BIJVOEGSEL Ter Neuzenschs Ooarant Dinsdag 12 Mei 1903. No. 4378. 6 B M SE A D. BEKENDMAKIffG. Gemengde berichten. Inbraak, Diefstal en Drievoudige Moordaanslag te Kuitaart. Landbouwberichten. VAN DE VAN De Burgemeester der gemeente TEB NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering Tau den Gemeenteraad is beiegd tegen Mouderriag den It Mel lOOlt, des voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 11 Mei 1903. De Burgemeester Toornoemd, J. A. P. GEILL. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het primilief kohier van den Hoofdelijken Ouislag in deze gemeente voor 1903, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie dor gemeente voor een iedor ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 11 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERIIOFF, Secretaris. Zaterdagvoormiddag deed, aangebracht door van buiten de gemeente komende personen, het gerucht de ronde van een vreeaelijke misdaad, gepleegd in de gemeente Hontenisse. Waar in den beginne dergelijke geruchten steeds grootere verhoudingen aannemen, en ijselijke verhalen werden gedaan, meende men, dat ook hier over- dreven werd. Een door ons hieromtrent inge- steld onderzoek bracht evenwel aan het licht, dat inderdaad een der weerzinwekkendste misdaden heeft plaats gehad, die in de laatste jaren Zeeuwsch-Ylaanderen in beroering bracht en wel op de hofstede bewoond door den land bouwer Prans Koole, onder de gemeente Hon tenisse Die hofstede, eigendom van den heer P. Ilombach te Hulst, zeker wel een der schoonste daar uit den omtrek, ligt aan den zoogenaamden Meerdijk, op slechts enkele minuten afstand van den grooten weg HulstWalsoorden en op ruim V4 uur van het gehucht Kuitaart, onder laatstgemelde gemeente. Op die hofstede nu, te midden der nachtelijke stilte, hebben onverlaten, waarschijnlijk alleen gedreven door gouddorst, hun laagste harts- tochten weer eens ontketend en een misdrijf gepleegd, dat zeker bij de ernstige, die helaas in de laatste jaren gepleegd werden in dit deel van Zeeuwsch-Vlaanderen, weder met bloedige letteren kan worden geboekstaafd. Niet minder dan 3 menschen toch, n. 1. de 56jarige Frans Koole, diens eenige jaren oudere vrouw Santinade Visser en diens ruim 30jarigeschoondochterLau- rina de Visser genaamd, heeft men te bed in hun slaap overvallen en op zoo verschrikkelijke wijze mishandeld, dat zij thans nog alien bewusteloos liggen en men van alle drie op 't oogenblik niets dan het ergste vreest. Geen woord kunnen zij uitbrengen, niemand herkennen en door een zacht gekerm en een van tijd tot tijd slaan met de handen slechts te kennen geven, dat zij aan de vreeselijkste pijnen ten prooi zijn. Koole, die daar woont met zijne vrouw, zijn gehuwde zoon en diens vrouw en kinderen benevens een zekeren Geluk, een aangehuwde zoon, die daar op de hofstede werkzaam is en die daar in de week ook slaapt, moet Vrijdag- avond als gewoon omstreeks S1^ ure met zijn gezin te bed zijn gegaan, uitgezonderd zijn zoon Salomon, die, zooals wel eens meer gebeurd, dien avond was gaan kaart spelen, in de herberg van Bakker, op 't gehucht Kuitaart. De woning van Koole, voor een paar jaren nieuw gebouwd, bestaat uit 4 vertrekken, 2 voor- en 2 achterkamers, met een breeden gang in het midden. Met het front naar den Meerdijk en met de achterzijde naar den keiweg Hulst, heeft het op het Noordeinde, voor voor- en achterkamer een lang smal hoekraam, zooals men die in vele boerenwoningen aantreft. In die beide vertrekken, het voorste de zooge- naamde mooie kamer, het achterste een opkamer- tjs boven den kelder, wordt niet geslapen. De slaapkamers bevinden zich aan de zuidelijken kant van het gebouw, dus aan de tegenovergestelde zijde van den gang. Koole zelf en zijne vrouw sliepen in dien bewusten nacht, als naar gewoonte in de voorkamer van dat gedeelte, die slechts door een binnendeur is gescheiden van de keuken of woonkamer, waar, in twee bedsteden, de gehuwde dochter en hare kinderen sliepen. Voor zoover nu uit het onderzoek kan afge- leid worden, heeft men van het achterste lange hoekraam, op het noordeinde van het huis dus, de ijzeren bout, waarmede de spanning door het raamkozijn met een zoogenaamde spie van binnen wordt gesloten, zoover rond gedraaid tot het smalle einde van de spie boven kwam en uit de gleuf van den bout op den grond viel, iets, wat bij onderzoek is gebleken, niet veel krachtsinspanning te Vereischen. Men had toen slechts om in de kamer te komen, het venster open te trekken en het raam op te schuiven, wat vermoedelijk met een ploegijzer zal zijn gebeurd, want het ging moeilijk omhoog. Daar binnen zijnde is men echter gestuit op een gesloten deur, die toegang gaf tot den gang, maar ook hiermede heeft men blijkbaar raad geweten. Men heeft n.l. de deurpost ter hoogte van het slot zoover uitgesneden, dat de z. g. schieter vrij kwam en men de deur maar had open te trekken. Nu in den gang zijnde, was geen enkele hindernis meer te overwinnen, want wel de voor- eD achterdeur van het huis waren op slot, doch niet de deur die van den gang toegang gaf tot de slaapkamers van het gezin Koole. Het slaapvertrek waar de dochter met hare kinderen sliep, moet men toen het eerst zijn binnengetreden, doch wie het eerst is aan gevallen, de jonge vrouw of hare schoonouders, is nog niet gebleken. Dit staat echter vast, dat men, na eerst de bedsteedeuren waar de kinderen sliepen, te hebben dichtgemaakt, met den moordaanslag is begonnen. De jonge vrouw Koole is blijkbaar met een mes aangevallen en ontving 2 sneden in den hals, een van 7 en een van 9 c. M., voorts een wond aan het voorhoofd van 9 c. M. lang, die is doorgedrongen tot door den schedel. Voorts heeft men haar een gesneden wond toegebracht over het neusbeen van 4 c. M., 2 gesneden of gestoken wonden op het linker wangbeen van 3 en 4 c. M. lengte, 1 op het rechter voorhoofds- been en 1 dito op het achterhoofd van 5 c. M. Koole en zijne vrouw ontvingen niet zooveel verwondingen, doch daarom niet minder ernstig. Zij werden blijkbaar met een z. g. ploegkouter aangevallen, waarmede hun den hoofdschedel is stukgehakt en ingeslagen, bij de vrouw zoo- danig, dat haar de hersenen uit het hoofd puilden. Hoe die menschen dan ook op't oogen blik nog in leven zijn, begrijpt men niet. Vermoedelijk na het plegen van die daad heeft men met den sleutel, die in den zak van vrouw Koole zat, die op den stoel voor het bed lag, de brandkast geopend die in die slaap- kamer stond en daaruit alle geldswaardige papieren, men denkt van een paar duizend gulden, weggenomen. Men vond later den sleutel in het slot van de brandkast zitten. Langs de achterdeur zijn de daders blijkbaar vertrokken, hunne slachtoffers kermende en *in deerniswaardigen toestand achterlatend. En door wie of wien zijn nu die gruwelen gepleegd Ziehier een vraag, waarop helaas het antwoord, voorzoover wij weten, nog niet is te geven. Niet onmogelijk is dat in verband staat met deze misdaad, eene mededeeling die, naar ons ter oore kwam, de landbouwer Koole reeds voor een paar jaren aan familieleden deed, dat hij meermalen brieven ontving, met den last op aangewezen plaatsen geld te leggen, onder bedreiging dat het niet goed met hem zou afloopen, als hij dit niet deed. Hij voegde er dan bij zich daaraan niet te storen, want dat er toch niets| gebeurde. De zoon van Koole, die om ruim elf ure het bierhuis van Bakker heeft verlaten en langs den Meerdijk naar huis is gegaan, zag, zoo heeft hij zelf verklaard, toen hij nog zoo wat een dertig meters van het huis zijner ouders was verwijderd, een schot op zich lossen door een persoon, die op den linkerhoek van't huis stond. Hij riep dien persoon toen toe ,/Schiet niet, 'k ben ik het", doch wilde meteen de schuur binnen vluchten. Op het oogenblik dat hij wilde binnengaan werd toen uit diezelfde richting een tweede schot op hem gelost, waarvan hij de hagelkorrels tegen zijn broek hoorde spatten. Hij werd echter niet gekwetst en men heeft tevergeefs naar hagelkorrels ge- zocht. Koole heeft daarop zijn zwager Geluk gewekt, die in de schuur sliep en nadat beiden toen een poosje hadden overlegd wat zij doen zouden, meenden zij het gevaar onder de oogen te moeten zien en gingen ze, elk gewapend met een hooivork, het erf op, doch zagen toen niemand meer. Natuurlijk wendden zij ook hunne sehreden naar de woning en, bemerkende dat de achter deur gedeeltelijk openstond, gingen zij in huis, traden de slaapkamer van de jonge vrouw binnen en vonden deze, eenigszins beschenen door niet helder maanlicht, dat door de niet met vensters of blinden gesloten ramen naar binnen viel, op den vloer uitgestrekt, liggende eenigs zins op hare zijde voor haar bed, met het hoofd daarheen en met de voeten naar het raam gekeerd. Tegelijkertijd gekreun in de slaapkamer hunner ouders hoorende, waar ook geen licht aan was, gingen zij derwaarts en ontvingen van den ouden Koole op hun vraag //Waar ben je, vader" tot antwoord/k Ben meer dood dan levend". Zoon en schoonzoon zjjn toen, den toestand latende, zooals hij was, met den meesten spoed de hulp der buren gaan inroepen en daarvan terugkeerend vertoonde zich aan hunne oogen, nadat zij licht hadden ontstoken, een vreeselijk schouwspel. Vader, moeder en vrouw lagen alien bewus teloos, badende in hun bloed, de laatste, zooals gemeld voor haar bed, waaruit zij vermoedelijk gevallen was en hunne ouders in bed, vader half met het lichaam hangende over zijne vrouw. Het geheel leek een bloedbad, want zelfs de behangen muren in de bedstede, waren een en al bloedvlekken. Voor het bed hunner ouders vonden zij een ploegkouter die zij voor het eigendom huns vaders herkenden en die geheel met bloed bevlekt was. Aanstonds werd toen door de buren genees- kundige hulp ingeroepen, terwijl men ook in allerhaast de politie waarschuwde. Door den brigadier Meulbroek der brigade Hulst werd het eerste onderzoek ingesteld en later met diens collega uit Hontenisse voort- gezet. Zoodra mogelijk werd des morgens door hen de justitie uit Middelburg met het gebeurde in kennis gesteld die in den voormiddag van dien dag reeds ter plaatse arriveerde. Ook de luitenant der marechaussee de heer Thomson, die het voorgevallene hier in den voormiddag vernam, vertrok met de automobiel, die hem door den heer G. Wieland welwillend daartoe werd afgestaan, onmiddellijk naar de plaats der misdaad. Voor zoover bekend, heett het onderzoek door de politie en justitie ingesteld, nog tot geen resultaat geleid. Zij vond in den boomgaard op een 10 a 15 meter van het noordeinde van het huis, een tweede met bloed bevlekte geheel nieuwe ploegkouter, ook het eigendom van Koole en een honderd meter verder, meer naar den Meerdijk een derde, die geen bloedvlekken vertoonde. Men trekt hieruit de conlusie, dat de bandieten langs daar in de richting Hontenisse vertrokken zijn. Voor de woning, op eenige meters afstand daarvan werd het geweer van Koole gevonden, dat anders aan een spijker hing bij zijn bed. Dat geweer, waarop 2 ledige patroonhulzen werden gevonden en waaruit blijkbaar kort tevoren was geschoten, werd met de 3 ploegkouters door de justitie in beslag genomen. Voetsporen als anderszins waren nergens te ontdekken. Vreemd mag het toch zeker in deze wel eenigszins klinken, dat de geweldpleging in hoofdzaak is geschied met wapens en werk- tuigen van den bestolene zelf. En nog vreemder klinkt het wanneer men weet, dat die ploeg kouters stonden geborgen in het wagenhuis achter een ton, waar, zooals wij vernemen, de schoonzoon Geluk, die sinds Februari j. 1 daar op de hofstede werkzaam is, ze niet eens wist te staan. Uit deze en nog andere omstandig- heden, die zij schijnt opgemerkt te hebben, zou de justitie tot de conclusie zijn gekomen, dat de daders, of althans een hunner, goed met de toestand daar op de hoogte is geweest Onbegrijpelijk is het daarentegen dat nu eerst die diefstal is gepleegd, nu juist in den laatsten tijd, door pachtbetaling en door het aankoopen van vee door Koole veel geld is uitgegeven en er uit niets is gebleken dat hij dezer dagen geld ontvangen heeft. Ongetwijfeld zou men op een ander tijdstip wel een beteren slag hebben kunnen slaan. Over dat alles ligt dus vooralsnog een geheimzinnig waas, wat misschien wij zeggen misschien eenigszins zal opgehelderd worden, als de slachtoffers, of een van hen het bewustzijn nog herkrijgen, waarop helaas thans nog weinig of geen kans bestaat. Han is evenwel de mogelijkheid nog niet uitgesloten dat ook zij geene opheldering zullen kunnen geven, op grond, dat zij hoogst waar schijnlijk in hun slaap zijn aangevallen en in versuften toestand reeds bewusteloos geworden, zonder te zien de hand die hen zoo gewelddadig neervelde. Laten wij intusschen hopen, dat de justitie en politie in deze het geheim van dit drama zal weten te ontlokken en laat ieder, die meent de politie in deze op 't spoor te kunnen helpen, zich toch door niets daarvan laten weerhouden. Een oogenschjjnlijk geringe om- standigheid, kan voor de justitie van groot ge- wicht zijn en haar den draad tot de ontknooping in handen geven. TER NEUZEN, II Mei 1903. Iu de op a. s. Donderdag des voormiddags te 10 uren te houden openbare vergadering van den gemeenteraad alhier, komen de voigende punten in behandeling Ingekomeu stukken aangehouden zaken be- noeming onderwijzersvaststellen kohier school- geld 2® kwartaal. De heer I. van de Sande, van Ter Neuzen, behaalde het diploma A, voor de kenuis der steuogrtifie, systeem Bients-Balt. Heden slaagden te Middelburg voor het onderwijzers examen de heeren P. Scheffelaar Klots van Sluiskil, P. van PienbroekvanZaamslag en J. P. van de Sande van Breskens. Zaterdagavond hield de heer B. ten Have, leeraar in de gymnastiek aan de Hoogere Burger- school te Middelburg op het raadhuis alhier eene voordracht over schoolhygiene, tot bij woning waarvan de onderwijzers waren uitgenoodigd. In een volgend nummer hopen we op deze voordracht terug te komen. De afdeeling Zeeuwsch-Vlaanderen O. D. van de Vereeniging voor Chr. Onderwijzers in Nederland en de Kolonien vergaderde j.l. Zaterdag in de bijzondere school te Driewegen. Door het slechte weder was de opkomst iets minder dan gewoonlijk, waardoor twee belangrijke refe- raten moesten uitgesteld worden. De heer Jvan Alten van Hoek wist de vergadering langen tijd te beeien door veel merkwaardigs mede te deelen uit het leven en den arbeid van den paedagoog Johann Priedrich Herbart. Na afdoening van eenige huishoudelijke zaken werd de vergadering vroeger dan gewoonlijk gesloten, omdat een paar leden den heer Ten Have in de Raadzaal wenschten te hooren. Men schrijft ons In deze streken wordt veel Fransch geld ver- handeld, daarom zal het niet ondienstig zijn er eens aan te herinneren, dat verminkte en afge- sleten franken, dubbele franken en 5-franken in Belgie niet meer als gangbaar beschouwd worden. Nu de zilverprijs zoo laag is dat een 5-frank als zilverstuk slechts een waarde heeft van hoogstens f 1,75, zien velen van hunne verminkte geldstukken af te komen. Men zij dus gewaarschuwd. Hoek, 11 Mei. De rijwielhandelaar W. alhier, heeft bij het Hof te 's Gravenhage appel aange- teekend tegen het vonnis, uitgesproken door de rechtbank te Middelburg, waarbij hij veroordeeld werd lot drie maanden hechteuis wegens verduis- tering. Axel. Tot predikaut bij de Ger. Kerk A alhier, is beroepeu Ds. Jansen van'a Gravenmoer. Wie kan mollen var.gen Aldus 't begin van een adverlentie in de//Zutph. Ct." van 22 April. Daarover schrijft iemand in dat blad Met eenigen weerzin las ik de vraag, en toen in een ander dagblad eveneens op het toezenden van mollevellen werd aangedrongen, omdat ze uitmuntend geschikt zouden zijn voor het ver- vaardigen van bout, dacht ik ,/arme mollen En hij wijst dan op de uadeelige gevolgen voor land- en tuinbouw, die de uilroeiing van deze hoogst nuttige dieren zou hebben. Na hun lesenswijze te hebben beschreven zegt hij Z:ch dus alleen met insecten voedende, is het uitgemaakt, dat de mol als verdelger van schadelijk gedierte zeer nuttig moet wezen. Waar de mol vervolgd en uitgeroeid wordt, daar vermenigvul- digen zich de insecten tot veel grooter schade, dan de mol door zijn wroeten veroorzaakt. Er zijn vele voorbeelden, dat men voor iederen mol, die bemachtigd, werd, 10 cent gaf, en zich zoo- doende verheugde, eindeljjk van die wroeters ver- schoond te zijn, om later duizenden guldens schade te lijden, omdat zelfs boomen en struiken te groude gingen. Door zulke lessen is men wel wijzer geworden. Moge het een waarschuwing zijn voor hen, die wellicht verlokt door aange- boden prijzen voor gedoode mollen, zich te laat zouden beklageu. Op de vraag wie kan mollen vangen zij het antwoord steeds //kunnen wel, maar willen niet." Zijn de mollen overal nuttig en is het nooit uoodig, ze van sommige plaatsen verwijderd te houden Ztker zal ik de laatste zijn, dit be- vestigend te beantwoorden. Niet overal kan hij gfduld worden. Vooreerst iu rivier- en zeedijken mag hij niet voorkomendaar is de uitroeiing een gebiedende noodzakelijkheid ook in vlaslaud, omdat de jeugdige vlasplantjes, door hem met de wortels blootgewoeld, afsterven. In tainen en bloemkweekerijen kan hij evenzeer aanmerkelijke schade aanrichtenvooral wanneer hij zich vestigt op akkers, waar kostbare planten gekweekt worden. Dit alles geeft echter nog geen recht, hem te dooden. Er zijn toch middelen genoeg om hem verwijderd te houden van plaatsen, waar hij niet komen mag; alle oiiaangensam riekende stoffen zijn geschikt hem te weren. Waar veel schadelijk gedierte in den grond is, daar zijn veel mollen en zijn daar zeer nuttig. Slechts in enkele ge vallen mogen ze gedood worden in tainen wende men gepaste middelen aan, om ze verwijderd te houden worden ze ergens te schadelijk, men vange ze en brengen ze over, waar een akker veel lijdt aan engerlingen, rituaalden enz. Landbouwers en tuinlieden, neemt uw vriendeD, en dat ziju de mollen, in bescherming Een zwerver, die eenmaal betere dagen had gekend, doch door eigen schuld aan lager wal was geraakt, kreeg dezer dagen, terwijl hij zich in een logement te Utrecht bevond, de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 5