Ter Neuzensche Courant Zaterdag 2 Mei 1903.
No. 4374.
Belastiag op Bedrijfs- en andere intomsten,
DE TWEEBE VB0UW.
43e iaarganci.
TWEJIEIDIE] blad.
Binnenland.
FEUILLETON.
Brieven uit St. Jansteen.
U)
Philippine, 30 April. Hedenmorgen speelde
een zoontje van den landbouwer Taalman op den
vuilnisput, gleed uit en vie] in de vest. Zijne
moeder, daaromtrent zijnde, kwam haastig toege-
loopen om het knaapje te redden, maar gleed ook
in de diepte. Een schipper J. van Hurck waagde
zich nu, greep de hand der vrouw en had het
geluk beiden op het droge te brengen. Zonder
hem waren stellig moeder en kind verdronkeu.
De Burgvmeester van TER NEUZEN
brengt bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden,
dat de door den Directeur der Direete Belastingen enz., te
Middelburg, den 28 April 1903 invorderbaar verklaardekohieren
van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten dezer
<remeente, over het jaar 1902/3 nos. 5 en 6, op heden aan
den Ontvanger der Direete Belastingen, ter invordering, zijn
ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op
den bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Ter Neuzen, den 1 Mei 1903.
De Burgemeester voornoemd,
P. MOES, 1° Burgemeeater.
Het moet in de bedoeling der Regeering
liggen het blijvend gedeelte der lichtiDg van 1902
deu 25en Juli in het genot van onbepaald verlof
te stellen.
Te voren zouden dan, den 20en Juli, de miliciens
der lichting van 1897 voor 3 weken voor her-
halingsoefeningen ooder de wapenen koraen, terwijl
de lichting van 1898 voor hetzelfde doel in Sep
tember zou worden opgeroepen.
Van geachte zijde wordt aan de //Tijd" uit
Rome geschreven.
Tot mijn genoegen kan ik u uit de beste bron
melden, dat al de praatjes over 's Pausen minder
gunstigen gezondheidstoestand volstrekt onwaar
zijn. Omtrent 3 Maart gaf de verkoudheid van
Z. H. reden tot ongerustheid. Deze heeft eenigen
tijd aangehouden, doch is reeds geruimen tijd
geheel geweken.
Ten bewijze moge 't volgende nog dienen
Zondag verleende Z. H. aan enkele aanzienlijke
families, die in afzonderlijke groepjes in de anti-
chambre verdeeld waren, een soort van privaat-
audientie. Tot groote verbazing van alle aan-
wezigen kwam Z. H., niet gedragen, doch geheel
alleen gaande, zonder door iemand oudersteund
te worden, de zaal binnen, en ging van de eene
familie naar de andere, zich staande met alien
onderhoudende. Volgens ooggetuigeu gaf Z. H.
niet het geringste teeken van vermoeienis.
TER NEUZEN, 1 Mei 1903.
De VI. Ct. vermeldt, //dat haar van bevoegde
zijde wordt meegedeeld, dat de heer J. Adriaanse,
deurwaarder te Hulst, die reeds bij een vorige
verkiezing candidaat was voor de Provinciale Staten
in het district Hulst, en toen een flink aantal
stemmen op zich vereenigde, nu van vooruitstrevend
katholieke zijde zal worden aanbevolen tegenover
den candidaat van de R. K. kiesvereeniging
te Hulst."
Aan dit bericht wordt nog toegevoegd dat die
kiesvereeniging den heer E. B. Dumoleyn, zal
stellen.
Wat van deze geruchten is, kunnen wij niet
uitmaken, wel de geruchten vermeerdereu met eene
mededeeling van enkele //men's", dat er onder de
katholieke partij eene strooming bestaat om den even-
tueel vacant komenden zetel aan de anti-revolu-
tionairen over te laten indieu dezen een candidaat
stellen.
De tijd zal wel leeren wat van hiervan
waar iswe gelooven echter dat de mannen der
politiek alien tjjd hebben om de zaak op hun
Naar het Duitsch.
Ik heb reeds bemerkt, dat in Armgard het goede
nog niet vernieligd is alleen is er door mevrouw
Kaulfuss wat veel onkruid tusschen het koren ge-
komen en het is inderdaad niet gemakkelijk dat uit
te roeien.
Wat ik ten goede werk, wordt zooveel mogelijk
door mevrouw Kaulfuss vernietigd. En toch
ik doe mijn best, want ik begin van het kind te
houden. 0 ja, ik moet je wat vertellen. Zoolang
Tiefort hier was, durfde ik zijn kamer niet te be-
treden zelfs gisteren ontbrak mij daartoe bijna
den moed. Een onweerstaaubaar verlangen om
het portret van Armgard's moeder te zien, dreef
mij echter aan. Vooral werd ik ook aangespoord
door het opflikkeren in de donkerbruine oogen der
kleine gedurende mijn vertellingen. Ik wilde
wsten of hare oogen op die van hare moeder ge-
leken. Het was dwaas, dat mijne knieen knikten
toen ik het voorhangsel ter zijde schoof en daarbij
de immortellenkraus op mijn hoofd vie].
Wat een bekoorlijk gezichtje Zoo frisch als een
Mei-morgen Hoe kinderlijk Hoe langer ik het
blonde jonge gelaat aanstaarde, hoe kalmer mijn
hart begou te kloppen. Neen, zulke oogen had
Armgard niet; dus de oogen gelijken op die van
haren vader. Elsa heeft scherp blauwe kijkers
zonder diepte of warmte. Het zijn ook niet de
trekken van Armgaid als ik tenminste verstand
heb van gelijkenis.
Handig hing ik het voorhangsel weer voor de
schilderij en bevestigde deu krans weer op zijne
gemak tot eene oplossing te brengeu, daar ons
werd verzekerd dat de heer Mr. J. G. van Deiuse
eerst in 't laatst van dit jaar Zeeuwsch-Vlaanderen,
en daarmede Zeeland, zal verlaten, en het dus
ook nog {zeer de {vraag is of dit jaar nog
wel eene verkiezing voor de Provinciale Staten
zal noodig zijn.
Men bericht ons, dat de uitgave van een
anti-revolutionair blad thans is verzekerd. De
courant zal te Ter Neuzen worden gedrukt en
vermoedelijk met 5 Juni a. s. verschijnen.
Woensdag werd te Middelburg namens Ged.
Staten van Zeeland aanbesteed het maken bij de
westelijke buitenhaven te Ter Neuzen, van een
een wachtkamer, ten gebruike van den Provinciaien
stoombootdienst op de Wester-Schelde.
Hiervoor werd, zooals reeds in ons vorig nummer
is vermeld, het laagst ingeschreven door den heer
G. J. Balkenstein voor 1789 verder schreven
in de heeren J. Simons voor f 1800, H. I.
Kaijser voor f 1890, G. F. J. Rijnberg voor
I960, Ch. M. Jansen voor 2071 en A. Ver-
linde voor f 2156.
Al de inschrijvers zijn alhier woonachtig.
Bij Kon. besluit is aan Mr. J. G. van Deinse,
op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van
15 Mei, een eervol ontslag verleend als notaris
te Hulst.
(Nog in een deel der oplaag van ons vorig
nummer vermeld.)
Tot de leden van het Nederlandsch Land-
bouwconaite, behoort voor het jaar 1903 tot de
afdeeling ^Landhuishoudkunde" de heer Mr. P.
C. J. Hennequin te Aardenburg.
Gisteren slaagden te Middelburg voor het
examen vrije- en ordeoefeniugeu de heeren J. Butler
te Schoondijke, B. M. van der Hart te Hoofdplaat
en J. A. van Houte te Oostburg.
Nluiskil. Twee vrouwen op 't Stroodorp,
kregen Dinsdag j. 1. twist over een hoop zand.
Die twist liep zoo hoog, dat woorden verauderden
in daden. Zij werden handgemeen met elkaar en
wel zoo hevig, dat een een bloedende wonde aan
't hoofd opliep door een slag met een spade.
Natuurlijk werd bij de politie aangifte gedaan
van deze wel wat al te harde bestraffing, en
waarvoor de daderes ongetwijfeld met de justitie
zal moeten kennis maken.
Zaamslag, 30 April. Heden had alhier in
de buurtschap Veer een lljarige jougen het
ongeluk met zijn hand in aanraking te komen
met een snijmolen, waardoor hem een vinger werd
afgesneden en een tweede vinger erg werd verwond.
Door den heer Dr. J. C. M. Hartman werd hem
terstond geneeskundige hulp verleend.
Koewacht. In deze gemeente bestaat nog het
oude gebruik van Meizingen; dit is: eenige vrouwen
trekken op den avond voor den eersten Mei met
troepjes van 2 a 3 rond om langs de deuren
»de Mei te zingen". Er wordt een of ander lied
uitgehaald en tot belooning ontvaugen de zange-
ressen wat eieren of enkele centen.
Douderdagavoud was het bijzonder druk. Door
het oiiKimsiige weder der laatste dagen hebben
velen weinig of niets kunnen verdienen, geen
wonder dus dat enkelen door het Meizingen hun
treurige toestand wat trachten te verbeteren.
Velen keerden met een goed gevulde korf
huiswaarts. Nu, wij gunnen dat die meuschen
wel
stoppeldijk. Een treurig ongeluk is van hier
te melden. Bij het waterscheppen viel de vrouw
van zekeren v. d. Bosch in den regenput. Daar
men de ongelukkige miste, aangezicn zij bij een
begrafenis moest tegenwoordig zijn, zocht men haar
en vond haar jammerlijk verdronken. De verslagen-
heid der familie kan men zich gemakkelijk voor-
stellen.
Hengstdijk. Een landbouwersknecht, dieschool-
kinderen haalde wegens het slechte weer, raakte
met paard en rijtuig in een diepen sloot, daar het
dier schrok, toen een hevige wind de kap van het
voertuig rukte.
Gelukkig was men spoedig bij de hand om hulp
te verleenen, anders zouden er stellig ongevallen
te betreuren zijn geweest.
Zuiddorpe, 30 April. Ter secretarie werd
heden alhier aanbesteedhet vergrooten en ge-
deeltelijk vernieuwen der openbare school in deze
gemeente.
Ingeschreven werd door P. van de Voorde te
Sas van Gent, voor f 7735, H. J. Everaert te
Sas van Gent, voor 6400, A. de Meijer te
Selzaete, voor 6290, C. van den Broeke te Axel,
voor 6275, G. 1. Kamoen te Westdorpe, voor
f 6182, A. Lippens te Sas van Gent, voor f 6025,
L. de Meijer te Selzaete, voor J 5993, J. K.
Vink en F. Deij te Axel, voor 5582, P. Duive-
stein te Zaamslag, voor f 5467, H. van Luijk
en A. van 't Hof te Axel, voor 5300, C. Bleijen-
bergh te St. Jansteen, voor f 5103.
Het werk is, behoudens uadere goedkeuring, aan
den laagsten inschrijver gegund.
Met dezen wil ik eene poging wagen om in
mijne omgeving belangstelling te wekken voor
onze gemeente door het plaatsen van eene kleine
serie brieven in de Ter Neuzensche Courant.
Dat deze poging slagen mag, dat er wat
goeds uit moge voortkomen, m. a. w. dat mijn
arbeid moge strekken tot nut van gewest- en
landgenoot, is mijn vurigen wensch. In dezen
wil ik een voorbeeld geven aan mijne collega's
met dit in deze courant nog nieuwe Ik begin
er mee het eerst en doe het op mijne manier.
Ik vraag, waar het de moeite waard kan zijn,
navolging, niet wat de manier betreft, maar
van de zaak zelve.
In deze rij schetsen zal ik mij niet bepalen
tot het opsommen van grieven, deugden of
ondeugden van de bevolking onzer gemeente.
Ik wil liever, datgene wat ik in mijne omgeving
zie, vergelijken met datgene wat ik in de wijde
wereld zie en omgekeerd. Wat hier groeit
wil ik inten op vreemde stammen. Wat ik in
den vreemde aanschouw, wil ik in eene rij
plaatsen met het gelijknamig of gelijksoortige
ten onzent, eigen toestanden vergelijken met
vreemde enz. Ik zal den lezer niet vervelen
met dorre rijen cijfers of namen, noch de courant
plunderen met ellenlange frasen, die alleen
zouden gelezen worden door den controleur der
drukproeven. Ik wil echter ook niet beweren,
dat ik iets grootsch zal leveren of dat ik extra
mooi zal schrijven. Volstrekt niet Maar het
zal los, bevattelijk en dus genietbaar zijn en niet
drnog wetenschappelijk. Ik weet niet veel en
zal dus het geduld der lezers van den Neuzenaar
niet op de proef stellen. Als ik gezegd heb,
wat mij op het hai't ligt, leg ik de pen neder,
gedachtig aan de woorden van De Genestet
z/Wanneer U 'thart tot spreken dringt zoo
spreek, kort, krachtig zij uw lied, uw toost, uw
preek" en laat de ruimte aan anderen over.
Als ik mijne pijlen verschoten heb, span ik
mijn boog af en laat al het wild aan mijne
kameraden, die nog amunitie hebben.
Ik wil beginnen met het zevende Gebod.
Rechtvaardigheid en waarheid. Want leugen
is ook diefstal. In onze strafwetten hebben de
verschillende soorten van diefstal alle kwaad
is diefstal naar hunnen aard onderscheidene
benamingen. Zooals men later zien zal, kan
men alles, wat niet goed is, met den naam
diefstal bestempelen. //Alles komt op rang-
schikken neer," zegt een beroemd schrijver,
wiens naam ik voorloopig nog verzwijgen zal.
Bij nauwkeurige rangschikking van alles
wat tot het boven meer genoemde begrip behoort
is het mij gebleken, dat er zeer veel te brengen
is, onder het zevende Gebod, ja, dat dit eigen
lijk het hart is van het zedelijk organisme,
dat maatschappij heet. Het is het groote
struikelblok voor alien in alles.
Zoo onder andere de vorige week weer.
Een voerman alhier verruilde zijn paard op
zeer voordeelige wijze. Niet te veel toe moeten
geven en een eerste klas paard in de plaats
van het vorige knolletje, dat was een buiten-
kansje. Toen de man er echter mee om steen-
kool reed, werd het goede beest door de politie
in beslag genomen. Afkomstig van diefstal,
meent ge Ja en neen. Eigenlijk gestolen
was het niet. Het was ffgerold" op de manier,
waarop men eene beurs weg neemt.
De knecht van een ambachtsman of werkbaas
te Z.(ele) had het verkocht, terwijl zijn meester
afwezig was voor een goed drinkgeld. Door
verschillende plaatsen en handen gegaan, vond
het een nieuwen meester te St. Jansteen die
er echter niet lang plezier van had. Hoeveel
personen zouden er in deze zaak wel gezondigd
hebben tegen 't zevende
Intusschen zijn zulke gevalletjes goede lesjes
voor politie en justitie. Enorm veel valt er
uit te leeren, uit zoo'n eenvoudig zaakje, dat
natuurlijk dadelijk aan het licht moest komen.
Wat ik hier eigenlijk mee zeggen wil zal ik
door het volgende kleine vertellinkje duidelijk
maken en dan eindig ik.
Bij een veehandelaar te Sinaay werd een koe
gestolen. Het spoor volgende vond men ze
alhier bij een smokkelaar, die echter van den
prins geen kwaad wilde weten.
Een jaar later werd echter dezelfde persoon
te Hemixem gearresteerd met zich voerende
eene koe, welke den vorigen nacht ontvreemd
was, bij den landbouwer IJsebaert, onder onze
gemeente. Niettegenstaande hij ook thans be-
weerde, dat de prins een heel goed mensch was,
werd hjj toch met zijn zoon ingerekend.
Begrepen
merig en van geen beteekenis. Ik zat op heele kolen,
waarom nam hij geen afscheid
Ondertusschen tluisterde Aringard met hare
grootmama en daarna naderde het kind schoor-
voetend den dokter met de vraag
//Heb js mijn nieuwe mama lief?"
Bauer kleurde tot over de ooren.
z/Heb jij me lief?" viel ik in en trok haar
tegen mij aan.
Door de uitdrukkiug van mijn oogen verschrikt
stamelde zij schuw Dat mag ik nietgrootmama
zegt, dan schreit mama iu den hemel en stuurt
geen engel meer om mij te beschermen."
»Dat zal ik je wel anders leeren, Armgard,"
troostte ik haar en drukte het kind aan mijn hart.
Toen ik opkeek, speelde een sarconische lach
om de dunne lippen der oude, maar zij sloeg de
oogen voor mij neer.
Eindelijk stood Bauer op. Het voorval, waar-
van hij getuige was geweest, scheen hem wakker
te hebben geschud, hij was boos en opge-
wonden.
#Ik heb de eer de dames te groeten", zij hij
en na een onbeholpen buiging verdween hij achter
de portiere.
//Dokter!" riep mevrouw Kaulfuss.
Toen hij het niet hoorde, liep zij hem na. On-
middelhjk ging ik met Armgard naar boven.
lederen dag kan Bauer ziju bezoek herhalen. Wat
zou die valsche oude toch met hem gesproken
hebben Raad mij nu, Rese 1 Ik wil niet te
haastig zijn, maar ik gevoel me gedrongen om
eens openhartig met Bauer te spreken. Maar
wat Raadt mij loch 1
Als altijd
Je vriendin,
Marie.
(Wordt vervolgd.)
plaats. Toen ik me omdraaide stel je voor
daar stond mevrouw Kaulfuss voor me.
z/Elsa was schoon, niet waar?" vroeg zij zacht.
z/Eu haar man heeft zoo afgodisch van haar gehou-
den Grooter liefde was er op aarde niet mogelijk
Dat liegt zij. Tiefort kan niet zooveel van Elsa
gehouden hebbenanders had hij zich niet zoo
ongelukkig gevoeld.
Dezen middag komt de dokter, naar wien de
baron mij verwezen heeft voor alle gevaar. Vroeg
in den morgen heeft hij zijn kaartje reeds aan
mevrouw Kaulfuss gezonden. Met een soort vau
glimlach liet zij het met minachting in haar taschje
gleiden, met de woorden //Die armzalige knoeier".
z/Heeft hij ougelukken in zijn praktijk gehad
vroeg ik zouder erg. En nu kwam er een stroom
van welsprekeudheid los de eene onwaarschiju-
lijkheid werd op de andere gestapeld, alles zoo
boosaardig mogelijk voorgesteld. Nu, we zulleu
zien. Dat Tiefort hem op prijs stelt en dat me
vrouw Kaulfuss hem belastert, is voor mij reden
geuoeg om in ziju karakter vertrouwen te stellen.
Ik verheug mij reeds den man te leeren keuneu.
Hartelijk groetend,
Marie.
Corswald, 28 Juli.
Lieve Theresa
Voor dezen keer kan ik je antwoord niet afwach-
ten. Mijn verstand raakt verward; je moet me raad
geven, ik ben in groote verlegenheid.
Eergisteren, toen ik mijn vorigen brief had ge-
sloten, ging ik naar beneden om Armgard te halen
elken middag geef ik haar twee uren onderricht,
Ik vind het kind niet ea kom eindelijk in de kamer
van haar grootmama, waar zij wel zou zijn, naar
ik dacht, Het kind is er ook, maar behalve haar
en haai grootmama, is er nog iemand.
z/Ei, daar komt de barones," zei de oude onacht-
zaam, //dokter, laat ik u aan haar voorstellen
Een slank blond heer komt laugzaam, zeer lang-
zaarn naar mij toe en een paar bekeude blauwe
oogen zien mij onzeker aan. Rese, denk eens
het is Willem Bauer, mijn eerste lief-le.
Als eeu loerende hyena hield mevrouw Kaulfuss
het oog op mij gericht. Hier was tegenwoordig-
heid van geest alles waard. Ik houd van oprecht-
heid, maar hier was de gelegenheid niet geschikt
om ze te toonen, dat gevoelde ik. Met geweld
bedwong ik me. Op dat pijnlijk oogenblik sprak
ik voor het eerst van //mijn man."
»Mijn man," zei ik, en het klonk me vreemd iu
de ooren, //heeft mij zooveel voortreffelijks vau u
verteld, dokter, dat bet mij een groot genoegen ver-
schaft u te leeren kennen."
Hij zag nog meer ontsteld dan ikzijn gelaat
vertoonde zeuuwachtige trekken en daarbij sloeg hij
de oogen voor mij neer.
z/Hebt u de barones reeds vroeger gezien vroeg
mevrouw Kaulfuss, zacht, schijnbaar geheel zonder
erg. De ezel hij kleurde als een kuaap
van achter zijn bril zagen zijne blauwe oogen mij
ontsteld aan. Ik verachtte hem op dat oogenblik.
Ach," zei ik, voor het eerst vau mijn leven, een
toon van neerbuigende goedheid aansiaande, #u is
de kleine student uit P Zeker, de jaren veran-
deren eeu mensch. U is, geloof ik, laugeu tijd
voor uw genoegen op reis geweest?"
,/Drie weken, ik kwam gisteren terug," ant-
woordde hij meer mannelijk en ferm.
//Hoe viudt u onze kleine Armgard P"
Dat alles had ik suel achter elkander gesproken
om te voorkomen, dat mijne vijandin er tusschen
kwam met hare venijuige opmerkingen. Om daar
nog verder iu te slagen, raadpleegde ik met Bauer
over hetgeen gedaan moest worden om Armgard's
zwakke gezondbeid te verbeteren. Wij hadden daar
bij plaats genomen. Zijn antwoorden waren droo-