A1 g e ffi 0 e a Uieuws* en Adverteatieblad 2eouwsch-VUaad»r6a, Herhaalde Oproeping. No. 4356. Donderciag 19 Maart 1903. Onderwijzer 43* .laar^ang. TOO! FEUILLETON. Een geel gelaat, een blank gemoed. Binnenland. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave Een nieuwe Afrikaanderpartij. Boeren in Duitsch Zu id wrest" Afrika. Chamberlain in het Parlement. De Engelsche marine. Italie en de Nliddellandsche Zee- VKi/iKVSCIIK CUURAST. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zich bj| alls Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. i B H S T t ST 1 S Van 1 tot 4 regelt 0,40. Voor elken regel mee? 0,iO. B^j directe opgaaf ran driemaal plaatsing derielfda advartsatie wordt de prijs slecht* tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimts berekend. nit t»li»«I »e»««fcyal n».»d^rWoea.dai. e« VriJ .l.yvonrt, nltyexonderrt op ree.td«gea, MJ de r»«n» p. I. VA» B8 ami t. tmr Burgemeester en Wethonders vaD TER NEUZEN, sollicitanten voor de betrekking van roepen op taal, op voorts het met verplichte akte voor de Iransche eene aanvangsjaarwedde van 500,en overeenkomstig het wettelijk minimum voor aantal dienstjaren. Voor het onderwijs in de Fransche taal wordt bovendien eene jaarwedde van 100,— genoten. Sollicitatiestokken franco in te zenden aau den Burgemeester VOOP 30 PiSaapi e. k. Ter Neuzen, 16 Maart 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. Pretoria, 16 Maart. De ^Morning Post" ver- neemt van meer dan een zijde, dat Botha en Smuts besloten, een Nationale Afrikaanderpartij in Trans vaal te stichteu. Uit mededeeliugen van Boeren aan Engelsche onderdanen is af te leiden, dat er overleg is tusschen enkelen van hen en Dr. Leyds, en de leiders der Duitsche koloniale partij. Er zijn maatregelen getroffen voor het uitgeven van een Hollandsche courant te Pretoria, onder leiding van Smuts. De uaam is waarschijnlijk „Volksstem Blijkens een rapport, door den plaatsvervangenden gouverneur van Duitsch Zuidwest-Afrika aan den Rijksdag voorgelegd, is de vestiging van Boeren in sommige districten reeds aanzienlijker dan die van Duitschers. Met 't oog daarop vraagt de regeeriug nu nog 100,000 gulden tot bevordenng vau de (Duitsche) kolonisatie van het land. Alles saamgenomen wonen er in de geheele kolonie slechts 686 mannelijke blacken die werke. landbouwende kolonisten geuoemd kunnen rorden, en van dezen zijn 272 Boeren en Kaap- kolonisten, 267 Duitschers en 111 Eugelschen. De gouverneur zegt naar aanleiding hiervan in zijn rapportIn 't begin is de Boer den Duitscher, die zich vestigt, de baas maar deze laalste heeft slechts in de eerste jaren den Boer als leermeester noodiglater overvleugelt hij hem toch door zijn lijk grooteren ondernemingslust en verstandelijke ort- wikkeliDg, terwijl de Boer bij zijn ouderwetsche gewoonten biijft. Het blijft dus aanbevelens- waardig, zoo spoedig mogelijk geheele Duitsche gezinnen van het platteland te bewegen, zich in Afrika te vestigen. De gouverneur geeft dan in overweging, 6000 gulden beschikbaar te stellen van staatswege voor elk Duitsch boerengezin, dat dan zelf nog een even groot bedrag zou moeten meebrengen. Of de Rijksdag voor dat denkbeeld te vinden zal zijn De oppositie zal niet malsch zijn. Eugen Richter schreef reeds Sedert jaren kost Duitsch Zuid-Afrika de schatkist een kleine 4 millioen gulden 'sjaars. Dat doet deuken aan Caprivi's woorden *Hoe minder Afrika, des te beter voor Duitschland". Londen, 16 Maart. Chamberlain is, toen hij het Parlementsgbbouw binnentrad, dat stampvol was, door luide en langdurige toejuichingen van de banken der regeeringspartij verwelkomd. De liberaal John Ellis, die den Minister van Kolonieu een vraag deed, wenschte hem geluk met zijn behouden terugkomst. Toen Chamberlain opstond om de vraag te beantwoorden, werd hij opnieuw met toejuichingen begroet. Een andere vraag beantwoordende, las Chamber lain een telegram voor van den gouverneur van Natal, meldende dat aan alle opstandelingen, die zich nog in de gevarigenissen bevondeD, vergiffanis was geschonken, en dat de amnestie was afgekondigd. Londen, 16 Maart. In het Lagcrhuis zei Arnold Forster, de marine-begrooting toelichtendeHet te betreuren, dat het bedrag dezer begrooting zoo hoog is, maar de schuld ligt bij den wedijver tusschen de vreemde mogeodheden. Er worden aan de vloot vier nieuwe slagschepen toegevoegd, die sneller loopen dan eenig slagschip dat bestaat volgens het nieawe program zouden drie nieuwe slagschepen een zeer geduchten bouw verkrijgen kanonnen van verdere draagkracht zouden op alle schepen opgestapeld worden, en het voor de nog te bonwen schepen bestemde geschut zou aanmerke- lijk beter zijn dan het tegenwoordige. Rome, 16 Maart. In de Kamer autwoordde de ondersecretaris van Buitenlandsche Zaken, Baccelli, op een vraag het volgende Het is de regeering niet kekend, of er tusschen Engeland en Frankrijk de een weinig geopende vensterluiken al wat op de straat gebeurde kon opmerken. Met koorts- achtige onrust volgde hij met zijn blik de bewe- gingen van den werktuigkundige en diens vronw, wien een zwakke schemering van hoop, dat onderhandeld wordt over kwestien, rakende de Middellandsche Zee. De regeeriDg heeft geen enkele Jtiten om te vreezen dat veranderingen, waardoor Italie geschaad zon kunnen worden, in de Midel- landsche Zee hebben plaats gegrepen. De herinne- ring aan de woorden, door oprechte sympathie voor Italie ingegeven, welke Chamberlain in het Lagerhuis gesproken heeft ter zake van de talen- kwestie op Malta, is nog niet uitgewischt. De betrekkingen tusschen Italie en Frankrijk zijn sedert lang hartelijk geworden. Wij worden be- zield door den meest oprechten wensch, dat er geen wijziging in de kwestien der Middellandsche Zee worde gebracht, maar indien er verschillende veranderingen mogelijk werden, dan zou Italie, zoo rustig mogelijk, ze tot stand zien komen, zonder van snoeverij, maar ook zonder van zwakheid blijk te geven. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik hebben gisteren de zitting van de Raad van State bijgewoond. De rapporteurs-commissie over de stakingswetten is gisteren bijeengekomen. De »N. R. Ct." heeft van ^doorgaans goed ingelichte zijde" vt-rnomeu, dat weldra een wets- ontwerp bij de Staten-Generaal aanhangigzal worden gemaakt om de lichtingen 1900 en 1901 langer dan zes weken onder de wapenen te doen blijven. De Minister van Justitie brengt voorloopig ter kennis dat de griffie van den Beroepsraad voor de Ongevallenwet 1901 te Middelburg zal gevestigd zijn ter griffie van de arr. rechtbank. Het bestuur der Vereeuiging van gemeente- veldwachters in Zeeland heeft aau het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, als antwoord op diens circulaire en daarbij gaanden afdruk van request met memorie, het volgende geschreven ffHoewel wij alien voelen en weten dat ook wij politiebeambten grieven hebben en gaarne rechten zouden bezitten die voor ods en de goede orde en recbtszekerheid zeer noodzakelijk zijn; „wij een en ander al eenige malen en ook kortelings nog aan de regeering en volksvertegen- woordiging hebben kenbaar gemaakt, zoomede het voornemen hebben, om dit, zoo noodig, nogmaals te doen ,hebben wij gemeend in deze ernstige tijden omtrent een en ander een stilzwijgen te moeten voor 25) ZEVENDE HOOFD8TUK. 'tWas nog eenige minuten voor het middag- uur toen Waldbeck en zijn vrouw voor de deur van het achtergebouw van den schouwburg ston- den en op en neer begonnen te wandeleu. Geen van beiden sprak een woord, eD met augstige spanning zweefden huu blikken altoos weder naar de bun aangeduide openstaande deur. Een enkel man stond er in. Zij hidden hem voor een tot het tooneel behoorend arbeider. Hij had een verkleurd rood wollen hemd aan zijn bleek gelaat was door goed onderhouden krullend bruin haar omgeven. Hij scheen uoch op de beide echtgenooten, noch op de mcnigte straatshjpers verschillende kleederdracht te letten, die op zij eenig bericht omtrent hun verloren kind zuuden erlangen, voldoende was geweest om hen met het grootste ongeduld en in pijulijke spanning de ver- wachte mededeelingen tegemoet te doen zien. Percy's gelaat was donkerrood. Als een afspiege- ling van de hem bestormende gewaarwordingen zweefden zijn oogen rusteloos heen en weer tusschen de talrijke voetgangers, de rijtuigen en het treurend ouderpaar. 't Was hem alsof hij, na het voorschrijven van een artsenij, dat tusschen leven en dood zou beslissen, aan een bed van een zwaren kranke stond, bij wiens behandeling het hart levendiger sprak dan het wetenschappelijk onderzoek. Tegeljjk luisterde hij naar de met tusschenpoozen ruischende muziek in de tooneel- zaal, die uit de verte slechts flauw ziju oor bereikte. Eindeloos schenen hem de minuten toe v66r dat Lloour of kleiner afstand de straat verlevendigden. de repetitie eindigde, en smartelijk verlangde hij g De strlatslijpers wachtten waarschijnlijk op het naar het oogenbhk, waarop de ang.tig gekoesterde einde der repetitie, om de eene of andere kunste- nares hun hulde te bewijzen. lets meer ter zijde stonden eenige rijtuigen, om sommige leden van het tooneel naar huu woning Daar'liuciles vermaardheid tot in de afgelegenste wijken der stad was doorgedrongen, had de tegen- woordi<*heid van zooveel menschen niets bevreem- dends. Ook Percv was er niet over verwonderd. Hij bevond zich in de schouwburg in een op de straat uitziend vertrek gelijkvloeis, waar hq door hoop verwezenlijkt of geheel vernietigd zou worden. Nu zweeg de muziek, en de gangen achter het tooneel begonnen levendig te worden. Percy leunde bij het venster tegen den muur. De sterke man scheen zwak als een kind te zijn geworden, alle krachten verloren te hebben. Daar hoorde hij het dof geluid van zware voet- stappen. Terstond daarna werd op de deur geklopt.. 't Was een teeken van John Chinaman, dat hij zich naar de hem gegeven bevelen had gedragen vervolgeus hoorde hij hem naar buiten gaan. bewaren en eene hondiDg aan te nemen overeen komstig den eed door ieder onzer bij de aan- vaarding zijner bediening afgelegd. vDeze luidt als volgt »Ik zweer (beloof) dat ik als bezoldigd ge- meenteveldwachter den mij opgedragen post met ijver en trouw en zonder aanzien des persoons, overeenkomstig mijne instructie, de wetten en verordeningen zal waarnemendat ik de bevelen van hen, die over mij gesteld zijn, stiptelijk zal opvolgen en dat ik mij nimmer om lief of leed gunst of ongunst of door het aannemen van giften of geschenken van wien of vau welken aard ook, zal laten aftrekken van de vervulling mijner plichten. Zoo waarlijk" enz. Wij kunnen hieraan alleen nog toevoegen onzen innigsten wensch, dat vrede en rust mogen wederkeeren in de gemoederen van het Neder landsche volk". Door den heer J. G. Meijer Jr., secretaris en ontvanger der gemeente Groede, is aan het Rijksarehief in Zeeland ten geschenke gegeven eene zeer belangrijke verzameling stukken betreffende den Wulpenpolder. Deze verzameling, die o. a. de nagenoeg compleete serie polderrekeningen sinds 1719 bevat, is 91 nommers groot, en, zoo het schijut, afkomstig van den laatsten penuingmeester van den in 1797 geiuundeerden en sedert niet weer herdijkten polder. De heer Meijer heeft reeds vroeger blijk gegeven van zijne belangstelling in 's Rijks onde archieven door de schenking van een groot aantal stukken, meerendeels betrekking hebbende op de gemeente Breskens. Naar aanleiding hiervan is aan den heer Meijer bij Kon. beslnit van 26 Febr. de eere-medaille, bedoeld bij de Kon. besltiiten van 24 Mei 1897 no. 87 en van 22 Juni 1898 no. 43, in zilver, toegekend, als blijk vau waardeering zijner belang stelling, in 'a Rijks wetenschappelijke verzamelingen betoond. Onlangs besloot de gemeenteraad van Wijm- britseradeel, van onderwijzers der openbare scholen die langer dan 60 dagen ziek waren, 't vierde deel van hun traktement in te houden, bij twee- maal 60 dagen de helft van de jaarwedde, en bij 180 dagen afwezig zijn het geheele salaris. Gedep. Staten hebben echter aan dat besluit hun goed- keuring onthouden, op grond dat art. 26 van de Ouderwijswet uitdrukkelijk zegt, dat de onder wijzer een vaste jaarwedde geniet, die hij niet anders kan verliezen dan bij ontslag. Het besluit is daarop ingetrokken. Het ouderpaar was juist weer voorbijgekomen. Gearmd liepen zij dicht naast elkander als om elkander te ondersteunen, ten einde bij de te ver- wachten mededeelingen aangaande de verloren dochter zich niet door droefneid te laten overmannen. Zij zagen das niet, dat de Chinees in de deur verscheen en, na even rondgezien te hebben, reed stond hen na te loopen. Ook Percy zag hem niet. Een forsch werkman in fijne, doch hem niet passende kleeding, met eene in zijde en fluweel pronkende jonge Mexicaansqhe vrouw aan den arm, had zich voor het venster geplaatst en verhinderde hem het luik wijder te openen. Fo Chung was iutusschen de drie treden van de stoep afgetrippeld. Doch nauwelijks had hij een voet op de straat gezet, of de deur werd met geweld achter hem dichtgeslagen. Tegelijk weerklonk een scherp gefluit, dat rechts en links, v66r en achter hem, ja tot in de zijstraten werd herhaald. Verschrikt keerde het ouderpaar zich om, dat echter den Chinees niet gewaar werd, daar deze reeds door een menigte scbreeuwende en tierende mannen omsingeld was. Hier is de hond, die de schoone Lucile in haar kindsheid stal en haar de tong uitsneed klonk de stem van den man, die in de deur ge- staan en zoodra Fo Chung op straat was haar dichtgeworpen had, en niemand anders was dan Standby, die boven het dreigend geschreeuw van de met verbazende snelheid aangroeiende volkshoop zijn gillende stem verhief. Wat hij gedaan heeft gebenrt alle dagen, brnlde Philip, die met de senora voor het venster bleef staan en bespeurende dat Percy er uit wilde springen, de luiken met geweld dichtwierp en den iedereen den dood zwoer, die het waagde ongelukkigen Chinees te hulp te komen. Hangt hem op schreeuwden weer anderen. Scheurt hem in stukken Slaat hem dood den Chinees Die moordkreten werden met de snelheid des winds door de naaste straten voortgeplant, nieuwe straatslijpers lokkend en ook de menschen uit ds huizen drijvend, om te gaan zien wat er g^ande is of aan het oproer deel te nemen. De licht op te wekken strijdlust der bevolking openbaarde zich door het zoBderlinge Indiaansche gegil, waar- mede men elkander aanhitste en iederen aansnel- lende begroette. Doch boven dit oorverdoovend geraas klonken nog altoos de stemmen van Standby en Philip, die de volksmenigte tegen alle Chineezen opruiden en tot bloedige daden aanzetten. Wat zal er van California worden, als wij de blanken in de macht van die Aziatische menschen- eters overlaten klonk het van de bovenste trede der stoep over de hoofden der saamgevloeide menigte. Zij hebben ons den arbeid ontnomen, en nu be- ginnen zij onze kinderen te verminken, om ze daarna voor geld te laten zien. Slaat dood de Chineezen Bevrijdt de schoone Lucile van haar evangenbewaarderHangt hem aan zijn staarl opSuijdt hem de tong uit den hals, zooals hij de schoone Lucile gedaan heeftLaat hem op glasscherven dansen 't Was een afgrijselijk tooneel. Bij het gillen en brullen paarde zich het geraas, waarmede men de vensterluiken dichtsloeg, en de doffa slagen van hen, die de gesloten deur poogden open te= broken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 1