BIJVOEGSEL
Tsr Nguzgnschs Courant
Landbouwberichten.
Gemengde berichten.
Zaterdag 13 Juni 1903. No. 4391.
FEUILLETON.
SIGN0RA STELLA.
Op den Balkan.
De expeditie tegen Figig.
De Somaliland-expeditie.
De Venezolaansche revolutie
In Transvaal.
Protectie of vrijhandel
aansluiting met het moederland. Meent het Huis
dat ik al deze verschijnselen over het hoofd moet
zien Indien het ministerie den tijd gekomen
acht voor een onderzoek der nieuwe moeilijk-
heden, outstaan door nieuwe omstandigheden,
zullen zijn denkbeelden in stilte gerijpt zijn.
Spr. ontkende niet, dat tegen den ingeslagen weg
bedtnkingen waren, maar, zei hij, laat de zaak
volledig onderzocht worden en als er verschil
van meening mocht bestaan in de partij, loopt
dat niet over de aanhangige kwestie en zal het
de grondslagen der partij niet aantasten.
De koloniale kwesties, zoo ging Balfour voort,
nemen niet alleen de openbare meening in Groot-
Brittannie in beslag, maar in alle kolonien zijn
mijn opvattingen volkomen oprecht uiteengezet.
Ik zou slecht mijn plicht vervullen, indien ik
sprak van gevestigde overtuigingen, waar nog geen
gevestigde overtuigingen bestaan. (Toejuichiugeu
en afkeuringen).
Het zou dwaze verinetelheid zijn, aan het groote
stelsel, dat nu jaren heeft gewerkt, te raken,
zonder het meest nauwkeurige onderzoek, maar
al houdt men de tradities van het verleden in
eere, de nieuwe vraagstukken rnogen niet voorbij-
gezien worden.
De heer Gampbell Bannerman, de leider der
liberalen, verklaarde, dat er aanleiding te over was
om het Huis volkomen gelegenheid te geven voor
de behaudeling van deze zeer belaugnjke vraag
stukken.
Het amendement-Chaplin werd met 424 tegen
28 stemmen verworpen.
Centtinje, 10 Juni. Katholieke Albaneezen uit
Hotte en Gruda hebben een aanval gedaan op een
blokhuis gelegeu dicht bij de grens en bewaakt door
een militaire afdeeling. Nadat een aantal soldaten
gedood waren staken zij het blokhuis in brand. De
opstandelingen vluchtteu met hun gezinnen en hun
vee naar Montenegro, waar reeds vele vluchtelingen
zijn. De regeeriug van Montenegro vropg aan de
Porte gratie voor deze vluchtelingen, zoo zij naar
hun land terugkeeren.
Beni-Oeuif, 9 Juni. Afgezanten van 7 Ksoers
kwamen volledige onderwerping aanbieden. Gene-
raal O'Connor weigerde echter hen te ontvangen
en verklaarde niet met gemachtigde te willen onder-
handelen, maar met de djemaas zelf. De generaal
zou 24 uur tijd geven, waarna hij opnieuw zou
beginnen.
De uaburige stammen, die de lieden van Figig
steunden, hebben den strijd opgegeven en zijn
naar hun vestigingen teruggekeerd.
Frankrijk heeft niet de bedoeling, de oases te
vernielen, maar de bewoners van Figig zullen de
kosten der expeditie moeten betalen, en de moor-
denaars, pluuderaars, benevens wapeus en munitie
moeten inleveren.
Algiers, 10 Juni. Een telegram uit Beni-Oenif
meldt dat de djemaas van Figig volkomen onder
werping aanboden.
Uit Harar wordt bericht, dat de Abessinische
strijdmaeht in Somaliland ontdekt heeft, dat er
zich Engelsche offioieren in het kamp van den
Moellah bevindeu. Deze officieren zouden in het
gevecht, waarin de troep van kolonel Plunkett
totaal vernietigd werd, gewoud zijn en door de
volgelingen van den Moellah als gevangenen
meegevoerd. Ras Makonnen moet aan de Engelsche
autoriteiten te Harer hebben voorgesteld, dat de
Abessiuiers alle gevangenen, die zij gemaakt hebben,
den Moellah zullen aanbieden in ruil voor de
gevangen Engelsche officieren.
New-lork, 10 Juni. Volgens een telegram uit
Curacao is generaal Matos met andere leiders der
revolutionnairen daar in treurigen toestand aan-
gekomen, nadat hij vier dagen in een open boot
had rondgezworven. Het grootste deel van Matos
troepenmacht is genomen. De revolutie is geein-
d'gd.
In de Belgische Kamer werd Dinsdag de
stijging der vleeschprijzen in Belgie weer ter
sprake gebracht. Lemonier, afgevaardigde voor
Brussel, interpelleerde den Minister van landbouw.
Met cijfers toonde hij aan, dat de vleeschprijzen
stegen de prijzen der runderen werden 10 frcs.
hooger, die van kalveren 16 frcs. die van schapen
17 frcs. Rekening houdende met het bevokings-
cijfer werd 22 millioen meer uitgegeven voor
de vleeschvoeding dan het vorjge jaar. Belgie
moet kunnen steunen op Frankrijk en Holland,
maar de Minister heeft geheel en al den invoer
van mager Hollandseh vee verboden, terwijl
slachtvee uit Holland slechts langs enkele grens-
plaatsen kan binnenkomen op voorwaarde ge-
slacht te worden binnen 48 uren, hetzij aan
de grens, hetzij in de slachthnizen der groote
steden.
In Holland is nergens meer een besmettings-
haard van mond- en klauwzeer of tuberculose.
De regeering bevoordeelt de groote Belgische
veefokkers.
Men moest den termijn van het slachten van
Hollandseh vee verlengen en langzamerhand de
grens voor den ihvoer openstellen.
De Minister antwoordde, dat de Hollandsche
grens niet gesloten is, want 21000 dieren zijn
in Belgie ingevoerd. Het Belgisch vee nam
met 15 pCt. toe en het verbruik van vleesch
met 22 pCt. Dat is de reden van het stijgen
der prijzen. Ook het ongunstige weer in April
had invloed.
Bij den landbouwer M. v. L., in den Engel-
schen polder te Rilland-Bath, had Maandagmorgen
de arbeider Lokerse het ongeluk met de rechter-
hand door de raderen van de snijmachine te
worden gegrepen. Dit lichaamsdeel werd hem
letterlijk stukje voor stukje tot boven de pols
verbrijzeld. De heeren Geill, arts te Krabbendijke
en Barendse, tijdelijk arts te Rilland-Batb, hebben
later op den dag den rechterarm geamputeerd.
Men schrijft uit Amsterdam aan de N. R. Ct.
Bij voordracht van 20 Juni 1900, werd B. en
W. voor den verbouw der stadsdrukkerij verleend
een crediet van f 1 1,000. Thans blijkt uit eene
nieuwe voordracht, dat dit crediet bij de verbouwing
is overschreden met f 8700 En bovendien was
de verlichting vergeten, zoodat uu daarvoor
nog 2350 wordt aangevraagd. De aanvankelijke
begrooting ad 11,000 blijkt dus overschreden
met.11,050
Wie durft nu nog zeggen, dat de gemeente
niet zuinig begroot
Naar men verneemt, zal dezer dagen
een begin worden gemaakt met de verdeeling
onder het politiepersoneel te Amsterdam van de
gelden, die door de burgerij zijn bijeengebracht
als een bewijs van waardeering voor de belangrijke
diensten door de politie bewezen tijdens de stakings-
dageu. Da inspecteurs van politie zullen een
bedrag ontvangen, wisselend tusschen de dertig
en zestig gulden, terwijl den klerken, brigadiers,
rechercheurs en agenten elk twaalf gulden zal
worden ter hand gesteld.
VAN DE
VAN
Pretoria, 9 Juni. De Wetgevende Raad besloot
hedenmiddag eenstemmig in het reglement voor
openbare vacantiedagen ook op te nemen de viering
van den Dingaansdag door de Boeren. De Hol
landsche leden zeiden hun medeleden hartelijk
dank voor dit teeken van goedeu wil, en verklaarden
dat dit besluit meer zou bijdragen tot de verzoening
dan honderd redevoeringen.
Johannesburg, 9 Juni. Uit de statisliek van
den Kafferarbeid over April blijkt, dat ongeveer
9800 arbeiders werden aangeworven. 600 werden
van Barberton gezonden, 4600 zagen hun contract
afloopen en narnen ontslag. De netto-vermeerde-
ring der arbeidskrachten kwarn ten goede van den
Rand.
Bij de voorzetting van de beraadslagingen in
het Engelsche Lagerhuis over de motie van
Chaplin, waarin de opheffing der graar.rechten
afgekeurd wordt, verklaarde de liberaal Asquith
Woensdag, dat het Huis niet tevreden zou zijn
met de verwarde en tegenstrijdige meedeeling der
verschillende Ministers, maar recht had te weten,
wat het oordeel van het gezamenlijke kabinet was.
Zijn de opvattingen van Ritchie die van het
ministerie, vroeg hij.
Asquith maakte juist een toespeling op de
afwezigheid van Chamberlain, toen deze binnentrad
eu naast Balfour ging zitteu. Asquith zeide toen,
dat hij verheugd was Chamberlain nog te zien
zitten op de regeeringsbank. Ritchie zat eveneens
naast Balfour eu Asquith wees nu op het buiten-
gewone feit dat twee verantwoordelijke Ministers
met volkomen uiteenloopende meeningen over een
hoofdkwestie van politiek op dezelfde bank zaten.
Het was, zei hij, een afwijking van de traditien
van het openbaar leven, dat twee Ministers geheel
tegenstrijdige denkbeelden konden uitspreken en
een geheel onvereenigbare politiek konden be-
pleiten. Hij protesteerde hier dan ook krachtig
tegen.
Na verdere beraadslaging nam Minister Balfour
onder luide toejuichingeu het woord. Hij her-
haalde, dat de graanrechten uitsluitend waren
ingesteld met fiscale bedoelingen. Hij zou het
een verzaking van zijn plicht achten als hij thans,
waar ook, eenige besliste uitspraak zou doen over
de groote fiscale en financieele vraagstukken
in de jongste redevoeringen te berde gebracht.
Hij behoorde niet tot hen, die meeuden dat het
fiscale stelsel, vijftig jaren geleden onder geheel
verschillende omstandigheden vastgesteld, te alien
tijde moest blijven bestaan (toejuichingen), maar hij
rneende evenmin, dat men ooit zou terugkeeren tot
de dwaze, ingewikkelde tarieven, waarvan de her-
vorming in 1842 was begounen.
In 1881 wees ik er op, zei Balfour, dat ik niet
begreep hoe wij in de toekomst op gunstige voor-
waarden over handelstractaten zouden kunnen
onderhandelen, indien wij niet de macht hadden
wedervergelding uit te oefeneu. Sedert ziju de
tarieven in bijna alle groote staten, met welke
wij wilden onderhandelen, tegen ons verhoogd.
De trusts zijn zeer toegenumen en ieder in het
Huis is ongerust over haar invloed op Engeland's
stapel-industrien. (Toejuichingen.) Dan is er bij
de koloniale premiers een streven naar nauwere
Vrij bewerkt door AMO.
Ja, Bateman, de hofmeester, had gelijk, wanneer
hij zeide, dat Dorothea Star, een flink knap meisje
was, en mooier zou worden bij het toenemen van
haar leeftijd. En Shanker, de lakei, had het niet
ver mis, als hij zei, dat Dolly Star een helder
verstaud had en dat er te eeniger tijd wel iemand
zou komen, die haar een goed huwelijk zou aan
bieden het kon hem niet schelen, hoe auderen
oordeelen, maar hij dacht er zoo over.
Zij was bijna zeventien jaar, niet groot voor
haar leeftijd, maar vlug en lenig van leden, scherp-
zinnig in het waarneusen van alles om haar
heen, gemakkelijk in het overnemen van het goede
dat zij bij auderen opmerkte, en zij had een iu-
borst, die ruim de moeite zou beloonen van
dengene, die haar verdere vormiug en beschaving
ter hand mocht willen nemen.
Dolly Star! Dolly! Dolly! Dolly!" riep eene
stem beneden in aeu toren. //Doe dedeuropen!
Ik kom boven bij je
Dat was Hanna, de keukenmeid.
Dolly verzamelde hare krachten, stond op en
liet haar binnen.
//Ik ben niet gerust omtrent jou, lief kind
Ik houd er niet van, iemand voor den gek te
houden, en ik dacht zoo bij me zelven, dat het
je een beetje vefluchting zou geven, als je me
iets verteldet van dien mallen droom. Ik houd
er niet van, dat de menschen van hun hart een
smoorkuil makendat doe ik zelf ook niet.
Kom, vertel me je droom eensdat zal je zeker
goeddoen."
z/Je vertelt het toch niet aan de anderen, niet
waar
z/Och, wel neen Begin maar
n,Dan zal ik je alles vertellen, Hanna; alles;
zooals het gebeurd is. Zoodra ik gister avond te
bed lag, sliep ik in. Dat gebeurd me alle avonden
zoo. Ik wilde wel, dat het anders wasik zou
liever een poosje wakker liggen, om goed te kunnen
voelen, hoe heerlijk het bed is, want als ik's morgens
wakker word, is het tijd om op te staan. Maar
ik kon niet wakker blijven, al had ik er den
hemel mee kunnen verdienen. Dikwijls heb ik
mijn uiterste best gedaan om de oogen open te
houden eu te luisteren naar de geheimen, die de
meiden elkaar te vertellen hadden, maar ik heb
nooit wakker kuuneu blijven."
z/Maar wat heeft dat nu met je droom te maken,
Dolly Spreek nu enkel maar over je droom
z/Goed, dat zal ik doen, Hanna Ik droomde,
dat ik alleen in de weide wandelde, zonder eigen-
lijk doel, en een liedje neuriede, zooals ik altijd
doe als ik alleen ben. Eiudelijk stond ik stil,
en daar hoorde ik dicht bij mij eene stem roepen
z/Zing verder, zing verder, gravin van Asherton
Daarop antwoordde ik //Gravin van Asherton
ben ik niet." //Neen, maar je zult het toch
worden," riep de stem weder. /,Eu waar is
de graaf?" vroeg ik lachend, en ik was heelemaal
niet bang of verwonderd. //Hier dicht bij
je antwoordde de stem met een laoh. //Kijk
maar eens goed rond Wat zijn droomen toch
vreemd, vindt je ook niet, Hanna P Ik bukte mij
en keek onder een groot blad van een wilde
zuringplant, die voor mijn voeten groeide. Natuur-
lijk was daar geen graaf, en toen lachte de stem
en ik lachte ook, en zoo werd ik lachende wakker.
z/Het klokkenspel op den toren- van den stal
speelde juist kwart voor elven, toen ik wakker
werd. Het was zoo'n mooie droom Ik lag zoo
stil als een muis en hoopte spoedig weer in te
9lapen en hetzelfde nog eens te droomen. Wer-
kelijk droomde ik het weer. Maar nu niet zoo
pleizierig. Ik lag beneden bij den toren en kon
geen hand of voet bewegen, en een stem riep naar
beneden//Gravin van AshertonGravin van
Asherton Kom, kom Maar het was niet dezelfde
stem van de weide. //En waar is de graaf vroeg
ik opnieuw. //Hier, hierantwoordde de stem.
Toen wilde ik opstaan en de hand nitsteken, maar
ik kon geen lid van mijn lichaam bewegen, en
toen werd ik schreiende wakker.
z/Kort daarna sloeg de stalklok elf uur ik telde
de slageu. En toen viel ik weer in slaap, en
zoo waar ik leef daar droomde ik weer dat men
mij gravin van Asherton noemde. Maar die droom
was erg verward, en ik werd niet wakker voor
den ochtendstond, zoodat ik natuurlijk niet kan
zeggen, of alles voor twaalf uur was afgeloopen
ei volgens zeggen van Sarah Burt komt het daarop
juist aan, of een droom zal uitkomeu."
z/Hm, hm, een zonderlinge droom, ja, dat is het
Zou je wel een voorname dame willen wezeu,
Dolly
z/Wel, natuurlijk! Een japon met een langen
sleep, overal groeten met een boiging, altijd met
eerbied aangesproken, en dan op de voomaamste
Maandagavond kwart voor elf werden de
de heer en mevrouw Joh. Kraus, van Groniugen,
tijdelijk te osbergen bij Paterswolde woonachtig,
opgeschrikt door t bericht van een boschbraod
op een nieuw aangekocht terrein hunuer bezitting.
De burgemeester van Eelde was reeds op de
plaats des onheils aanwezig, terwijl achttien man
bezig waren den brand zooveel mogelijk te be-
perken, wat echter moeite kostte, daar de hevige
wind in dezen zeer ongunstig werkte. Door
't maken van open terrein was men er om drie
uur in geslaagd den brand meester te worden.
10 H. A. dennenhout werden een prooi der
vlammen.
Het is duidelijk, dat de brand aan kwaad-
willigheid moet worden toegeschreven, daar het
bosch aan twee kanten brandde.
Uit Assen meldt men aan de //Zw. Ct."
dato 10 dezer
Gisteren meldde zich bij de politie alhier aan
een zekere S. uit de gemeente Emmen, te kennen
gevende, dat hij in den vorigen nacht een huis
(boerderijtje te Giethoorn in brand had gestoken
met het doel om weder in de gevangeuis
te komen.
Het bevestigde zich dat te middernacht het
huis van R. Essing te Giethoorn in lichte laaie
was gekomen en totaal afgebraud, waarbij ook de
levende have 1 koe, 3 varkens en eenige kippen
omkwamen en overigens ook al niets kon worden
gered.
Door den wachtmeester der marechauss£e alhier
is met S. een plaatselijk onderzoek ingesteld de
man werd daarna naar de gevangenis in voor-
loopige hechtenis overgebracht.
Van S., die reeds voor monrd met diefstal een
24tal jaren gevangenisstraf heeft ondergaan, kan
nog gemeld worden, dat hij na zijn ontslag, voor
ongeveer 2 jaren, zich niet meer in de maatschappij
te huis gevoelde. Hoewel hij toen met een uit-
gaanskas van 800 bij vrouw en kinderen thuis
kwarn, waren zij geheel van elkander vervreemd.
Zoo was hij ook al naar Duitschland geweest om
werk, maar wijl hij dit niet geregeld kon vinden,
is hij weer aan het zwerven geraakt, om nu nog-
maals een misdaad te plegen.
In de Lange Hezelstraat te Nijmegen werd
Maandagavond omstreeks elf uur een meer dan
ergerlijk tooneeltje afgespeeld. Een beruchte
vrouw, bekend als //Raoie Anna" en nog een
vijftal van dat soort hadden oneenigheid gekregen
en geraakten zoo op straat aan't bakkeleien. Al
plukharende kwamen zij de Hezelstraat op. Op
den hoek dezer straat en van den Ganzenheuvel
zou de groote slag geleverd worden. Eene van
het zestal moest het daar danig ontgeldeu. Zij
werd zoolang gestompt en geschopt tot zij be-
wegingloos in de goot bleef liggen, de straten
vullend met haar akelig gillen, terwijl in de naaste
omgeving de dames haar strijd voortzetten. Een
paar mannen, haar schijnbaar niet onbekend kwamen
opzetten en wisten de vrouwen uit elkaar te drijven.
Na heel wat getier arriveerde het troepje in de
Boddelstraat, waar alleD schenen thuis te behooren.
Met geweld werden zij hunne respectieve woon-
huizen binnen gestuwd, waarna een zestal politie-
agenten de straat voor verder rumoer kwamen
vrijwaren. Buiten was het nu althans veilig.
Een millioenenheer. Wie zou, nu ongeveer
een kwart eeuw geleden gedacht hebben, dat de
destijds ontmaskerde //millioenenjuffrouw" in
Amstel's veste, nog eenmaal zou worden opgevolgd
door een //millioenenheer?"
Toch is het zoo, zegt het //N. v. N." Maar
de millioenenheer van heden schijnt in tegen-
stelling met zijne voorgangster //echt" te zijn en
dienstboden, zelfs op den hofmeester en op de
huishoudster, te kunnen neerzien als op nietige
aardwormen. Ik zou liever lady Asherton wezen,
dan wat ik nu ben. Thans word ik op de vingers
gekeken, door niemand geacht, en dan word ik
nog geplaagd om het eenige goede, dat ik bezit
mijne stem
»Daar is wel wat van waar, Dolly. Vertel maar
verderhet is zoo pretlig jou te hooren spreken,
meisje."
//Als ik lady Asherton was, zou ik een piano
hebben, juist zoo'n mooie als die, welke de organist
Winter geleverd heeft aan de dochters van den
advocaat Gale, en dan zou ik daarop den geheelen
dag kunnen spelen en er heerlijk bij kunnen zingeu.
Eu dan zou ik met minachting neerzien op die
opgedirkte juffertjes met hare onbeteekenende stem
en haar samengeregen middel. Als zij zich kleeden
om naar een partij te gaan, houden zij zich aan
de posten van het ledikant vast, terwijl de meid
met alle kracht haar corset vastrijgt, totdat ze
s:hreeuwen van pijn. Je moest eens zien, welk
gezicht zij zetten, als ik met gemak en zonder fout
tot de hooge G zing; dan doen zij precies of ik er
niet ben, en alsof zij daar niets van hooren. Ik
ben nieuwsgierig, of zij weteD, wat de dienstbode
van haar te vertellen heeft."
z/Och daar weten zij niets van Laat ik je eens
wat zeggen, Dolly! Als wij alles wisten, wat er
achter onzen rug van ons gezegd wordt, zouden er
geen twee menschen op de geheele wereld goede
vrienden met elkaar wezen. Dat geloof ik zeker!"
(Wordt vervolgd).