A 1 g e a e n Hieuws- en AdTertentieblad Zee-uwsch-Vlaand ere a No. 4334. Dinsdaa: 27 .Januari 1903. TOO? 43e Jaargang. F E UIL L E T 0 N. Een geel gelaat, een blank gemoed. Binnenland. De begrafenis yanDr.Schaepman. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave Duitschland. F r a n k r ij k. X Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Yot Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32J. Men abonneert zich by alle Boekbandelaars, Postdirectenren en Brieven- bushouders. iD VESTBS Ufili Yan 1 tot 4 regels 0,40. Y0or elken regel mew 0„K By direct* opgaaf van driemaai plaatsing derselfde adverteati# slechts tveemial berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimie berekend. wordt d« pry lilt blind vermhljat Woemdag' en Vrljda«nroad, vltgezonderd op Feeitdasen, btj de Firms P. M. VII DR SiSOH t* Tcr IWemsecn. Berlijn, 22 Jan. Bij de voortgezette begrootings- debatten bespreekt Bebel in een rede, die ver- scheideue uren duurde, den algemeeuen toestaud. Hij betoogt onder meer, dat de begrooting van dit jaar een volkomen mislukking is. Duitsch land speelt in zijn wereldpolitiek overal den bemoeial. Aan Rusland worden zonder eenigen tegendienst voortdurend tegemoetkomingen be- wezen. De ontstemming van het Eugelsche volk tegen Duitschland is hoofdzakelijk toe te schrijveu aan onze marinepolitiek. Spreker kritiseert dan het optreden in de Venezolaansche kwestie, waarbij, voornamelijk de belangen der grootkapit&listen in 't spel zijn. In het verdere beloop van zijn rede beweert Bebel, dat de sociaal-politieke wetgeviug enkel voort is gesproten uit vrees voor de sociaal- demokraten. De Duitsche bourgeoisie is de grootste vijandin van de arheiders. De bestrijding van de sociaal-demokraten heeft een persoonlijk karakter aangenomen dat de verscbillen noodeloos verscherpt, vooral sedert den tijd dat de Keizer zich als particulier in den strijd heeft gemengd. De socialisten worden aangevallen, maar kunnen niet antwoorden. Hoe kan men zich dan ver- bazen, dat beleedigingen van den monarch voor- komen Wanneer spreker vervolgens woorden van den Keizer, die tegen de sociaal demokiateu gericht waren, aanhaalt en ze onbehoorlyk noemt, roept een socialist*Een laagheid De voorzitter vraagt wie dat geroepen heeft. Maar de man meldt zich niet aan. De voorzitter zegt, dat hij degene die dat geroepen heeft, als hij wist wie het was, tot de orde zou roepen. Bebel weer voortgaande, komt te spreken over het anarchistne, dat hij als krankzinnig brand- merkt. Verder zegt hij, dat de kroonprins de socialisten ,,ellendelingen" heeft genoemd. Dit alles heeft de sociaal-demokratie slechts aan- hangers bezorgd. Tenslotte roert spreker nog het douane-tarief aan, dat een uitstekend verkiezings- leus verschaft. De rijkskanselier neemt het woord na Bebel. Hij zegt, dat Bebel de verwijten heeft aangeroerd, die de Keizer tegen zijn partij heeft gericht. »Maar wat voert u overigens voor een taal vraagt Von Biilow. //Nog pas is uit uw gelederen een alleen-afkeurenswaardige uitroep vernomen, maar ik kan constateeren, dat degene die er schuldig aan is, tenrainste nog zooveel schaamte- gevoel bezeten heeft, dat hij zichzelf niet genoemd heeft. De partij, die met constitutioneele middelen een omwenteling wil bewerken, mag zich niet verwonderen als de monarch zich af en toe daar- Het verblijf op 'ttusschendekzal wel een eiude nemen, klaagde de vrouw, het jongste kind teeder aan haar burst drukkend, maar welke audere nood sal dan bij ons aaukloppen Nood vroeg Waldbeck met een lachje, dat men als door vertwijfeling voortgebracht kon be- scbouwen nood, bij mijne kunstvaardigheid Nood, terwijl elke voortbrengende beweging mijner handen gouden vruchten draagt Bekwame werk- tuigkundigen zijn, zooals ge weet, te San-Francisco gezochtdoor goed werk te leveren, krijgt men veel klanten en vertrouwen, en tengevolare daar- van crediet ter uitbreiding der zaak. En zoo langzamerhand worden onze kinderen groot en zijn in staat om te helpen. Denk eens, vier stnks En vrieudelijk zochten zijn blikken de oogen der vermoeid opziende kleiuen en beschouwde hij het aanvallige wezen op den paal. Vier stuks her- herhaalde hij, een ware zegen Gods Slechts een sinaasappelriep op een na het oudste kind, een lief knaapje ik heb zoo'n dorst, en water mogeu we niet drinken. Waldbeck streek met de hand door zijn dik, swaar haar en zag treurig om zich heen. De vruchten en ververschingen, die van de een kvartieruur verwijderde stad naar de plaats der afvaart waren gebracht geworden, waren in't minat tegen beslist, en soms ook kras, te weer stelt. Overigens zal de groote meerderheid van het Huis met mij in den wensch deelen, dat wij terng- keeren tot de vroegere praktijken en den hoogst- geplaatsten persoon zoo min mogeljjk in het debat betrekken. In de sociale politiek beschikt niemand over een tooverstaf, maar van stil zitteu is ook geen sprake. Wij hebbeu echter een gezonde, normale beweging noodig, geen over- haaste. vPlaatst u op het standpnnt van wettigheid en gezond verstand, ziet er van af, gevoelens te kwetseu die een groot deel van het Duitsche volk heilig zijn, en vele verschillen knnnen dan verzacht worden. ,/Zoolang gij dat niet doet, verzwaart gij het op verheffing en loutering der arbeidende klassen gerichte streven van de verbonden regeeringen en het Hais. »De door Bebel aangeroerde artikelen van een non-actief Duitsch zee-officier, over een toekom- stigen zee-oorlog met Engeland, zijn een fantas- tische voorstelling, waarvoor niet de een of andere toonaangevende fignur verantwoordelijk is. ffMet betrekking tot Venezuela valt op te merken, dat president Castro nog in geen Europeesche krant en geen volksvertegenwoord'ging zulk een verdediging ten deel is gevallen, als in Dnitschland. Tusschen Venezuela en ons giug 't niet alleen om fiuancieele vorderiugen, maar ook om ons aanzien. Dit laatste was door Castro's optreden geschonden en daarom hadden wij het recht op onze beurt op te treden. //In de politiek zijn haat en nijd nog altijd aangenamer dan medelijden. Laten wij ons kruit droog houden, lateB wij niet zooveel onder elkaar twisten en niemand zal ons in den weg treden." Ballestrem heeft 't voorzitterschap van den Duitschen Rijksdag neergelegd, na't hem gebleken was, dat hij 't vertrouwen van de conservatieven niet meer bezat. Het gerucht loopt, dat het centrum, rechter- zijde en nationaal-liberalen graaf Ballestrem, die sedert 1872 onafgebroken lid van den Rijksdag was, en in 1893 tot voorzitter van dit lichaam werd gekozen voor het voorzittersambt wederom candidaat zal stelleD, echter alleen voor 't nog resteerende van het weldra geeindigde wetgevende tijdvak. Parijs, 23 Jan. In de Kamer hield Jaures heden een lange redevoering, waarin hij de internationali- teit ter sprake bracht, en opmerkte, dat een ware en definitieve vrede „zoo langzamerhand" in Enropa niet toereikend, om al de aangekomen passagiers te bevredigen. Wie vlug en sterk in zijn schouders en ellebogen was, kon overvloedig voor zichzelven zorgen, en zoo als 't gewoonlijk gaat, bekwamen zij die de meeste behoefte aan verkwikking hadden, niets. Bovendieu was reeds daags te voren de voorraad mondbehoeften door de uit California gekomenen grootendeels bemachtigd geworden. De negers, mulatten en mestiezen legden zich zoodra zij hun waar aan den man hadden ge bracht, vadsig naast hun ledige korven en zagen zorgeloos en lachend naar het bedrijvig gewoel der reizigers. Het verlangen zijner onder den brandenden zonnegloed lijdende kinderen niet te knnneu bevredigen, sneed Waldbeck door de ziel. Bedeesd naderde hij een der bruine kerels, wier blikken onverschillig over hem heengleden. Zouden er in de stad nog eenige vruchten te koop zijn vroeg hij in gebroken Engelsch. De mesties mat hem van het hoofd tot de voeten en antwoordde Niet veel, denk ik. Zoadt ge een mandje vrnchten voor mij willen gaan koopen hernam Waldbeck, terwijl hij den mesties een halven dollar toereikte„de tong kleeft aan't verhemelte mijner arme kinderen." In plaats van het geld aan te nemen, haalde de mesties de schouders op, doch bewoog zich niet van zijne plaats. Ik heb er geen lust toe, zei hij gerekt, en zie hier liever het volk dringen en stoeien. Mis- schien loopt het wel op een kloppartij nit. begint mogelijk te worden. De beide groote #ver- H»nden" houden in Europa het evenwicht in het belang van den vrede en reeds schijnt de kiem te zijn ontstaan van een Europeesch verbond voor arbeid en vrede. Jaures herhaalde wat hij gezegd heeft over het Drievondig Verbond, dat niet was gevormd met offensieve bedoelingen. Hij geloofde niet, dat Duitschland voornemens was, Frankrijk aan te vallen. Zelfs in 1875 zocht het slechts zijn voor- deelen te handhaven. Duitschland zocht tegen- woordig nieuwe sympathieen, gericht tegen Enge land. Spreker achtte ook het Fransch-Russisch Ver bond uitsluitend gevestigd met defeusieve be doelingen, maar hij wees er op, dat men het belang er van niet moest overschatten. Generaal Andre is van oordeel, dat de militaire lasten zwaarder drukken op het proletariaat dan op de burgerijde tweejarige diensttijd zal de ver schillen doen verdwijnen. Wij alien, zeide spreker, zijn het er over eens, dat de oorlog een geesel is, maar de grootste geesel zou het verlies der on- afhankelijkheid zrjn. Gaarne vereenigde hij zich met den wensch naar vrede, maar het beste is daarom de militaire krachten te handhaven. Aan onze macht danken wij ons verbond met Rusland. Het recht zal nog langen tijd aan den sterkste behooreu. De Kamer nam ten slotte met 453 tegen 57 stem men een motie van orde van Roche aan, waarin de verklaringen der regeering worden goed- gekeurd. Vrijdag werden wederom in de chapelle ardente van 4 nur in den ochtend af tot aan den middag missen opgedragen. De kapel is keurig ingericht er branden 60 kaarsen. Het lijk is onveranderd de trekken zijn vol- maakt rustig. Zaterdagnacht is het omhulsel in een eikenbouten kist met kruis en eenvoudige inscriptie gelegd en werd tentoongesteld achter een kristatlea deksel. Door de zusters Francisca- nessen werd de nachtwake gehouden. Kardinaal Ram poll a schreef, dat hij tot zijn spijt verhinderd was, zijn absolutie te geren bij de begrafenis. Zaterdagochtend 9 uur werd het lijk overgebracht naar de groote kapel. De kerk van het klooster der Franciscanessen is een eenvoudige, sierlijke, in witten steen opge- Radeloos staarde Waldbeck in de smachtende oogen zijner kinderen en op het vermoeide gelaat zijner vrouw. Een spoorwegbeambte kwam voorbij. Hoe lang zal het nog duren, vddrdat de laatste passagiers overgaan vroeg hij hem beleefd. Ongeveer een nur, was het antwoord, en de beambte spoedde zich voort, als berouwde 't hem zooveel woorden aan een armoedigen landverhuizer verspild te hebben. Deze zag weder naar zijn kinderen. Zijn hart brak. Hij aarzelde nog eenige oogenblikken toeu een besluit nemende, wendde hij zicb tot zijn vrouw. Ik kan 't niet langer aanzien, sprak hij met dolle stem en met moeite uiterlijk kalm blijvendeze moeten ververschingen hebben, het koste wat het wil. Ik ga zelf naar de stad. Binnen een half uur ben ik terug, en in dien tusschentijd zal het meeste volk zijn overgevoerd, zoodat we dan gemakkelijker aan boord zunneu komen. Neen, neen, laat ons niet alleen, baden vrouw en kinderen angstig we hebben geen dorst meer en op 't schip zullen we wel lets vinden. Doch juist dit verloocheneu van het door hitte en gebrek aan de noodige verkwikking ontstane lijden versterkte Waldbeck in zijn besluiten. Blijft bedaard riep hij troostend en vast- beraden, de tjid snelt voort, en ik moet in alle gevalle raad schaffen. Lotje mag meegaan, zij kan vlug loopen. Mocht voor mijn terugkomst zich een gunstige gelegenbeid voordoen om aan trokken kapel, in Italiaansch-Gothischeu stijl. De lijkkist, in 't midden van de kerk, was om- geven door vier prachtvolle kandelabres. Op de lijkkist waren de witte mijter van huisprelaat en de ordeteekenen van den Nederlandschen Leeuw, Oranje-Nassau, 't Legioen van Eer en de Pause- lijke orde geplaalst. Aan den voet van de lijkkist lagen drie Franciscanessen in lange gewadeu en in witte kappen geknield. De andere zusters waren in de koorstoelen gezeten. De gereser- veerde plaatsen werden ingenomeu door dames en heeren, prelaten en monnikken. De dienst begon om 10 uur. De plechtigheid duurde anderbalf uur. De mis werd opgedragen door den procnreur-generaal der Redemptoristen Oomen, bijgestaau door den diaken Blom en den sub-diaken Hoogveld. De absolutie werd gegeven door Mgr. I>elerie. 80 in 't wit gekleede zusters omringden met kaarsen de kerk gedurende de plechtigheid. Van het interieur der kerk is een fotografie genomen. De Nederlandsche gezant, die ongesteld was, heeft zicb laten vertegenwoordigen. De kardinaal-staatssecretaris Rampolla, was even- eens vertegenwoordigd. De lijkkist werd na den dienst geplaalst op een rouwwagen 1« klasse, die werd gevolgd door twee gala-rijtuigen en een twintigtal particuliere rijtuigen. Na de plechtigheid in de kapel werd bet lijk in een met zes paarden bespannen koets overge bracht naar het kerkhof #dei Tedeschi", op bijna anderhalf uur afstands gelegen. Op verlangen van den doode bevat het bidprentje r Niets is gelnkkiger, dan gelukkig te sterven. De lange stoet deed een unr over den weg naar het Duitsche kerkhof, dat aan de linkerzyde van de St. Pieter is gelegen een klein, groen, kerkhof, dat door muren is omgeven. De lijkkist werd hier in 'toratorium geplaatst. Bij den korten dienst werd niet gesproken. De lijkkist wordt eerst later naar de grafkerk over gebracht, waar Woensdagmorgen om 10 uur een mis zal worden gezongen, waarna de begraving plaats heeft. Tegenwoordig waren o. m. de legatiesecretaris Van Tuyl, de gezant van Belgie en de Mgrs. Necker, Locatellie, Vanutellie, die de andere kardinalen vertegenwoordigden. #Het Centrum" meldt In verband met plannen, die in wording schijnen, of mis8cbien nog zouden kunnen geopperd worden, om voor wijlen Mgr. Dr. Schaepman een ged-niksteeu op te richten, hebben wij ons, gelyk betaamt, boord te gaan Maar neen, ik ben dadelijk terug. Bij bet hooren van de woorden haars vaders had Lotje zich tot hem gewend. Op den hoogen paal staande, stak zij een hoofd boven hem uit. Haar lief gelaat straalde van vreugde. Als twee zwarte diamanten glinsterden haar groote oogen onder haar versleten hoedje. Wilt ge meegaan vroeg Waldbeck. In plaats van te antwoorden, breidde Lotje de armen wijd uit, en naar haar vader springeude, zoo dat haar lange zwarte haarlokken achter haar fladderden, werd zij door hem opgevangcn. Kleine wildzang, zei Waldbeck, verrukt over de behendigheid der kleine, terwijl hij haar op den grond liet glijden. Vervolgens nam hij haar bij de hand, en zijne vrouw en de andere kindereu bemoedigend toeknikkend, verwijderde hij zicb ijlings in de richting naar de stad. Op den weg, die langs het strand liep waren slechts weinig waudelaars. Wie de hitte niet vreesde en niet aan zijn huis gehouden was, had zich naar de plaats der inschepiug begeven. Schier loodrecht schoten de stralen der zich reeds van het zenith verwijderde zon op de aarde neder. De door geen enkel tochtje bewogen atmosfeer trilde, wanneer de verschillende doorgloeide lucht- lagen elkander ontmoeten. Als een benauwende last drukte de hitte op de vroegere bewonere eener gematigde luchtstreek. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1903 | | pagina 1