Landbouwberichten
(iemengde berichten.
Teiegrafische berichten.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Hinderwet en Gemeenteverordening.
Wei sit in arrest de persoon, die door de alge
meene opinie als de dader wordt aangewezen, we)
zijn er voor hem bezwarende omstandigheden,
maar positieve bewijzen schijnen nog geheel te
ontbreken.
Mocht men de verspreide geruchten gelooven
dat de van zijn ines afgebrokeu punt iu het hout
of in het slot van de deur gevonden was, of dat
een bebloed pak kleereu, waarin het verraiste geld
bf zonder dat geld gevonden was, voorzeker zou
men daar een eind verder op weg zijn naar eene
oplossing, maar van die geruchten is noch het
eene, noch het andere juist.
Heden werd door de arrondissements-rechtbank
rechtsingaug met bevel tot gevangenhouding en
instructie tegen S. K. verleend.
Men moet hieraan evenwel niet meerdere waarde
hechten, dan er iu ligt opgesloten daar dit bevel
een natuurlijkgevolg is van de voorloopige arrestatie.
'8 Gravenliago, 18 Mei. De Hooge Raad
handhaafde heden het ontslag van rechtsvervolging
van den gepensionneerden Oost-Indischeu militair
Notte, die te Ter Neuzen een door hem zelf ver-
vaardigd valsch kwartje uitgaf.
In het maandblad der Zeeuwsche Landbouw-
bouwinaatschappij komt o, m. een artikel voor over
de opvoeding van den landbouwer, waarin wordt
meegedeeld dat Denemarken een navolgenswaardig
voorbeeld geeft.
Daar doen de landbouwers hun zonen en dochters
eenigen tijd op goede boerderijen als dienstboden.
De jongelieden leereu op die wijze oordeelkundige
piaktijk van grondbewerking, bemesting, planten-
teelt, veeteelt, zuivelbereidiug en alle aanverwante
takken van het landbouwbedrijf keunen.
Zulke dienstbaren, die aan de andere knechls
en meiden een goed voorbeeld geven, worden door
hun meesters geacht en in zulk een dienstbet. ekking
ziet men een vereerende en nuttige instelling van
den landbouwerstand.
Ook in ons land heeft de ervaring bewezen,
dat zulk een tijdelijke betrekking haar nut heeft
maar het blijfc een unicum, dat toekomstige grond-
bezitters dit doen, terwijl het toch noodig is, aan
praktische vakbekwaamheid kennis te paren van
wat de dienende stand oudervindt.
In de Maashaven te Rotterdam ligtjj een
eigenaardig scbip, het Turrentstoomschip /./Granges-
berg," dat 14 masten heeft en gebouwd is voor
de firma W. H. Miiller Co. Het stoomschip
is bestemd voor de ertsvaart en heeft aan boord
24 laadboomen en 12 winsen, waardoor de 10,800
tons lading in 80 uur gelost worden.
Woeusdag werd te 's-Hertogenbosch een
persoon in voorloopige hechtenis gesteld, die
voorgaf te New-Tork geboren te zijn en den
naam van Alfred Jansen te dragen. De Bossche
justilic vertrouwde dat zaakje niet, en waar de
gearresteerde beschuldigd werd van diefstal van
een rijwiel en verzet tegen de politie en er dus
bevel tot gevangenoeming werd uitgevaardigd,
nam zij de gelegenheid waar om inlichtingen in
te winnen, en thans is het zeker dat de gekerkte
is een deserteur van het fusilier-regiment Koningin
86 uit Duitschland, dat hij den naam draagt van
Paul Wegewitz, te Hamburg is geboren en van
verschilleude misdrijven verdacht wordt.
Men meldt uit Haarlem
Woeusdagochtend sprak de rechtbank vrijP. W. S.,
stuurman ter groote vaart, die beschuldigd was
van oplichterij in de Haarlemmermeer, hij werd
losgelaten, pleegde onmiddellijk hier een zelfde
inisdrijf en zit nu weder achter slot en greudel.
Te Delft is een paar in ondertrouw opge-
nomen, waarvah de bruigom bijna 60 jaar is en
het bruidje slechts 16.
Uit Amsterdam meldt men, dat daar aan de
politie dezer dagen is kennis gegeven, dat een paard
door een van dolheid verdachten hond was ge-
beten, en Vrijdag aan de gevolgen was gestorven.
De districts-veearts heeft de uoodige maatregelen
getroffen.
Uit Nunspeet wordt van 15 dezer aan de
Z. C. gemeld
Hedeunacbt om ongeveer 1 uur, werd te Elspeet
een hevige brand onrdekt in het achterhuis van
A. H., waardoor spoedig het huis, de inboedel
en 4 koeieu, een proei der vlauimen werden. De
bewoneis, die alien in diepe rust wareu, konden
zich met moeite redden. Men denkt algemeen
aan moedwillige brandstichting. lemand, die zich
voor den brand zeer vreernd gedroeg en zonder-
linge toespelingeD maakte, is heden in verhoor
genomeu. Het huis en de inboedel waren ver-
zekerd.
De landbouwer H. M., wiens woning onlangs
afbraudde, en die tijdelijk in een karaer van het
nu afgebraride huis woonde, heeft bij dezen brand
de assurantiegelden van zijn vorige woning, welke
thans opgebouwd wordt, verloren.
Te Zevenhuizeu bij Gouda woonde een
arbeider met zijn 20jarige dochter in een huisje
buiten de gemeente. De vader kwam daarom niet
rlken dag thuis. Dinsdigavond kwam hij in zijn
woning en vertrok Woensdagochtend weer naar
zijn werk. De dochter bleef thuis. De buren
zageu haar Woensdag in 't geheel niet en begonnen
te vermoeden, dat er iets niet in den haak was
daarom gingen zij eens kijken en vonden haar
gekleed te bed liggen. Bij nader onderzoek bleek
dat zij dood was, Wat de oorzaak van den dood
is, kan niet gegist worden.
Men schrijlt uit Winschoten dd. 16 dezer:
In den trein, die hedenmiddag te ongeveer half
twee uit Groningen vertrok, werd een ziekelijke,
bejaarde dame gedragen. Een gehuwde dochter,
woonachtig te Blijham (bij Winschoten) nam alleen
bij haar in den coupe plaats. Toen een uurtje
later de trein alhier aankwam, strompelde de
dochter naar buiten en deelde mee, dat haar
moeder onderweg gestorven was. Alleen met het
lijk had de ongelukkige vrouw, die heel kort
geleden haar kind verloor, het grootste gedeelte
van de reis afgelegd.
In de Steenstraat te Brussel werden Woensdag-
nacht eenige voorbijgangers plotseling te hulp ge-
roepen door een tweetal mannen die half gekleed
en met braudwonden overdekt uit een huis kwamen
loopen. Zij konden nog zeggen dat de petroleum-
lamp was gevallen en ont.ploft, en dat de kamer
in brand stond. Zij werden naar het ziekenhuis
gebraeht en inmiddels zag men op de tweede ver-
dieping voor een der ramen een vrouw en achter
haar een roode gloed. Men riep haar toe dat
men haar hulp zou brengen, doch de trap stond
in brand, en toen de brandweer kwam slaagde
deze er wel in door het dakvenster binnen te
dringen nog een oude dame en twee mannen te
redden, maar de vrouw is verbrand.
De berucbte roover Varsalano, tot wiens ge-
vangenneming op Sicilie het vorig jaar duizenden
sodaten werden gebruikt, en nog zonder gunstig
resultaat, heeft aan het hoofd der politie te Rome
een brief geschreven uit een stadje in Zuid-Amerika.
Hij verklaart dat hij zich daar heeft neergezet. Hij
heeft zijn portret ingesloten.
Men verwondert er zich wel eens over, dat
zooveel groote prijzen in premieleeningen onafge-
ha&ld blijven.
De verklaring ligt voor de hand. Yooreerst
raken er vaak van die loten wegmaar vooral
ontgaat aan menigeen, wanneer hij meerdere loten
heeft, wel eens een trekkingslijsten de meeste
menschen verzuimen, nu en dan een restantenboek
ua te zien.
Een zeer sterk geval is echter nu te Luik voor-
gekomen. Een redacteur van ,/la Meuse" is vier
maanden laug zonder 't te weten de gelukkige
eigenaar geweest van een prijs van 100,000 francs,
niettegenstaande hij op 15 Januari zelf de
winneude nummers per telefoon voor zijn blad
had opgenomeu. Verleden Zaterdag werd hem,
terwijl hij een partij biljart speelde, als een „aardig
berichtje" voor zijn blad verteld, dat de groote
prijs nog niet afgehaald washij ging naar huis
zag zijn loten na en voud dat de prijs op een
vau zijn eigeu nummers gevallen was.
Vergadering van Donderdag 14 Mei 1903.
(Vervolg en slot).
■ti. Wordt z. h. s. besloten aan G. J. Schoonakker de
gevraagde strook grond, om te dienen voor stoepen, voor
zijne woningen in de Lange Kerkstraat, in erfpacht uit. te
geven, tegen den voor die straat vastgestelden canon.
n. Een adres van M. C. Leunis om grond in erfpacht,
wordt gerenvoyeerd naar Burg, en Weth. voor nader onderzoek.
Op voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h^s. besloten
1°. Tot beschikken op den post voor onvoorziene uitgaven
op de gemeente-begrooting voor 1902 voor een bedrag van
177,09.
2®. Tot afschrijving uit den post voor onvoorziene uit
gaven op de begrooting voqr 1902 en oversehrijving op
verschillende posten van uitgaaf tot een bedrag van J' 358,08.
3®. Tot af- en overschrijving van verschillende posten op
de begrooting voor 1902 tot een bedrag van 3268,83*.
4°. Tot beschikking op den post voor onvoorziene uit
gaven op de begrooting voor 1903 tot een bedrag van f 12,70.
p. Wordt, naar aanleiding van hun vroeger gedaan ver-
zoek, wegens het geven van meerdere lesuren, op voorstel
van Burg, en Weth. besloten, in afwachting van eene nadere
regeling hunner jaarwedde bij eene voorgenomen wijziging
der verordening, aan de ouderwijzers W. D. de Vries en
E. A. Buijsse eene gratificatie toegekend van 25's jaars met
ingang van 1 Juli.
Naar aanleiding eener vraag van den heer Versluijs ant-
woordt de Voorzitter dat het voornemen bestaat om bij even-
tueele herziening der verordening rekening te houden met
een destijds door de onderwijzers Van der Peijl en De Kraker
ingediend adres. De Raad kan dan desverlangd aan die
wijziging terugwerkende kracht toekennen.
Benoeming onderwijzers.
si. De voordracht voor de vacature Eekman (onderwijzer
met verplichte akte Fransche taal), bestaat uit de eenige
sollicitant A. C. Bootsgezel, te 's Gravenmoer.
Deze wordt met algemeene stem men benoemd.
ti. De voordracht voor de benoeming van een ©nderwijzer
met verplichte hoofdakte (met het oog op de school te Sluiskil)
bestaat uit de eenige sollicitant P. A. Andriessen te IJzendijke.
Deze wordt met algemeene stem men benoemd.
II. Kohier school geld 2e kwartaal 1903.
Dit kohier, in gesloten zitting besproken, wordt z. h. s.
vastgesteld op een bedrag van f 875,01.
■fl. Reclames schoolgeld.
Hierop wordt beschikt als volgt
Afschrijving wordt verleend, voor het achter hun naam
verm eld bedrag aan
D. de Smidt 0,90, N. J. Imandt f 0,42, A. Moggre
f 3,A. H. Andreassen 1,47, W. C. Riemens f 1,47,
H. J. Aarnoutse 0,^7, J. van Luik f 0,90, A Dieleman
0,40, G. Jurrij f 0,55, V. E. Galle J 1,40, P. J. Renskens
f 0,54, J. A. Rijnberg f 0,45. J. J. Heijgelaar 0,90, J.
Loot 1,10, J. Bowbeijes f 1,65, J. van der Bent f 2,04,
Adr. de Zeeuw 3,C. Koole 0,60.
Gehandhaafd worden de aanslagen van
J. Lansen Jz., A. Kramers, A. D. Clemminck, J. M. de
Zeeuw, C. Hamelink Sz., D. van Hecke, E. Stockman, S.
Cortvriendt, W. Poos, M. van Kerkvoort.
4. Jangchonden adres Van Wasbrck.
De Voorzitter herinnert dat door Van Wasbeek in zirn
adres wordt verzocht het onderhoud der scheepstiramerwerf
te nemen voor rekening der gemeente en de huur van f 350
te verminderen tot f 200 's jaars, en dat hij, wanneer aan
zijn verzoek niet kan voldaan worden, de huur opzegt tegen
1 Juli a. s.
Burg, en Weth. hebben Van Wasbeek nader over deze
zaak gehoord, doch het college vindt geen termen om het
adres, zooals het nu luid, in te willigen. De vorige week
hebben Burg, en Weth. nog een onderhoud met Van Wasbeek
gehad en hem is toen nog gelegenheid gegeven om met een
nader voorstel te komen. Dit heeft hij niet gedaan, waarom
het college meent, uit overtuiging dat die voorwaarden voor
den Raad onaannemelijk zijn, dat er nu niets anders op zit
dan om aan adressant te antwoorden dat wat hij vraagt niet
kan worden ingewilligd.
De heer Visser vraagt of het niet wenschelijk zou zijn
om de zaak nog eens 8 dagen aan te houden. Van Wasbeek
zal het verslag over de behandeling zijner zaak wel lezen en
als hij de meening van den Raad kent weilicht aanleiding
vinden om met een nader voorstel te komen. Doet hij dat
dan binnen 8 dagen niet, zoo zouden Burg, en Weth. dan
met de zaak kunnen voortgaan en de wert publiek verpachten.
De Voorzitter is van meening dat dan eerst behoort beslist
te worden op het voorstel van Burg, en Weth. tot afwijzing
van het verzoek.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Visser wil alsnu voorstellen om aan Van Wasbeek
nog 8 dagen tijd te geven om met een nader voorstel te
komen. Er kan geen kwestie van zijn om het gedane voorstel
in te willigen, maar misschien heeft hij verwacht dat de Raad
daarop zou ingaan.
De heer Van den Hoek moet zich daartegen verklaren.
Burg, en Weth. hadden Maandag voor 8 dagen met Van
Wasbeek een onderhoud en toen is hem gezegd dat hij nog
gelegenheid had met een nader voorstel te komen. Uit
heelt hij niet gedaan, dus is er naar de meening van spreker
geen aanleiding om nog langer te wachten. Aan alles komt
een eind en de billijkheid is thans voldoende in acht genomen.
De heer Visser trekt zijn voorstel in, daar dit geen steun
blijkt te ondervinden.
Z. h. s. worden Burg, en Weth. gemachtigd tot publieke
verpachting der scheepstimmerwerf.
ft. Verkoopen oude politiewacht.
De Voorzitter stelt namens het Dag. Best, voor dit college
te machtigen de op de Markt staande oude politiewacht te
verkoopen voor afbraak.
Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen, nadat nog door
den heer Van den Hoek de wenschelijkheid is genit om in
de voorwaarden te bepalen dat de fundeering niet dieper dan
een paar lagen steen onder den beganen grond mag worden
weggebroken.
<5. Omvraag.
De heer Versluijs wil wijzen op den slechten toestand van
een eindje straat nabij school C op Java. Dit is niet bekeid,
en wanneer het regenachtig weer is, zooals in den laatsien
tijd, wordt het daar vanzelf modderachtig. De omwonenden
ondervinden dan veel overlap van de daar spelende kinderen,
die door het slijk loopen en dit over de aangrenzende straat
verder dragen.
De Voorzitter dankt voor de mededeeling en zegt toe dat
daarin te goeder tijd zal worden voorzien.
De Voorzitter sluit de vergadering.
INGEZONDEN STUKKEN.
Volgens het verslag der laatste raadsvergadering zeide de
heer Wieland, bij de bespreking van het adres om de maximum-
hoe veelheid, welke men volgens art. 23 der verordening ter
voorkoming van brandgevaar enz. der vluchtige stoffen in
voorraad mag hebben, te verhoogen van 3 tot 10 Liter:
Wil men evenwel om goedkooper aan te schaffen, grootere
hoeveelheid van elders betrekken, welnu dan moet men ook
maar datgene doen waar anderen ook toe verplicht zijn.
•Voldoet men aan de voorschriften, dan is men voorts van
•alien slommer af."
Wanneer ik niet wist dat de heer Wieland heelemaal niet
op de hoogte der questie was en in onkunde redeneerde dan
zou ik zeggenzijne opvatting van de zaak getuigt niet van
veel rechtsgevoel.
De questie gaat dieper, is een andere dan de heer W.
zich voorstelt.
Ze is dezemoet worden toegepast de Gemeenteverordening
of wel de Hinderwet. Dat bleek trouwens reeds uit hetgeen
de Voorzitter vooraf opmerkte.
Wanneer B. en W. zeggen, zooals zij deden in een beslnit,
waarbij mijne vergunning, gegeven op grond der gemeente
verordening, om gasoline in voorraad te hebben, werd inge-
trokken»gij moet u onderwerpen aan de Hinderwet," dan
heb ik daartegen twee bezwaren.
Ten eerste. Ik wensch niet op mij toegepast te zien eene
wet, welke alleen volgens het oordeel van B. en W. van
Ter Neuzen ook geldt voor de ingezetenen, die eene ver
gunning vragen voor eigen gebruik.
Ten tweede. Zoo ook daarop de Hinderwet van toepassing
is, Jan is alle invloed van den Gemeenteraad op de zaak
uitgesloten en is alles aan het college van Burg, en Weth.
overgelaten.
Het is mogelijk dat de heer Wieland voor het eerste be-
zwaar niets gevoelt, ofschoon het mij onbegrijpelijk zou
voorkomen dat iemand zich aan andere, zijne vrijheid ver-
kortende voorschriften, zou onderwerpen, dan die voor welke
hij zich noodzakelijk moet buigen.
Maar het tweede befWaar zal toch zeker de heer W. als
raadslid wbl deelen. Of is ook hij reeds vergeten dat vroeger
werd aangenomen de zeer zeker juiste gedragslijn de ge
meenteraad staat zoo min mogelijk iets van zijne bevoegd-
heid af?
De opvatting van B. en W. dat ik, die alleen gasoline in
voorraad heb voor eigen gebruik, geenszins ter uitoefening
van eene nering of een bedrijf, dat ik mij zou hebben te
onderwerpen aan de Hinderwet (ook wel genoemd Fabriekswet
verbaasde mij zoo zeer dat ik aan eene vergissing dacht.
Doch het bleek mij dat dit volstrekt niet het geval is en
dat we hier weer te doen hebben met cen van die wonder-
lijke opvattingen, welke men doorgaans alleen aanireft bij
hen, die geene studie van recht en wet hebben gemaakt, die
niet doordringen in het beginsel en de bedoeling eener wet,
die dat ook dikwijls niet kunnenomdat er nooit een grond-
slag is gelegd voor het met vrucht bestudeeren van wetten.
Ik zeg dit alleen om het te constateerengeenszins om er
een onguns ig oordeel over uit te sprekeu, want het kan niet
worden geeischt, en het zou ook niet goed zijn, dat een
gemeentebestuur geheel bestaat uit personen met juridische
opleiding of juridischen aanleg.
Maar wat wU mag worden geeischt het is dat een gemeente
bestuur, vooral waar conflicten met ingezetenen kunnen ont-
staan, de zaken vooraf grondig onderzoekt en nimmer, al of
niet onder de leuze algemeen belang" lichtvaardig de vrijheid
van ingezetenen aanrandt. Wordt dit niet gedaan dan begaat
men soms domheden of men maakt zich schuidig aan willekeur,
waaraan niet ieder zich zal gelieven te onderwerpen.
En dan ook verlieze men niet uit het oog dat de gemeeute-
besturen er zijn voor de ingezetenen en niet omgekeerd de
ingezetenen voor de gemeentebesturen.
Tot nadere toelichting van de questie nog het volgende.
De wet van 2 Juni 1875 Stbl. 95, genaamd Hinderwet"
onderwerpt, zooals bekend is, in het belang van het algemeen,
en speciaal in het belang vail de naastwonenden, bepaalde
door de wet zelve genoemde inriehting en, welke gevaar, schade
of hinder kunnen toebrengen, aan beperkende bepaliDgen.
Zij eischt voor die inrichtingen eene vergunning van B. en IV.
met beroep op het Koninklijk gezag. Om die vergunning te
krijgen moeten verschillende formaliteiten worden in acht ge-
nomen en het kan dan ook, zooals nu en dan blijkt, soms
is^ewe^gerd611 V°°r 0000 TergQnninS verkregon of definitief
Eene inriehting behoeft niet bepaald eene fabriek te zijn
ook eene eenzoudtge bewaarplaats, zelfs op open erf rait in'
de termen. r
Maar en hierop nu komt het aan - de Hinders heeft
alleen willen treffen het bedrijf de nering, de Industrie
Ware het anders het zou voorwaar een fraaie zaak
vrorden, zooals men bij eemg nadenken terstond bereft. Zoo
moet, om een sprekend voorbeeld te nemen, hij die een
bakkery wil oprichten vergunning hebben volgens de Hinderwet.
V alt nu iemand, die eene bakkenj, hoe eenvoudig ook voor
exgen gebruik maakt in de termen
Het zou toch waarlijk al te gek zijn. Iemand, die eene
bakkery maakt voor eigen gebruik, heeft dus geene vergunning
noodig volgens de Hinderwet.
Maar iemand, die een vat petroleum of een zekere hoe
veelheid gasoline voor eigen gebruik in voorraad wil hebben,
isvolgens B. It. van Ter Neuzenwel aan de Hinderwet
onderworpen Waarom
'/nzef>£en II- en W., art. 2 der Hinderwet vergunning
eischt, o. a. voor een bewaarplaats van petroleum en andere
vlnchtige producten.
Maar waarom dan hij, die eene bakkerij voor zich zelf
heeft, met
Men is onderworpen aan de voorschriften der Hinderwet
oi men is het met. Een van beide.
Niet het meerdere of mindere gevaar, de meerdere of
mindere hinder eener inriehting of bewaarplaats, naar het
oordeel van B. en doet al of niet de Hinderwet van
toepassing zijn.
Daarover heeft de wetgever, zij het dan ook niet onberispeliik
geoordeeld. r J
Ook bemoeit de Hinderwet er zich niet mee of men eene
groote of kleine machine, eene groote of kleine zaak voor
zijn bedrijf wil in het werk stellen, oprichten of aanwenden,.
ol men eene groote of kleine hoeveelheid voor zijne nerinsr
in voorraad wil hebben.
Ook hierom is de oorspronkelijke meening van B. en W.
(waarop men nu schijnt teruggekomen) zoo zonderling.
Irnmers het college meende dat de gemeenteraad zou
kunnen vaststellen o. a. Welke hoeveelheid men in voorraad
zou mogen hebben zonder vergunning volgens de Hinderwet.
De gemeenteraad heeft te dien opzichte met de Hinderwet
niets te maken.
Dc regeling der voorwaarden van een vergunningsplichtig
bedrijf valt heelemaal buiten de bevoegdheid van den Raad.
Wel kan de gemeenteraad regels vaststellen tot op
zekere hoogte althans voor hen, die niet aan de Hinderwet
zijn onderworpen. Hij doet dat bij eene verordening natuurlijk.
Maar die verordening heeft met de Hinderwet niets te maken.
Verordening en wet bestaan ieder zelfstandigde wet voor
hen die eene inriehting voor handel, nering, bedrijf, industrie
hebben de verordening voor hen die niet tot die categorie
behooren.
Alleen het beweren van den heer Wieland bracht er mij
toe het bovenstaande te schrijven.
Tweeerlei wil ik nog opmerken naar aanleiding van hetgeen
hij zeide.
1°. Hij schijnt bij hen, die gasoline met een eenigszins
groote hoeveelheid inslaan, als motief alleen te ziende
dubbeltjesquestie.
Alsof er geen andere overwegingen kunnen zijn
2". Hij meent van alien slommer" af te zijn als hij maar
vergunning heeft. Hij had er moeten bijvoegen als ik de
mij gestelde voorwaarden naleef en als B. en W. het niet
noodzakelijk achten, krachtens hunne bevoegdheid volgenf
art. 17 der Hinderwet, nieuwe voorwaarden op te leggen.
Op grond van de opgedane ervaring is het m. i. zeer
wenschelijk de verordening te wijzigen door beroep bij den
Raad toe te laten.
Daartegen kan wel niemand bezwaar hebben.
Ter Neuzen, 16 Mei 1903.
VAN DER MOER.
Vergis ik mij niet dan heeft de heer Wieland eene ver
gunning, volgens de Hinderwet om benzine voor eigen gebruik
in voorraad te hebben.
Die vergunning is m. i. zeker ongeldig.
Daarom zou de politie of de brandweer goed doen den
heer Wieland te bekeuren omdat hij geene vergunning heeft
volgens de nog steeds geldende nooit door den Raad inge-
trokken gemeenteverordeningDe rechter kan dan ook eens
zijne meening zeggen).
Mijnheer de Redacteur
Uw verslag van de laatstgehouden zitting van
onzen Gemeenteraad geeft mij aanleiding U om
plaatsruimte te verzoeken voor een enkel woord.
Niet, om in te gaan op de zonderliuge, m. i.
middeneeuwsche beschouwingen omtrent de door
de Piaatselijke Schoolcommissie ingezonden voor
dracht. Ik hoop binnen enkele dagen gelegenheid
te hebben, elders mijne meening daarover te zeggen.
Mijn doel was slechts te wijzen op de, volgens
het verslag gedane mededeeling: //dat vanwege de
bijzoudere school alhier medewerktng verleend is
aan de verspreiding der brochure."
Deze woorden zijn tamelijk rekbaardoch de
meest voor de haud liggende beteekenis is, dunkt
mij, dat het, Bestuur rnijuer school en het onder-
wijzend personeel, het hoofd in de eerste plaats,
de verspreiding zouden hebben bevorderd.
Welnu, de vergaderingen van het bestuur woon
ik geregeld bij en, voor zoover ik weet, is daarin
de brochure van den heer Koster nooit ter sprake
gekomen. En wat mijzelf betreft, ik ken die
brochure niet, heb ze dus niet gelezen en nog
veel minder medegewerkt aan hare verspreiding.
Met dank voor de plaatsing,
Uw dw. dr.,
H. KOELMANS.
Ter Neuzen, 18 Mei 1903.
Geachte Redacteur
Beleefd verzoek ik u een klein plaatsje in
uw blad.
Daar de tijd is aangebroken dat dc ingelanden
van vele polders en waterschappen sarneu komen
om huriue belangeu te bespreken, is het dunkt
mij de moeite waard de aaudacht der polde'rbesturen
te vestigen op eene belangrijke zaak, namelijk op
den hoogen waterstand.
Wel moet ieder toesteminen dat voor zulken
overstroomenden regen als op 23 April, geen
suatie bestand is, maar ware de waterstand voor
dien regen een halven meter lager geweest, wat
best kon, dau zou het mogelijk binnen zijue perken
zijn gebieven, terwijl nu nog vele laaggelegen
landen en weiden onder water staan.
Waarvoor is het noodig dat in Maart of April