A 1 g si a s n
lieuws- 6n Adrerteatiefclad
Zeeuwsch'Ylaaadsns,
4376.
Donderdag 7 Mei 1903.
TOO?
feuilleton.
US TWEEDE VB0UW.
43* J&ariiang.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Keizer Wilhelm op reis.
Bij die woorden sprak pijnlijke verlegenheid en
droefenis uit zijne trekken ik gevoelde medelijden
De Somali-veldiocht.
R U S L A N D.
\EIZKVS('HK COURAST.
A B 0 N N E M E N T
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaare, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ABTHIllIlil
Van 1 tot 4 regels 0,40, Voor alien regtil metx /0,1b,
Bjj directs opgaaf Tan driemaal plastring derzalfdc advaitanti* word de prijs
slechts tweemaal bcrekend.
Grootere letters worden naar plaatsroimt# berekend.
B9I* bind venihqat Woeariag- en VrlJ<lng»vo»«l, ■Hgcaonderrt op Feaatdagen, 1.IJ de Flrma P. J. Vl» BI MKPII tm TT»» Xemm**-
De stroom van Vorsten-bezoeken houdt maar
niet op. Thans is Keizer Wilhelm weer met den
Kroonprins en Prins Eitel Zaterdag te Rome aan-
gekomen. De Koning en de Prinsen wachtten
hen op aan het station. De Vorsten hebben
elkaar driemaal orahelsd. Zij reden naar het
paleis tusschen een dichte menigte, die luide
juichte.
's Avonds was er gala-diner op het l^ainnaal.
Koning Vittorio Emanuele dronk daarbij op
Dnitschland, den Dnitschen Keizer en het Keizer-
lijk hnis. Hij zeide o. m. gelukkig te zijn bij
zich te zien zijn getronwen bondgenoot, met wien
hij even nauw verbonden was als hun grootvaders
en hun vaders zijn geweest. In de tegeuwoordig-
heid der Prinsen zag de Koning een blijk van de
uitstekende verstandhouding, die bestaau heeft
geduTende drie geslachten tusschen de beide families
legers en volkeren. Het samenzijn van hedeu,
zeide de Koning, is een hernieuwde bevestiging
van den vasten wil van Duitschland en Italie om
al hun pogen te doen strekken tot voordeel van
den vrede onder de beschutting van het wederzijdsch
verbond.
Keizer Wilhelm zeide dank voor de warme en
hartehjke ontvangst, hem door de hoofdstad be-
reid. Hij ziet daarin de verzekering, dat het
Italiaansche volk met volkomen sympathie het
verbond tusschen beide Vorstenhuizen en beide
naties aanschouwt, en wenscht dat dit verbond
onwankelbaar zij.
Keizer Wilhelm herinnerde aan de onvergetelijke
figuur van wijlen Koning Umberto, wiens aandenken
hem steeds heilig zal zijn als dat van een ndder-
Ijjken held, die aller harten veroverde. Hij riep
zijn zegen en die des hemels in voor den Koning,
de Koningin en het Huis van Savove, en dronk
op de sonvereinen, het leger en het voik van
Italie.
Zondagmiddag heeft de Keizer zich 10 minuten
voor 3 naar het Vatikaau begeven. Langs den
weg van het Prnisische gezantschapsgebouw naar
het Pauselijk paleis stonden de troepeu geschaard,
waarvan de muziekkorpsen bij het voorbijrijden
het Duitsche Volkslied speelden. De straten en
de vensters waren vol menschen die den Keizer
luide toejuichten.
Na gehuldigd te zijn door tal van Duitsche
bisschoppen, die zich in het paleis bevonden, werd
de Keizer door den Pans ontvangen in diens
kabinet. De Keizer ging daar alleen binnen, de
kroonprins en prins Eitel Fritz bleven met het
gevolg en de pauselijke hoogwaardigheid«bekleeders
in een zaal achter. Het bezoek van den Keizer
A'aar het Duitsch.
12)
Corswald, 5 Augustus.
Beste Therese
Duizendmaal dank voor je deelneming. Ik ge-
loof het wel, dat hier goede raad duur is. Dikwijls
heb ik al gedacht, dat je niet in miju plaats
hier zou moeten wezen. Het is geen zaak voor
iedereen zich op een vulkaan te slapen te leggen.
Hoe meer gevaar, hoe meer moed eD daardoor ook
hoe schooner het leven. Den lieven God zij
dank, dat Hij in moeielijke oogenblikken ons goede
ingevingen schenkt.
Door een goeden iaval komen wij soms veel
verder dan door weloverlegde handelingeu.
Den eersten Augustas dus verleden Zondag
heb ik Bauer weergezieu. Mevrouw Kaulfuss was
met Armgard naar de kerk gereden. Ik was in
de bibliotheek, toen de dokter werd aangemekl.
Dat trof goed ik liet hem verzoeken boven te
komen. Opgewekt kwam hij binnen, zijn gelaat
scheen ietwat anders te zijn dan gewooulijk.
,Goeden morgen, mevrouw ik veroorloof mij
de vrijheid u mijne opwachting te maken."
duurde 27 minuten; na afloop bezocht hij den
kardinaal-staatssecretaris Rampolla.
Na het bezoek van den Keizer ontving de Paus
de prinsen, met wie hij 7 minuten sprak daarop
stelde de Keizer de leden van zijn gevolg aan
den Paus voor.
Om 10 minuten voor 5 keerde de Keizer van
het Vatikaau in het Pruisische gezantschaps
gebouw terug.
Zooals dezer dagen gemeld is, heeft de Engelscbe
Minister van Oorlog, Brodrick, in het Lagerhuis
een verklaring afgelegd, waaruit blijkt, dat men
den onvruchtbaren veldtocht tegen den »Gekken
Moellah" dacht op te geven. De Engelsche troepen
hadden de grens van het protectoraat overschreden
en hadden een nederlaag geleden in een gebied,
dat niet Engelsch is. De voortzetting van den
oorlog tegen den Moellah zou dus alle mogelijke
kwesties opwerpen.
Een deel van de Engelsche pers is nu hevig
verontwaardigd, dat men dezen veldtocht met een
terugtocht denkt te besluiten. Zoo zegt de
vDaily Mail": »Mr. Brodrick maakte bekend,
dat de operaties tegen den Moellah om zoo te zeggen
opgegeven werden. Hij duidde aan, dat het voor
de regeering er niet op aankwam het protectoraat
te beheerschen, en dat men er zich toe zou bepalen,
aan de kust de teekenen van de heerschappij
duidelijk kenbaar te maken.
Hij voegde er aan toe, dat wij bovendien alles
doen zonden, wat in onze macht ligt, om de be-
vriende stammen tegen den Moellah en zijn aan-
hangers te verdedigen. Wat beteekent echter de
verklaring van Mr. Brodrick op stuk van zaken
Zij wil niets meer zeggen, dan dat wij 4 jaren
lang een vermoeienden veldtocht in Somaliland
gevoerd hebben om tenslotte precies even ver te
zijn als in 1899, toen de Moellah een onbekende
persoonlijkheid was, die nauwelijks 10 man bij
zich had.
Vier jaren lang hebben wij in een land een
veldtocht gevoerd, die met elke beschrijving spot.
Wij hebben groote sommen gelds en onschatbare
menschenlevens opgeofferd. Wij hebben de be-
vrieude stammen van ons vervreemd, en wij hebben
absoluut niets bereikt. Ondanks de kinderachtige
verklaring tan Brodrick, dat wij den Moellah een
zwaren slag hebben toegebracht, blijft het feit
bestaan, dat deze over een groot gebied heerscht
en wel over een gebied dat voor een deel Engelsch
voor een deel Italiaansch is en dat deze Moellah
een gevolg heeft dat door hen, die laag schatten,
op 30,000, door anderen echter op 80,000 man
„Om Godswil, dokterwat trekt ge toch een
vreetnd gezichtzei ik lachend. „De droomerijen
van mijn zeventiende jaar ben ik reeds vergeten
en dus dokter, vergeten en vergeven dat behoort
toch tot het verledene."
„Ge zijt toch niet boos op me, Marie P Ge
wilt mijne verantwoording toch wel aanhooreu
vroeg hij bewogen.
Dadelijk bemerkle ik, wat hij op het hart had
ik doorzag hem geheel. Geen lafhartighcid wegeus
mijne en zijne armoede had ons toen gescheiden
hij was alleen te nauwgezet van geweten geweest
om de verantwoording voor mijn geluk op zich
te nemen ea daarbij was hij niet vatbaar voor
een hartstocht, die alle hinderpalen weet te over-
winnen.
„Die verantwoording is onnoodig geworden," zei
ik vriendelijk, ffik heb u van ganscher harte vergif-
fenis geschonken en ten bewijze daarvan bied ik
mijne vriendschap aan, onder beding echter, dat het
verleden vergeteu blijft en ge mij voortaan niet
weer vertrouwelijk met „Marie" aanspreekt.
Wilt ge dit bewijs van vertrouwen op prijs stellen
dokter, dan voeg ik mij gaarne naar den wensch
van den baron, die onze samenwerking verlangt
tegenover mevrouw Kaulfuss.
#Bemint ge Tiefort?" vroeg hij doodsbleek.
Bijna elke vrouw zou wja" gezegd hebben om eeu
scheidsmuur tusschen het verledene en het hedeu
te maken, maar ik volgde de iuspraak van mijn hart
en vertelde hem vrijmoedig de geschiedenis van
mijn huwelijk. Ik liet echter duidelijk blijken,
dat het mij heilige ernst was de plichteu, die ik
wordt opgegeven. Bovendien bezit hij 4 maxim-
kanonnen, die hij ons afgenomen heeft en een
groot deel van de voorraden, die hij ons met de
kameelen afnam. Bij dat alles hebben wij daar
ter plaatse onzen roep bedenkelijk ondermijnd,
vooral wat Abbessinie betreft. Zoo is de stand
van zaken thans in een land, waarin de Moellah
waarschijnlijk den eerstvolgenden schaakzet doen
zal."
Thans zijn bijzonderheden bekend geworden
over de gruwelen te Kisjineff.
De onlusten begonnen 10 April tijdens het
t'aaschfeest met het plunderen van winkels, die
aan lsraelieten toebehoorden. Zoo iets komt wel
meer voor in het land van den vrede, maar
ditmaal was het gedurende 4 dagen een waar
bloedbad. Het volk vermoordde de kinderen,
verminkte de vrouwen, andere personen opende
men den buik en verving de ingewanden door
veeren uit matrassen. Yele lsraelieten moesten
den verstikkingsdood sterven in hun kelders, of
werden van de daken waarop ze gevlucht wareD,
naar beneden geworpen.
De straten waren bezaaid met lichaamsdeelen.
Meer dan 100 menschen werden gedood, 400
zwaar gewonden bevindeu zich iu de hospitalen.
Men schat het getal mannen, wier handen of
beenen werden afgeslagen of de oogen uitgestoken,
op meer dan 100. Anderen werden krankzinnig
van den schrik.
Vrouwen en kinderen, met bijlen, messen of
stokken gewapend, zoowel als stndenten en leer-
lingen van het lyceum en ambtenaren, bevonden
zich tusschen de moordenaars.
De groote magazijnen in de stad werden eveneens
geplnnderd en het bloedbad hield niet op voor
den vierden dag, 24 uur, nadat de Czaar een
telegram had gezonden, waarin gelast werd, de
noodige maatregelen te nemen.
Opmerkelijk was in deze dagen de houding der
„hoogere standen", die in rijtuigen uitreden om
naar de opstootjes te zien en met belangstelling
de door het volk begane gruweldaden schenen te
volgen.
TER NEUZEN, 6 Mei 1903.
Heden slaagden voor het examen als onderwijzeres
de dames W. J. Balkenstein en P. D. Koelmans
van Ter Nenzen en R. L. Bosschem van Westdorpe.
De milicieus der lichting 1903 van de gre
nadiers en jagers en van de regimenten infanterie,
iBWH ■BBIBPgBWV '■J.J.M 1^'BBBBBg'WB'WBWiLlLilLi.fPIIW.
op mij genomen had, naar eisch te vervullen en
den baron en Armgard gelukkig te maken.
„Ik zou voor u kunneq knielenge zijt ver-
heven gestemd ik begrijp daar niets van," bracht
hij eindelijk uit.
,,Wilt ge mijn onbaatzuchtige vriend zijn
vroeg ik hem ernstig aanziende.
„Dat wil ik, God hoort mij zei hij plechtig,
akof hij een eed deed.
Wij zwegen nu een poosje en werden beiden"
weer kalm toen vroeg ik
HZeg eens, dokter, wat had mevrouw Kaulfuss
den laatsten keer toch met u te bespreken
De overgang tot dit onderwerp scheen hem ver-
lichting te geven.
Zijn gelaat herkreeg de gewone kleur en teekende
zelfs opgeruimdheid.
„Zij moest mij het ongehoord schandaal vertel-
len", antwoordde hij vroolijk, ^dat de nieuwe
barooes gedurende de eerste veertien dagen van
haar huwelijk haar man zoo nameloos veel ellende
had bezorgd door haar heftig en heerschzuchtig
optreden tegen de kleine Armgard, dat hij een
groote reis heeft ondernomen om zijn verdriet te
ontvluchten."
*En wat nog meer vroeg ik, toen hij aarzelend
ophield.
„Och waarom dat P Het zou u krenken zonder
eenig nut. Ze is een schaamtelooze."
„It bid u, zeg me gerust alles, ik moet weten
hoe de zaken staan."
Onderzoekend zag hij me aan en vervolgde toen
#Ge zijt besloten, weluu danZij had van awe
benevens die van het korps genietroepen, die
zich reeds in afwachting van nadere oproeping
met verlof bevinden, worden thans voor eerste
oefening tegen 12 Mei a. s. onder de wapenen
geroepen.
Zij znllen hiertoe van de korpscommandanten
een rechtstreeksche mededeeling ontvangen.
De miliciens der lichting 1902 worden den 25
Juli met onbepaald verlof huiswaarts gezonden.
Gisterenmorgen werd alhier in tegenwoordig-
heid van eenige manschappen van het wapen der Kon.
marecbaussde, door den heer le luitenant Thomson,
districtscommandant in Zeeland,onder eenehartelijke
toespraak, de medaille voor 12jarigen dienst
uitgereikt aan den brigadier Westerbeke, der
brigade te Breskens.
Op de bij besluit van Ged. Staten van
Zeeland, d.d. 10 April j.l. vastgestelde lijst van
hoogst aangeslagen in de Rijks directe bel.istingen
in de provincie Zeeland, in 1903, komen voor de
volgende inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen
E. Bonte te St. Kruis, P. J. Bortel te Schoon-
dijke, I. de Bruijne Iz. te Oostburg, E. A. Calon
te IJzendijke, K. J. A. G. baron Collot d'Escury
te Houtenisse, G. A. F. Cortvriendt te IJzendijke,
Mr. J. G. van Deinse te Hulst, P. Dieleman Wz.
te Axel, C. P. J. Dierick te Koewacht, P.
Dregmans te Axel, J. Erasmus te Cadzand, C.
C. M. Fassaert te Hontenisse, L. de Feijter te
Axel, C. Fremouw te Groede, J. M. de Graaff
te Aardenburg, Th. P. F. van Haelst te Stoppel-
dijk, H. G. Hammacher te Groede, J. F. Hennequin
te Sluis, Mr. P. C. J. Hennequin te Aardenburg,
F. C. O. M. Hombach te Hulst, J. Huijssen Johz.
te Ter Neuzen, J. de Hullu te Cadzand, P. de
Kerf te St. JansteeD, L. de Koeijer te Ter Neuzen,
A. Koster te Axel, I. Leenhouts te Zuidzande,
I. Luteijn Sr. te Zuidzande, H. L. J. Maertens
te Hulst, C. A. A. E. Pohlmann te Hulst, A.
Risseeuw Abrz. te Cadzand, J. Risseeuw te IJzen
dijke, J. Risseeuw I. Az. te Zuidzande, J. A.
van Rompu te Ter Neuzen, A. Th. Rottier te
St. Jansteen, J. A. J. B. M. G. Seydlitz te Hulst,
W. C. de Smidt te Scboondijke, I. de Smidt te
Oostburg, J. F. Temmerman te IJzendijke, P. F.
Thomaes te Hoofdplaat, J. Vogelvauger te Hulst,
L. F. C. van Waesberghe te Hulst, L. J. M.
van Waesberghe-Janssens te Hulst en G. Wieland
te Ter Neuzen.
Van den secretaris van „Vlissingen Vooruit"
te Vlissingen outvingen wij bericht, dat door het
bestnur van genoemde vereeniging, in samenwerking
met het muziekgezelschap „St. Caecilia" aldaar,
hetwelk dit jaar zijn lOjarig bestaau viert, wordt
iWaWWWMW—j
minnarij in Berlijn geboord en wilde weten, of ik
daar iets van wist, daar ik u scheen te kennen.
Treurig genoeg was het Tiefort door een vriend
aangebracht. Woeste smart over dit rampzalig
tweede huwelijk verteerde hem als door booze
geesten voortgejaagd, had hij zijn eigen huis ver-
laten."
KfGoed", zij ik, ^hebt ge haar geantwoord
ffIk betreurde slechts, dat de dame geen aanleg
heeft om Scheherezade te worden hare vertellingen
zijn hatelijke, booze verzinsels."
„Heeft de baron u vroeger van zijue reis ge-
sproken vroeg ik zonder hoop op een toe-
stemmend antwoord.
#Zeer dikwijlsna een onverkwikkelijk tooneel,
hier is dat plan bij hem opgekomen en met taaiheid
heeft hij het vast gehouden."
Ik dacht aan Tiefort's woorden ffWij zullen
front maken tegen den ,leugen" en miju kind
beschermeud in ons midden nemen." Hoe rustig
klopte mijn hart, hoe tevreden gevoelde ik mij.
*Kom spoedig terug, dokter", verzocht ik
vriendelijk om hem een teeken voor zijn vertrek
te geven, ffmaar kom dan als mevrouw Kaulfuss
er bij tegenwoordig is."
Dat vond hij natuurlijk en stemde haastig toe.
Zijn afscheidsblik beviel mij niet geheel, maar hij
moet en zal zich in zijn rol schikken. Ik zal
hem dat zoo gemakkelijk maken, als ik kan.
Met vele groeten,
je vriendin,
Marie.
(Wordt vervolgd.)