Kiezers!
A. van Dale.
F. C. van Deinse.
A. C. N. Grenu.
A. Moggre.
G. A. Standaert.
voor' s I
Zeeuwsch-Vlaanderen.
1903.
HOBBSDOLEKID.
H E R IJ K.
De Redactie van het
Ter Neuzensch Verkiezingsblad.
43e Jaargang.
Binnenland.
Paus Leo.
Het Kongo-vraagstuk.
Loubet te Londen.
1 op den dag der uitgave.
lelgarijc en de Porte.
EERSTE KAMER.
Kanaal Gent Ter Nenzen.
Sen laatste woord en protest,
Wij zijn genoodzaakt ons nogmaals tot u te richten. Op allerlei wijze tracht men
de liberalen verdacht te maken, als slechte menschen voor te stellen en verdeeldheid te
stichten, om zelf de overwinning te behalen, om zelf de meerderheid te behouden en
ons aan banden te kunnen leggen.
Met beslistheid moeten wij de beschuldiging verre van ons werpen als zouden wy
met het Heilige den draak bebben gestoken. Bij de samenstelling van bet Verkiezingsblad
zat bij ons alleen voor, in het licht te zetten wat de liberate partij is en wat zij wil,
in het belang onzer stad, en wat de anti-revolutionaire partij doet en wat zij beoogt,
naar onze meening tot nadeel der gemeente en ingezetenen. Wij hebben onze taak
met ernst opgevat, wij zoowel als onze medewerkers, zonder een enkel oogenblik het
voornemen te hebben met Gods woord te spotten.
Wil de anti-revolutionaire party, of althans zij die er zich toe rekenen te behooren
zich alleen het recht toeeigenen om Gods woord te gebruiken Het is juist dat dikwijls bij
die partij, welke steeds strijd onder aanroeping van Gods naam het spreekwoord van
toepassing is let wel op mijne woorden, maar met op mijne
daden en dat juist dit zoo menigmaal walging verwekt.
Nogmaals wij protesteeren tegen de ons toegeworpen beschuldiging, wij hebben
de anti-revolutionairen met vollen ernst bestreden met hun eigen wapenen, om hunne
taktiek in 't licht te stellen.
Kiezers! liberalen en katholieken of wat ge ook zijt, laat u niet wan de
wijs brengen door groote woorden, houdt uw belang in het oog en bezorgt heden
een flinke meerderheid aan de heeren
J. L. OOSTERHOFF, Secretary.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt hekend, dat
blijkens de circnlaire van den Commissaris der Koningin in
Zeeland van 3 Juli 1903, A no. 2347, Sde afdeeling (provin-
ciaal blad no. 49) de Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid voor zooveel noodig heeft goedgevonden het bepaalde
bij de be chikkingen van den Minister van Binrenlandsche
Zaken van 27 Juli 1 fc75 (Nederlandsche Staatscourant van
28 Juli d. a. ves van 7 September 1875 (Nederlandsche
Staatscourant van 8 September d. a. v. no. 211), alsmede
van den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken van 20 September 1887 (Nederlandsche Staatscourant
van 22 September d. a v. no. 223), een en ander betreffende
devaststelling van het model van den muilkorf, bedoeld in
artikel 3 der wet van 5 Jnni 1875 (Staatsblad no. 110), te
handhaven.
Dit model is op de uren, dat de secretarie geopend is
voor belanghebbenden beschikbaar.
Ter Neuzen, 9 Juli 1903.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders van HOEK
maken bekend, dat tot den herijk van de maten
en gewichten voor deze gemeente .zal worden
gevaceerd op IHaandag 13 Juli 1903,
van 's voormiddaga 10 tot 12 en des namiddags
van 1 tot 3 ure, in het oude schoolgebouw.
Hoek, 2 Juli 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. WOLEERT, Burgemeester.
J. M. DREGMANS, Secretaris.
In de geneeskundige kringen te Rome zijn veieu
van oordeel, dat de doktoren Lapponi en Mazzoni
een verkeerde diagnose hebben gesteld. De paus
zou nl. niet aan long-, maar aan borstvliesont-
steking lijden, wat tevens de afwezigbeid van koorts
verklaart. Het onderzoek van het afgetapte bloed-
serum toonde bestauddeelen van tuberculeuzen
aard aan. Deze nieuwe diagnose, stelt een lang
ziekteverloop in uitzicht, tenzij er zich verkwikke-
liugen voordoen en de krachten snel verminderen.
De Minister Baccelli, die een beroemd klinicus
is, had reeds eenige dagen geleden aan de juistheid
van Lapponi's diagnose getwijfeld.
m -"ft-" -
gesteld worden door elk der landen, die aan de
onderteekening deelnamen.
De duur der conventie zal gelijk ziju aan die
der internationale Brusselsche conventie. Door
deze overeenkomst, die aan de goedkeuring der
belanghebbende landen onderworpen is, hopen de
fabrikanten de tegenwoordige prijzen in Europa
te kunnen handhaven en den prijs op de Engelsche
markt te kunnen doen stijgen met f 0,50 of
1.
Brnssel, 8 Juli. De Kamer nam heden met
91 tegen 35 stemmen, bij 7 onthoudingen, de
motie-Woeste aan, waardoor het debat over den
Kongostaat geeindigd is.
De motie luidt//De Kamer, het eens zijnde
met de Regeering, vertrouwen stellende in de
normale en geleidelijke ontwikkeling van den
Kongostaat, onder leiding van den Koning-
souvereiu, gaat over tot de orde van den dag."
Vooraf was een amendement verworpen om uit
de motie de woorden //het eens zijnde met de
Regeering" te doen vervallen."
Nadat de arme President van de Eranscherepubliek
Dinsdag den geheelen dag, van 's morgens vroeg
tot middernacht, in 't getouw was geweest, moest
hij Woensdag alweer vroeg uit de veeren. Ver-
gezeld door Minister Delcasse en den gezant Cambon
en het gevolg, begaf zich in een open rijtuig naar
Paddington Station, op weg naar Windsor. De
stoet werd geescorteerd door een detachement van
de lijfgarde. De President reisde vervolgens in een
koninklijken extratrein en kwam om kwart voor
10 te Windsor aan. Geieid door de koniuklijke
garde te paard reed Loubet nu naar het kasteel,
waar hij werd outvangen door den hertog van Argyll
en lord Esher, uit naam van den Koning. Na een
bezichtiging van de staatsappartementen, en na een
bezoek aan het praalgraf van Koningin Victoria
werd om kwart voor 12 de terugtocht naar Londen
aanvaard.
De prins van Wales., de hertog van Connaught,
graaf Roberts, de leden van het diplomateukorps,
grootvorst Michael van Rusland hebben de groote
wapenschouwing over 16,000 man troepen te
Aldershot bijgewoond. Omstreeks half 5 kwamen
de Majesteiten daar aan. De Koning reed te paard,
fornix.
ADVERTENTIEN:
an 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsiug derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Miltageu, bij de Firma P. 3. VAS I»K jjAADK <e Ter Keuicn.
I prins van Wales en de hertog van
terwijl Loubet met de Koningin iu een
i. De Fransche officieren uit Loubet's
.vonden zich bij den staf. De menigte
geestdriftig. Het weer was prachtig.
3t feestmaal ten huize van lord Lands-
roensdagavond ter eere van President
Minister Delcasse gegeven, namen het
korps en verscheideue Engelsche waar-
kleeders deel.
t President van het diner bij lord Lands-
am, begaf hij zich naar Bunckingham
tar de Koning een hofbal te zijner
ing begroette President Loubet bij den
3 President bood de Koningin ziju arm
ng de stoet door de balzalen. President
lie niet danste, keerde om 1 uur naar
s Palace terug.
mstantinopel wordt aan de //Koln. Ztg."
t Boelgarije door bemiddeling van Natsje-
ertoog heeft ingediend bij de Porte, van
de strekkiDgBoelgarije hecbt groote
4 een goede verstandhouding met Turkije
dat de Sultan de moeilijkheden, waarin
'e Boelgaarsche ministerie zich bevindt,
Natsjeviisj zegt verder, dat het streven
arsche Regeering ten bate van den vrede
ilijkt zal worden door tegemoetkomingen
she zijde aan de Boelgaren in de Turksche
Gescbiedt dat niet, dan bestaat er
et vorige Boelgaarsche ministerie, over
ling de Porte zicb beklaagde, weer aan
d zal komeD. De Boelgaarsche Regeering
lat de berichten over de samentrekking
sche troepeu aan de Boelgaarsche grens
Ireven zijn en zal met dergelijke maal-
^oeten antwoorden.
In de zitting van gisteren was aan de orde de beraad-
slaging over het wetsontwerp tot goedkeuring van de
met Belgie gesloten overeenaomst tot wijziging der
overeenkomst van 29 Juni 1895, betreffende de verbetering
van het kanaal van Gent naar Ter Neuzen.
De beer Godin de Beaufort is niet gebeel bevredigd
door de nota van de Regeering op het afdeelingsverslag
bet antwoord heeft hem niet kunnen verzoenen met de
bouding, door de Regeering in deze aangenomen. De
Kamer had gewenscht dat wij van den kant van Belgie
eenige concession hadden bedongen voor onze jegens
die mogendbeid betoonde welwillendheid. Wettigt de
toestand van onzen veestapel nog de strenge maatregelen
van Belgie tegen den vee-invoer? was gevraagd, reeds
bij de vorige behandeling van het tractaat met Belgie.
Op dit punt nu heeft de Regeering weinig afdoende
geantwoord. Zij erkent, dat op dit oogenblik de sanitaire
toestand van ons vee niets te wenschen laat en toch is
de behandeling die wij ondervinden, onereuser dan
vroeger. Dat is 't punt waarop 't hier aankomt. Wat
tegenover andere aangrenzende landen geschiedt of
nagelaten wordt, is hier de zaak niet, evenmin als het
argument ontleend aan de behandeling die wij van
andere landen ondervinden gewicht in de schaal mag
leggen. Wij hebben alleen te doen met hetgeen ons
wedervaart van de zijde van Belgie. De gemiddelde
invoer van vee in de laatste tien jaren en bet feit dat
die is toegenomen, bewijst ook nietsmen moet niet
de gunstige en ongunstige jaren dooreenmengen. Een
vergelijking is alleen mogelijk met den toestand van
n u en dien van voor tien jaren.
Dus deze bescbouwingen van de Regeering raken het
hoofdpunt in quaestie niet. Het uitgangspunt van de
Regeering is ook niet juist, omdat ongelijksoortige zaken
worden saamgekoppeld. Men kan natuurlijk niet ver-
langen dat Belgie gebeel zijn aandacht aftrekke van
onzen vee-invoer; maar billijk is 'tdat wij, wanneer wij
over een jaren lang hangende zaak een schikking treffen,
ook aanspraak maken op concessien anderzijds. Met
ons tarief vermogen wij niets te krijgen men kan ons
daarvoor niets aanbiedenmaar dan is 't ook billijk
het do ut des in andere zaken toe te passen. Anders
visschen wij alti.jd acbter het net en wacht ons slechts
teleurstelling. Wij verlangen van de Regeering niets
wat buiten verhouding staat tot hetgeen wij geven
liever een half ei dan een leege dop. Maar niets is al
heel weinig.
In buitenlandsche zaken wil spreker niet dan in de
alleruiterste noodzakelijkheid zijn medewerking aan de
Regeering ontbouden. Maar't betreft bier een zeer groot
volksbelang. Hij erkent echter dat er op dit oogenblik
geen dringende noodzakelijkheid bestaat, die hem zou
moeten nopen zijn stem aan deze overeenkomst te
onthouden.
Wat de naastings-quaestie betreft, dankt spreker den
Minister van Waterstaat voor de in zijn nota gegeven
inlichtingen. Diens verklaringen op 't voetspoor van
de mededeelingea der Belgiscbe Regeering bebben hem
gerustgesteld en zullen door de belanghebbende streek
ook zeker met welgevallen zijn vernomen. Hij ver-
tsoiwvt, dat we bij de vest -f 'Hi'iig- vn ,i.
in slechter conditie zullen komen.
Omtrent de haven van Ter Neuzen bebben's Ministers
verklaringen hem in 't algemeen ook bevredigd. Maar
hij wijst op de nrgentie der uitvoering van de werken
ter voorziening der los- en laadkaden. De verwijzing
naar //verdere onderhandelingen" bad hij liever qiet
gezien een meer pertinente verklaring ware hem wel-
komer geweest. De zaak moet ook niet afhankelijk
gemaakt worden van de bijdragen van belanghebbende
Semeenten anders dreigt er van de zaak niets te komen.
lat vragen van bijdragen, o. a. van Maldeghem, is onder
de bestaande omstandigheden niet geheel billijk. Vroeger
zijn aanzienlijke bijdragen genoten van de tollen en de
tarieven. Daarmede had het Gouvernement kunnen
volstaan. Waartoe toch worden de nieuwe werken
noodig Omdat wij Belgie ter wille zijn de werken
geschieden grootendeels ten behoeve van Belgie, maar
dan komen ook van de zijde der gemeenten geen bij
dragen te pas. Wij hadden voorts te zorgen dat Ter
Neuzen niet ten koste van Gent aehteruitging desniette-
min komt Ter Neuzen in ongunstiger toestand. Derhalve
is het onze plicht Ter Neuzen onzen steun niet te ont
houden in deze.
De heer Hovy sluit zich aan bij dit laatste gedeelte
van het betoog van den heer De Beaufort. Ter Neuzen
verdient inderdaad de sympathie van het Gouvernement.
Met zeer karige hulpbronnen heeft Ter Neuzen zich
krachtig weten op te werken. Daarom moet gezorgd
worden dat door behoorlijke los- en laadplaatsen de
groote schepen niet Ter Neuzen behoeven voorbij te
gaan om Gent te passeeren. Vooral in 't belang van
den houthandel van Ter Neuzen is dit noodig.
De Minister van Buitenlandsche Zaken (de heer Melvil
van Lynden) kan niet toegeven dat voor het maken
van de sluis- en andere werken, dat ook voor ons van
groot belang is, een aequivalent zou noodig zijn bij
wijze van vergoeding van Belgie. Van onzen kant is
in 1898 het verlangen uitgegaan naar de uitbreidings-
werken, waartoe Belgie zijne medewerking zou verleenen
en de zaak is toen slechts vertraagd doordien uit de
Begrooting van 1900 geen gelden voor die werken
konden worden besteed zonder voorafgaande overeen
komst. De verbetering van den toegang tot de haven
van Ter Neuzen is beslist een voordeel voor ons. Zoo
was ook de meening van de technische commissie van
Nederlandsche en Belgische ingenieurs die deze zaak
heeft onderzocht. Natuurlijk heeft ook Belgie voordeel
bij deze werken, maar dit is niet overwegend in ver
houding tot het onze. En wat nu de belemmeringen
betreft die onze vee-invoer nog altijd ondervindt,men
moet zich niet beroepen op hetgeen onder een vorig
Minister (Roell) op dat oogenblik bestond. Uit de over-
gelegde statistiek blijkt flat de veestapel zich wel iu
goeden toestand bevindt, maar er zijn ten onzent nog
geen maatregelen tegen de tuberculose genomenin
Belgie wel sinds 96. En daarom moet Belgie de
quarantaine handhaven. In 1896 was 't anderstoen
bepaalde men de quarantaine op 3 dagen, doch 't is
febleken dat dit niet voldoende was om de gevolgen
er inspuiting te kunnen nagaan. Intusschen is beloofd
zoo mogelijk den termiin van 10 dagen voor de quaran
taine nog te bekorten. Maar de maatregel is wel degelijk
gegrond op den toestand van het Nederlandsche vee.
Overigens licht de Minister nader toe de mededeelingen
in zijn nota omtrent de uitvoercijfers van het vee van
Nederland en van andere grensstaten. Het gemiddeld
cijfer meende de Minister te mogen aanvoeren als bewijs,
terwijl hij er op wijst dat de afneming van den uitvoer
in de latere jaren ook andere oorzaken heeft, n. 1. de
stijging van de veeprijzen in Engeland, waardoor de
export daarheen toenam en die naar Belgie wegens het
handelsvoordeel verminderde. Het posthoc is hier niet
het propterhoc.
Het is waartwee natien die met elkander op goeden
voet willen blijven moeten welwiUend jegens elkander
zijn. Welnu, Belgie heeft die welwillendheid betoond
met betrekking tot de vergoeding van gemaakte onkosten
en tot vergemakkelijking van den verkoop van melkvee.
Het aantal quarantaine-stations wordt vermeerderd.
Wijders worden de debouche's voorde directe verzending
van slachtvee vermeerderd. Verder is in ontwerp de
afscbafling van het invoerrecht op de suikerbieten. En
eindelijk heeft de Belgische Regeering zich bereid ver-
klaard tot onderhandelingen over den gemeensehappe-
lijken aankoop van den spoorweg Gent Ter Neuzen.
Men ziet dus, dat Belgie inderdaad geen concessien aan
Nederland onthoudt.
De Minister van waterstaat (de heer de Marez Oyens)
wijst er zijnerzijds nog op dat Belgie heeft gevraagd
een modificatie van het werk voor den bouw van de
sluis te Ter Neuzen. Maar die wijziging is juist eene
in ons voordeel, veel voordeeliger (ian bij de conventie
van 1895 was bedongen. Wij hebben gevraagd een
breedte van 16 M. voor de sluis en een diepte van 8
M. voor het kanaal. En nu wordt ons graties aange-
boden een breedte van 2 M. meer een wijziging dus
van de door de Wetgevende Macht goedgekeurde conven
tie in ons voordeel zonder eenige vergoeding onzerziids.
Dit is van groot belang voor den toestand van Ter
Neuzen, gelijk door de technische commissie is erkend.
En door die werken zal de haven van Ter Neuzen in
zooveel beteren toestand komen, dat de sluis slechts voor
48 van de 16000 booten die er doorheen varen, on-
toegankelijk zal zijn Dat is dus een voordeel dat wij
niet te licht mogen tellen. Maar nil moeten er ook nog
los en laadkaden komen te Ter Neuzen, wil die haven
het meeste profijt trekken van de ruimere sluis en die-
pere haven. Ook daarop intusschen is de Regeering
sinds lang bedacht geweest; de Minister heeft die zaak
met de ingenieurs onderzocht, doch men is tot dusver
voor de groote kosten teruggedeinsd. Onjnist is 't der
halve te beweren, dat de aandacht van de Regeering
thans eerst, door de critiek over deze conventie, op dit
belang zou zijn gevallen. De bedoeling is, naast de
loskade van 700 M., uog een van 300 M. te maken, zoo
dat men daar kan komen met schepen van 8 M. diep-
gangen daarnaast, zuidelijker af, zal dan nog een