tein van het schip, dat nog op de Theems lag. Waar is de knaap vroeg ik. ,/Hjj is beneden," antwoordde de man, en onmid dellijk vroeg hij, of ik deu jongen eens wilde zien. wHij werd boven gebracht het was een zie- kelijke, knorrige jongen, maar toch een Craven in elken trek van zijn gelaat. Ik vroeg hem waarom hij niet onder de hoede van zijne moeder of van hare bloedverwanten was gesteld. Hij antwoordde dat de siguora nog voor zijn vader gestorven was aan dezelfde koorts, waaraan ook zijn vader stierf en aangezien zij afkomstig was van Florence, j had zij op het eiland Sicilie geen bloedverwanten. r/Ik gaf den man eene som gelds voor zijne moeite, niet zoo groot, dat hij kwaad vermoeden kon op- vatlen, en niet zoo gering, dat hij zich teleurgesteld kon voelen. Ik verzocht hem, voor het kind te zorgen, en begon toen in het geheim te onderzoeken naar de waarheid van hetgeen in den brief mijns broeders vermeld stond. In stilte hoopte ik, dat aan die waarheid wel iets zou haperen. ,/Alle8 kwam echter precies uit. Henry Craven en Giulia Cellini waren in Schotland getrouwd. Ik vond het huwelijksregister op de plaats, door Henry aangeduid, en bovendien ook in het doopregister den doop van den knaap, een jaar later, in hetzelfde Schotsche dorp. Ik zond een geheim agent naar Sicilie liet naar de schipbreuk onderzoeken, en alles, alles bleek de voile waarheid te wezen. De knecht en het kind stonden bekend als te behooren bij een voornamen Engelschen lord te Palermo. Dit werd bevestigd door de geredde bemanniug van het ver- ongelukte schip. Alle bewijzen hiervan zult ge in dit pakket bij elkander vinden, Percival. Ge behoeft niet te vragen, hoe ik gehandeld heb. Ik ben vijftig jaar lang graaf van Asherton gebleven. Maar een mensch moge slecht zijn, iets goeds steekt er toch wel in iederzoo was dan ook mijn eerste voornemen, zoodra ik de waarheid kcnde, rechtvaardig te handelen en den rechtmatigen erf genaam te herstellen in het bezit zijner goederen. „J», ik was daartoe besloten en op het punt mijn besluit tot uitvoering te brengen, toen ik de uitnoodiging kreeg om in het gevolg van den Prins van Wales de eene of andere plechtigheid te Windsor te komen bijwonen. Als jongere zoon uit een adelijk geslacht was ik vroeger zijn nederige vriend geweestnu stond ik zoo goed als op gelijken voet Middagbericht der internunciatuur. Nacht vrij rustig. De Heilige Vader heeft goed kunnen doorstaan, eene nieuwe operatie aan de longen. Een 62jarige dame uit Haarlem, mej. Borger die te Zeist logeerde in het hotel der Broederge- meente, is, doordien zij een verkeerde deur opende voorover in den kelder gevallen. Zij kreeg een hersenschuding en is kort daarop aan de gevolgen overleden. Op het station Venlo is Woensdag de ar- beider R. E. aangereden en onmiddellijk gedood. In den afgeloopen nacht is het Zuiderzee- water tot groote hoogte opgezweept door den hev.igen Noordwesten storm. De Gooische Meent bij Blaricum en de polders onder Eemnes zijn onder water gezet. De buitenpolder staat geheel blauk, terwijl de binnenpolder over een groot gedeelte reeds onder water staat en het water nog steeds over komt. Zeer groote schade is aangericht. Meer dan 1600 voer hooi is verloren gegaan en overal in den binnenpolder zijn de boeren nog Joezig te redden wat te redden valt. Het vee, ongeveer 1500 stuks, dat in de Meent liep, is overgebracht naar het harde gedeelte en zal verder worden geleid naar de Hilversumsche Meent die ook wel drassig is, doch op het oogenblik hebben de boeren nog geen hooi genoeg binnen om de dieren op stal te zetten. Ongeveer 200 koeien, hoofdzakelijk aan Laarders toebehoorende, zijn op last van den burgemeester van Eemnes, nog uit het water gedreven en in veiligheid gebracht. De geleden schade wordt ruw geraamd op meer dan een ton. Tot groot nadeel van de bewoners is het eiland Marken geheel onder water geloopen. Al het hooi, dat ter wegvoering bijna gereed stond, is bedorven of zeewaarts gedreven. Als een verkiezingsnoviteit wilde de kies- vereeniging „Burgerplicht" te Haarlem op de Groote Markt een luchtballon oplaten, die op een gegeven oogenblik zou ontploffen en een groot aantal biljetten ter aanbeveling van haar candidaat over de stad zou doen regeneu. De daartoe vereischte vergunning is echter door de politie geweigerd. Te Maastricht is gevankelijk binuengebracht zekere J. M. een Duitscher, verdacht van zich te hebben schuldig gemaakt aan oplichting. Hij zou n.l. gekleed als geestelijke, een vrouw te Kerkrade met hem, althans zoover dit mogelijk is tusschen een pair des rijks en prins van den bloede. Ook was ik aan hem gehecht. „De weinige dagen, die ik toen in gezelschap van den prins en zijne makkers doorbracht, wareu voldoende om elk edel gevoel in mij te dooden. Ik besefte, dat zij mij een dwaas zouden noemen als ik de waarheid bekend maakte, waarvan niemand eenig vermoeden had, en dat ik zou afdalen van het standpunt, hetwelk ik op dat oogenblik onder hen innam. „Doch niet zonder strijd, Percival, neen, niet zonder strijd gaf ik toe aan de inblazingen van den booze. In mijn binnenste werd een vinnige strijd gestreden tusscben de goede en de booze engelen, die ons overal vergezellen. Doch juist in mijn bin nenste was een vijand, die partij koos voor de booze engelendat was mijn eigen bedorven hart en zoo lieteu de goede geesten mij over in de macht der booze voor eeuwig 1 Sedert dat oogenblik aarzelde ik niet meer om voort te gaan op den weg, dien ik gekozen had. Ik kende mij zelven schuldig aan een groote misdaad, maar wat kon dat mij schelen Daar wisten de menscheu niets van, en ik trok de voordeelen. Ik behoefde ook niet te vreezen voor ontdekking, en daarom aar zelde ik verder niet meer, doch W anneer ik toen mijne handelwijze zoo goed had kunnen beoordeelen als ik thans doe, dan zou ik liever als verpleegde in het armenhuis van Asherton geleefd hebben en gestorven zijn, dan voor de adelijke kroon en de rijkdommen van Asherton mijn gausche leven door te brengen in het bewustzijn van mijne schuld. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 5