m van Dale m de Feijter Pz. Sr. A.C.JM. L. m Moggre A. G. G. A. v o o r Zeeuwsch-Vlaanderen. STEMBILJET. 11 Juli 1903. A. H van Deinse F. C. Joz. Grenu Hj van der Hooft C. 01 de Koeijer Q vanderPeijlGz.Jr. H Standaert Yerkiezing van vijf Ieden van den Gemeenteraad in de Gemeente Ter Neuzen op den 10 JULI 1903. 1 43e Jaargang. Wieland G. ROHSSB'OLHEID. H E R l J K. Om de 5 liberale candidaten te stemmen, moet ge uw briefje invullen als onderstaand. Binnenland. (OJ^^TJDTJDJ^TT'B}N. (In alphabetische volgorde.) f NAME N. 1 -* -< r 3 uren op den dag der uitgave. Paus Leo. Het Kongo-vraagstuk. Loubet te Londen. Boelgarije en de Porte. EERSTE KAMER. Kanaal Gent Ter Nenzen. VOOK LETTERS. CO HI AII ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elkea regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de urijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden uaar plaatsruimte berekend. erd op Fee»tdaSen, bij de Kir inn p. J. fAS OE SAAUe te Ter Meuien. kleeding- en uitrustingstnkken en zakboekje, tot het maken van na-inspectie, znllende hij bij niet-verschijning de nadeelige gevolgen zich zelven te wijten hebben. Ter Neuzen, 9 Juli 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILIi, Burgemeester. J. L. OOSTERIIOFF, Secretaris. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat blijkens de circulaire van den Comtnissaris der Koningin in Zeeland van 3 Juli 1903, A no. 2347, 84« afdeeling (provin- eiaal blad no. 49) de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid voor zooveel noodig heett goedgevonden het bepaalde bij de be chikkingen van den Minister van Binrenlandsche Zaken van 27 Juli 11:75 (Nederlandsche Staatscourant van 28 Juli d. a. ven van 7 September 1875 (Nederlandsche Staatscourant van 8 September d. a. v. no. 211), alsmede van den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken van 20 September 1887 (Nederlandsche Staatscourant van 22 September d. a v. no. 223), een en ander betreffende de vaststelling van het model van den muilkorf, bedoeld in artikel 3 der wet van 5 Juni 1875 (Staatsblad no. 110), te handhaven. Dit model is op de uren, dat de secretarie geopend is voor belanghebbenden beschikbaar. Ter Neuzen, 9 Juli 1903. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEII,L. Burgemeester en Wethouders van HOEK maken bekend, dat tot den herijk van de maten en gewichten voor deze gemeente .zal worden gevaceerd op Maandag 13 Juli 1903, van 's voormiddags 10 tot 12 en des namiddags van 1 tot 3 ure, in het oude schoolgebouw. Hoek, 2 Juli 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLEERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. In de geneeskundige kringen te Rome zijn velen van oordeel, dat de doktoren Lapponi en Mazzoni een verkeerde diagnose hebben gesteld. De paus zou nl. Diet aan long-, maar aan borstvliesont- steking lijden, wat tevens de afwezigheid van koorts verklaarl. Het onderzoek van het afgetapte bloed- serum toonde bestanddeelen van tuberculeuzen aard aan. Deze nieuwe diagnose, stelt een lang ziekteverloop in uitzicht, tenzij er zich verkwikke- lingen voordoen en de krachten snel verminderen. De Minister Baccelli, die een beroemd klinicus is, had reeds eenige dagen geleden aan de juistheid van Lapponi's diagnose getwijfeld. i op de 'uitsch- land, Frankrijk, Belgie en Nederland, namen in de heden gehouden conferentie besluiten om een overstrooming der EDgelsche markt te verhinderen. De uitvoer zal beperkt worden tot het gemiddelde van de laatste jaren. Een contingent zal vasl- gesteld worden door elk der landen, die aan de onderteekening deelnamen. De duur der conventie zal gelijk zijn aan die der internationale Brusselsche conventie. Door deze overeenkomst, die aan de goedkeuring der belanghebbende landen onderworpen is, hopen de fabrikanten de tegenwoordige prijzen in Europa te kunnen handhaven en den prija op de Engelsche markt te kunnen doen stijgen met f 0,50 of I- Brnssel, 8 Juli. De Kamer nam heden met 91 tegen 35 stemmen, bij 7 onthoudingen, de motie-Woeste aan, waardoor het debat over den Kongostaat geeindigd is. De motie luidt//De Kamer, het eens zijnde met de Regeering, vertrouwen stellende in de normale en geleideiijke ontwikkeling van den Kongostaat, onder leiding van den Koning- souvereiu, gaat over tot de orde van den dag." Vooraf was een amendement verworpen om uit de motie de woorden //het eens zijnde met de Regeering" te doen vervallen." Nad at de arme President van de Fransche republiek Dinsdag den geheelen dag, van 's morgens vroeg tot middernacht, in 't getouw was geweest, moest hij Woensdag alweer vroeg uit de veereu. Ver- gezeld door Minister Delcasse en den gezant Cambon en het gevolg, begaf zich in een open rijtuig uaar Paddington Station, op weg naar Windsor. De stoet werd geescorteerd door een detachement van de lijfgarde. De President reisde vervolgens in een koninklijken extratrein en kwam om kwart voor 10 te Windsor aan. Geleid door de koninklijke garde te paard reed Loubet nu naar het kasteel, waar hij werd outvangen door den hertog van Argyll en lord Esher, uit naam van den Koning. Naeen bezichtiging van de staatsappartementen, en na een bezoek aan het praalgraf van Koningin Victoria werd om kwart voor 12 de terugtocht naar Londen aanvaard. De prins van Wales, de hertog van Connaught, graaf Roberts, de leden van het diplomatenkorps, grootvorst Michael van Rusland hebben de groote wapenschouwing over 16,000 man troepen te Aldershot hijgewoond. Omstreeks half 5 kwamen de Majesteiten daar aan. De Koning reed te paard, evenals de prins van Wales eu de hertog van Gonuaught, terwijl Loubet met de Koningin in een rijtuig zat. De Fransche officieren uit Loubet's gevolg bevonden zich bij den staf. De menigte was heel geestdriftig. Het weer was prachtig. Aan het feestmaal ten huize van lord Lands- downe, Woensdagavond ter eere van President Loubet en Minister Delcasse gegeven, namen het diplomatenkorps en verscheideue Engelsche waar- digheidsbekleeders deel. Toen de President van het diner bij lord Lands- downe kwam, begaf hij zich naar Bunckingham Palace, waar de Koning een hofbal te zijner eere gaf. De Koning begroette President Loubet bij den ingang, de President bood de Koningin ziiu arm en zoo ging de stoet door de balzalen. President Loubet, die niet danste, keerde om 1 uur naar St. Jame's Palace terug. Uit Konstantinopel wordt aan de //Koln. Ztg." gemeld dat Boelgarije door bemiddeling van Natsje- vitsj een vertoog heeft ingediend bij de Porte, van de volgende strekking Boelgarije hecht groote waarde aan een goede verstandhonding met Turkije eo hoopt dat de Sultan de moeilijkheden, waarin het nieuwe Boelgaarsche miuisterie zich beviudt, zal inzieu. Natsjeviisj zegt verder, dat het streven der Boelgaarsche Regeering ten bate van den vrede vergemakkelijkt zal worden door tegemoetkomingen van Turksche zijde aan de Boelgaren in de Turksche provincien. Geschiedt dat niet, dan bestaat er kans dat het vorige Boelgaarsche ministerie, over welks houding de Porte zicb beklaagde, weer aan het bewind zal komen. De Boelgaarsche Regeering gelooft, dat de herichten over de samentrekkiDg van Turksche troepeu aan de Boelgaarsche grens niet overdreven zijn en zal met dergelijke maat- regelen moeten antwoorden. In de zitting van gisteren was aan de orde de beraad- slaging over het wetsontwerp tot goedkeuring van de met Belgie gesloten overeenkomst tot wijziging der overeenkomst van 29 Juni 1895, betreffende de verbetering van het kanaal van Gent naar Ter Neuzen. De heer Godin de Beaufort is niet gebeel bevredigd door de nota van de Regeering op het afdeelingsverslag bet antwoord heeft hem niet kunnen verzoenen met de houding, door de Regeering in deze aangenomen. De Kamer had gewenscht dat wij van den kant van Belgie eenige concession hadden bedongen voor onze jegens die mogendheid betoonde welwillendheid. Wettigt de toestand van onzen veestapel nog de strenge maatregelen van Belgie tegen den vee-invoer? was gevraagd, reeds bij de vorige behandeling van het tractaat met Belgie. Op dit punt nu heeft de Regeering weinig afdoende geantwoord. Zij erkent, dat op dit oogenblik de sanitaire toestand van ons vee niets te wenschen laat en toch is de behandeling die wij ondervinden, onereuser dan vroeger. Dat is 't punt waarop 't hier aankomt. Wat tegenover andere aangrenzende landen geschiedt of nagelaten wordt, is bier de zaak niet, evenmin als bet argument ontleend aan de behandeling die wij van andere landen ondervinden gewicht in de schaal mag leggen. Wij hebben alleen te doen met hetgeen ons wedervaart van de zijde van Belgie. De gemiddelde invoer van vee in de laatste tien jaren en bet feit dat die is toegenomen, bewijst ook nietsmen moet niet de guustige en ongunstige jaren dooreenmengen. Een vergelijking is alleen mogelijk met den toestand van n u en (lien van voor tien jaren. Dus deze beschouwingen van de Regeering raken bet hoofdpunt in quaestie niet. Het uitgangspunt van de Regeering is ook niet juist, omdat ongelijksoortige zaken worden saamgekoppeld. Men kan natuurlijk niet ver- langen dat Belgie geheel zijn aandacht aftrekke van onzen vee-invoer; maar billijk is 'tdat wij, wanneer wij over een jaren lang hangende zaak een schikking treffen, ook aanspraak maken op concession anderzijds. Met ons tarief vermogen wij niets te krijgen men kan ons daarvoor niets aanbiedenmaar dan is 't ook billijk het do ut des in andere zaken toe te passen. Anders visscben wij altijd achter het net en waeht ons slechts telenrstelling. Wij verlangen van de Regeering niets wat buiten verhouding staat tot hetgeen wij geven liever ,een half ei dan een leege dop. Maar niets is al heel weinig. In buitenlandsche zaken wil spreker niet dan in de alleruiterste noodzakelijkheid zijn medewerking aan de Regeering onthouden. Maar't betreft bier een zeer groot volksbelang. Hij erkent echter dat er op dit oogenblik geen dringende noodzakelijkheid bestaat, die hem zou moeten nopen zijn stem aan deze overeenkomst te onthouden. Wat de naastings-quaestie betreft, dankt spreker den Minister van Waterstaat voor de in zijn nota gegeven inlichtingen. Diens verklaringen op 't voetspoor van de mededeelingen der Belgische Regeering hebben hem gerustgesteld en zullen door de belanghebbende streek ook zeker met welgevallen zijn vernomen. Hij ver- trouwi. dat we bij de os! r dling U b-iie, -iiiet in slecbter conditie zullen komen. Omtrent de haven van Ter Neuzen hebben's Ministers verklaringen iiem in 't algemeen ook bevredigd. Maar hij wijst op de urgentie der uitvoering van de werken ter voorziening der los- en laadkaden. De verwijzing naar ./verdere onderhandelingen" bad bij liever uiet fezien een meer pertinente verklaring ware hem wel- omer geweest. De zaak moet ook niet afhankelijk gemaakt worden van de bijdragen van belanghebbende gemeenten anders dreigt er van de zaak niets te komen. Dat vragen van bijdragen, o. a. van Maldeghem, is onder de bestaande omstandigheden niet geheel billijk. Vroeger zijn aanzienlijke bijdragen genoten van de tollen en de tarieven. Daarmede bad het Gouvernement kunnen volstaan. Waartoe toch worden de nieuwe werken noodig Omdat wij Belgie ter wille zijnde werken gesch ieden grootendeels ten behoeve van Belgie, maar dan komen ook van de zijde der gemeenten geen bij dragen te pas. Wij hadden voorts te zorgen dat Ter Neuzen niet ten koste van Gent achteruitging desniette- min komt Ter Neuzen in ongunstiger toestand. Derhalve is het onze plicht Ter Neuzen onzen steun niet te ont houden in deze. De heer Hovy sluit zich aan bij dit laatste gedeelte van het betoog van den beer De Beaufort. Ter Neuzen verdient inderdaad de sympatbie van bet Gouvernement. Met zeer karige hulpbronnen heeft Ter Neuzen zich krachtig weten op te werken. Daarom moet gezored worden dat door behoorlijke los- en laadplaatsen de groote schepen niet Ter Neuzen behoeven voorbij te gaan om Gent te passeeren. Vooral in 't belang van den houthandel van Ter Neuzen is dit noodig. De Minister van Buitenlandsche Zaken (de heer Melvil vail Lynden) kan niet toegeven dat voor het maken van de sluis- en andere werken, dat ook voor ons van groot belang is, een aequivalent zou noodig zijn bij wijze van vergoeding van Belgie. Van onzen kant is in 1898 het verlangen uitgegaan naar de uitbreidings- werken, waartoe Belgie zijne medewerking zou verleenen en de zaak is toen slechts vertraagd doordien uit de Begrooting van 1900 geen gelden voor die werken konden worden besteed zonder voorafgaande overeen komst. De verbetering van den toegang tot de haven van Ter Neuzen is beSist een voordeel voor ons. Zoo was ook de meening van de technische commissie van Nederlandsche en Belgische ingenieurs die deze zaak heeft onderzocht. Natuurlijk heeft ook Belgie voordeel bij deze werken, maar dit is niet o'verwegend in ver houding tot het onze. En wat nu de belemmeringen betreft die onze vee-invoer nog altijd ondervindt,men moet zicb niet beroepen op hetgeen onder een vorig Minister (Roell) op dat oogenblik bestond. Uit de over- gelegde statistiek blijkt dat de veestapel zich wel in goeden toestand bevindt, maar er zijn ten onzent nog geen maatregelen tegen de tuberculose genomenin Belgie wel sinds '96. En daarom moet Belgie de quarantaine handhaven. In 1896 was 't anderstoen bepaalde men de quarantaine op 3 dagen, doch 't is geDleken dat dit niet voldoende was om de gevolgen der inspuiting te kunnen nagaan. Intusschen is beloofd zoo mogelijk den termijn van 10 dagen voor de quaran taine nog te bekorten. Maar de maatregel is wel degelijk gegrond op den toestand van het Nederlandsche vee. Overigens licht de Minister nader toe de mededeelingen in zijn nota omtrent de uitvoercijfers van het vee van Nederland en van andere grensstateu. Het gemiddeld cijfer meende de Minister te mogen aanvoeren als bewijs, terwijl hij er op wijst dat de afneming van den uitvoer in de latere jaren ook andere oorzaken heeft, n. 1. de stijging van de veeprijzen in Engeland, waardoor de export daarheen toenam en die naar Belgie wegens het handelsvoordeel verminderde. Het postboc is hier niet bet propterhoc. Het is waartwee natien die met elkander op goeden voet willen blijven moeten welwillend jegens elkander zijn. Welnu, Belgie heeft die welwillendheid betoond met betrekking tot de vergoeding van gemaakte onkosten en tot vergemakkelijking van den verkoop van melkvee. Het aantal quarantaine-stations wordt vermeerderd. Wijders worden de ddboucWs voor de directe verzending van slachtvee vermeerderd. Verder is in ontwerp de afschaffing van het invoerrecht op de suikerbieten. En eindelijk heeft de Belgische Regeering zich bereid ver- klaard tot onderhandelingen over den gemeenschappe- lijken aankoop van den spoorweg Gent -Ter Neuzen. Men ziet dus, dat Belgie inderdaad j Nederland onthoudt. De Minister van waterstaat (de heer de Marez Oyens) wijst er zijnerzijds nog op dat Belgie heeft gevraagd een modificatie van het werk voor den bouw van de sluis te Ter Neuzen. Maar die wijziging is juist eene in ons voordeel, veel voordeeliger dan bij de conventie van 1895 was bedongen. Wij hebben gevraagd een breedte van 16 M. voor de sluis en een diepte van 8 M. voor het kanaal. En nu wordt ons graties aange- boden een breedte van 2 M. meer een wijziging dus van de door de Wetgevende Macht goedgekeurde conven tie in ons voordeel zonder eenige vergoeding onzerzijds. Dit is van groot belang voor den toestand van Ter Neuzen, gelijk door de technische commissie is erkend. En door die werken zal de haven van Ter Neuzen in zooveel beteren toestand komen, dat de sluis slechts voor 48 van de 16000 booten die er doorheen varen, on- toegankelijk zal zijn Dat is dus een voordeel dat wij niet te licht mogen tellen. Maar nu moeten er ook nog los en laadkaden komen te Ter Neuzen, wil die haven het meeste profijt trekken van de ruimere sluis en die- pere haven. Ook daarop intusschen is de Regeering sinds lang bedacht geweestde Minister heeft die zaak met de ingenieurs onderzocht, doch men is tot dusver voor de groote kosten teruggedeinsd. Onjuist is 't der halve te beweren, dat de aandacht van de Regeering thans eerst, door de critiek over deze conventie, op dit belang zou zijn gevallen. De bedoeiing is, naast de loskade van 700 M., uog een van 300 M. te maken, zoo dat men daar kan komen met schepen van 8 M. (liep- gangen daarnaast, zuidelijker af, zal dan nog een geen concession aan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 19