Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 4 April 1903. 43« Jaargang,
No. 4363.
BE TWEEDE VROUW.
Gemengde berichten.
T"W"!K1IHjXDIEj blad.
Binnenland.
FEUILLETON.
Telegrafische berichten.
I.
In een der grootste huizen van de Postdammer-
straat te Berliju, wooude op de vierde verdiepiug
de weduwe van den overste Ruscheweyh. Vermogen
had ze niet en haar weduwe-toelage was klein.
Tien jaren van ongestoord geluk had zij met hareu
echtgeuoot op de bel-6tage doorgebracht; na zijn
dood was ze naar de vierde verdieping verhuisd,
waar zij nu arie kamers iu gebruik had. Bedieuden
had zij niet, een werkster verrichlte het grove
werk. Wat er meer te doen viel in de kleine
huishouding kwam voor rekening van een juffrouw
van gezelschap, Maria Zemplin geheeten. Deze,
een blondine van ongeveer vijf-en-twintig jaren,
kwam zoo juist zacht de wooukamer binnen, waar
haar meesteres iu een gemakkelijken fauteuil haar
middagslaapje scheeu te doen. De deuren, die tot
het kleine balkon toegang verleenden, stonden
wijd open en de heerlijke Meilucht drong ver-
frisschend de kamer binnen.
Indische toovenaars of
goochelaans.
Iu de zitting der Tweede Kamer van gisteren
kwamen de wdsontwerpen op staking aau de orde.
Inleider was de heer Mees, die zijn stem moti-
veerde voor de wetsontwerpeu, nu de Regeering
tegemoet gekomen is aan gewichtige bezwaren tegen
de eerst ingediende ontwerpeu. In het uu ge-
wijzigde artikel ziet hij een beschermende strekking
tegen den dwaug bij werkstakingen uitgeoefeud,
waartegeu inderdaad spoedig maatregelen dienen
te worden genomen. De wetgever beproeve hier
het mogelijke. Een toestaud als de jongste mag
toch niet worden geduld.
Evenmin had spr. bezwaar tegen het beginsel
van verzekeriug van den arbeid bij het openbaar
spoorwegverkeer, aangezien de handel bij staking
zooveel nadeel onderviudt.
Ongestoord spoorwegverkeer is derhalve een
nationale plicht, maar de straffen tegen dienst-
weigering moeten gepaard gaan met regeling van
de arbeidsvoorwaardeu, trouwens door de Regeering
toegezegd, en waardoor spreker gerust gesteld
wordt, al had hij ze ook gaarne gewild voor
gemeentebedrijven, al zijn dan reeds verschillende
gemeenteradeu de rechtspositie hunner werklieden
aan 't regelen. Spreker achtte de bezwaren tegen
de oorsproukelijke wetsoutwerpen gegrond, maar
ontkende stellig, dat zij voortkwameu uit politieke
beweegredenen.
De tweede spreker was Mr. Troelstra, die een.
protest deed hooren tegen de eenzijdige houding
der Regeering bij de spoorwegstakiDg, een houding
waaruit uoch christeiijke barmhartigheid, noch
humaniteit sprak, integendeel een toon, steuneude
op kanonnen en geweren, ook door Minister
Kuyper volgehouden bij de jongste interpellatie
over de staking en niet minder heerschende iu de
memorie van antwoord.
Van een outwaken van een sociaal politiek
gevoel is geen sprake. Daarentegen wendt de
Regeering alles aau om met overdreven voor-
stelling de gedachte te wekken, alsof de revolu-
tionaire Staatsalmacht moet worden tegengegaan,
een macht die gansch niet bestaat.
De Regeering voert de politiek van de ijzeren
vuist, zooals Bismarck indertijd in zijn strijd tegen
de sociaal-demokratie, waarvoor, evenals thans
hidr, de nationaal-liberalen in Duitschland zich
aauvankelijk niet, later wel lieten vinden. En als
een miniatuur Bismarck treedt thans de Minister
Kuyper tegen de socialisten op, louter uit politieke
berekeniug, o. a. bierin bestaande, dat de liberalen
moeten worden geprest voor een auii-sociaal-demo-
kratische politiek der Regeering, ten einde Dr.
Kuyper te maken lot 't centrum van de bour
geoisie.
Verdediging van het gezag tegenover de revo-
lutionaireu is het wachtwoord der Regeering bij
deze wetsontwerpeu. Spreker wraakte uitdrukkelijk
die voorstelling. Alleen is zij toepasselijk op de
anarchisten. De strijd van sociaal-democratie heeft
met het gezagsbegrip niets te maken, bekend als
't is dat de sociaal-demokraten het gezag erkennen
en alleen de volksregeering weuschen op econo-
miach en politiek gebied.
Spreker deed uitkomen dat de Regeeringsmaat-
regelen z. i. gericht zijn tegen de onzijdige vak-
beweging die de Regeering op christeiijke banen
wil brengen. Maar de Regeering kent blijkbaar
de groote beteekenis der vakorganisatie niet. Anders
zou zij zich haasteu, een enquete daarnaar in te
stellen, vdor die vakbeweging te nekken, als met
deze strafwetvoorstellen.
Bij de ontwikkeling van dat punt werd spreker
i)
Naar het Duitsch.
Zorgvuldig spreidde Maria een lichte slaapdeken
over de kuieen der oude dame, want het was wat
koel. Door die zachte aauraking ontwaakte mevrouw
Ruscheweyh, en richtte zich een weinig op. Haar
voorkomen was eeuvoudig, haar gelaat bleek.
#Brn je zoo bezorgd voor me, Marie?" vroeg
z\j vriendelijk weemoedig. yMaak toch onze schei-
ding niet pgnlijker dan noodig is."
door den Voorzitter tot beknoptheid aaugespoord,
maar de heer Troelstra bletf gelegenheid verzoeken,
uiteen te zetten, hoe hier de arbeidersbeweging in
haar vrijheid wordt belemmerd. Men raakt de vak
organisatie met de strafwetvoorstellen in het hart.
Intusschen geeft spreker toe, dat bij het op-
treden der vakvereenii_'ingen bij de werkstaking
veel gebeurd is wat niet had moeten voorkomen,
maar toch veel laat zich verklaren, o. a. het be-
werken van ongeorganiseerden, de actie tegen de
onderkruipers, ook gevoerd door christeiijke vak-
vereenigingen.
Spreker sommeert de Regeering feiten te noemen
van terrorisme, wil haar wetsontwerp gegrond zijn.
De arbeiders zagen in het vroegere strafartikel
terecht een aanslag op het vereenigingsrecht en
spr. protesteert dan ook krachtig tegen de ver-
dachtmaking van de regeeringsvrienden en christe-
lijken, dat de leiders den arbeiders maar wat op
de mouw spelden, toen zij het artikel tegen de
vreesaanjagiug als den grootsten stoot aan de
vakvereeniging toegebracht voorstelden.
Ten opzichte der strafbepalingen vroeg hij nog,
of de Regeering heeft teruggenomen de strafbaarheid
van gemeente-werklieden. Hij zou die concessie
aan de redelijkheid zeer toejuichen. Doch overigens
zullen de bepaliogen er toe leiden het stakingsrecht
hoe langer hoe meer aan de arbeiders te ontnemen.
De heer Heemskerk achtte de wetsontwerpen
alleszins rechtvaardig, omdat stremming van het
spoorwegverkeer is een nationaal gevaar. Hij
betreurt ook, dat de regeling der rechtspositie
er nog niet is, maar meent toch dat zij geheel
ligt in het program van deze Regeering.
Heden Vrijdag voortzetting.
TER NEUZEN, 3 April 1903.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in
de orde van Oranje-Nassau, de 1® luitenant G. J.
P. A. Thomson, van de Kon. marechaussee.
Blijkens achterstaande advertentie zal alhier
in de Paaschweek in het //Hotel des Pays-Bas"
weder eene tooneelvoorstelling worden gegeven,
ouder leiding van den heer Van den Heuvel,
regisseur bij het Nederlandsch tooneel te Gent.
Het succes dat de uitvoering op 26 Dec. be-
haalde, mag voorzeker doen verwachten dat het
ook ditmaal weder niet aan belangstelling zal
ontbreken.
Blijkens de op 23 Maart 1903 vastgestelde
kiezerlijst zijn in de gemeente Stoppeldijk 218
kiezers voor de Tweede Kamer, 218 voor de Provin
cial Staten en 216 voor den Gemeenteraad.
Sluiskil, 3 April. Hedenmiddag had het negen-
jarig dochtertje van den politieagent Meulbroek het
ongeluk onder 't spelen in het kanaal te vallen.
Dank zij de hulp van den onderwijzer Scheffelaar
Klots, werd de kleine gered.
Clinge. Het aantal kiezers in deze gemeente
is als volgtTweede Kamer 283, Provinciale
Staten 280, Gemeenteraad 280. In het vorig
jaar bedroeg het getal respectievelijk 268, 268,
260.
's Gravenhage, 8 April. Tweede Kamer. Bij
het voortgezet debat over de stakingswetten laakte
de heer Schaper de houding der Christeiijke vak-
vereenigingen bij de staking en noemde hunne
leiders politieke onderkruipers, die hunne demo-
cratische beginselen loslieten, om de Regeering
door dik en dun te volgen.
De heer Talma aanvaardde de wetten als noodig
voor den Staat, om zich te verweeren tegen de
anarchistische uiting.
i i i i—
z/Och, mevrouw, dat zal voor u wel schikken,
want u gaat naar uwe liefhebbende kinderen, maar
ik Ik weet niet of lk een vriendelijk huisdak
zal vinden vodr den vijftienden Juli. Mij alleen
treft het moeielijke van ons scheiden."
Het meisje boog haar lief, blond kopje nadenkend
over haar handwerkje, dat zij zooeven had ter hand
genomen. Een lichte zucht ontsnapte haar daarbij.
vKind, wat praat je daar weer dwaasWe
zijn nu twee jaar bij elkaar en altijd vriendelijk
en goed. Met de opoffering van eene dochter
zorg je voor mijn gemak en een opgeruimd
humeur.
rDeuk nu niet slechter van me dan ik ben.
Waarfijk het scheiden valt mij ook heel zwaar
vO, mevrouw!" riep de frissche stem der blon
dine nu schertsend, „schrei nu maar nietik
geloof u wel zonder dat. Om Gods wil, maak
mijn hart niet week. Den geheelen dag preek
ik me zelven voor, dat ik me tegen die teer-
gevoeligheid moet verzetten. Breng daar nu geen
verandering in, ik heb werkelijk moed noodig.
^Gisteren bracht de post mij een brief van
juffrouw Devall zij beeft nog geen passende be-
trekkiug voor me gevonden".
»Nog niet?" vroeg de dame langzaam. »Als
de menschen je maar kenden, ze zouden om je
vechten. Het is wel jammer dat ik zoo terug-
getrokken leef en je deugden niet kan uitbazuinen
#Er zal zich wel wat opdoen," sprak Marie
getroosd, en ijverig hanteerde zij weer de naald.
ylk bewonder je gemoedelijke kalmte op zoo'n
jeugdigen leeftijd." Dat was eene oprecht gemeeude
bekentenis van de oude dame, wier oogen met
welgevallen op bet slanke, schoone meisje ruslten.
De heer Drucker wil, met de Regeeiing, het
arezag hamlbaven, maar heeft ernstige bezwaren
tegen de strafnovelle.
De heer De Visser beschouwde het gebeurde
als eene daad, niet van vak-actie, maar van ou-
bezonnenheid, van roekeloosheid en van willekeur,
waartegen maatregelen noodig zijn in het belang
van vrijheid van arbeid en hooghouden van het gezag.
De heer Kolkman verdedigde de wetsontwerpen.
De heer Rink achtte ze veel verbeterd, maar
verklaarde zijn stem over art. 358bis afhankelijk
van den inhoud der aangekondigde bestuurs-
maatregelen.
Bij het afbreken van een gebouw te Rot
terdam, waariu een bank geweest is, vond een der
werklieden in de kluis een verzegeld couvert, dat
bij onderzoek 30,000 aan effecten bevatte. De
betrokken bankdirectie is niet genegen om zonder
meer den vinder een vierde als vindersloon uit
te keeren, daar toch dit pakket niet aan de bank
ioebehoorde, maar door den eigenaar in bewaring
was gegeven zonder vermelding van inhoud en
waarde. De eigenaar is ook niet genegen zooveel
van zijn eigendom af te staan, zoodat het oordeel
van de rechters gevraagd zal mojten worden if
men een stuk vinden kan als ffvinder" in een
kluis, waarin dit met opzet is nedergelegd, hoewel
er grond bestaat voor het vermoeden, dat het zeer
zeker van daar verwijderd had moeten worden bij het
ontruimen van het gebouw als kantoor.
Men meldt uit Haarlem
Omstreeks 8 uur Woensdagmorgen had op
de Gedempte Gracht te Haarlem een benzine-
ontploffing plaats in de strijkkamer van de chemi-
sche wasscherij en ververij der firma Hoeiing.
Oorzaak was het open laten staan van de deur
der droogkamer, waardoor de dampen der
chemisch gezuiverde karpetten in de strijkkamer
konden doordringen, en daar door het aanwezige
vuur ontploften.
Vier meisjes die in de strijkkamer werkzaam
waren, kregen zulke hevige brandwonden, voor-
namelijk aan het gezicht, dat hun onmiddellijke
overbrenging naar het gasthuis noodzakelijk
werd geacht. Haar namen zijn Lina Deenen,
Marie en Antonia Dernisson en Trijntje Groot.
De ontploffing had intusschen ook brand
veroorzaakt en de vlammen kregen weldra reeds
zulk een uitbreiding, dat de brandweer de
fabrieksgebouwen niet behouden kon. Deper-
ceelen brandden geheel uit en honderden kleeding-
stukken, die ter verzending gereed lagen of nog
moesten worden geverfd, gingen daarbij ver-
loren.
De fabriek was laag verzekerdde kleeding-
stukken in 't geheel niet.
Als een bewijs van de hevigheid der ontploffing
wordt opgegeven, dat li/i steensmuur doorge-
slagen werd.
Hoewel het treurig is moet toch worden
medegedeeld dat de ramp geheel en al is te
wijten aan de slachtoffers zelf. Het elken dag
omgaan met gevaar heeft haar zorgeloos ge-
maakt. Wat toch is het geval. De werksters
mochten nooit een kachel aanmaken in hun
strijkkamer als in de belende droogkamer goe-
deren hingen. Toch deden zij dit, althans zij
die er het langst werkten, reeds geruimen tijd,
totdat nu de ramp volgde. Het is de politie
gebleken dat in het gebouw alles precies was
ingericht zooals de vergunning luidde. Dat is
door een der inspecteurs op zeer miniteuse wijze
nagegaan met de vergunning in de hand. In
wWij zijn reeds zoo lang bij elkander," ging zij
peiuzend voort, »en ik weet eigenlijk niets van je,
als dat je vroeg je ouders hebt verloren, dat een
tante je op een kostschool plaatste en zij kort
daarna stierf."
Dat ik eindelijk een slechte onderwijzeres ben
geworden," viel Marie nu met een glimlach in,
„en dat ik met genoegen mijn betrekking bij de
zeven kinderen van den bankier Salzmann ver-
wisselde tegen die, welke n mij aanbood."
/Juist zoo, en dat je verzwakte gezondheid bij
mij herstelde. Verder weet ik nog dat je een
onhedwingbaar verlangen koestert naar je vroegere
moeilijke betrekking, die je alleen ter wille van
mij nog Diet aanvaard heb."
Nu gleed er een weemoedig lachje over de lieve
trekken der schoone blondine maar daar werd
gescheld. Marie stond op.
wis de werkster al weg vroeg mevrouw ver-
strooid.
Maria knikte en ging om de deur te openen.
Als het eens goede tijding was voor haar een
goed engagement in de provincie of in het buiten-
land Haar hart klopte vol verwachtingmet
vlugge hand opende zij deur. Zij zagniet
het bekende gezicht van juffrouw Devall, de bricven-
besteller was het ook niet. vNeen een wild-
vreemde man keek haar met groote oogen aan.
Voor die onverwachte verschijning deed zij een
paar schreden achteruit, maar de man naderde
haar driftig
ffWoont hier mevrouw Ruscheweyh vroeg
hij kortaf.
ffJawel mijnheerantwoordde zij weer in haar
gewonen toon. #Zal ik u aanmelden
het isoleerhok was pi. m. 54 K. G. benzine,
terwijl er 140 K. G. mocht zijn.
Donderdagochtend was de toestand der slacht
offers nog onveranderd.
In aen dierentuin te Bonn is Zondag brand
eeweest. Een luipaard, 5 leeuwrn, 17 a yen, een
hond en een dwerg-antiloop zijn in de vlammen
omgekomen. De schade wordt geraamd op 40,000
a 45,000 mark. Er was niets verzekerd. De
dierentemmer heeft al zijn have en een bedrag
van 375 mark verloren. Een man uit Ke«jenich,
die in den dierentuin werkzaam was, wordt verdacht
van brandstichting en is in hechtenis genomen.
Een reiziger, die Britsch-Indie bezocht heeft,
verhaalt van de verbazingwekkende toeren van
Indische toovenaars, die hij zelf bijgewoond heeft.
Hij was bij een rijken Engelschman te diueeren
gevraagd en toen het gezelschap zich na den
maaltijd op de veranda verzamelde, had de gast-
heer, ten genoegen der gasten, eeuige -toovenaars
laten komen. De troep bestond uit twee mannen,
een vrouw, een knaap en een kind van driejaar.
De knaap moest voor aller oogen een in water
opgelost poeder drinken, hetgeen hij met een
zeer ontevreden gezicht deed. Al spoedig werd
hij overvallen door krampachtige trekkingen, waar-
na er een groote platte steen uit zijn mond viel.
De samentrekkiDg van zijn maag herhaalde zich
op een nog sterker in het oog vallende wijze en
nu kreeg hij zulk een grooten steen in den mond,
dat deze slechts met moeite verwijderd kon worden.
lk nam de steenen in de hand, zegt de reiziger,
en voelde, dat het inderdaad steenen waren. Merk-
waardiger nog was de toer, die nu volgde.
Een lederen riem werd op der. grond gelegd,
de troep zong met gedempte slemmen een wijsje
en de riem scheen zich met lichte trekkingen te
bewegen. Een der mannen riep: ffDekt haar
toeDekt haar toe Anders bijt zij ons." De
andere man nam nu een mand en wierp die over
den trekkenden riem en legde er toen een doek
over. Hierop blies hij op een komkommervormig
instrument en bracht daarmede een eigenaardig
woest klinkend geluid voortZijn metgezel lichtte
nu de mand op en in plaats van een lederen
riem zagen wij een groote brilslang, die den kop
in de hoogte stak en ijverig met haar dubbele
tong werkte, terwijl het overige deel van haar
lichaam spiraalvormig opgerold lag.
Alle gasten deinsden verschrikt achterwaarts.
Blijkbaar onder den invloed der muziek staande,
hield de slang den blik onverwrikt gericht op de
toovenaars, die zij als hare natuurlijke vijauden
scheen te beschouwen. De vrouw begon haar
eer-t te plagen door haar zachtjes in den staart te
knijpen. Sissend schoot het dier in de hoogte
om de vrouw in de hand te bijten, maar deze
wist behendig aan dit gevaar te ontkomen. Even-
eens de knaap, toen hij de slang plaagde. Ook
de man, die geen muziek maakte, ging nu de
slang plagen en wist aan hare aanvallen een tijd
lang te ontkomen. Eindelijk echter beet zij hem
in de hand, zoodat het bloed uit de wond druppelde.
Hierop haalde men kalm een kleinen, donker-
kleurigen steen uit een zak en drukte hiermede
tegen de wond, die nu een oogenblik later ophield
te bloeden. De slang werd een mand voorge-
houden en zij kroop er onmiddellijk in.
Pijnlijk om aan te zien, was de volgende toer.
Het kleine kind werd op den grond gezet en de
ouders deden alsof zij twist kregen. De man
dreigde zijn vrouw met een sabel en het kind
brak in een luid angstgeschrei uit, waarop de
woede van den vader zich tegen het kind richtte.
z/Wees zoo goed" antwoordde hij en volgde haar
op den voet. Nogmaals zag zij naar hem om
het was een vreemde verschijning, voud zij.
z/Wien moet ik aanmelden?" vroeg zij glim-
lachend.
z/Baron Tiefort", antwoordde hij zichtbaar ver-
drietig over dit kleine oponthoud.
Hij was een man, die door het ongeluk ruw
was geworden, een man, die nu vastberaden
zijn geluk zocht en geen minuut wilde verliezen.
Jaren geleden diende hij als eerste luitenant
onder den overste Ruscheweyh, die hem wegens
zijn begaafdheid een schoone toekomst voorspelde.
Het oog van menige hoog-aristocratische schoone
rustte destijds met welgevallen op hem, doch hij
huwde, ten spijt van alle familie-traditien, de
dochter van een niet-adelijken geheimraad.
Zij was onbemiddeld, maar zeer verwend en
begon aan zijne zijde het leven eeuer dame uit
de groote wereld.
De eerste winter van hun huwelijksleven werd
in allerlei vermaken doorgebracht, maar toen nam
hij tot groote verrassing van alien, zijn ontslag
uit het leger. Hij trok zich terug op zijn klein
landgoed in de provincie en sedert dien tijd hoorden
zijne vrienden in de iesidentie niets meer van hem.
z/Baron Tiefort", herhaalde de dame peinzend.
Ja, nu herinnerde zij zich zijrier reeds stond
hii voor haar.
z/Ik ben het mevrouw. Herkent u uw ouden
beschermeling niet meer?"
De oude dame was opgesprongen.
(Wordt vervolgd.)