Gemeenteraad van Axel. commando van overate Ten Raa, en twee com- pagnieen van het 3e bat., het geheel onder bevel van luit.-kol. Van den Iiof, om gedurende eenigen tijd aldaar gekazerneerd te worden in de gebouwen der voorinalige Pupillen8chool. Volgeus het Hbld. worden de forten Vechten en Rijnauwen nabij Utrecht door detachementen van genoemd regiment bezet, onderacheidenlijk sterk 3 officieren en l20 minderen en 3 officieren en 114 minderen, terwijl een detachement van 9 officieren en 240 onderofficieren en minderen de gebouwen van de voormalige Pupillenachool zal betrekken. Aan de Midd. Ct. wordt uit Bergen op Zoom gemeld De gee8t onder het garnizoen alhier is zeer slecht, wijl de manschappen geprikkeld en onte- vreden ziju over de langdurige opkomst. Zondagmorgen werd in het geheim een soort meeting gehouden midden in de bosschenop alle toegangswegen waren wachten geplaatst om niet te worden overrompeld. Twee onderofficieren, die daar toevallig wandel- den bemerkten ineens dat er alarm gemaakt werd door hier en daar geposteerde soldaten. Doorloopende stuitten zij ineens op een vijf- honderd soldaten, die, gewaarschuwd, heel onschuldig deden, en beweerden toevallig daar te zijn. Dienzelfden avond was er rumoer op straat en den volgenden avond even zoo, echter niet ernstig. Ingevolge Zondagavond ontvangen bevelen uit Den Haag, vertrok Donderdagmorgen het 5e en de helft van het 3e bataljon met de oversten Van d^n Hof en Ten Raa naar Nieuwersluisjuist de helft van het garnizoen. Hier blijven het le en de helft van het 3e bataljon. Het doel van de verplaatsing is een kleiner aantal soldaten opeengehoopt te krijgen, zoodat de gisting minder erg zal worden en de oigauisatie gebroken. Ofschoon voortdurend van een slechten geest blijkt en lijdelijk verzet wordt gepleegd, verwacht men geeu ernstige rebellie of openlijk verzet. Af en toe zijn er die in de kaars vliegen. Zelfs gegradueerden beleedigden plotseling hoogeren. Ernstige ongeregeldheden worden niet verwacht, vooral niet uu het garnizoen wordt gesplitst. Het N. v. N. meldt Een zeer outevreden geest heerscht in de laatste dagen onder de miliciens van de lichtingen 1900 en 1901 te Amsterdam in garnizoen. Toen zij de vorige week begrepen, dat de tijd nog niet daar was, dat zij in het genot van onbe- paald verlof zouden worden gesteld, is men begonnen met verschillende personen aan te zoeken om voor een vergaderiug van miliciens het woord te voeren en den toestand te bespreken. In Mr. P. J. Troelstra vonden zij een spreker en Zondag is in het gebouw van den A. N. D. B. eene vergadering gehouden, die door ongeveer veertig militairen werd bezocht. Dit is intusschen zoo geheim gegaan, dat geen der militaire auto- riteiteu iets van deze bijeenkomst heeft geweten. Zondagnacht om 12 uur is op een der compagnie- zalen een bijeenkomst van miliciens gehouden, doch wat daar besproken is, is niet bekend ge- worden. Wei is door een der onderofficieren ontdekt, dat deze bijeenkomst werd gehouden, doch hij heeft deze niet belet en den volgenden morgen van de zaak mededeeling gedaan aan zijn superieuren. Zoodra nu de kolonel-commandant van het 7e regiment infanterie hiermede in kenn'is was gesteld, heeft hij de noodige bevelen gegeveu om des nachts de verschillende chambree's door onderofficieren te lalen bewaken en is een com- missie benoemd, bestaande uit een hoofdofficier en twee kapiteins, die verschillende militairen in verhoor heeft genomen, Naar wij vernemen, moet de geest van onte- vredeuheid onder een groot deel der miliciens zoo groot zijn, dat er gesproken wordt over over riding der disciplinaire bepalingen, zelfs over dienstweigering. Maar of dit, met het oog op de zeer ernstige straffen, die hier op staan, inder- daad bedoeld is, betwijfelden onze zegslieden. Naar wij vernemen, hebben, ondanks de bewa- kiug der chambree's, Dinsdagavond nog verschil lende besprekingen van miliciens bij kaarslicht kunnen plaats vinden. Vier miliciens van de infanterie, die in de Oranje-Nassaukazerne te Amsterdam ondergebracht is, hebben getracht hun makkers over te halen tot dienstweigering. Ze zijn deswege in arrest gesteld. Uit Naarden komt bericht, dat zich ook daar gevallen van opruiing tot dienstweigering zouden hebben voorgedaan. In den laatsten tijd worden Jacob-Catsstraat en Hooftskade geregeld onveilig gemaaks door een bepde jeugdige bandieteu, die eenige weken geleden bij een bierhandelaar het slot van het pakhuis verbraken en eenige flesschen bier stalen en gister nu op klaarlichten dag in een sigaren- magazijn (Hooftskade 5) een kist sigaren van de toonbauk wegnamen. De dieven werden nagezet de heele Jacob-Catsstraat was in rep en roer maar er was geen politie om te assisteeren en te arresteeren. Velen zullen zich nog herinneren, hoe op den len Paaschdag van 1894 de slager K. Schut op afschuwelijke wijze vermoord werd gevonden in zijn wiukel aan de Ceintuurbaan, op den hoek van het Sarphatiepark te Amsterdam. Naar wij vernemen, is het der justitie gelukt een spoor van deze misdaad in handen te krijgen Zekere J. van der Velde, thans gedetineerd inde strafgevangenis aan den Amstelveeuschen weg, wordt verdacht den moord bedreven te hebben of althans daaraan medeplichtig te zijn geweest. (N. v. N.) Bij het leegpompen van een mestput te Kaferthal nabij Mannheim bemerkte men, dat de verbindingsbuis tusscben de twee gedeelten van den kuil verstopt was. De smid Aloys Hembergen ging langs een ladder omlaag, om de hindernis weg te uemen, maar viel halverwege reeds van de ladder af, zonder eenig geluid te kunnen geven. De koetsier Johann Schroder volgde hem, doch, kwam evenmin terug. Nu sprong de landbouwer Michael Friedewald in den kuil, waar hij het lot zijner voorgangers deelde. Friedrich Wasser, eveueens een landbouwer, liet zich met een touw naar beneden zakken, doch moest oumiddellijk weer op worden gehaald. Hij lag een half uur bewusteloos. Intusschen had de melkhandelaar George Sponagel, die juist voorbijkwam, getracht in den kuil te gaan, doch ook hij was van de ladder gevallen. Binnen enkele minuten hadden de giftige gassen van den kuil aan vier jonge rnannen het leven beuomen. Drie hunner waren gehuwd. Met haken en tou- wen werden de lijken der ongelukkigen uit den kuil gehaald. 73 jaar getrouwd Den 9 Juni a. s. hopen Wisse Luxwolde, oud 97 en Jeltje van Dordt, 91 jaar, te Laugezwaag, hun 73jarig huwelijksfeest te vieren. Van W. L. zijn nog 3 zuster8 in leven, die 88, 86 en 84 jaar oud zijn. Dr. Felix Regnault verteld in de Revue, dat hij op een reis door Indie twee Europeanen gezien heeft, die door de krachl van hun wil er in slaagden, zonder pijn de bloedigste fakirkunsten te vertoonen. Hij voegt er bij //In de oudheid zouden zij den titel van sto'i- cijnen verdiend hebben, die koelbloedig de ernstige operaties ondergingen, zeggende //Smart, gij zijt niets dan een woord". Verscheidene wilden be- zitten overigens nog deze buitengewone gevoel- loosheid. Dr. Damoglon vertelt, dat ten tijde der Derwischen, de dieven te Omdourman (Nubie) op de publieke straat, ten aanschouwe van een grooten toeloop van belangstellenden, de amputatie van den voorarm ondergingen, waarua men het verminkte lichaamsdeel in kokende olie dompelde, em het bloeden te stelpen. Allen ondergingen die operatie zonder een kreet te doen hooren, zonder een beweging te maken of het gelaat te vertrekken, in volkomen onbeweeglijkheid. Zij stelden er een eer in, hun pijn niet uit te drukken en slaagden er door hun wilskracht in, geen felle pijn te gevoelen. In hooger beroep is uitspraak gedaan in een erfenisproces tusschen de gemeente Rouaan te eener zijde en mej. Bichsel te anderer zijde, naar aanleiding van een testament van Saint-Ouen de Pierrecourt, die zijn vermogen aan de stad Rouaan verinaakt had, onder voorwaarde, dat deze jaarlijks 100,000 francs zou uitkeeren voor een reuzeupaar, ter verbetering van het menschelijk geslacht, en dat zij 5 millioen francs zou afstaan aan mej. Bichsel. Evenals in de eerste instantie, werd ook bij de tweede behandeling het proces door de stad Rouaan, die zich tegen het testament verzet had, verloren. De zegen der bureaukratie. In een Fransche akademiestad vallen twee kinderen in een kanaal en worden door een arbeider gered. Een voorbijganger, getroffeu door 't gevaar waaraan de redder der kinderen zich had blootgesteld, telefoneert naar 'tstadhuis dat dat en dat is geschied en of de man nu niet recht heeft op een belooning. Ambtenaar: Hoe groot was de arbeider? Getuige: Van gemiddelde lengte. Ambtenaar: Ja maar, in lengtemaat. Getuige (na een poos)1 Meter 50. Ambtenaar Dan spijt 't me, maar dan kotnt de man niet voor een belooning in aanmerking. Het kanaal is maar 1 Meter 46 diep, en alzoo hoeft niets te worden betaald. Getuige sprakeleos aan de telefoon. Rrrrrtsch. 't Belletje gaat. Getuige niet meer aangesloten. INGEZONDEN STUKKEN. Aan de ingezetenen van Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen W estelijk deel Het kan U bekend zijn, dat in Augustus van het vorige jaar officieel twee wetten in werking zijn getreden, die voor uw volksleven van het hoogste belang moeten worden geacht. Wij bedoelen de gezondheidswet en de wovritigioet. Ofschoon deze wetten in Augustus 1.1. in werking zijn ge treden, bestonden zij nog slechts op papier. De voorbe- reiding van de uitvoering nam nog geruimen tijd in beslag, zoodat pas met het einde van het vorige en het begin van dit jaar o. a. de gezondheidscommissien werden benoemd, die belast werden met plaatselijk toezicht en uitvoering. Het is onze bedoeling in 't kort uiieen te zetten wat de beide genoemde wetten beoogen te bereiken en daarvoor uwe raedt- werking in te roepen. Volgens de gezondheidswet is het toezicht op alles wat den gezondheidstoestand van het volk raakt opgedragen aan den centralen gezondheidsraad, de hoofd-inspecteurs en inspecteurs van de volksgezondheid en de gezondheidscomn issieu. De centrale gezondheidsraady die gevestigd is te Utr cht houdt toezicht over het geheele land en dieut de regeering van advies in alles wat de volksgezondheid raakt. Verder zijn er benoemd vier hoofd-inspecteursaan wien ieder een bepaald deel van het rijk als werkkring is aange- wezen. Elk dezer hoofd inspecteurs wordt bijgestaan door vier inspecteursZoo heeft b. v. de hoofd-inspecteur, gevestigd te Den Haag het toezicht op de provincie Zuid-Holland en Zeeland. Onder hem staan vier inspecteurs, eveneens te 's Gravenhage gevestigd. Van die vier inspecteurs i9 een een belast met het toezicht op de besmettelijke ziekten en de hygiene van bodem, water en lucht, een met het toezicht op de levensmiddelen en de artsenijbereidkunde, terwijl twee inspecteurs belast zijn met het toezicht op de volkshuis- vesting. Het plaatselijk toezicht op de volksgezondheid echter is opgedragen aan de gezondheidscommissien, die ingesteld zijn behalve voor groote steden, die een eigen commissie hebben voor complexen van gemeenten, die tamen hoog- stens 40,000 inwoners tellen. Een van die gemeenten is tevens als zetel van de commissie aangewezen. Zoo bestaat het gebied van onze commissie, waarvan de zetel gevestigd is te Ter Neuzen uit de volgende gemeenten: Neuzen, Axel, Zaanii-lag, Hoek, Zuiddorpe, Overslag, Westdorpe, Philippine en Sa^ van Gent. De iconinguret heeft ten doel de volkshuisvesting te regelen en waar noodig te verbeteren. Daartoe zijn de gemeenteraden verplicht voor 1 Augustus 1904, voorschriften vast te stellen, betreffende de eischen waaraan moet worden voldaan a. bij het bouwen van woningen; b. bij het geheel of voor een gedeelte vernieuwen van woningen c. met betrekking tot bestaande niet onder b begrepen woningen (art. 1 der wet)m. a. w. in elke gemeente zullen zoogen. bouwverordeningen moeten komen. Verder zullen voorschriften gegeven worden omtrent be- woning, verhuring, en bewoonbaar verklaring etc. Het toezicht op de woningen is aan de gezondsheidscommissien opgedragen, die aan den gemeenteraad voorstellen doen wanneer een woning on bewoonbaar geacht moet worden of verbetering behoeft enz. Hierbij roept echter de wetgever de mede- werking van de ingezetenen in. Indien drie of meer meerder- jarige ingezetenen bij den Raad hunner gemeente een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen omtrent den on vol- doenden toestand eener woning, moet die klacht onderzocht worden. Wat bedoelen nu deze wetten? In 'talgemeen den ge- zondsheidstoestand te verbeteren. Dit is echter een vaag woord, dat misschien door het volgende duidelijk kan worden gemaakt. Er zijn natuurlijk stoornissen in de gezondheid, ziekte en sterfte, die zich niet laten vermijden; ook degenen die in de gun9tigste omstandigheden verkeert wordt ziek en sterft. Daartegenover staat evenwel, dat ziekte en sterfte het veelvuldigst voorkomeD bij hen die in de ongunstigste om standigheden verkeeren, zoo onder meer bij hen die huizen bewonen met slechte ventilatie, vochtige muren, slechte afwatering, onzuiver drinkwater, etc. Waar bo^em en lucht verpest worden breiden vele ziekten zich gemakkelijk uit. Welnu, hierin verbetering te brengen is het streven van bovengenoemde wetten. Dat indertiaad door maatregelen in het belang der volks gezondheid genomen het mogelijk is het aantal sterfgevallen te verminderen wordt genoegzaam bewezen door het feit, dat in de laatste tientallen van jaren op vele plaatsen waar de hygienische toestanden verbeterd zijn de jaarlijksche sterfte belangrijk is afgenomen. Welnu dat moet ook hier mogelijk zijn en daartoe roepen wij uw aller medewerking in. Zegt niet dat dit al weer een nieuwe last is die op uw schouders wordt gelegd en die natuurlijk geld zal kosten. De lasten zullen gering zijn in vergelijking van de resultaten, die met goeden wil verkregen kunnen worden en de kosten komen grootendeels niet voor uwe rekening, maar voor die van hen die zondigen. Zegt ook nietwat gaat mij mijn buurman aan Laat hij omkomen in zijn vuil als hij dat wil. Ben ik mijns broeders hoeder J a, gij zijt of moet zijn wel uws broeders hoederzij die niet genoeg hebben aan het besef mee te werken aan het opheflen van een medemensch uit een treurigen toestand, waarin hij meestal zonder zijn 9chuld geraakt is, zijn er aan herinnerd, dat hun buurman #die in zijn vuil omkomt" een voortdurend gevaar is voor henzelf en hun gezin. Waar vuil is, wij herhalen het, heeft ziekte een geschikt terrein en vele ziekten slaan over. Heeft ziekte eenmaal postgevat dan laat ze zich veel moeilijker verdrijven van een plaats waar zij zich thuis gevoelt dan van eene, waar alles in 't werk gesteld is om haar van te voren de gelegenheid te ontnemen zich te ontwikkelen. Uw buurman die zijn erf laat vervuilen kan b.v. de pomp bederven van waaruit gij uw drinkwater put. En zoo is er meer, te veel om te noemen. Het is voor de uitvoering van de beide genoemde gewichtige wetten, dar, wij uwe medewerking inroepen. Wij persoonlijk zullen toezicht houden waar wij kunnen en gebleken misstan- den trachten op te heffen. Wij kunnen echter niet alles zien, wat verbetering behoeft; daarvoor i9 het terrein te groot. Laat daarom ieder uwer ons daarin helpen. Laat ieder die meent toestanden te kennen, die scbadelijk zijn voor d gezondheid, zooaJs vervuiling van bodem, lucht en drinkwater, door demping van slooten zonder aanleg van andere afwatering, veront- reiniging of vermenging van levensmiddelen met schadelijke bestanddeelen onvoldoendheid van woningen wat bouw of ruimte betreft, laat ieder zich hieromtrent vrijelijk tot ons wenden, hetzij tot de commissie, hetzij tot de leden persoon- iyk en de zaak zal worden onderzocht en zoo mogelijk ver beterd. Op eene zaak wenschen wij u echter te wijzen en wel laat ieder zich tot ons wenden zooals hij het liefst wil, 't zij mondeling, 'tzij schriftelijk. doch wanneer het schriftelijk geschiedt moet het geschrevene worden onderteekend, wordt geheimhoudii'.g gewenscht, dan beloven wij die gaarne, maar op ongeteekende stukken kan niet worden gelet. Natuurlijk kan niet alles tegelijk geschieden en men stelle dus zijne verwachtingen niet te hoog alleen met goeden wil en zoo mogelijk met gemeenschappelijk overleg laat zich iets goeds bereiken. Wij voor ons zullen niet overdreven zijn in onze eischen wij hopen steeds donor gemeenschappelijk overleg de noodige voorzieningen te kunnen trefFen en nooit gedwongen te zijn den sterken arm van het gerecht -te hulp te roepen. Laat het publiek ons daarin steunen door ons zooveel mogelijk te hulp te komen. Be Gezondheidscommissie icier zetel gevestigd is te Neuzen A. MOERDIJK, Voorzitter. A. J. KLAASSEN. Mr. F. C. VAN DEINSE. Dr. R P. OFFRINGA Hz. J. WISSE J. VAN DE REE, Secretaris. Zitting van 24 Maart 1903. Tegenwoordig alle leden en de secretaris. Voorzitter de heer D. J. Oggel. De uotulen van de vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. 1°. Mededeeling ingekomeu stukken. a. Missive van Ged. Staten dezer provincie, houdende terugzending van het door hen goed- gekeurde kohier der schoolgelden over het le kwartaal. b. Alsvoren van het goedgekeurd raadsbeslnit ora te beschikken over den post van onvoorziene uitgaven der begrooting van 1902. c. Alsvoren houdende goedkeuring van de gewijzigde gemeentebegrooting over 1902. d. Alsvoren houdende mededeeling 1. dat het gedaan verzoek om ontheffing van den eisch, gesteld in het 4e lid van art. 45 der wet tot regeling van het lager onderwijs niet tot hnn college, maar tot Hare Majesteit de Koningin moet gericht worden 2. dat volgens het hierboven aangehaalde artikel die ontheffing alleen kan verleend worden, wanneer aan Hare Majesteit de Koningin blijkt, dat het gemeentebestuur, ondanks het aanbirden van eene behoorlijke jaarwedde, niet bij machte is geweest de vacature binnen den gestelden termijn te vervuilen, zoodat het onderhavige geval naar hunne meening daarom niet in aanmerking kan komen en 3. dat aanstelling van een tijdelijken onder- wijzer niet ontheft van de verplichting, om binnen 4 maanden in casu voor 16 April 1903, definitief iemand aan te stellen. e. Alsvoren van den Inspecteur der Directe Belastingen enz. te Ter Neuzen, houdende mede deeling dat de aangegane overeenkomst waarbij tegen eene jaarlijksche vergoeding van 25, de, voor de vergaderingeu der commissie van aanslag voor de bedrijfsbelasting in den kring Axel, noodige lokalen door onze gemeente werden afgestaan, met ingang van 1 Mei a. s. ophoudt. Procesverbaal van kasopneming van den gemeente-ontvanger, d.d. 3 Maart j. J., waaruit blijkt dat alles in behoorlijke orde was en in kas bevonden f 4335,49°. Allen worden voor kennisgeving aangenomen. g. De voorwaarden van aanbesteding van het schoonhouden der o. 1. s. vanaf 1 April 1903 tot en met 31 Maart 1904 worden na voorleziug met algemeeue stemmen goedgekeurd. Hierna deelt de Voorzitter mede dat voor het schoonhouden der school is ingeschreven door J. C. SIij pen voor 274, M. J. Witte voor 220, J. C. Schieman voor 215, J. Scheele Mz. en J. de Smidt voor f 195, M. Ringelberg voor 190, Adam Schieman voor 180 en door G. W. de Jonge voor 160. Op voorstel van den Voorzitter, namens Burg, en Weth., wordt het schoonhouden der school, met alg. st. aan den laagsten inschrijver gegund. 2°. De rekening van het Alg. Burg. Armb. over 1902 wordt goedgekeurd. In ontvang op 3359,—in uitgaaf op f 3238,395goed slot 125,605. 3°. Verzoekschrift van M. Markusse om ontslag als pachter van het, paardenkerkhof. Met alg. st. wordt besloten aan adressant het gevraagde ontslag te verleenen. Hierna wordt op voorstel van den heer Dregmans met alg. st. besloten het paardenkerkhof niet meer te verpachten. 4°. De staten van meerdere en mindere werk zaamheden aan school, onderwijzerswoning, bulp- school en schoolmeubelen worden na voorlezing met alg. st. goedgekeurd. De meerdere werkzaamheden aan de school bedragen 1187,38. De meerdere werkzaamheden aan de onderwijzerswoning bedragen f 163,40. De mindere werkzaamheden aan de hulpschool bedragen f 19,45 en de meerdere van school meubelen bedragen f 18,60. 5°. Benoemen onderwijzer. Op de alphabetiscbe voordracht staan Fl. Th. van Putte van Overslag en F. L. Vink van Axel. Alvorens tot de benoeming over te gaan zegt de heer Smies, dat hij uit het schrijven van heeren Ged. Staten niet kan opmaken dat door de Koningin geen dispensatie kan worden verleend hij vind bet jammer, dat Burg, en Weth. den tijd hebben laten voorbijgaan om zich met een verzoek om dispensatie tot H. M. de Koningin te wenden en zou er voor zijn, om nog aan den Minister van Btunenlandsche Zaken per telegram inlichtingeu te vragen om, indien de termijn van benoeming volgens art. 45 der wet op't lager onderwijs werd overschreden en het verzoek aan H. M. de Koningin om dispensatie werd gedaan de subsidie zou worden ingetrokken. De Voorzitter zegt dat het College van Burg, en Weth. uit het schrijven van heeren Ged. Staten besluiten, dat H. M. de Koningin geen dispensatie kan verleenen en daarom het verzoek niet hebben gedaan. Hij is er daarom niet tegen om nog per telegram aan den Minister inlichtingeu daaromtrent te vragen. Hierna wordt op voorstel van den heer Smies, met algemeene stemmen (uitgezonderd die van den heer Lamaitre) besloten, om aan den Minister daaromtrent per telegram inlichtingen te vragen. Verder wordt nog besloten a. s. Zaterdag weder te vergaderen en dan zoo noodig tot de benoeming over te gaan. 6. Verzoekschrift van Burg, en Weth. van Koewacht tot het verleenen van adhaesie aan een door hen aan Z.Exc. den Minister van Oorlog gericht verzoek, om de thans tijdelijk aldaar ge- detacheerde brigade marpchaussee voortaan definitief te willen vestigen. Z. h. s. wordt hiertoe besloten. Het vaststellen van het primitief kohier van den hoofdelijken omslag wordt besloten te behan- delen in eene beslotene vergaderiug. Hierna sluit de Voorzitter de vergaderiug. POLITIE. Aan het bureau van politie alhier, is als ge vonden gedeponeerd 1 portemonnaie met eenig geld. Rechthebbenden vervoegen zich aldaar.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 6