A1 g e a s e n
Hieuws- en Admtentieblad
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4326.
Donderdag 8 Januari 1903.
43e Jaargang.
7 0 0 1
FEUILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
llOIIHIHl:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Sagasia. t
De opstand in lYIarokko reeds
vrijwel gedempt.
Engeland's stoken tegen de
Russische belangen.
Het Russische blad de »Nowoje Wremja" deelt
in een hoofdartikel over »de Engelsche missie in
Seistan" (een provincie van Afghanistan) mede,
dat de Engelsch-Indische regeering een vliegende
kolonne, bestaande uit een eskadron, een groote
afdeeling infanterie en een maxim, 6 officieren,
een topograaf en verscheidene ambtenaren, onder
bevel van majoor Mac Mahon, heeft uitgezonden
naar de Hilmend, om het grensgeschil tusschen
Afghanistan en Perzie bp te leggen. Zooals men
weet, is dit grensgeschil uitgebroken tengevolge
I van een verschuiving van de bedding van de
Hilmend. De »Nowoje Wremja" vraagt, wat
Engeland in Afghanistan te maken heeft; of het
Afghaansche of Perzische belangen wil beschermen,
dan wel of het als scheidsrechter wil optreden.
Rusland mag, zoo betoogt de ^Nowoje Wremja
bij deze gebenrtenissen niet werkeloos toezien.
Wil Engeland de Afghaansche belangen behartigen,
dan is het de taak van Rusland, om voor de
Perzen op te komen. Is Engeland van plan een
scheidsrechterljjke beslissing uit te lokken, dan
moet Rusland ook met klem voor zijn belangen
waken. In het Oosten kan men dergelijke vraag
stukken slechts met de wapens beslissen.
Uit Zuid'Af rika.
Het Transvaalsche gezantschap
te Brussel opgeheven.
TER NEUZEN, 7 Januari 1903.
SEIIZESSCHE (IIIUIVT
ADVEBTENTlfili:
m f. Vnm yln 1 tot 4 regels 0,40. "7ooi elken regel met: 0,10,
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1, franco per po» gjj dilute opgaaf Tin driemaal plaatsing derzelfde advertent)* wordt da pij)
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40 Voor Amenki 1,S24. I'T''' .lechts tweemul berekend.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Poatdirec euren en Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
bushoudera.
OH wad Te^a^W,eMd.,.M VrUd.e.TOaMU,e,o^ op *«J tie -«»-
Nagenoeg onvoorbereid bereikt ons t bericht
van Sagasta's overlijden. De bekende Spaansche
staatsmau, die tallooze ka'oinetten vormde en niet
in stand houden kon, wiens naam dan ook
meer bekend is door zijn veelvuldig optreden als
eerste Minister, dan wel door de daden, in een
of meer dier ministeries bedreven, is gister te
Madrid, 75 jaar oud, overleden.
Pracedes Mateo Sagasta werd in 1827 te
Torrecilla geboren. Hij werd opgeleid voor in-
genienr en was als zoodanig ook enkele jaren
werkzaam. Reeds in 1854 werd hij als afge-
vaardigde in de Cortes gekozen. In 1856 nam
hij deel aan den opstand te Madrid en moest naar
Frankrijk vluchten. Na de amnestie keerde hij
terug en werd professor aan de polytechnische
school te Madrid.
Als lid der Cortes behoorde hij tot de progres-
sistische minderheid, wier orgaan ,/la Iberia hij
redigeerde.
In 1866 nam hij weder aan het oproer deel,
moest weder naar Frankrijk vluchten, maar keerde
in 1868, het begin der revolntie, naar Spanje
terug, waar hij als Minister van Binnenlandscbe
Zakeu in de voorloopige regeering trad.
Dit was zijn eerste Ministerschap, en na dit
kwam hij nog herhaalde inalen aan het bewind,
gewoonlijk afwisselende met Canovas, in 1872
voor de eerste rnaal als Minister-president. Hij
was toen al heel ongelukkig, zijn Ministerie leefde
slechts drie maanden.
De ongelukkige afloop van de Cubaansche
kwestie tusschen Spanje en de Ver. Stateu bracht
hem in 1899 ten val. Toen kwam een nieuwe
conservatieve regeering onder Silvela aan het roer,
welke bij de algemeene verkiezingen in April een
sterken aanhang kreeg. In October 19(H) vormde
»eneraal Azcarraga een nieuw kabiuet. Dit bleef
aan tot Maart 1901, toen Sagasta opnieuw aan
de beurt kwam. Verleden maand trok de ervaren
politicus zich, naar't heette, om gezonaheidsredenen
terng, maar iedereen wist dat de eigenlijke
reden was gebrek aan steun in t Parlement en
daar buiten.
Sagasta is het gedurende zijn lange politieke
loopbaan niet mogen geluxken, de liberate partij
in Spanje tot een, en 'n krachtig geheel te maken.
Daarvoor was hij zelf nog te plooibaar. Maar
erkend dient, dat hij in de kracht van zijn leven
menige bekwame poging daartoe heeft gedaan.
In de latere jaren deed hij weinig meer van
zich hooreu.
69)
Robin had den man, dien hij bespied had, nog
niet herkend. Met een barbaarsche vreugde stelde
hjj zich de mogelijkheid voor, dat het zijn oude
viiand kon zijn.
Als het Fortier was, dacht hij, terwijl hij
met de revolver tot schieteu gereed op Berard toe
trad, met welk een genot zon ik den kerel ueer-
vellen
Eerst toen hij vlak voor den vluchteling stond
herkende hij Berard.
Ha, zijt gij hetriep hij hem toe. Ik had
nog liever gewild, dat hetde andere was geweest
Maar ge zijt ten minste zijn vriend, dat is altijd
watZijt ge bereid om te sterven Ik
schiet u voor den kop, ik heb er het recht toe.
Neen, daartoe hebt ge het recht niet, ant-
woordde Berard, hijgende, niet van vrees, maar
door den Snellen loop, dien hij gedaan had. Gnj
moogt een vluchteling neerschieteu, wanneer hij
zich te weer stelt, maar ik stel mij niet te weer.
Welnu, dan veronderstel ik, dat ge u te
weer hebt gesteld, of dat gij het hebt willen doen,
dat is het eenige verschil.
Gij zult toch geen moord willen begaan
Waarom niet? Wie zou er zich om be-
kommeren Ge zoudt waarachtig de eerste niet
zqn, die van kant is gemaakt, omdat gij te lastig
was. En gij zijt niet alleen lastig geweest maar
ge hebt mij benadeeld bij rniju chefs Denkt
De sultan van Marokko kan weer gernst zijn
de stam van de Hyaina, die hem ontrouw was
geworden en zich aan de zijde van den pretendent-
sultan had geschaard, is na 't maken van een
aanzienlijken oorlogsbuit, ijlings t binnenland
ingetrokken, zonder zich om pretendent-sultan of
sultan te bekommeren, en alleen met het doel
om den buit in veiligheid te brengen.
Van dat aftrekken van een machtigen vijand
heeft de sultan gebruik gemaakt, door spoedig
een sterke expeditie tegen de overgebleven op-
standelingen voor te bereiden. Tot een trefFen
is't evenwel nog niet gekomen. De opstandelingen
durven den strijd niet meer aan, te minder nu
de sultan zich met zijn broeder heeft verzoend,
en daarmee veel ontevredenen weer aan zijn zijde
heeft gekregen.
De ffPeterboerg9kia Wjedomosti" meldt, dat de
Perzische regeeri ig vergeefs kampt tegen den steeds
toeuemenden invloed van Engeland. Engeland be-
taalt aan de geestelijkheid, de hooge ambtenaren en
hun partijgangers ^subsidies" en beweegt deze ele-
menten, om onder het volk tegen Rusland te stoken.
ge soms, dat ik niet weet, wie mij een knoopje
aan boord gebakken heeft... Nu is het uit met
u en met uw beschermers Hier zal niemand
u helpen. Ik heb u, ge gaat er aan.
Hij hief de revolver op en richtte het wapen
op het voorhoofd van Berard
Op hetzelfde oogenblik werd hij echter omver-
geworpen door een man, die tegen hem aanliep.
Het was Fortier.
Met een snelle beweging, zoo plotseling dat Be
rard het niet kon verhinderen, had hij het wapen
dat gevallen was opgeraapt en schoot Robin hier-
mee door het hoofd.
De nDaily Mail" zegt, van generaal Ben Vil-
joen een telegram te hebben ontvangen, waarin
hij verklaart het bevel over den troep Boeren die
naar Somaliland gaan, aan te nemen, als het hem
opgedragen wordt.
Een Reuter-telegram uit Pretoria meldt, dat de
Hollanders daar geen lust toonen deel te nemen
aan de huldiging van Chamberlain. Aan het
feestmaal, dat heden ter zijner eer wordt gegeven,
zullen zij geen deel nemen. Botha zon moeite
doen hen te bewegen hun onverzoenlijke houding
te laten varen.
In een speech te New-Castle zei Chamberlain,
dat men het verleden moest laten rusten. De
Engelsche regeering had mogelijk fouten begaan,
doch zulks was niet „uit gebrek aan gevoel" doch
jyuit gemis aan kennis" geschied.
Een nieuw gezichtspunt. Doodslaan, niet zoo
zeer uit gebrek aan gevoel, maar uit gemis aan
kennis
Brussel, 5 Jan. Dr. Leyds en de leden der
voormalige Transvaalsche legatie alhier hebben
heden-avond deze stad voor goed verlaten. Dr.
Leyds zal zich te Utrecht vestigen.
In de jaarvergadering der afdeeling Ter Neu-
zen van de schippersvereeniging #Schuttevaer"
wsrden de aftredende bestuursleden, de heeren
P. A. van de Velde en J. Tollenaar Sr. herbe-
noemd.
Voor het aanvangen der algemeene besprekingen
stipte de roorzitter verschillende verbeteringen
aan die door de afdeeling in het afgeloopen jaar,
door de welwillende medewerking der autoriteiten,
waren verkregen.
Als resultaat van de besprekingen werd besloten
Aan het hoofdbestuur te verzoeken op de agenda
voor de te Deventer te houden algemeene ver-
gadering te plaatsen de volgende punten
1°. Een voorstel om aan de Regeering te ver
zoeken voor alle vaartuigen van 40 ton en daar-
boven het voeren van top- en seiulichten bij nacht
verplichtend te stellen.
Ofschoon de voorsteller het wenschelijk acht,
dat alle vaartuigen ook seinlichteu voeren, aange-
zien men bij toplichten alleen niet kan waarnemen in
welke richting een vaartuig dat men ontmoet zich
beweegt en aanvaringen daarvan het gevolg kunnen
zijn, nam hij er genoegen mede, om in het voor
stel als overgangsmaatregel, vaartuigen beneden
de 40 ton van die verplichting alsnog vrij te laten,
te meer waar die kleine vaartuigen voor hunne
veiligheid het mime, drukke vaarwater mijden.
2°. Te verzoeken scherper toezicht op de
naleving van art. 8 van het reglement van politie
voor de scheepvaart en de vletvaart op deu Rijn
en de Lek van 12 April 1892 (Stbl. n®. 86),
waarbij is verboden dat sleepconvooieu in dezelfde
richting naast elkaar varen.
Het komt thans voor dat drie convooien naast
elkaar varen, waardoor de vaart geheel gestremd
wordt.
8". Aan het gemeentebestuur van Doidrecht
te verzoeken aan den zuidelijken oever van af
de Harmonic tot boven de Vuilpoort op 50 M.
uit den wal een ankerplaats voor binnenvaartuigen
te willen beschikbaar stellen, daar sedert de ver-
breeding van de Noord, de ankerplaats van daar
tot Papendrecht is opgeheven.
Waar, nn de verlichting aan- en het pad langs den
steiger in de Oostbuitenhaven alhier zoo uitstekend
in orde zijn gebracht, den slechten toestand van
den weg daarheen van af de Smidswal over den
dijk ten noorden van de gemeentehaven zoo zeer
in het oog springt, zal getracht worden ook ver-
betering en verlichting van dien weg te ver-
krijgen.
Voorts zal, ter voorkoming van schadevaringen,
worden verzocht het aanbrengen van beschuttend
houtwerk aan de palen die in het buiten sluishoofd
der Oostsluis zijn geplaatst ter bescherming der
sluisdeuren en werd het bestuur opgedragen te
onderzoeken of uilbaggering langs het steiger in
de Oostbuitenhaven zou te verkrijgen zijn, aan-
gezien de diepgang geladen schepen met toelaat
daarlangs te meeren, als komende die met laagwater
op de glooiing aan den grond waardoor dan
gevaar ontstaat dat ze op zijde vallen.
Geklaagd werd over de belemmering van het
jaagpad langs den Oostelijken kanaalarm, vooral
boven de spoorbrug, waar nu weer een kolenkraan
is geplaatst, doch welk jaagpad reeds veeltijds
door daar in lossing liggende zeeschepen werd
belemmerd.
In het breede werd daarover gediscussieerd, en
erkend dat gebrek aan ruimte hiervan de oorzaak
is evenwel, de binnenvaart ondervindt steeds meer
en meer hinder, waarom de aandacht der autori
teiten daarop zal worden gevestigd.
Na het vertrek van Berard, was Fortier, in
plaats van de bannelingen te volgen op dezelfde
plek blijven staaD, waar zijn vriend hem voor het
laatst de hand had gedrukt.
Hij wist zeer goed, welk een onvoorzichtigheid
hij beging. Zijn achterblijven zou het aandeel ver-
raden, hetwelk hij in de ontvluchting van Berard had
gehad, en de directeur zou ongetwijfeld zijn be-
lofte intrekken. Hij zou tot zijn dood op het
eiland Nou moeten blijven en Marcelle Hebert
was voor hem verloren.
Dit alles schoot hem door het brein en toch
kon hij zich niet losscbeuren van de plek, waar
hij de lange gestalte van Berard zich naar de
kust zag voortspoeden. Even vreeselijk als hij
was in zijn haat, even onwankelbaar trouw was
hij in z(jn gehechtheid aan de personen, die hij
liefhad.
Ik wil hem in het oog houden, tot hij in
de sloep gaat, dacht Fortier bij zichzelf. Als hij
gezien wordt en gevaar loopt weder gevangen ge-
nomen te worden, kan ik hem wellicht helpen.
Hij heeft mij het leven gered ik moet het mijne
voor hem veil hebben, laat er van komen wat wil.
Weldra verdween Berard uit zijn gezicht, hij
moest zonder twijfel de kleine hoogte aan de kust
bereikt hebben.
Een laatste vuurpijl verhief zich van het kleine
eilandje in de lucht, en Fortier bespeurde twee
maunen op het strand, bij het snel verdwijnende
licht.
Het waren zonder twijfel de gedaanten van
Mr. Gardiner en Berard.
Maar waarom stond Berard dan zoo roerloos
Waarom haastten zij zich niet naar de sloep
Bij het licht, hetwelk de vuurpeil had verspreid
had hij meenen waar te nemen, dat zij druk te
zamen spraken, dadr was het nu immers geen
tijd voor
Fortier werd ongerust, hoewel flauw en ondui-
delijk zag hij de beide gedaanten nog op dezelfde
plaats staan. Een licht briesje bracht het geluid
van luid sprekende stemmen tot hem over. Geen
twijfel meerz6o luid zou Mr. Gardiner op dit
oogenblik niet spreken. Daar gebeurde iets ver-
keerds, Berard was in gevaar
Als een bliksemstraal schoot hem de gedachte
aan den gehaten hoofdopzichter door het hoofd.
RobinHet is Robinriep hij uit, en
met een sprong als van een tijger wierp hij zich
in de struiken en spoedde zich naar de kust.
Plotseling met zijn ijzeren vuisten greep hij
Robin in de schouders, zette hem de knie in den
rug en wierp hem met zooveel krscht achterover
op den grond, dat het wapen den hoofdopzichter
uit de hand viel, waarmee hij den opzichter dood
schoot. m
Gij zijt vrij Yaarwelriep hij opspnn-
gende uit.
Zonder Berard aan te zien hij durfde niet
vlood hij heen als een verschrikt dier en verdween
tusschen de struiken.
Een half uur later stond Fortier achter de
Hoeve tusschen de bijgebouwen, langzaam water
ophalende uit den put, die daar door de veroor-
deelden jaren geleden gegraven was.
De dag begon aan te breken, het oostelijk
gedeelte van den hemel werd verlicht.
Een oogenblik later kwam de afdeeling terng,
die voor het aaubreken van den dag levensmiddelen
uit de gevangenis had gehaald. De opzichter
riep volgeus gewoonte de namen af. lwee mannen
ontbraken Berard en Fortier. De man verschrikte
en begon woedend te vloeken en te razeu, toen
hij op hetzelfde oogenblik om zich heen zag en
Fortier in het oog kreeg, die bedaard bezig was
met water te putten.
Wat doet gij daar riep hij naar hem toe
gaande. Zijt gij niet mee geweest met de anderen
Neen. Gij hebt mij gisteren gezegd, dat ik
vandaag water moest putten.
De opzichter drong niet verder bij hem aan, hij
was te veel verheugd, dat hij een van de outbre-
keuden had ternggevouden, en haastte zich den
andere te gaan zoeken.
Hij keek nog altijd rond, toen een kanonschot
vau de reede dreunde. Het was de afscheidsgroet
van de ^Florida" die met het opgaan der zou statig
wegstoomde en Noumea eeu afscheidsgroet toezond.
(Wordt vervolgd).