Gemeenteraad van Axel.
commando van overate Ten Raa, en twee com-
pagnieen van het 3e bat., het geheel onder bevel
van luit.-kol. Van den Iiof, om gedurende eenigen
tijd aldaar gekazerneerd te worden in de gebouwen
der voorinalige Pupillen8chool.
Volgeus het Hbld. worden de forten Vechten
en Rijnauwen nabij Utrecht door detachementen
van genoemd regiment bezet, onderacheidenlijk
sterk 3 officieren en l20 minderen en 3 officieren
en 114 minderen, terwijl een detachement van
9 officieren en 240 onderofficieren en minderen
de gebouwen van de voormalige Pupillenachool
zal betrekken.
Aan de Midd. Ct. wordt uit Bergen op Zoom
gemeld
De gee8t onder het garnizoen alhier is zeer
slecht, wijl de manschappen geprikkeld en onte-
vreden ziju over de langdurige opkomst.
Zondagmorgen werd in het geheim een soort
meeting gehouden midden in de bosschenop
alle toegangswegen waren wachten geplaatst om
niet te worden overrompeld.
Twee onderofficieren, die daar toevallig wandel-
den bemerkten ineens dat er alarm gemaakt werd
door hier en daar geposteerde soldaten.
Doorloopende stuitten zij ineens op een vijf-
honderd soldaten, die, gewaarschuwd, heel
onschuldig deden, en beweerden toevallig daar
te zijn.
Dienzelfden avond was er rumoer op straat
en den volgenden avond even zoo, echter niet
ernstig.
Ingevolge Zondagavond ontvangen bevelen uit
Den Haag, vertrok Donderdagmorgen het 5e en
de helft van het 3e bataljon met de oversten Van
d^n Hof en Ten Raa naar Nieuwersluisjuist de
helft van het garnizoen.
Hier blijven het le en de helft van het
3e bataljon. Het doel van de verplaatsing is
een kleiner aantal soldaten opeengehoopt te krijgen,
zoodat de gisting minder erg zal worden en de
oigauisatie gebroken.
Ofschoon voortdurend van een slechten geest
blijkt en lijdelijk verzet wordt gepleegd, verwacht
men geeu ernstige rebellie of openlijk verzet.
Af en toe zijn er die in de kaars vliegen.
Zelfs gegradueerden beleedigden plotseling
hoogeren.
Ernstige ongeregeldheden worden niet verwacht,
vooral niet uu het garnizoen wordt gesplitst.
Het N. v. N. meldt
Een zeer outevreden geest heerscht in de laatste
dagen onder de miliciens van de lichtingen 1900
en 1901 te Amsterdam in garnizoen.
Toen zij de vorige week begrepen, dat de tijd
nog niet daar was, dat zij in het genot van onbe-
paald verlof zouden worden gesteld, is men
begonnen met verschillende personen aan te zoeken
om voor een vergaderiug van miliciens het woord
te voeren en den toestand te bespreken.
In Mr. P. J. Troelstra vonden zij een spreker
en Zondag is in het gebouw van den A. N. D. B.
eene vergadering gehouden, die door ongeveer
veertig militairen werd bezocht. Dit is intusschen
zoo geheim gegaan, dat geen der militaire auto-
riteiteu iets van deze bijeenkomst heeft geweten.
Zondagnacht om 12 uur is op een der compagnie-
zalen een bijeenkomst van miliciens gehouden,
doch wat daar besproken is, is niet bekend ge-
worden. Wei is door een der onderofficieren
ontdekt, dat deze bijeenkomst werd gehouden,
doch hij heeft deze niet belet en den volgenden
morgen van de zaak mededeeling gedaan aan zijn
superieuren. Zoodra nu de kolonel-commandant
van het 7e regiment infanterie hiermede in kenn'is
was gesteld, heeft hij de noodige bevelen gegeveu
om des nachts de verschillende chambree's door
onderofficieren te lalen bewaken en is een com-
missie benoemd, bestaande uit een hoofdofficier en
twee kapiteins, die verschillende militairen in
verhoor heeft genomen,
Naar wij vernemen, moet de geest van onte-
vredeuheid onder een groot deel der miliciens
zoo groot zijn, dat er gesproken wordt over over
riding der disciplinaire bepalingen, zelfs over
dienstweigering. Maar of dit, met het oog op
de zeer ernstige straffen, die hier op staan, inder-
daad bedoeld is, betwijfelden onze zegslieden.
Naar wij vernemen, hebben, ondanks de bewa-
kiug der chambree's, Dinsdagavond nog verschil
lende besprekingen van miliciens bij kaarslicht
kunnen plaats vinden.
Vier miliciens van de infanterie, die in de
Oranje-Nassaukazerne te Amsterdam ondergebracht
is, hebben getracht hun makkers over te halen
tot dienstweigering. Ze zijn deswege in arrest
gesteld.
Uit Naarden komt bericht, dat zich ook daar
gevallen van opruiing tot dienstweigering zouden
hebben voorgedaan.
In den laatsten tijd worden Jacob-Catsstraat
en Hooftskade geregeld onveilig gemaaks door
een bepde jeugdige bandieteu, die eenige weken
geleden bij een bierhandelaar het slot van het
pakhuis verbraken en eenige flesschen bier stalen
en gister nu op klaarlichten dag in een sigaren-
magazijn (Hooftskade 5) een kist sigaren van de
toonbauk wegnamen. De dieven werden nagezet
de heele Jacob-Catsstraat was in rep en roer
maar er was geen politie om te assisteeren en
te arresteeren.
Velen zullen zich nog herinneren, hoe op
den len Paaschdag van 1894 de slager K. Schut
op afschuwelijke wijze vermoord werd gevonden
in zijn wiukel aan de Ceintuurbaan, op den hoek
van het Sarphatiepark te Amsterdam.
Naar wij vernemen, is het der justitie gelukt
een spoor van deze misdaad in handen te krijgen
Zekere J. van der Velde, thans gedetineerd inde
strafgevangenis aan den Amstelveeuschen weg,
wordt verdacht den moord bedreven te hebben
of althans daaraan medeplichtig te zijn geweest.
(N. v. N.)
Bij het leegpompen van een mestput te
Kaferthal nabij Mannheim bemerkte men, dat
de verbindingsbuis tusscben de twee gedeelten
van den kuil verstopt was. De smid Aloys
Hembergen ging langs een ladder omlaag, om de
hindernis weg te uemen, maar viel halverwege
reeds van de ladder af, zonder eenig geluid te
kunnen geven. De koetsier Johann Schroder
volgde hem, doch, kwam evenmin terug. Nu
sprong de landbouwer Michael Friedewald in den
kuil, waar hij het lot zijner voorgangers deelde.
Friedrich Wasser, eveueens een landbouwer, liet
zich met een touw naar beneden zakken, doch
moest oumiddellijk weer op worden gehaald. Hij
lag een half uur bewusteloos. Intusschen had
de melkhandelaar George Sponagel, die juist
voorbijkwam, getracht in den kuil te gaan, doch
ook hij was van de ladder gevallen. Binnen
enkele minuten hadden de giftige gassen van
den kuil aan vier jonge rnannen het leven beuomen.
Drie hunner waren gehuwd. Met haken en tou-
wen werden de lijken der ongelukkigen uit den
kuil gehaald.
73 jaar getrouwd Den 9 Juni a. s.
hopen Wisse Luxwolde, oud 97 en Jeltje van
Dordt, 91 jaar, te Laugezwaag, hun 73jarig
huwelijksfeest te vieren. Van W. L. zijn nog
3 zuster8 in leven, die 88, 86 en 84 jaar oud zijn.
Dr. Felix Regnault verteld in de Revue,
dat hij op een reis door Indie twee Europeanen
gezien heeft, die door de krachl van hun wil er
in slaagden, zonder pijn de bloedigste fakirkunsten
te vertoonen. Hij voegt er bij
//In de oudheid zouden zij den titel van sto'i-
cijnen verdiend hebben, die koelbloedig de ernstige
operaties ondergingen, zeggende //Smart, gij zijt
niets dan een woord". Verscheidene wilden be-
zitten overigens nog deze buitengewone gevoel-
loosheid. Dr. Damoglon vertelt, dat ten tijde
der Derwischen, de dieven te Omdourman (Nubie)
op de publieke straat, ten aanschouwe van een
grooten toeloop van belangstellenden, de amputatie
van den voorarm ondergingen, waarua men het
verminkte lichaamsdeel in kokende olie dompelde,
em het bloeden te stelpen. Allen ondergingen
die operatie zonder een kreet te doen hooren,
zonder een beweging te maken of het gelaat te
vertrekken, in volkomen onbeweeglijkheid. Zij
stelden er een eer in, hun pijn niet uit te drukken
en slaagden er door hun wilskracht in, geen felle
pijn te gevoelen.
In hooger beroep is uitspraak gedaan in
een erfenisproces tusschen de gemeente Rouaan
te eener zijde en mej. Bichsel te anderer zijde,
naar aanleiding van een testament van Saint-Ouen
de Pierrecourt, die zijn vermogen aan de stad
Rouaan verinaakt had, onder voorwaarde, dat deze
jaarlijks 100,000 francs zou uitkeeren voor een
reuzeupaar, ter verbetering van het menschelijk
geslacht, en dat zij 5 millioen francs zou afstaan
aan mej. Bichsel. Evenals in de eerste instantie,
werd ook bij de tweede behandeling het proces
door de stad Rouaan, die zich tegen het testament
verzet had, verloren.
De zegen der bureaukratie.
In een Fransche akademiestad vallen twee
kinderen in een kanaal en worden door een
arbeider gered. Een voorbijganger, getroffeu door
't gevaar waaraan de redder der kinderen zich
had blootgesteld, telefoneert naar 'tstadhuis dat
dat en dat is geschied en of de man nu niet
recht heeft op een belooning.
Ambtenaar: Hoe groot was de arbeider?
Getuige: Van gemiddelde lengte.
Ambtenaar: Ja maar, in lengtemaat.
Getuige (na een poos)1 Meter 50.
Ambtenaar Dan spijt 't me, maar dan kotnt
de man niet voor een belooning in aanmerking.
Het kanaal is maar 1 Meter 46 diep, en alzoo
hoeft niets te worden betaald.
Getuige sprakeleos aan de telefoon. Rrrrrtsch.
't Belletje gaat. Getuige niet meer aangesloten.
INGEZONDEN STUKKEN.
Aan
de ingezetenen van Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen
W estelijk deel
Het kan U bekend zijn, dat in Augustus van het vorige
jaar officieel twee wetten in werking zijn getreden, die voor
uw volksleven van het hoogste belang moeten worden geacht.
Wij bedoelen de gezondheidswet en de wovritigioet.
Ofschoon deze wetten in Augustus 1.1. in werking zijn ge
treden, bestonden zij nog slechts op papier. De voorbe-
reiding van de uitvoering nam nog geruimen tijd in beslag,
zoodat pas met het einde van het vorige en het begin van
dit jaar o. a. de gezondheidscommissien werden benoemd,
die belast werden met plaatselijk toezicht en uitvoering. Het
is onze bedoeling in 't kort uiieen te zetten wat de beide
genoemde wetten beoogen te bereiken en daarvoor uwe raedt-
werking in te roepen.
Volgens de gezondheidswet is het toezicht op alles wat den
gezondheidstoestand van het volk raakt opgedragen aan den
centralen gezondheidsraad, de hoofd-inspecteurs en inspecteurs
van de volksgezondheid en de gezondheidscomn issieu.
De centrale gezondheidsraady die gevestigd is te Utr cht
houdt toezicht over het geheele land en dieut de regeering
van advies in alles wat de volksgezondheid raakt.
Verder zijn er benoemd vier hoofd-inspecteursaan wien
ieder een bepaald deel van het rijk als werkkring is aange-
wezen. Elk dezer hoofd inspecteurs wordt bijgestaan door
vier inspecteursZoo heeft b. v. de hoofd-inspecteur, gevestigd
te Den Haag het toezicht op de provincie Zuid-Holland en
Zeeland. Onder hem staan vier inspecteurs, eveneens te
's Gravenhage gevestigd. Van die vier inspecteurs i9 een
een belast met het toezicht op de besmettelijke ziekten en de
hygiene van bodem, water en lucht, een met het toezicht op
de levensmiddelen en de artsenijbereidkunde, terwijl twee
inspecteurs belast zijn met het toezicht op de volkshuis-
vesting.
Het plaatselijk toezicht op de volksgezondheid echter is
opgedragen aan de gezondheidscommissien, die ingesteld zijn
behalve voor groote steden, die een eigen commissie
hebben voor complexen van gemeenten, die tamen hoog-
stens 40,000 inwoners tellen. Een van die gemeenten is
tevens als zetel van de commissie aangewezen. Zoo bestaat
het gebied van onze commissie, waarvan de zetel gevestigd
is te Ter Neuzen uit de volgende gemeenten: Neuzen, Axel,
Zaanii-lag, Hoek, Zuiddorpe, Overslag, Westdorpe, Philippine
en Sa^ van Gent.
De iconinguret heeft ten doel de volkshuisvesting te regelen
en waar noodig te verbeteren. Daartoe zijn de gemeenteraden
verplicht voor 1 Augustus 1904, voorschriften vast te stellen,
betreffende de eischen waaraan moet worden voldaan
a. bij het bouwen van woningen;
b. bij het geheel of voor een gedeelte vernieuwen van
woningen
c. met betrekking tot bestaande niet onder b begrepen
woningen (art. 1 der wet)m. a. w. in elke gemeente zullen
zoogen. bouwverordeningen moeten komen.
Verder zullen voorschriften gegeven worden omtrent be-
woning, verhuring, en bewoonbaar verklaring etc. Het toezicht
op de woningen is aan de gezondsheidscommissien opgedragen,
die aan den gemeenteraad voorstellen doen wanneer een
woning on bewoonbaar geacht moet worden of verbetering
behoeft enz. Hierbij roept echter de wetgever de mede-
werking van de ingezetenen in. Indien drie of meer meerder-
jarige ingezetenen bij den Raad hunner gemeente een met
redenen omkleed bezwaarschrift indienen omtrent den on vol-
doenden toestand eener woning, moet die klacht onderzocht
worden.
Wat bedoelen nu deze wetten? In 'talgemeen den ge-
zondsheidstoestand te verbeteren. Dit is echter een vaag
woord, dat misschien door het volgende duidelijk kan worden
gemaakt. Er zijn natuurlijk stoornissen in de gezondheid,
ziekte en sterfte, die zich niet laten vermijden; ook degenen
die in de gun9tigste omstandigheden verkeert wordt ziek en
sterft.
Daartegenover staat evenwel, dat ziekte en sterfte het
veelvuldigst voorkomeD bij hen die in de ongunstigste om
standigheden verkeeren, zoo onder meer bij hen die huizen
bewonen met slechte ventilatie, vochtige muren, slechte
afwatering, onzuiver drinkwater, etc. Waar bo^em en lucht
verpest worden breiden vele ziekten zich gemakkelijk uit.
Welnu, hierin verbetering te brengen is het streven van
bovengenoemde wetten.
Dat indertiaad door maatregelen in het belang der volks
gezondheid genomen het mogelijk is het aantal sterfgevallen
te verminderen wordt genoegzaam bewezen door het feit,
dat in de laatste tientallen van jaren op vele plaatsen waar
de hygienische toestanden verbeterd zijn de jaarlijksche
sterfte belangrijk is afgenomen. Welnu dat moet ook hier
mogelijk zijn en daartoe roepen wij uw aller medewerking in.
Zegt niet dat dit al weer een nieuwe last is die op uw
schouders wordt gelegd en die natuurlijk geld zal kosten.
De lasten zullen gering zijn in vergelijking van de resultaten,
die met goeden wil verkregen kunnen worden en de kosten
komen grootendeels niet voor uwe rekening, maar voor die
van hen die zondigen. Zegt ook nietwat gaat mij mijn
buurman aan Laat hij omkomen in zijn vuil als hij dat
wil. Ben ik mijns broeders hoeder J a, gij zijt of moet
zijn wel uws broeders hoederzij die niet genoeg hebben
aan het besef mee te werken aan het opheflen van een
medemensch uit een treurigen toestand, waarin hij meestal
zonder zijn 9chuld geraakt is, zijn er aan herinnerd, dat hun
buurman #die in zijn vuil omkomt" een voortdurend gevaar
is voor henzelf en hun gezin.
Waar vuil is, wij herhalen het, heeft ziekte een geschikt terrein
en vele ziekten slaan over. Heeft ziekte eenmaal postgevat
dan laat ze zich veel moeilijker verdrijven van een plaats
waar zij zich thuis gevoelt dan van eene, waar alles in 't
werk gesteld is om haar van te voren de gelegenheid te
ontnemen zich te ontwikkelen.
Uw buurman die zijn erf laat vervuilen kan b.v. de pomp
bederven van waaruit gij uw drinkwater put. En zoo is er
meer, te veel om te noemen.
Het is voor de uitvoering van de beide genoemde gewichtige
wetten, dar, wij uwe medewerking inroepen. Wij persoonlijk
zullen toezicht houden waar wij kunnen en gebleken misstan-
den trachten op te heffen. Wij kunnen echter niet alles zien, wat
verbetering behoeft; daarvoor i9 het terrein te groot. Laat
daarom ieder uwer ons daarin helpen. Laat ieder die meent
toestanden te kennen, die scbadelijk zijn voor d gezondheid,
zooaJs vervuiling van bodem, lucht en drinkwater, door demping
van slooten zonder aanleg van andere afwatering, veront-
reiniging of vermenging van levensmiddelen met schadelijke
bestanddeelen onvoldoendheid van woningen wat bouw of
ruimte betreft, laat ieder zich hieromtrent vrijelijk tot ons
wenden, hetzij tot de commissie, hetzij tot de leden persoon-
iyk en de zaak zal worden onderzocht en zoo mogelijk ver
beterd.
Op eene zaak wenschen wij u echter te wijzen en wel
laat ieder zich tot ons wenden zooals hij het liefst wil, 't zij
mondeling, 'tzij schriftelijk. doch wanneer het schriftelijk
geschiedt moet het geschrevene worden onderteekend, wordt
geheimhoudii'.g gewenscht, dan beloven wij die gaarne, maar
op ongeteekende stukken kan niet worden gelet. Natuurlijk
kan niet alles tegelijk geschieden en men stelle dus zijne
verwachtingen niet te hoog alleen met goeden wil en zoo
mogelijk met gemeenschappelijk overleg laat zich iets goeds
bereiken.
Wij voor ons zullen niet overdreven zijn in onze eischen
wij hopen steeds donor gemeenschappelijk overleg de noodige
voorzieningen te kunnen trefFen en nooit gedwongen te zijn
den sterken arm van het gerecht -te hulp te roepen. Laat
het publiek ons daarin steunen door ons zooveel mogelijk te
hulp te komen.
Be Gezondheidscommissie icier zetel gevestigd is te Neuzen
A. MOERDIJK, Voorzitter.
A. J. KLAASSEN.
Mr. F. C. VAN DEINSE.
Dr. R P. OFFRINGA Hz.
J. WISSE
J. VAN DE REE, Secretaris.
Zitting van 24 Maart 1903.
Tegenwoordig alle leden en de secretaris.
Voorzitter de heer D. J. Oggel.
De uotulen van de vorige vergadering worden
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
1°. Mededeeling ingekomeu stukken.
a. Missive van Ged. Staten dezer provincie,
houdende terugzending van het door hen goed-
gekeurde kohier der schoolgelden over het le
kwartaal.
b. Alsvoren van het goedgekeurd raadsbeslnit
ora te beschikken over den post van onvoorziene
uitgaven der begrooting van 1902.
c. Alsvoren houdende goedkeuring van de
gewijzigde gemeentebegrooting over 1902.
d. Alsvoren houdende mededeeling
1. dat het gedaan verzoek om ontheffing van
den eisch, gesteld in het 4e lid van art. 45 der
wet tot regeling van het lager onderwijs niet tot
hnn college, maar tot Hare Majesteit de Koningin
moet gericht worden
2. dat volgens het hierboven aangehaalde
artikel die ontheffing alleen kan verleend worden,
wanneer aan Hare Majesteit de Koningin blijkt,
dat het gemeentebestuur, ondanks het aanbirden
van eene behoorlijke jaarwedde, niet bij machte
is geweest de vacature binnen den gestelden termijn
te vervuilen, zoodat het onderhavige geval naar
hunne meening daarom niet in aanmerking kan
komen en
3. dat aanstelling van een tijdelijken onder-
wijzer niet ontheft van de verplichting, om binnen
4 maanden in casu voor 16 April 1903, definitief
iemand aan te stellen.
e. Alsvoren van den Inspecteur der Directe
Belastingen enz. te Ter Neuzen, houdende mede
deeling dat de aangegane overeenkomst waarbij
tegen eene jaarlijksche vergoeding van 25, de,
voor de vergaderingeu der commissie van aanslag
voor de bedrijfsbelasting in den kring Axel, noodige
lokalen door onze gemeente werden afgestaan, met
ingang van 1 Mei a. s. ophoudt.
Procesverbaal van kasopneming van den
gemeente-ontvanger, d.d. 3 Maart j. J., waaruit
blijkt dat alles in behoorlijke orde was en in kas
bevonden f 4335,49°.
Allen worden voor kennisgeving aangenomen.
g. De voorwaarden van aanbesteding van het
schoonhouden der o. 1. s. vanaf 1 April 1903
tot en met 31 Maart 1904 worden na voorleziug
met algemeeue stemmen goedgekeurd.
Hierna deelt de Voorzitter mede dat voor het
schoonhouden der school is ingeschreven door
J. C. SIij pen voor 274, M. J. Witte voor
220, J. C. Schieman voor 215, J. Scheele Mz.
en J. de Smidt voor f 195, M. Ringelberg voor
190, Adam Schieman voor 180 en door
G. W. de Jonge voor 160.
Op voorstel van den Voorzitter, namens Burg, en
Weth., wordt het schoonhouden der school, met
alg. st. aan den laagsten inschrijver gegund.
2°. De rekening van het Alg. Burg. Armb.
over 1902 wordt goedgekeurd.
In ontvang op 3359,—in uitgaaf op
f 3238,395goed slot 125,605.
3°. Verzoekschrift van M. Markusse om ontslag
als pachter van het, paardenkerkhof.
Met alg. st. wordt besloten aan adressant het
gevraagde ontslag te verleenen.
Hierna wordt op voorstel van den heer Dregmans
met alg. st. besloten het paardenkerkhof niet meer
te verpachten.
4°. De staten van meerdere en mindere werk
zaamheden aan school, onderwijzerswoning, bulp-
school en schoolmeubelen worden na voorlezing
met alg. st. goedgekeurd.
De meerdere werkzaamheden aan de school
bedragen 1187,38. De meerdere werkzaamheden
aan de onderwijzerswoning bedragen f 163,40.
De mindere werkzaamheden aan de hulpschool
bedragen f 19,45 en de meerdere van school
meubelen bedragen f 18,60.
5°. Benoemen onderwijzer.
Op de alphabetiscbe voordracht staan Fl. Th.
van Putte van Overslag en F. L. Vink van Axel.
Alvorens tot de benoeming over te gaan zegt
de heer Smies, dat hij uit het schrijven van heeren
Ged. Staten niet kan opmaken dat door de Koningin
geen dispensatie kan worden verleend hij vind
bet jammer, dat Burg, en Weth. den tijd hebben
laten voorbijgaan om zich met een verzoek om
dispensatie tot H. M. de Koningin te wenden en
zou er voor zijn, om nog aan den Minister van
Btunenlandsche Zaken per telegram inlichtingeu
te vragen om, indien de termijn van benoeming
volgens art. 45 der wet op't lager onderwijs werd
overschreden en het verzoek aan H. M. de Koningin
om dispensatie werd gedaan de subsidie zou worden
ingetrokken.
De Voorzitter zegt dat het College van Burg,
en Weth. uit het schrijven van heeren Ged. Staten
besluiten, dat H. M. de Koningin geen dispensatie
kan verleenen en daarom het verzoek niet hebben
gedaan.
Hij is er daarom niet tegen om nog per telegram
aan den Minister inlichtingeu daaromtrent te vragen.
Hierna wordt op voorstel van den heer Smies,
met algemeene stemmen (uitgezonderd die van den
heer Lamaitre) besloten, om aan den Minister
daaromtrent per telegram inlichtingen te vragen.
Verder wordt nog besloten a. s. Zaterdag weder
te vergaderen en dan zoo noodig tot de benoeming
over te gaan.
6. Verzoekschrift van Burg, en Weth. van
Koewacht tot het verleenen van adhaesie aan een
door hen aan Z.Exc. den Minister van Oorlog
gericht verzoek, om de thans tijdelijk aldaar ge-
detacheerde brigade marpchaussee voortaan definitief
te willen vestigen.
Z. h. s. wordt hiertoe besloten.
Het vaststellen van het primitief kohier van
den hoofdelijken omslag wordt besloten te behan-
delen in eene beslotene vergaderiug.
Hierna sluit de Voorzitter de vergaderiug.
POLITIE.
Aan het bureau van politie alhier, is als ge
vonden gedeponeerd 1 portemonnaie met eenig
geld. Rechthebbenden vervoegen zich aldaar.