r aanderen. A. VAN DALE, F. G, VAN DEINSE, A. MOGGRE en G. A. STAND AERT. A. VAN DALE, F. G. VAN DEINSE, A. MOGGRE, G. A. STANDAERT. Bepeinzingen van een Christen burgerman over den verkiezingstrijd vddr en op 10 Juli. 43e Jaargang. krijgen van de haventoestanden alhier, een openltjk bewijs van hunne medewerking of belangstelling ontvangen hebben. Nogmaalsvanwaar nu zoo opeens die belangstelling Hadden zij het bij het rechte eind die daarin niets anders dan een reclame-middel zagen Men zou het, lettende op het geschrijf van /Luctor et Emergo" nu wel gaan zeggen. De redactie van dat blad wil zich de eer toeeigenen van den eersten stoot te hebben gegeven aan het totstandkomen der commissie. Zij schijnt echter te willen wegredeneeren. of te vergeten, dat in het //Ter Neuzenseh Volks- blad" het eerst de vraag is gesteld of het niet noodig was dat ook de burgerij zich de geruchten omtrent de naasting der spoorwegen aantrok. In het nummer van heden durft de redactie van Luctor de liberalen verwijten, dat zij niet op de vergadering verschenen, waarop besloten werd op te komen voor de volgens gerucht hedreigde belangen van Ter Neuzen. Is dat eerlijk Waarom werd, zoo willen wij vragen, die vergadering helegd op denzelfden tijd als de toen reeds gepubliceerde vergadering van de liberale kiesvereeniging Zag men liefst zoo weinig mogelijk liberalen Wilde men zich alleen de eer toeeigenen En dan nog: hoeveel liberale ingezetenen waren op die bijeenkomst uitgenoodigd. Dat zou men eerst eens dienen te weten en ook of aan die uitgenoodigde liberalen eveneens liet recht was gegeven zooveel mogeljjk hunne vrienden mee te brengen. Als dat alles eens bekend was, dan zou het eerst uit te maken zijn, of men met een enkele behartiging van de gemeentebelangen te doen had, dan wel, of er de nevenbedoeling in opgesloten lag van reclame-maker ij. Ware eene algemeene oproeping tot de ingezetenen gericht, waren ook meerdere libe ralen uitgenoodigd om de vergadering bij te wonen, zouden deze wel talrijker opgekomen zijn, dat bleek trouwens voldoende aan de eerste openbare vergadering, al was die dan ook op zoo'n ongunstig uur belegd. Ondanks dit alles, was de meerderheid der commissie niet anti-revolutionair en heeft ten slotte al het leven dat daarover in //Luctor" gemaakt wordt, weinig te beteekenen. Dit is genoegzaam gebleken. De Kamer van Koophandel en de verschillende belang- hebbenden hielden zich reeds met deze zaak bezig, terwijl de Minister van Waterstaat reeds eene commissie had afgevaardigd om hier met die heeren te onderhandelen en, ondanks de gezonden telegrammen, geen aanleiding vond, om nota te nemen van de commissie alhier, die hem, zooals te begrijpen was, weinig nieuws kan mededeelen. Wij meenen dat deze zaak, door de reclame van Luctor tot een berg gemaakt, een muis gebaard heeft. Dit beroep op de behartiging van de alge meene belangen gaat dus niet op. Laat ons nu eens zien, welk nadeel de anti- revolutionairen aan de neringdoenden (niet alleen herbergiers of bierhuishouders, maar ook hotels, restauratie's, handelaars in sigaren, aanzichtsbriefkaartenkruideniers, slagers en wat niet al) toebrengen, door hun zeer eenzijdig kerkelijk drijven, op gebied van het vreera- delingenverkeer. Willen wij eens matig zijn in de berekening en aannemen, dat er gedurende den zomer hier des Zondags zouden komen, twintig gezelschappen van gemiddeld honderd personen, dat elk dezer f 1,50 verteert en koopt, dat is dan 3000,Kon dit niet zonder dat iemand eenige last daarvan had en zouden dan ook door de week niet meer vreemdelingen komen, wanneer zij op een goed onthaal en wat vrijheid konden rekenen, wij meenen, ja want thans worden alien afgeschrikt door de belemmering van beweging en door de tegen- werking om eenig vermaak te hebben. Dit alles is de schuld van de anti-revolu- tionaire drijvers, die in den vreemde pret A. WOLTEET, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. Paus Leo. in de geneeskundige kringeD te Rome zijn velen van oordeel, dat de doktoren Lapponi en Mazzoni een verkeerde diagnose hebben gesteld. De paus zou nl. niet aan long-, maar aan borstvliesont- steking lijden, wat tevens de afwezigheid van koorts verklaart. Het onderzoek van het afgetapte bloed- serum toonde bestanddeelen van tuberculeuzen aard aan. Deze nieuwe diagnose, stelt een lang ziekteverloop in uitzicht, tenzij er zich verkwikke- lingen voordoen en de krachten snel verminderen. De Minister Baccelli, die een heroemd klinicus is, had reeds eenige dagen geleden aan de juistheid van Lappoui's diagnose getwijfeld. maken, maar Ter Neuzen zoo doodsch en somber mogelijk willen hebben. Wel mogen zij, zooals op Zondag 21 Juni 1.1., een festival te Selzaete bijwonen. Daarom, kiezers, opgepastlaat u niet langer misleiden, ^maar toont, dat ge uwe vrijheid lief hebt en stemt met ons de heeren HET HAANTJE. Aan den arbeidersvriend J. van den Berg. De heer V. d. Berg tracht thans te bewerken de mannen, die arbeiden aan spoor en boot. Die mannen, al zijn ze niet in de gelegenheid geweest alien evenveel ontwikkeling te genieten, zijn toch niet zoo onnoozel als de heer Van den Berg schijnt te meenen, en ze zullen ongetwijfeld door hun stembiljet toonen, wie steeds ijverden voor handel en nijverheid in Ter Neuzen en dat zal zijn op andere wijze dan de heer V. d. Berg wenscht. Ze zullen zich herinneren dat wijlen de heer Van I Jssel- steijn het handelsverkeer hier bracht. Deze heer nu was een liberaal. In de tweede plaats brengen de liberalen niemand in verzoeking. Ze behoeven niemand om te koopen voor een borrel of een glas bier, zelfs niet voor zilver of goud. Ook de werklieden, al zijn ze niet geleerd, hebben st.oet werd geescorteerd door een detachement van de lijfgarde. De President reisde vervolgens in een kom'nklijken extratrein en kwam om kwart voor 10 te Windsor aan. Geleid door de koninklijke garde te paard reed Loubet nn naar het kasteel, waar hij werd ontvangen door den hertog van Argyll en lord Esher, uit naam van den Koning. Na een bezichtiging van de staatsappartementen, en na een bezoek aan het praalgraf van Koningin Victoria werd om kwart voor 12 de terugtocht naar Louden aanvaard. De prins van Wales, de hertog van Connaught, graaf Roberts, de leden van het diplomatenkorps, grootvorst Michael van Rusland hebben de groote wapenschouwing over 16,000 man troepen te Aldershot bijgewoond. Omstreeks half 5 kwamen de Majesteiten daar aan. De Koning reed te paard, een beginsel, staan voor hunne overtuiging. En ten derde, op de openbare school treft men al heel weinig kinderen aan van menschen met een inkomen van 2000 gulden en hooger: Die zijn meerendeels op de bijzondere school en de anti-revolutionairen zijn blijkbaar niet bevreesd voor den invloed van zulke kinderen van liberale ouders. Op de openbare school zijn meest de kinderen des volks. De heer V. d. Berg heeft gelijk aan school- geld en schoolgeldregeling zit een vies reukje. A propos, was het niet de heer Visser, die wist te bewerken, toen het voorstel betreffende de schoolgeldregeling van den heer D. Dees aan de orde kwam, dat althans eene klas hooger pas begonnen werd, dan het oorspron- kelijke voorstel bedoelde Dit was toch zeker wel in het belang van den werkman. De heer Visser is nu oo'k een liberaal. Het is zeker aan het kort verblijf van den heer V. d. Berg in deze gemeente te wijten, dat hij aldus schrijft. Anders waren boven- genoemde zaken hem zeker bekend en zou zijn stukje in de pen gebleven zijn. De werklieden aan spoor en boot, met de toestanden van Ter Neuzen bekend, zullen daarom stemmen op de heeren Burgerij en neringdoenden zullen hen hierin volgen. JEen soon des volks. Ja, ik ben een Ter Neuzensch burgerman en wel een burgerman in mste, zooveel gezegd als rentenier. Wij ik zeg wij, want ik ben deugdelijk getrouwd in Raadhuis en Kerk nu, ik zeg dan, wij hebben geen kinderen en toen we goed en wel binnen waren, hebben we ons zaakje voordeelig aan kant gedaan, of beter gezegd, aan een ander over- gedaan, wien 't daarmee ook tamelijk voor den wind gaat. Want we zijn toch in de wereld om elkaar voort te helpen. Laat er bij gezegd zijn, dat ik een zac'ntmoedig, menschlievend mensch van aard ben, die met iedereen graag in rust en vrede leef en goed kan aanzien, dat de zon bij mijn buurman in't water schijnt. Dit tot aangename kennismaking met mijn lezers. Alzoo gaar niets meer omhande hebbende, had ik volop tijd de verkiezingsprotocollen en dito kattebelletjes, die alle partijen zoo vriendelijk geweest zijn, mij franco thuis te sturen, alle op mijn dooie gemak te lezen en herlezen, te spellen en uit te pluizen. En uit wederkeerige vriendschap, mitsgaders uit dank- baarheid, kom ik langs dezen gebruikelijken weg, de bepeinzingen mededeelen, welke die verschillende paperassen mij hebben ingegeven. Met de verkiezingspraatjes houd ik mij niet op, ze gelijk stellende met kletspraatjes, waar ik niet van houd. De stapel papieren ligt voor me. Ik zal er op goed geluk 't een en 't ander nit trekken. No. 1 het kattebelletje van Vele katho lieken aan katholieke kiezers Nu, dat „velein verkiezingsdagen kennen we, en laat ik dus voor wat het is. Maar dat die „vele katholiekenheusche katho- lieken waren, gelief ik nu niet te slikken. Want dan zouden de overige katholieken door hun eigen vlooien gebeten zijn. En zoo'n vlooienbijferij moet door ieder weldenkend mensch als ik ganschelijk worden afgekeurd. Ik houd die onderteekening voor een verkie- zingsleugentje, als waarvan alle partijen zich in den verkiezingstrijd bedienen, hoezeer zij overigens ook aanspraak maken op waarheids- liefde en christelijkheid. Ik vind 't echter verkeerd, ik kan 't met mijn christelijke cons- cientie niet overeenbrengen. Ik heb er mij ook nooit mee opgehouden, toen ik nog in de zaken was. Mijn gewezen kalanten kunnen TIEN: regel meer f 0,10. lerzelfde advertentie wordt de prijs berekend. Er was ereis een haantje Van 't ordinal rste ras Toch stapte 't zoo parmantig, Alsof't iets zeldzaams was. De borst vooruit gestoken, Met opgezetten kam, Verwekte 't malle haantje. Verwond'ring, waar net kwam. Het uitte schelle kreten Op afgezaagden trant En vona dat oude wijsje Hetmooiste van het land, En wie .niet mee won kraaien In d'ouderwetschen toon, Dien schoid het haantje toornig Een slechten kippenzoon Dien noemde het verbasterd En onbehoorlijk grof, Een laag, onwaardig scliepsel, Een sekandvlek voor den hof. Wie zijn geluid niet achtte En om zijn trant niet gaf, Dien gunde 't booze haantje Geen korrel, nauw'lijks 't kaf. Dat onverdraagzaam haantje Werd meester in den raad Der hanen. Telkens maakte Het zich daar bijster kwaad, Als 't and'rer wijs moest hooren Dan kraaide 't al zijn best En hief zich op zijn teenen, Het onverdraag'lijk nest. ,/Ik ben", zoo riep het heftig, „Een vijand van gebroed, Dat kuklrku durft roepen Slechts kikrtki is goed. Laat ieder maar crepeeren, Die 't kikrrki niet eert En andre kraaimethodes Aan 'tvolk der hoenders leert!" Zijn schrille toon klonk dreigend Door heel den hoenderhof, Maar schonk aan vele hanen Niet weinig lachens stof. Men riep: //Wil die ons leeren, Wat nuttig is of niet? Zoo'n kriel, die 't kippenleven Slechts van zijn stok beziet? Wil die de wet hier stellen De baas zijn in het kot Ons alien ringelooren Dat is toch al te zot Weg met dien mallen kraaier Satrek hem aan zijn staart! Laat hem de sporen voelen Hij is niet anders waard. Hij kraaie vrij zijn deuntje, Maar op zijn eigen stok, En make zicn bij andren Toch niet belachelijk drok. Bij de eigen soortgenooten, Daar schettre hij zijn roep Maar overschreeuw' niet langer Den ganschen hanentroep onzen vee-ffivoer; maar DinrjK is titar wij, wanneer wij over een jaren lang hangende zaak een schikking treffen, ook aanspraak maken op concession anderzijds. Met ons tarief vermogen wij niets te krijgen men kan ons daarvoor niets aanbiedenmaar dan is 't ook billijk het do ut des in andere zaken toe te passen. Anders visscken wij altijd acliter het net en wacht ons slechts teleurstelling. Wij verlangen van de Regeering niets wat buiten verhouding staat tot hetgeen wij geven liever ,een half ei dan een leege dop. Maar niets is al heel weinig. In buitenlandsche zaken wil spreker niet dan in de alleruiterste noodzakelijkheid zijn medewerking aan de Regeering onthouden. Maar 't betreft hier een zeer groot volksbelang. Hij erkent echter dat er op (lit oogenblik geen dringende noodzakelijkheid bestaat, die hem zou moeten nopen zijn stem aan deze overeenkomst te onthouden. Wat de naastings-quaestie betreft, dankt spreker den Minister van Waterstaat voor de in zijn nota gegeven inlichtingen. Diens verklaringen op 't voetspoor van de mededeelingem der Belgische Regeering hebben hem gerustgesteld en zullen door de belanghebbende streek ki'Mwri 'tiriiOBMBMi—iiami i nm n RAAT. SDE te Ter Seuzen, ter met welgevallen zijn vernomen. Hij ver- dat we bij de vast/itilling van i.iet ter conditie zullen komen. mt de haven van Ter Neuzen hebben's Ministers ngen hem in 't algemeen ook bevredigd. Maar t op de urgentie der uitvoering van de werken rziening der los- en laadkaden. De verwijzing ■erdere onderhandelingen" had hij lievei' niet een meer pertinente verklaring ware hem wel- geweest. De zaak moet ook niet afhankelijk t worden van de bijdragen van belanghebbende .en anders dreigt er van de zaak niets te komen. gen van bijdragen, o. a. van Maldeghem, is onder ande omstandigheden niet geheel billijk. Vroeger szienlijke bijdragen genoten van de tollen en de L Daarmede had het Gouvernement kunnen Waartoe toch worden de nieuwe werken Omdat wij Belgie ter wille zijnde werken ien grootendeels ten behoeve van Belgie, maar men ook van de zijde der gemeenten geen bij- te pas. Wij hadden voorts te zorgen dat Ter niet ten koste van Gent achteruitging desniette- at Ter Neuzen in ongunstiger toestand. Derhalve inze plicht Ter Neuzen onzen steun niet te ont- in deze. jer Hovy sluit zich aan bij dit laatste gedeelte betoog van den heer De Beaufort. Ter Neuzen inderdaad de sympathie van het Gouvernement. r karige hulpbronnen heeft Ter Neuzen zich weten op te werken. Daarom moet gezorgd dat door behoorlijke los- en laadplaatsen de tchepen niet Ter Neuzen behoeven voorbij te n Gent te passeeren. Vooral in 't belang van thandel van Ter Neuzen is dit noodig. nister van Buitenlandsche Zaken (de heer Melvil iden) kan niet toegeven dat voor het maken sluis- en andere werken, dat ook voor ons van slang is, een aequivalent zou noodig zijn bij m vergoeding van Belgie. Van onzen kant is het verlangen uitgegaan naar de uitbreidings- waartoe Belgie zijne medewerking zou verleenen ,aak is toen slechts vertraagd doordien uit de ng van 1900 geen gelden voor die werken worden besteed zonder voorafgaande overeen- De verbetcring van den toegang tot de haven Neuzen is beSist een voordeel voor ons. Zoo t de meening van de technische commissie van tdsche en Belgische ingenieurs die deze zaak derzocht. Natuurlijk heeft ook Belgie voordeel werken, maar dit is niet overwegend in ver- tot het onze. En wat nu de belemmeringen ie onze vee-invoer nog altijd ondervindt,men ih niet beroepen op hetgeen onder een vorig (Roell) op dat oogenblik bestond. Uit de over- statistiek blijkt dat de veestapel zich wel in toestand bevindt, maar er zijn ten onzent nog latregelen tegen de tuberculose genomenin wel sinds 96. En daarom moet Belgie de ine handhaven. In 1896 was 't anderstoen men de quarantaine op 3 dagen, doch 't is dat dit niet voldoende was om de gevolgen liting te kunnen nagaan. Intusschen is beloofd jlijk den termijn van 10 dagen voor de quaran- r te bekorten. Maar de maatregel is wel degelijk op den toestand van het Nederlandsche vee. sns licht de Minister nader toe de mededeelingen nota omtrent de uitvoercijfers van het vee van d en van andere grensstaten. Het gemiddeld ende de Minister te mogen aanvoeren als bewijs, ij er op wijst dat de afneming van den uitvoer tere jaren ook andere oorzaken heeft, n. 1. de van de veeprijzen in Engeland, waardoor de rarheen toenam en die naar Belgie wegens het nordeel verminderde. Het posthoc is hier niet erhoc. waar twee natien die met elkander op goeden en blijven moeten welwillend jegeiiH elkander ■lnu, Belgie heeft die welwillend heid betoond kking tot de vergoeding van gemaakte onkosten rgemakkelijking van den verkoop van melkvee. tal quarantaine-stations wordt vermeerderd. ■vorden de debouch^'s voor de directe verzending ltvee vermeerderd. Verder is in ontwerp de g van het invoerrecht op de suikerbieten. En heeft de Belgische Regeering zich bereid ver- t onderhandelingen over den gemeenschappe- nkoop van den spoorweg GentTer Neuzen. dus, dat Belgie inderdaad geen concessien aan 1 onthoudt. ister van waterstaat (de heer de Marez Oyens) zijnerzijds nog op dat Belgie heeft gevraagd ficatie van het werk voor den bouw van de Ter Neuzen. Maar die wijziging is juist eene ordeel, veel voordeeliger dan bij de conventie was bedongen. Wij hebben gevraagd een an 16 M. voor de sluis en een diepte van 8 ar. voor het kanaal. En nu wordt ons graties aange- boden een breedte van 2 M. meer een wijziging dus van de door de Wetgevende Macht goedgekeurde conven tie in ons voordeel zonder eenige vergoeding onzerziids. Dit is van groot belang voor den toestand van Ter Neuzen, gelijk door de technische commissie is erkend. En door die werken zal de haven van Ter Neuzen in zooveel beteren toestand komen, dat de sluis slechts voor 48 van de 16000 booten die er doorheen varen, on- toegankelijk zal zijn Dat is dus een voordeel dat wij niet te licht mogen tellen. Maar nu moeten crook nog los en laadkaden komen te Ter Neuzen, wil die haven het meeste profijt trekken van de ruimere sluis en die- pere haven. Ook daarop intusschen is de Regeering sinds lang bedacht geweest; de Minister heeft die zaak met de ingenieurs onderzocht, doch men is tot dusver voor de groote kosten teruggedeinsd. Onjnist is 't der halve te beweren, dat de aandacht van de Regeering thans eerst, door de critiek over deze conventie, op dit belang zou zijn gevallen. De bedoeling is, naast de loskade van 700 M., nog een van 300 M. te maken, zoo dat men daar kan komen met schepen van 8 M. diep- gangen daarnaast, zuidelijker af, zal dan nog eeu

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 13