Ter Neuzensche Courant Zaterdag 28 Februari 1903.
No. 4348.
Landbosivvberichten.
Buitengewone Vergadering
Gemengde berichten.
Binnenland.
FEUILLETON.
Een geel gelaat, een blank gemoed.
Telegrafische berichten.
43e Jaargang.
rT"W~Ti"l H I I JTfl BLAD.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
deelde de voorzitter mee, dat besloten is door de
•Centrale Sectie om na afloop van de werkzaam-
heden voor de aanhangig gemaakte wetsontwerpen,
doch niet voor Dinsdag 11 uur, de drie door de
Regeering iugediende wetsontwerpen, betrekking
hebbende op de staking, aan de orde te stellen.
De heer Schaper acbt die zenuwachtige haast
onnoodig en vindt het beter, dat eerst de inter
pellation, althans die van heer Mees, aan de orde
worden gesteld.
De heer Mees handhaaft zijn interpellate en
verklaart er prijs op te stellen, dat deze spoedig
wordt gehouden. Immers het is van belang te
weten of de Regeering geen aanleiding had, om
omtrent de staking te zijn ingelicht en op welk
standpunt de Regeering zich geplaatst heeft, toen
zij vernam dat de staking was uitgebroken.
De heer Borgesius stelt voor, Dinsdagmorgen
11 uur de interpellation te houden, daar eerst
meer licht in deze zaak moet worden ontstoken.
De heer Lohman verdedigt het voorstel der
Centrale Sectie. Tijdens de interpellate kan de
Regeering dan reeds haar inemorie van antwoord
gereed maken.
De heer Van Kol steunt het voorstel Schaper-
Borgesius en acht het denkbecld-Lohman onver-
standig.
De heer Drucker vindt eveneens beter eerst na
de interpellatien de voorstellen der Regeering
in de afdeelingen te behandelen.
Het voorstel-Borgesius wordt verworpen met
50 tegen 36 stemmen.
De Voorzitter stelt hierop voor om na afloop
van het sectie-onderzoek de interpellatien aan de
orde te stellen.
Daartegenover stelt de heer Borgesius voor,
reeds inorgen met de interpellatien aan te vangen.
Dit voorstel vervalt echter door de aanneming
van 't voorstel van den Voorzitter, met 49 tegen
36 stemmen.
Blijkens aanschrijving van den Minister van
Oorlog van 23 Febr. jl., Vile afd. no. 242, aan de
commandanten der korpsen, zijn de provinciale
adjudanten gemachtigd, de miliciens van de
lichting 1903 voor volledige oefening in te lijven,
alsook de in Maart in te lijven lotelingen der
lichting 1902, voor zooveel zij bestemd zijn
voor het regiment grenadiers en jagers, de 8
bestaande regimenten infanterie en voor het
nieuw op te ricbten 9e regiment infanterie, het
korps genietroepen en de onbereden korpsen
van het wapen der artillerie dadeljjk na hunne
inlijving en nadat hun de krijgsartikelen zullen
zijn voorgelezen, tot nadere oproeping met verlof
te zenden.
De lotelingen echter, die bij het geneeskundig
onderzoek voor de speciale wapens behebt blijken
te zijn met gebreken, welke ontwijfelbaar de
ongeschiktheid voor den dienst bij de militie met
zich brengen, zullen niet met verlof behooren
te worden gezonden, maar naar het naastbij
gelegen militair hospitaal moeten worden ge-
dirigeerd, vanwaar zij dan op de gewone wijze
voor Gedeputeerde Staten zullen worden gebracht.
Met het oog op eerie mogeljjke mobilisatie,
ook der rustende schutterijen, hebben de betrokken
bevelhebbers iu de militaire afdeelingen aan de
burgemeesters eene opgave verzocht van het aantal
sell utters in hunne gemeenten.
Wat zal hij wel denken P sprak John China
man pijnzend.
Voistrekt geen kwaad, was Luciles antwoord.
Neen, dat kan hij niet. Hij kan niet gelooveu
dat ik oudankbaar zou zijn. Maar ik wil hem
schrijven dat is het miuste wat ik kan doen
opdat hij een vriendelijke herinnering aan mij beware.
Aandachtig las John Chinaman deze verklaring.
Hij had niets meer tegen te werpen of kocsterde
missnhien de hoop, dat Luciles gedachten zouden
veranderen of zich met minder onaangename zaken
bezighouden want hij nam weder uaald en draad
en zette zijn arbeid voort.
Zooals Lucile gewenscht had, geschiedde. Percy
werd afgewezen, doch slechts eens. Hij begreep
de reden, en het minste teekeu was voldoende om
hem te doen afzien van elke poging, om een omgang
weder aan te knoopeu, die Lucile zoo blijkbaar
opzettelijk afgebrokeu had. Hij giug ook niet
meer naar den schouwburg, want hij wilde alles
vermijden wat zijn lieve leerlinge aan datgene
heriuuereu kon, wat, zooals hij uu gelooven motst,
de kiem legde tot smartelijke beschouwingen over
haar tot uu toe met blijmoedige onderwerping
gedragen lichaamsgebrek.
Een week was sedeit ziju laatst bij de jonge danseres
algelegd bezoek verstreken, toen hem des morgens
een brief werd gebracht. Hij herkende dadelijk
haar handschrift, en haastig, door een verontrusteud
voorgevoel gedreven, brak hij den brief open. Snel
las hij den in teekeus geschreven inhoud
De directeur-generaal der post en telegraaf
vestigt de aandacht van het publiek op de
wenschelijkheid om op brieveu en andere stukken,
welke ter post worden bezorgd, den naam en de
woonplaats des afzenders te vermelden, opdat die
stukken, indien zij om eenige reden niet aan de
geadresseerden kunnen worden uitgereikt, aan de
afzenders kunnen worden teruggegeven.
TER NEUZEN, 27 Februari 1903.
Voor de levering van 215 M3. Duitsche onder-
houdsgrind ten behoeve van den Goessehenpolder
werd ingeschreven door de heeren W. A. Wieland,
voor 1,95 P. Meeusen, voor 1,84A. de
Jonge, voor f 1,84 P. A. Dolk, voor f 1,84
C. Adriaansens, voor f 1.83, alles per M3.
Aan den laagsfen inschrijver gegund.
Voor het vervoer van dien grind werd iDge-
schreven door de heeren L. B. van Kerkvoorde,
voor 0,45 J. P. Vercauteren, voor 0,33
C. Beaufort, voor f 0,33 en C. Stoffijn, voor
f 0,27, alles per M3.
Gegund aan den laagsten inschrijver.
Door den gemeenteraad van Breskens werd
Dinsdag buiten de voordracht tot onderwijzeres
benoemd mej. M. P. de Hullu, met 4 stemmen.
Mej. Scheffelaar Klots verkreeg 2 en mej. De
Wilde 1 stem.
De voorzitter deelde mede, op grond van art.
70 der gemeentewet, dit besluit niet te zullen
uitvoeren, en, daar Burg, en Weth. hunne voor
dracht niet zouden wijzigen, zal dit besluit ter
vernietiging worden voorgedragen.
Door eene te Bruinisse opgerichte vereeni-
ging /,Algemeen Schippersbelang" zullen pogingen
worden aangewend tot het verkrijgen eener vlucht-
haven in het Noordelijk deel van den Stoofpolder
aldaar.
Sas van Gent, 27 Febr. In den afgeloopen
nacht omstreeks twee uur werden de inwoners
alhier uit hun slaap opgeschrikt door het alarm
van brand. Weldra bleek ons dat de gewezen
verffabriek van de heeren H. Kricke C°. in
brand stond. Spoedig was de spuit ter plaatse
en, nadat de brandweer den brand van den
goeden kant had aangepakt, was men het vuur
spoedig meester, dank aan de goede werking
der spuit en den grooten ijver der aanwezige
brandweermannen.
De schade, die niet hoog zal loopen, daar
niet veel van waarde meer in de fabriek aan-
wezig was is door verzekering gedekt.
Oorzaak tot heden onbekend.
Overslag. Op de laatste algemeene vergadering
van de fanfare-maatschappij „Concordia" werd
besloten tot aankoop van een standaard. Tevens
werd besloten dat de inhuldiging daarvau zou
gevierd worden met een festival of een concert-
festival. Deze feestelijkheid is thans vastgesteld
op Zondag 24 Mei. Reeds is eene commissie be
noemd, welke zich met de verdere regeling van
het feest heeft belast.
Hontenisse. De verkiezing voor een lid van
den Raad dezer gemeente, ter voorzieniug in de
vacature J. J. Heijman (aftreding 1908)gevolgd
door de vernietiging van het besluit van de gemeen
teraad tot toelating van den heer C. J. Vael
is door B. en W. bepaald op Donderdag den
5 Maart e. k.
Eventueele stemming en herstemming zal plaats
hebben op Dinsdag 17 en 24 Maart a. s.
,/Dierbare vriend en weldoener
»Als ge dezen brief leest, ben ik ver van hier.
Maar ik kan niet vertrekken zonder u een hartelijk
vaarwel gezegd en nog eens miju warmsten dank
voor uw liefderijk onderricht betuigd te hebben.
Dat ik in den laatsten tijd vermeed u te ontmoeten,
vindt zeker de vriendelijkste verontschuldiging. Hoe
het te verklaren, weet ik niet, maar zonder het
te vermoeden, hebt ge mij er toe gebracht, dat ik
het mij opgelegde treurige lot smartelijker gevoel
dan ooit te voren. Ik beu niet in staat de meuschen
aan te zien zonder te denken, dat hun deelneming
en leedwezen ook nog uit audere redenen ontstaan
dan alleen om mijn sprakeloosheid, en dat ze bij
mij dezelfde gevoelens veronderstellen als bij zich-
zelven. Ge ziet, ik ben oprecht en vertrouwelijk,
zooals ge 't aan mij verdiend hebt. Ik heb tijd
en een geheel nieuwe omgeving noodig, om mij
te herstellen, mijn vroegere kalmte te herkrijgen
en te vergeten. Ik moet weder zoo zorgeloos
worden als voorheen. Waarheen ik ga, moet
vooreerst voor u een geheim blijven. Zeeeu en
laudeu zullen tusschen ons liggen, maar ge zult
van mij hooreu. Vaarwel, tot zoolang Herinner
u met toegevendheid uwe innig dankbare.
u Lucile Waldbeck."
Dat had zij geschreven. Een kinderlijk, oprecht
vertrouwen bestuurde haar gedachten, gaf vastheid
aan haar hand. Zij wilde haar bevreemdend gedrag
verontschuldigen, zich met geweld van alles los-
rukken wat haar geest bedroefde, haar rust ver-
stoordezij wilde een niet te overschrijden muur
optrekken tusschen zich en de herhaling der
dreigende invloeden, waaraan zij bij haar laatste
ouderhoud met Percy onderworpen was en toch
openbaarde zij slechts datgene, wat een geheel
tegenovergestelde uitwerking dan de beoogde had.
'8 Gravonhage, 27 Febr. De Hooge Raad
verwierp heden het door den Belgischen Staat
ingesteld cassatieberoep van een vonnis der
Middelburgsche Rechtbank, waarbij de Etat
Beige was veroordeeld om de lijn MechelenTer
Neuzen te vrijwaren voor hetgeen deze laatste
had terugbetaald aan een expediteur te Ter
Neuzen, ter zake van door dien expediteur aan
MechelenTer Neuzen betaalde surtaxe.
van het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevor-
dering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland,
gehouden te Middelburg, Woensdag
11 Februari 1903.
Aanvang des namiddags 1 uur.
Aanwezig alle leden van het uitvoerend deel, de afge
vaardigden van alle afdeelingen, de directeur van het Rijks
Undbouwproefstation te Goes, de Rijkslandheawleeraar in
Zeeland, de zuivelconsulent der Maatschappij en de Kijks-
tuinbouwleeraar in Zeeland en Noord-Brabant.
De voorzitter, de heer Hennequin, opent de vergadering
met een hartelijk welkom, tevens zijn dank betuigende voor
de trouwe opkoinst.
De notulen der najaarsvergadering worden ongewijzigd
goedgekenrd.
Aan de nagedachtenis van het eerelid J. Vereeke te
Krniningen, een der oprichters der Maatschappij, wordt door
den voorzitter eene eerbiedige hulde gebracht, waarmede alle
aanwezigen instemmen.
Tot eereleden worden benoemd de heeren G. J. van de
Linde en P. iazelaar Nz., de onlangs afgetreden voorzitter
en secretaris van de afdeeling Noord-Beveland, als eene
erkenning van den belangeloozen ijver waarmede zij gedurende
vele jaren de helangen dier afdeeling en der Maatschappij
hebben behartigd.
De besluiten, in de laatste vergadering genomen zijn uitge-
voerd, alleen een schrijren omtrent denstcigerte Wolphaartsdijk
is nog niet verzonden, omdat door Ged. Staten eene spoedige
verbinding tusscheD Noord- en Zuid-Beveland in het vooruit-
zicht was gesteld.
Nu dienaangaande niets meer wordt vernomen zal het
uitvoerend deel het verlangde schrijven spoedig verzenden.
Besloten wordt de vergaderingen van het Hoofdbestuur in
het vervolg toegankelijk te stellen voor de leden der Maat
schappij en de vertegenwoordigers der pers.
Voortaan kan door eene kleine toevoeging aan art. 39 der
statuten op tentoonstellingeu de mededinging naar prijzen,
uitgeloofd voor geiten, konijnen en pluimveeookopengesteld
worden voor niet-leden.
Naar aanleiding van een verzoek van den Smedenbond in
Oostburg, wordt besloten 30 leerlingen aan den hoefsmidcursus
aldaar toe te laten tot het examen voor hoefsmid. Nieuwe
leerlingen knnnen niet meer worden toegelaten.
Het wetsontwerp houdende installing van landbouwraden
met de daarbij behoorende M. v. T. wordt door den voorzitter
breedvoerig toegelicht; daarna heeft eene bespreking plaats,
waaraan verscheidene afgevnardigden deelnsmenten slotte
wordt na hoofdelijke stemming met algemeene stemmen
aangenomen de volgende motie
De vergadering oordeelt, dat de behoefte aan de invoering
van eene regeling als bij het ontwerp van wet, hondende
instelling van landbouwraden wordt beoogd, niet wordt gevoeld;
dat de niet-wettelijke vertegenwoordiging, zooals die thans
bestaat, na het aanbrengen van verbeteringen kan behouden
blijven
dat zoo het ontwerp van wet tot instelling van landbouw
raden wordt tot wet verheven, daarin de thans bestaande
landbouwvereenigmgen de plaats behooren te behonden, die
haar in het ontwerp is toegekend.
Na de aanneming dezer motie komt het ontwerp nog eens
artikelsgewijze in behandeling en worden de verschilleude
aanmerkiDgen daarop vragender wijze geformuleerd.
Bij de rondvraag vestigt de heer Mnlock Honwer de
aandacht op het weigeren van eene buitengewone keuring
van dekhengsten, zoo noodig bij het gevaarlijke van het
vervoer dezer kostbare paarden met stoombooten in binnen-
landsch verkeer, waaromtrent de voorzitter hem den raad
geeft, zich te wenden tot de provinciale regelings-commissie
van de paardenfokkerij in Zeeland.
De heer Van Langeraad vraagt de tussclienkomst van het
Hoofdbestuur om een meer geregeld vervoer met de spoorboot
te bekomen gedurende de maanden November en December.
Ahdan toch is de vaart zoo ongeregeld, dat een behoorlijk
bezoek daardoor belet wordt. Ook zoude men in de inaand
Mei gaarne twee booten in de vaart zien.
De tusschenkomst dm het geuite verlangen ter aangewezen
plaats te brengen wordt toegezegd.
Telkens herlas Percy den brief, als kon hij hem
niet brgrijpen, ofschoon hij den inhoud vau buiteu
kende. De hoop op wederzien had zij hem ge-
laten, maar een wederzien op voorwaarden, die hem
tot aan den avond van zijn leven verre van haar
hielden.
'tGelukte hem echter de richting te ontdekken,
welke Lucile genomen had. En bij zijn droefheid
over haar verlies openbaarde zich een angst, dien
hij niet overwinnen konde ongerustheid, die
hem over haar kwelde, wilde niet meer van hem
wijken. Had Lucile slechls een week noodig gehad
om de toebereidselen voor haar vertrek te maken,
hij brhoefde niet meer dan de helft van dien tijd,
om zijn praktijk aan anderen toe te vertrouwen
en zijn zaken in orde te brengen. Toen reisde
hij noordwaarts, langs den Mississippi en Mis
souri, tot daar, waar het ijzeren stoompaard
gereed stond om hem met de saelheid van den
wind over een half vastland te voeren.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Sinds het fatsoenlijk en vredelievend gedeelte
der bevolking van San Francisco met onmeedoo-
gende gestrengheid, dikwerf genoeg onder de
leiding van den rechter Lynch, de toenemende
misdaden tegenging, wareu de speelholen, die
verzamelplaatsen der diepst gezonken wezeus uit
alle landen der wereld, althans aan de oogen
onttrokken geworden.
Ze geheel uit te roeieu, zou zelfs voor een den
Augiusstal zuivereud Hercules een moeielijke,
zware taak zijn geweest. Maar naar de donkerste
holen van de meest beruchte wijk hadden de
belanghebbenden zich verplaatst, in de onmiddel-
lijke nabijheid der haven, zoodat het weinig moeite
kostte, een aan de baudeloosheid ten offer gevallene
spoorloos te doen verdwijnen.
Op verzoek van de afdeeling Hulst, uitgebracht bij mondc
▼an den heer Van Waesberghe, zal het Hoofdbestuur een
aanbevelend woord voegen aan het request dier afdeeling om
het Belgische grenskantoor te Clinge voor veevervoer op
Dinsdag geopend te krijgen. Thans heeft de invoer daar
plaats op Maandag.
Na een verzoek van den algemeenen penningrneester, ge-
riclit tot de besturen der afdeelingen, om bijtijds te beschikken
over de toegekende subsidien voor de bevordering van da
verbetering der varkenstokkerij en van andere landbouwbe-
langen, slnit de voorzitter met de gewone plichtplegingen
deze buitengewone vergadering.
Mr. P. C. J. Hennequin, Voorzitter.
G. A. Vorsterman van Oyen, Secretaris.
Dinsdagmiddag werd op de hoogte van het
vuurschip Westhinder de jol van een te Vlissingen
gestationeerden Belgischen loodsschoener, welke
uitgegaan was om een stoomschip, dat werd
verondersteld naar Antwerpen of Gent bestemd
te zijn, van een loods te voorzien, door de
hooge zee omgeslagen. De drie opvarenden de
matrozen Bogaert, F. Aspeslagh en de zeeloods
G. Sezier geraakten te water, doch het gelukte
na veel inspanning aan hen de omgekeerd
drijvende boot weder vast te krijgen. Na onge-
veer drie kwartier zoo te hebben gedreven
tijdens de omstuimige zee kon het stoomschip,
hetwelk bleek te zijn het Duitsche stoomschip
Henri Horn naderen, hetwelk reddingboeien
naar hen toewierp.
Een der matrozen, die bemerkte dat de loods
begon te zinken, gaf dezen de hem toegeworpen
boei, welke de man nog slechts met veel moeite
kon vasthouden.
Juist in tijds kwam de tweede sloep van den
loodsschoener, welks bemanning een inmiddels
van de Henry Horn toegeworpen lijn om het
middel van den loods bond, waarna deze, even als
de beide matrozen, aan boord der Henry Horn
werd gehaald.
Het kostte zeer veel moeite om den loods
weer tot het bewustzijn te brengen.
Aangezien de toestand der matrozen toch van
dien aard was, dat zij niet weder naar hun
loodsvaartuig konden worden getransporteerd,
bleven zij aan boord van het stoomschip hetwelk
bestemd was naar Rotterdam, waar zij een
liefdevolle behandeling ondervonden.
De 18jarige zoon van den landbouwer O.
te Medemblik viel Donderdagmiddag van een
zwaar beladen wagen, kreeg het wiel over den
haR en was onmiddellijk een lijk.
Donderdagmiddag i« de 70jarige D. G., in
zijn blokje land nabij het dorp Dinteloord bezig
zijude met spitten, door een rukwind in een sloot
geworpen en verdronken. Den direct ontboden
geneeskundige mocht het niet gelnkken de levens-
geesten op te wekken.
Zekere B., van Monnikendam, een bejaard
man, keerde Woensdagavond van Volendam naar
zijn woonplaats terug. Onder Katwoude is hij door
twee mannen aangegrepen, die hem deerlijk mis-
handelden, en het weinige geld, dat hij bij zich
had, meeuamen. Bewusteloos bleef hij liggen
tot anderen hem vonden. Hij lag toen op de
rails der Noord-Holl. Tramweg-Mij. en spoedig
zou een trein komen.
De plannen tot oprichting van een christelijk
volks-sanatorium voor longlijders, vindt, naar men
verneemt, van verschilleude zijden veel steun en
thans wordt dan ook met kracht de hand geslageu
aan een zoo spoedig mogelijke verwezeDlijking
van het voornemen. Het sanatorium zal patienten
In een dezer aan den gevaarlvjksten van alle
hartstochten gewijde holen, dat aan de straatzijde
een uithangbord had met het onschuldig opschrift
,/Drinksalon", heerschte lang na middernacht nog
een woelig leven. Gasten uit de mijndistricten
waren daar aangekomen, gasten, wier waarde
berekend werd naar de schatten die zij eensdeels
in kostbaar erts, anderdeels iu geslagene munt en
banknooten bij zich hadden. Kortom, in welk
uiterlijk zij zich vertoonden, of in vuile, versleten
lompen, of in smaakvolle kleedingstukken, die
eenige uren vroeger nog in den winkel hingen,
voile zakken, onmatigheid en speelzucht stempelden
hen tot ^gentlemen." Onverschillig op welke
wijze zij aan hun geld gekomen waren, of door
dolle speculation of door een verblijf in vochlige
mijnen, of aan de groene tafel of uit de zakken
van vermoorde medemenschen, zij waren gentlemen,
in weerwil van den verwilderden baard eu het
ougekamde hoofdhaar, in weerwil van de diepe
sporen, die de zeven hoofdzonden op hun woest
uitziend gelaat hadden gedrukt. Zij waren gent
lemen, want zij betaalden uit voile zakken en
dronken met onleschbaren dorst. Zij waren gentle
men want wat hun begeerteopwektetrachtten zij zich
te verwervenzij nloesten het bezitten, geniete.n,
onverschillig welke offers het hun kostte. Zij
waren gentlemen, dat bewezen zij iedereen die er
eenigszins aan durfde twijfelen zij bewezen het
met moordende vuistslagen, met looden kogels en
scherpe stalen klingen. En was de laatste korrel
stofgoud verdweneD, de laatste banknoot gewisseld,
wat kwam het er op aan P Eenige weken of
maanden van woest en teugelloos genot wegen
tegen jarenlangen arbeid en een misdadig leven
in de mijnen op.
(Wordt vervolgd.)