A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
m
No. 4385.
Oonderdag 28 Mei 1903.
H~I N D 3 R W S T.
43e Jaargang.
FEUILLETON.
SIGN0RA STELLA.
Binnenland.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Wegens het Pinksterfeest
zal a. s. Maandag geen
nummer van dit blad verschijnen.
De strijd dee Macedonians.
i)
In Transvaal.
Een oude rekening.
D E KONGO.
De Koningin te Amsterdam.
1
TER SIElIZElfSCHE (OIRIVT,
ABONN EMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaataing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Oit blurt verscljljnt Jfaanitag-, Woensdag- en Vrijdagavond, MltKeaonder^>^eestdagen^bUderirm^r^^AW^E^AMOIEt^e^eu»un.
Burgemeester en Wethonders van TER NEUZEN,
gelet op art. 8 der Hinderwet
doen te weten. dat voorwaardelijk vergunnmg is jerleend
aan J. C. HARTE, D. E. WOLFERT, K. WIELANI) en
P J VERSLUIJS, kooplieden tc Ter Neuzen, en hnnne
rechtverkriigenden tot oprichting eener bergplaats van petroleum
op een gedeelte van het perceel in den Noordpolder, kadastraal
sectie D no. 230.
Ter Neuzen, 25 Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Uit Milaan wordt aan de ,/Corriere della Sera"
bericht, dat men thans een oorlog tusschen Tur-
kije en Boelgarije als onbetwistbaar vaststaand be-
schouwt. Turkije heeft 230,000 man en 150
batterijen, onder het opperbevel van Edhem Pasja,
in drie legerkorpsen opgesteld. Een legerkorps
onder Nassir Pasja zal optrekken langs de lijn
Kustendje-Pernik-Sofia, een tweede onder Arif-Pasja
langs de lijn Adrianopel-Philippopel. Door deze
beide troepenmachten zouden de Boelgaarsche
strijdkrachten verdeeld worden. Ten slotte zou
nog een centraal legerkorps onder Ibrahim Pasja
over Dznmaia naar Dupnica-Samokof optrekken,
en de spoorlijn Sofia—Philippopel afsnijden.
Daarentegen verneemt de uTimes uit Sofia,
dat de strijd in Macedonie blijkbaar afneeint en
voorloopig de onderhandelingen tusschen Turkije
en Boelgarije goed vorderen.
Het ,/Times"-bericht nu zal wel het meest over-
eenkomen met de waarheid. Zooals uit de ,/Tele-
grammen" blijkt, heeft de Boelgaarsche Regeering
voor haar onderhandelingen met Turkije den steun
der mogendheden gevraagd. Wat Boelgarije's
plannen zijn in deze blijkt uit een onderhoud, dat
een correspondent van de »Biirsen-Zeitung met
generaal Petroff, den nieuwen Minister-President,
en met den nieuwen Minister van Binnenlandsche
Zaken Petkoff gehad heeft. Generaal Petroff ver-
klaarde, dat, wauueer de tegeustaud eenmaal over-
wonnen is, het nieuwe Ministerie zal trachten,
met behulp der Turksche autoriteiten, een verbe-
tering van het lot der Macedoniers te verkrijgen.
Wij hopen, zei de Minister, Turkije te overtuigen,
Vrij bewerkt door AMO.
I.
Het was nog in het begin der regeering van
Kouingiu Victoria, teen op een somberen Novem-
berdag de oude lord Asherton stervende nederlag
in den proukkamer van het kasteel Asherton
Castle.
De beroemde geneeskundige, sir James Duncan,
was door een reubode uitgenoodigd out zoo spoedig
mogelijk bij den zieke te komen. Juist had hij
den patient verlaten en stond boveu aan den
trap in druk gesprek met Mr. Reedy, den huisdokter.
Sir James was een man van ongeveer zeventig
jaar, lang en hoekig, met ruw, rood haar, waarin
hier en daar een grijs spikkeltje liep, vooruit-
stekende jukbeenderen, hoekige ouderkaken en zeer
dunne lippen hij verstond de kunst om op aange
name wijze een gesprek te voeren.
Mr. Reedy, de plattelaudsdokter, was een klein,
donkerkleurig man, met kleine zwarte oogen en
dun haar, dat stijf Daar achteren geborsteld was
in zijne bewegingen was hij rumoerig evenals in zijn
spreken hij kon omstreeks veertig jaar oud wezen.
De twee geneesheeren gingen de trap af naar
de ruime hal, waar verscheiden gepoederde livreibe-
dienden stonden te wachten bij de deur der kleine
eetzaaldaar was het tweede ontbijt gereed gezet
en wachtte de hofmeester den beroemden dokter
af met een cheque-boek in de hand.
dat het de Macedoniers minder hard inoet behau-
delen, en wij zijn van meening, dat de hervormiugen
in Macedonie onder toezicht van de vreemde consuls
moeten worden ingevoerd. Er zal zonder twijfel
een einde aan de Macedonische onrust komen
en even zeker is het, en dat zien ook de hoofden
der Boelgaarsche benden in, dat een verdere tegen-
stand zonder steun der mogendheden tot niets
anders kan leiden dan tot meer opoffering van
menschenlevens, grootere verwoesting van het land
en dientengevolge verergeriug van den toestand.
Wij zullen eveueens trachten nauwe betrekkingen
met Turkije te onderhoudeu, om op die wijze een
beteren toestand voor Macedonie te verzekeren.
Ook Rusland is voor zulk een verbetering en wij
zijn overtuigd, dat het deze politiek zal goedkeuren,
welke ons bestuur doet verschillen van dat onzer
voorgangers.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, Petkoff,
gelooft, dat men een politiek zou kunnen volgen
op den grondslag der hervormingen door Rusland
voorgesteld, vooral wanneer de mogendheden het
getal hunner consuls in Macedonie uitbreiden, en
een christen werd benoemd tot chef-inspecteur om
de uitvoering der hervormingen te controleeren.
In zijn redevoering bij de opening van de zit-
tiug van den Wetgevenden Raad heeft sir Arthur
Lawley o. m. de volgeude mededeelingen gedaan
De inierkoloniale raad, die voor Transvaal en
Vrijstaat gemeenschappelijk de spoorwegen, den
dieust der leeningen en de politiemacht zal be-
sturen, wordt benoemd uit den uitvoerenden en
wetgevenden raad van beide kolonieu.
De zefstandigheid van de gemeeuten zal spoedig
uitgebreid worden.
Er zijn 1400 KM. nieuwe wegen aangelegd.
Er zijn 277 scholen gebouwd of in aanbouw,
en nog meer zijn er noodig. Sedert de vrede is
gesloten zijn er 27,000 leerlingen op school ge-
weest, nu zijn er nog 22,000 op de staatsscholen.
De normaalschool heeft 80 leerlingen. Het
Hollandsch zal naar letter en geest van het
vredesverdrag onderwezen worden. De Regeering
houdt de benoeming van onderwijzers en school-
commissies in haar hand. De inspectie van
bijzondere scholen zal niet lastig wezig. Aan de
oprichting van een universiteit wordt gedacht.
De regeering zal 't aanmoedigen, dat de kaffers
weer bij de Boeren gaan werken. In de kwestie
hoe de mijnen aan arbeiders zullen komen, zal
de Regeering zich onzijdig houden. Maar zij
gelooft niet, dat er een groote reserve is.
Mr. Reedy fluisterde eerst even met sir James,
en daarop met den hofmeester, die onmiddellijk
daarna de cheque invulde voor een bedrag, ge-
lijkstaande met de verdiensten van drie maanden
van den platteiandsdokter.
Sir James nam de aangeboden cheque aan,
zonder er een blik op te slaau, en stak het papier
verfrommeld in zijn vestzak, zoo achteloos, of het
niets te beduiden had.
Toen de heeren aan tafel hadden plaats g
nomen, bood de hofmeester sir James een glas
madera aan en vertelde daarbij, dat deze wijn
tweemaal de reis om Kaap de Goede Hoop had
gemaaktbemerkende, hoe de harde trekken vau
den beroemden dokter een zachtere uitdrukking
kregen onder den invloed vau den heerlijken wijn
gevoelde de oude dienaar zijne vrijmoedigheid
aangroeien en vroeg//Wel, dokter, hoe denkt
u over den toestand van mijn meester
Oogenblikkelijk zette sir James zijn gelaat in
de professioneele plooi, schudde het hoofd een
weinig en antwoordde bedachtzaam//Waar leven
is, is hoop."
z/DokterBateman zweeg een oogenblik.
z/Mijnheer
z/Spreek vrijuit! Wat wilt ge zeggen
z/Dokter", begon de hofmeester, terwijl hij de
karaf met den heerlijken wijn in de hand gereed
hield om nog eens in te achenken, yik bid u,
sta toe, dat mijn meester nog eens van dezen
madera proeft. Het is hard, mijnheer, werkelijk,
het is zeer hard, dat hij geen dropje van dien
kostelijken wijn mag drinken, terwijl hij er kelders
vol van heeft. Hij lijkt nu iemaud op zee, aan
Er is een diamantmijn gevonden, die belooft
in rijkdom alles te overtreffen ook zullen koper-
en ijzermijnen ontgonnen kunnen worden.
Met het vormen van een vrijwilligersmacht
wordt voortgegaau. De verwachting is, dat zij
dit jaar 8000 man sterk zal zijn.
De Engelsche regeering heeft van de Ameri-
kaausche de mededeeling ontvangen, dat een vorde-
ring op de Engelsche regeering ingekomen was
van den heer Charles Brown, mijuingenieur en
Amerikaansch onderdaan, ten bedrage van 12,5
millioen gulden voor een mijnconcessie, welke nog
onder de regeering van President Kruger was
gekonfisceerd.
Dit geschil was voor den rechter in Transvaal
hangende toen de oorlog uitbrak, maar toen was
reeds op den eisch van den heer Brown een gunstig
advies uitgebracht.
De kwestie doet zich nu voor of de overwinnaar
niet met het actief ook het passief van den over-
wonneue te zijnen laste neemt.
Na eenige beraadslaging heeft het Engelsche
Lagerhuis Woensdag aaugenomen de van liberale
zijde voorgestelde motie, waarin gezegd wordt
aangezien de Regeering van den Kongostaat de
verzekering aan de mogendheden heeft gegeven,
dat haar inlandsche onderdanen met menschelijkheid
zouden worden bestuurd en dat geen handels-
monopolies zouden worden toegelaten, verzoekt
het Huis der Britsche Regeering in overleg te
treden met de andere mogendheden, welke het
verdrag van Berlijn mede hebben onderteekend,
teueiade maatregelen te beramen om een eind te
maken aan de verkeerde toestauden in den Kongo
staat.
Minister Balfour vereenigde zich met de motie,
nadat zij overeenkomstig de wenschen van de
Regeering was gewijzigd.
In den loop der beraadslaging verklaarde Lord
Cranborne, de onderstaatssecretaris van Buiten-
landsche Zaken, dat de Regeering met de overige
mogendheden van gedachten zou wisselen omtrent
de juiste uitwerking van het monopolie en haar
zou vragen of zij eenig bewijs hadden van het
wanbeheer, waarover bij de beraadslaging was
gesproken. De Regeering is overtuigd, dat de
overheid in den Kongostaat gaarne alles zal doen
om de openbare meening gerust te stellen. Ge-
tuigesissen van mishandeling van inlanders, welke
ter kennis van de mogendheden zijn gebracht,
alle kanten door water omringd, en toch stervende
van dorst. Ach, dokter, hij heeft zijn leven lang
den besten wijn gedronken, hij had er overvloed
vanAch, laat hem een enkel glas drinken
Bateman, Bateman", riep Mr. Reedy verschrikt
uit, //wil je dan je meester vermoorden Een
glas wjjn is voor hem hetzelfde als een glas
vergift
Wel," viel nu sir James in, een beetje be-
wogen door de woorden van den hofmeester, maar
nog veel meer door den heerlijken smaak van den
wijn, //alles welbeschouwd, geloof ik, dat een paar
glazen van dezen wijn lord Asherton geen kwaad
zouden doen".
,/Natuurlijk ben ik genoodzaakt mij naar uw
oordeel te schikken, sir James", verklaarde Mr.
Reedy met blijkbare teleurstelling, //maar ik ge-
voel mij verplicht te zeggen, dat ik niet verant-
woordelijk wil gesteld worden voor degevolgen".
z/Och, goede heer, het eenige gevolg zal de
dood zijn, maar die is in dit geval toch onver-
mijdelijk", fluisterde sir James Duncan.
Dit fluisteren was echter luid genoeg voor
Bateman, die met de karaf in de hand bij de
tafel stond en voor de drie lievreiknechts bij het
buffet, om het te hooren en daaruit te begrijpen,
dat weldra Asherton Castle een nieuwen eigenaar
zou krijgen.
/,Sir James Dunca^ en ik wenschen onze ge
neeskundige beraadslagingen te houden zeide Mr.
Reedy ietwat blufferig tot Bateman.
De goed afgerichte livreibediendeu begrepen
dezen wenk en verlieten onmiddellijk het vertrek.
z/Geachte heer", begon Mr. Reedy, #niemand
zouden aan de autoriteiten in den Kongostaat
opgezonden kunnen worden voor onderzoek. De
Minister wees er de veroordeelaars van de Kougo-
autoriteiten op, dat zij toch vooral de gebeurte-
nissen niet moeten overschatten.
De Koningin was bij de groote audientie van
Maandagmiddag gekleed in 't fichtgroen en droeg
't grootkruis van den Nederlandschen Leeuw en
een collier, waaraan 't portret vau Prins Hendrik,
om den hals.
In zijn toespraak tot de Koningin bracht de
burgemeester van Amsterdam de droeve dagen
ten vorigen jare, toen H. M. ziek lag, in herinnering.
Voorts memoreerde de burgemeester de ongewone
omstandigheden, die kort geleden het geheele land,
en niet het minst Amsterdam, in spanning hebben
gebracht, en die mede tot uitst.el leidden van het
vorstelijk bezoek aan de stad. Maar gelukkig is
thans weer een toestand van ontspanning ingetreden,
zei Mr. Van Leeuwen, waarna door de bevolking
met groote blijdschap de komst van de Koningin
is tegemoet gezien.
De Koningin antwoordde dat zij de huldiging,
haar opnieuw van de zijde der Amsterdamsche
burgerij ten deel gevallen, op hoogen prijs stelde
en met groote belangstelling den loop der zaken
in de eerste maanden dezes jaars had gade geslagen,
zich innig verheugende over den gelukkigen keer
dien zij ten slotte hadden genomen. H. M. had
van den goeden geest, die onder de bevolking
heerscht, de blijken dezer dagen ontvangen, en zij
voelde zich gelukkig, weer in Amsterdam te zijn,
de stad waaraan voor haar zoo dierbare herinne-
ringen verbonden zijn.
Prins Hendrik was bij de audientie tegenwoordig
en bevond zich aan de zijde der Koningin.
Na de audientie maakten de Koningin en Prins
Hendrik nog een rijtoer van een half uur.
Op den Kloveniersbnrgwal werden bloemen aan
geboden. Van het balkon der studentensocieteit
op het Rembrandtplein klonk H. M., van een
aldaar geposteerd muziekkorps, het //Wilhelmus"
tegemoet.
Nadat H.M. Dinsdagmorgen weer adientie ver
leend had aan een aautal commissies, werd des
namiddags door het vorstelijk echtpaar een bezoek
gebracht aan het Wilhelmina-gasthuis. Door het
bestuur van het huis werden de bezoekers rond-
geleid. Het dochtertje van den directeur, Dr.
zal beter wezen dan gij zelf, hoe noodig het is,
dat de goede naam van een geneeskundige onge-
rept blijft. De raijne is mij dierbaarder dan het
licht mijner oogen".
„Ja, dat begrijp ik zeer goed antwoordde sir
James, met den mond vol pastei en volmaakt on-
verschillig omtrent den goeden naam van Mr.
Reedy. /.Ik twijfel er ook volstrekt niet aan, of
gij uw adellijken patient volgens de eischen der
wetenschap hebt behandeld, als gij dit misschien
bedoelt, mr. Seedy."
z/Mijn naam ie Reedy, sir James. Doch dit
doet niets ter zake. Ik wilde u doen opmerkeu
,/0, neem mij niet kwalijk, Mr. Mr
„Reedy", herhaalde de platteiandsdokter, terwijl
hij de R met veel nadruk uitsprak.
^Greedy, ja, juist! Nu weet ik het, en ik
zal het niet meer vergeten. Maar gij wildet mij
doen opmerken
z/In de eerste plaats, geachte heer", antwoordde
Mr. Reedy met ingehouden verontwaardigiug,
„vertrouw ik, dat gij een geneesheer niet aansprakelijk
acht voor het overlijden van zijn patient."
,/Wel zeker nietVolstrekt niet verklaarde
sir James nadrukkelijk. „Daarvoor kan niemand
aansprakelijk gesteld worden."
„Maarik dachthet verlof aan Bateman
om den lord wijn te geven,'terwijl ik aderlatingen
trekpleisters en gortwater heb voorgeschreven,
ik dacht, dat ge rekening zoudt houden met de
door mij gevolgde geneeswijze."
(Wordt vervolgd).
1