A 1 ge m e 0 a -
Hieuws* on Ad?erteatieblad
Zeeuwsch-Vlaaaderen.
No. 4328.
BADEN YAH BEROEP
OHIHfrWET.
TOO!
Dinsdag 13 Januari 1903.
43® Jaargang.
FEUILLETON.
0NSCHULDI6 VER00RDEELD.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
SAMENSTELLING
Dsn
voor geschillen, voortvloeiende uit de
Ongevallenwet 1901.
Artikel 12, tweede lid, en artikel 21 van
het Koninklijk besluit van 8 December
1902 (Staatsblad No. 212.)
Chamberlain.
Botha en Chamberlain.
De verdwenen Staatsschat van
Transvaal.
0e Wet's verzoeningsgezindheid.
De Dardanellen-kwestie en de
Engelsche pens.
TER \KI7,E.VS('HE COIRAST.
ABONNEltENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zicb bjj alle Boekhandelaars, Postdirectenren en BnVen-
bushouders.
ARVEITRHTlSR:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfds advertentie wordt da pr
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
»U bind tenthQat Woenidac en VeiJd»Kavon>l, nttgeaonderd op Feeatdngen, blj rte Firm. J. VA1MP1IMewen
De Bnrgemeester der gemeente TER NEUZEN,
brengt ter openbare kennis, dat van den 15d" Januari
tot en met den 6ien Februari, op mondelinge
aauvrage, gedaan door of namens den werkgeter of
werkinan. die:
a. rddr den aanvang ran bet loopende kalenderjaar den
leeftijd van 25 jaren heeft bereikt
b. gedurende het laatate kalenderjaar of wat bij aeizoen-
bedrijven daarvoor, .olgena bij algemeenen maatregel
ran bestuur gemaakte bepaling, geldt, bij roortdnriug
werkgever of werktnan is geweest, in den zin van
artikel 2 der Ongevallenwet 1901, de laaUte in dienst
van ten hoogate twee ondernemingen
C. zijne woonplaats heeft in deze Gemeente
ten gemeenteltuize verkrijgbaar zijn fonnulie-
ren, ter bekoming van cene op naam geatelde werk-
geverfl- of werknianskaart.
Deze kaart geeft de bevoegdheid obi:
1«. hetzij eer. werkgever, hetzij een werkman te maehtigen
mede te werken tot het opmaken van cene voordracht
tot lid en plaa>tsivervan*eud lid van een
Raad van Beroep
2". tot het opmaken van eene dergelijke voordracht ge-
machtigd te worden
3 voor zoover de aanvrager een man is, benoemd te
worden tot lid of pl»atsvervau«end lid
van een Raad van Beroep.
Xndien toot den 15d" Jannari aan den Burgemeeeter
schriftalijk wordt kennis gegeven, dat zich een Comite, hetzij
van werkgevers, hetzij van werklieden, heeft gevormd, dat
zich binnen het re9Sort ran den llaad van Beroep met de
leiding der aanwijzing van gemachtigden belast, dan worden
aan de aanvragers twee formulieren uitgereikt, waarvan
een aan zulk een Coinite kan worden overhandigd^.
De formulieren van aanvrage moeten uiterlijb den
|>brunri, behoorlijk ingevuld en onderteekend,
weer ten gemeentehuize zijn ingeleverd.
Ter Neuzen, den 12 Januari 1903.
De Bnrgemeester,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
herinneren den ingezetenen, dat het krachtens de in werkmg
getreden Woningwet verboden is
1». zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en
Wethouders een geboutc op U. richttn of geheel of voor
eei gedeelte te vemieumen
S«. nonder schriftelijke vergunning van Bnrgemeester en
Wethouders krachtens eenig zakelijk recht tot woiungin
71)
Met den zakdoek voor het gelaat, dat inderdaad
in tranen baadde, knikte Mr. Hauley toestemmeud
met het hoofd. Zijn gemoed was te vol, het
was hem onmogelijk een enkel woord te uiten.
Jeanne keek hem aau met een blik, waarin
haar gansche ziel spraktoen wendde zij zich
weder tot haar vader en ging voort, zonder dat
haar stem beefde of haar helderen klaok verloor
En terwijl zijne liefde met den dag toenam,
terwijl hij zich dagelijks voor inij, voor ons op-
offerde, ontwaakte de liefde ook in mijnhart: ik
leerde hem hoogachten en beminnen Nieuwe,
ougekeude gevoelens maakten zich van mij meester.
Ik begreep wat er in zijn gemoed omging en dacht
bij inij zelve Hij offert zich voor ons op
O, hoe gaarne zou ik mij voor hem opofferen.
Het was niet de dankbaarheid, die mij zoo deed
spreken. Dankbaarheid heeft met onze gevoelens
uiets te makeu. Eenmaal noemde ik dat woord,
hij kwam er met kracht tegen op en hij had
gelijk. Wat onze harten bijeen heeft gebracht,
wat mij voor altijd aan hem heeft verbonden, is
geen dankbaarheid neen, dat is een hooger,
een cdeler gevoel, het isde liefd£, vader
Mr. Gardiner hield nog altijd de handen voor
het gelaat, hij snikte, maar het waren tranen van
ongekende blijdschap.
Jeanne Berard wendde zich nogmaals tot haar
vader.
gebntik te nemen of als eigenaar of in eenige andere
hoedanigheid tot woning in gebruik te geven een gebouw
of gedeelte tan een gebou*. iamttieiiji met mU\
woning gebezigd
3°. zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en
Wethouders een ter tijdelijke bewoning bestemde loods,
keettent of soortgelijke inrichting ter bewoning te bezigen.
Zij vestigen verder de aandacht op het volgende
1°. drie of meer meer derjarige ingezetenen eener Gemeente
kunnen bij het Gemeentebestuur een met redenen omldeed
•ngezegeld bezwaarschrift indienen, betreffende een of
meer woningen, die, blijkens persoonlijk onderzoekhetzy
wegens niet-inachtneming der Bouwverordening, hetzij
nit anderen hoofde, ongeschikt ter bewoning zijn ot waarbij
het aanbrengen van bepaaldelijlc aangeduide verbeteringen
noodzakelijk is;
2°. een dergelijk bezwaarschrift kan worden ingediend door
het hoofd van een gezin of een afzonderlijk levendpersoon
betreffende de door hem bewoonde woning.
Ter Neuzen, den 12 Januari 1903.
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretary.
't Vrijdag op de Amsterdamsche Beurs verspreidde
bericht dat Chamberlain 't slachtoffer van een
moordaanslag zou zijn geworden, is een beursbe-
richt gebleven. Er volgde geen bevestiging op,
en 't kon ook niet bevestigd worden. 't Heele
bericht was uit de lucht gegrepen. Chamberlain
maakt 't beter dan ooit en is over zijn pleizierreisje
door de Zuid-Afrikaansche hoofdsteden best te-
vredeu.
Te Pretoria is hem maar een oogenblik't vuur
aan de schenen gelegd, nl. toen hem daar een
Engelschman kritiek hegon uit te oefenen op 't
Britsche bestuur in Zuid-Afrika. Op een laat
uur van den feestavond van Dinsdag, zoo zegt
een correspondent nam de beer Greenlees 30
minuten in beslag met een rede, welke een vinnige
beschuldiging van de regeering vormde. Hij leidde
zijn opmerkingen in met te verklaren dat lord
Milner niet genoeg te Pretoria was. Verder waren
de meDschen niet tevreden met den tegenwoordigen
bestuursvorm, die leniger en minder geheimzinnig
diende te worden. Zij zagen uit naar eenige zeker-
heid dat de openbare meeuing behoorlijk tot uiting
kornen en gewicht in de schaal leggen zou. In
een woord, terwijl zij erkenden dat de tijd niet
rijp was voor een vertegenwoordigende regeering
enscbten zij kroonkoloniebestuur met minder
tfkroon" en meer „kolonie". Geen regeering kon
goed werk verrichten, tenzij zij in eigen boezem
een gezonde oppositie had, en verder moest zij
een mandaat van het volk krijgen. De Wetgevende
Raad, zooals die nu was, omvatte slechts zeven
Ik heb u alles bekend, wat ik zoolang beb
moeten verzwijgen. Zeg ons nu, vader, dat ge
onze liefde niet afkeurt.
Stellig niet, antwoordde Berard uit den grond
van zijn hart.
Als had zij slechts op dat woord van goedkeu-
ring gewacht, trad zij op Mr. Gardiner toe, ver-
wijderde zijn handen zachtjes van zijn gelaat en
drukte die zacht.
Hij trilde van het hoofd tot de voeten bij
deze aanrakinggreep haar beide handen, en
haar zacht naast zich uedertrekkende, op de plaats,
waar zij gezeten hadden, sprak hij met diep be-
wogen en van aandoening trilleude stem
Hoe gelukkig hoeonbeschrijfelijk gelukkig
hebt ge mij gemaaktJa, ja Ge hebt goed
geraden Ik had u te voet willen vallen om
u te danken, maar ik kon mij niet bewegen
ik kon niet spreken Mijn God mijn God
Is het wezenlijk waar, Jeanne? Is het waar dat
ge mij lief hebt dat ge mijn Jeanne, mijn
verloofde zijt? Ik kan het niet gelooveu, het is
te veel geluk op eens. O, als ge wist hoeveel
moeite het mij gekost heeft te zwijgen, altijd
door te zwijgen, terwijl mijn hart slechts den ge-
dachte had en zoo vol van liefde en bewondering
voor u wasIk leef immers niet auders
dan door u. Mijn leven is begonnen op den
dag, toen ik u leerde kennen. Maar ik zwijg,
ik zwijgIk kan mijn gevoelens niet onder
woorden brengen. Goddank mijn eenige, dat gij,
ook zonder dat, weet wat er in mij omga&l
Ik weet het, antwoordde zij.
delen, en da&rorn kon hij niet aan de vereischten
voldoen. Het volk moest weten wat er voor hen
gedaan werd. Verder moesten de gemeenteraden
samengesteld worden uit gekozen leden.
Waarlijk, dat was daar terecht hoe later op
den avond, hoe schooner volk. Chamberlain was
een oogenblik onthutst van dezen uitval. Maar
spoedig herstelde hij zich en in een geestig repliekje
zei hij, dat hij graag van den heer Greenlees een
uitgewerkt plan van zijn voortreffelijk bestuur wou
zien, dan kon hij het thuis voor toepassing in
Engeland aanbevelen. Op die wijze kwam Greenlees
in een hoekje j en daar kwam Milner hem toen
troosten en uitnoodigen voor een lunch, die Milner
iem en anderen zou aanbieden den volgenden dag.
Dan konden zeer daar terwijl nog eens over praten.
Envan den heer Greenlees werd toen niets
naders meer gehoord.
Chamberlain is thans te Johannesburg.
In een vergadering te Pretoria, waar hij verslag
gaf van zijn Europeesche reis deelde geueraal
Botha mee, dat zijn laatste onderhoud te Londen
met Chamberlain leidde tot een beter begrijpen
van elkaar. Hij had gesprozen van de stichting
eener organisatie die de regeering zou bijstaan.
Londen, 10 Jan. De bladen bevatten berichten
nit Pretoria waaruit blijkt, dat na het aanbieden
van het adres der Boerenleiders aan Chamberlain,
de Minister zich met de heeren eenige oogenblikken
onderhield, en toen het gesprek bracht op de
Transvaalsche gelden die naar Europa zouden
gezonden zijn. Schalk Burger zei, dat hem niets
bekend was van het zenden van groote geldsbedrageu
naar Europa. Hij meent, dat het geld, verkregen
voor het opgekommandeerde goud van de mijnen,
gebruikt is voor oorlogsuitgaven. Het is mogelijk
dat er nog wat van over is, en hij verklaarde
zich bereid, in dat geval in elk opzicht mee te
werken om het te vinden.
Chamberlain zei te weten, dat de boeken, waarin
de verantwoording dier gelden voorkwam, naar
Europa gezonden werden en verdwenen zijn. Het
is niet bekend aan wie het geld gezonden is.
Voor dat dit bekend is, is het onmogelijk om de
rekening en verantwoording te vragen.
Botha zei, dat hij reeds stappen had gedaan
om het geld te vinden.
Drie dagen verliepen, zonder dat zij een van
beiden over de toekomst spraken, waarom zouden
zij ook.
Op zekeren avond, toen zij, als naar gewooute
op het dek zaten te praten, zeide Mr. Gardiner
op eenvoudigen toon
Wij trouwen te New-York, niet waar Jeanne
O neen. Ik ben vast van plan niet dan
te Paiijs te trouwen.
Wat? riep hij verwonderd uit.
Zout ge dan niet willen, dat ik er hij was
vroeg Berard, niet minder verwonderd.
Integendeel, beste vader, gaf zij glimlachend
ten antwoord. Gij zult mij zelf den arm geven.
Niemand dan gij brengt mij naar het altaar,
en ik hoop, dat de kerk zeer vol zal wezen.
Maar dat kan immers niet, beste Jeanne,
merkte Hanley Gardiner aan, treurig het hoofd
schuddende.
Het kan niet, herhaalde Berard.
Het kan wel, zeide zij vastberaden. Wij
weten wat wij willen, en wat men waarlijk wil, dat
kan men ook.
Berard kende wel is waar haar bedoelingen,
haar standvastigen moed, maar hij wist niets van
het tweede huwelijk van prinses Lavisine en de
vermoedens, die daardoor bij haar waren gerezeu.
Hij begreep zijn dochter niet en sprak op moe-
deloozen toon
Gij weet, beste kind, wat wij gedaan hebben
om mijn onschuld te bewijzen en hoe weinig het
ons heeft gebaat. Mijn verschijning in Frankrijk
zou al zeer spoedig mijn gevangeuneming en mijne
terugzendiog naar Noumea tengevolge hebben
vooral indieu ik mij ia 't openbaar vertoonde
Aan de ^Standard" wordt uit Pretoria gemeld,
dat De Wet deel heeft genomen aan de Boeren-
vergadering, daar belegd om het rapport van de
generaals over hun reis naar Europa aan te
looren. Botha en De la Rey lichtteu het rapport
toe, maar de voornaamste rede was die van De
Wet, aanradende dat de afgevaardigden terug
zouden gaan om het Boerenvolk te vertellen, dat
het behoorde te gehoorzamen aan de vredesvoor-
waarden. Er moet geen vijandigheid zijn tusschen
de Boeren die zich onderworpen hadden voor
den vrede en de anderen. Want alien waren zij
broeders. Als iemand grieven had, mocht hij
een beroep doen op de Engelsche Regeering.
Zoodoende zou men bewijzen, dat men zelfbestuur
waardig was. De Wet voegde er bij, dat men
aem in Europa gevraagd had, of er eenige hoop
Ijestond dat de Boeren hun zelfstandigheid terug
zouden krijgen. De Wet antwoordde toen Jawel.
Toejuichingen.) Immers de Boeren zouden zoo
mooi handelen, dat de Engelschen tenslotte zdlf
zouden verklarenWij moeten aan deze brave
Boeren hun land teruggeven. De algemeene toon
ter vergadering was voortreffelijk. Toen iemand
van de Engelsche Regeering sprak, kreeg hij een
terechtwijzing hij moest onze Regeering zeggen.
De »St.-James Gazette" vertelt, dat de
machtigiug voor de doorvaart van de Dardanellen
aan de Russische oorlogsschepen gegeven werd,
toen een Russisch grootvorst in het najaar te
Konstantinopel op bezoek was. In October pas-
seerden de schepen de Dardanellen. De zaak
was echter zoo geheim gehouden, dat de Engelsche
Regeering eerst een maand later een bepaalde
mededeeling kreeg
Zoodra deze mededeeling was ontvangen, prote-
steerde de Engelsche gezant mondeling bij den
Sultan, en daarop volgde een nota aan de Porte.
In officieele kringen te Londeu wordt de toestand
niet ernstig geacht.
De Engelsche bladen, ook de ministerieele, zijn
lang niet alle met het Eugelsche protest ingenomen,
al is dan ook gebleken dat 'l in lang niet zoo
krachtige termen vervat was als de bladen't lieten
voorkomen. De //Manch. Guardian" bv. vraagt
h Wat recht hebben wij te Konstantinopel Als
de Sultan in vredestijd eenige ongewapende
Russische schepen wil toestaan, de Dardanellen
te passeeren, is dat zijn zaak, en dat geeft
ons geen recht, zoo hard te schreeuwen."
Dat is volkomen waar, lieve vader, en ge
moogt u ook niet vertoonen voor wij den waren
moordenaar van prins Lavisine ontdekt en de
vernietiging van uw vonnis verkregen hebben.
Zoudt ge het voor mogelijk houden vroeg
hij levendig.
Wanneer onze vriend zijn hulp niet ontzegt.
Waar denkt ge aan? antwoordde Mr. Gar
diner. Natuurlijk zal ik alles doen wat ik kan,
maar zullen wij slagen Zijn uw vermoedens
wel gegrond
Ik geloof het zeker, hemam zij Zij blijven
mij zoo aanhoudend in de gedachten en alles
komt mij zoo waarschijnlijk voor, dat ik niet
langer kan twijfelen J a, ja, vervolgde zij
zachter, als sprak zij voor zich zelve, dat
haastig huwelijk die verbintenis met dien man.
alles bevestigt mij in mijn eerste meening Ik
redeneer niet, maaf er is voortdurend iets in mij
dat mij toeroept. Gij vergist u niet, gij zijt
op den goeden wegGa voort, onderzoek, zie
om u heen, luister en gij zult eindelijk dat vinden
zien en hooren, wat gij noodig hebt voor uw doel.
Dat wil ik doeu ik wil vinden met Gods hulp
O laat u niet ontmoedigen en weiger niet mij
te helpen, ging zij voort, zich tot Mr. Gardiner
wendende en hem vurig de hand drukkende, ons
huwelijk zal er door vertraagd worden, maar
slechts voor eenige maanden, en stel u eens voor
welk een geluk voor ons, maar bovenal voor
vader, wanneer hij, in plaats van als banneling
rond te zwerven, met opgericht hoofd in zjjn
vaderland kan terugkeeren Bovendien ik
ben u dat achuldig ik mag u geen naam ten
huwelijk brengen, die men niet noemen durft, ee»