A1 g e m e e a
Hisuws' ©a Ad?0it0ati0blad
Zeeuvseh-Vlaaaderea.
RUST WAT.
No. 4323.
Donderdag 1 Januari 1903.
43® Jaargang.
7 0 0 t
~0 NDERZOEK
geoefendheid van lotelingen der lichting 1903,
HIHDEBWET.
Gemengde berichten.
ABONNBMENT:
Per drie maaaden binuen Ter Neuzen f l,™-. Franco per post: Too?
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYEKTOTIlS:
Van 1 tot 4 regeli 0,40. Voor elken regel meer f 0,10
Bij direete opgaaf van driemaal plaataing derselfda advertenhe wordt da pu?
gjgchts ti eenaal berekend.
Grootere letters worden naar plaateruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
NAAR DE
die dingen naar het bewijs voor militaire
bekwaamheid of lichamelijke geoefendheid.
De reiziger, geloopen hebbende langs de
groote wegen in het land, of ook wel door de
binnenpaden, die de heirbanen kruisen, ziet
verlangend uit naar een gastvrije, herbergzame
plek, waar hij zijn vermoeide leden rust kan
geven, zijn door den marsch verstijfde beenen
vrn kan uitstrekken, zijn gezwollen voeten
weer op dreef kan doen komen.
Gelukkig gevoelt hp zich, als hij komt voor de
deur, waarboven het uitbangbord //Rust wat"
hem noodigt tot binnengaan en hem verzekert,
dat hij daar binnen vinden zal, wat hij behoeft
rust om te bekomen van den loop, die achter
hem is, rust, om nieuwe kracht te verzamelen
voor den marsch, die hem nog wacht en dien
hij toch nog te loopen heeft, niet ontloopen
kanwil hij zijn veilig Te Huis bereiken, dat
hem toch altoos wat meer en wat beters geelt
dan de herberg //Rust wat"
'tis waar er zijn hier en daar en overal
wel wat veel van die kapelletjes, heilige huisjea,
of hoe de volksmond ze meer noemt, wel wat
veel, meer althans dan noodig om rust te geven
aan de wandelaars of andere loopers, die aan
rust behoefte hebben, zooveel soms, dat de
menschen er gansch wat anders doen, dan
rustenToch was 't een goede gedachte
om dergelijke inrichtingen aan te duiden door
n Rust wat."
En al gaat het er op lijken, dat van loopen
de menschen niet meer behoeven uit te rusten,
omdat loopen uit de mode raakt, al wat fietst
en motort en automobielt in onze dagen moet
toch ook nu en dan rusten om de twee ge-
noemde redenen uit te rusten van den afge-
legden tocht, zich te sterken voor den nog
af te leggen weg.
»Rust een wijle", zong, meenen wjj, Dr,
Laurillard, toen hij zjjn oudejaars-gedachten in
schoone rijmen bijeenvoegde en hoop uitsprak voor
het jaar, dat op het oude volgt.
Men moge zeggen, dat de mensch steeds en
altijd weer gelegenheid heeft, om een wijle te
rusten, ieder oogenblik van den tijd kan te haat
nemen, om in zijne binnenkameren te gaan,
opdat hij alleen zij, alleen met zich zelf, om
verantwoording aan zich zelf te doen, ons komt
let voor, dat er als vastgestelde tijdstippen zijn
aangegeven, waarop men meer dan anders zich
tot een „Rust wat" gedrongen gevoelt.
En zulk een tijdstip is de overgang van het
oude naar het nieuwe jaar.
Dan ziet de mensch zonder uitzondering, hij
bekenne het of niet, als met het eene oog
achterwaarts en met het andere vooruit. Dan
schijnt het, of de mensch, als god Janus, twee
aangezichten heeft, waarvan het eene kijkt naar
wat was en het andere tracht te vorschen wat
komen zal.
Rust watNiet alleen de physieke mensch
leeft daaraan behoefte ook 's menschen geest
verlangt er naar, omdat er soms o, zooveel kan
gebeurd zijn in een eindigend jaar, zoo ont-
zaglrjk veel, buiten ons om en binnen in ons
dat ons moede heeft gemaakt, o, zoo moe, dat
we zouden vertsagen, als we niet konden uit-
rusten, om met nieuwen moed straks voort
te gaan.
Buiten om ons. Ten Kate zong
En nog is het ons, alsof we hooren, al
galmde in de laatste dagen bijna overal het
schoone, aloude ,/Vrede op aarde, in menschen
welbehagen", het krijgsgedruisch in de verte,
waardoor een dapper volk, dat vocht voor zijne
huisaltaren, het onderspit moest delven voor
de macht van het zwaard, waarvan dezelfde
dichter vraagt
Nog lang zal 't duren eer //de wolf en het
lam samen zullen weiden en de leeuw stroo
zal eten als een rund", zooals in Jesaja ge-
schreven staat. Want nog lang zal 't zijn
Maar toch ook, meer dan vroeger en steeds
in grooter getal staan gereed de helpers in den
nood, die probeeren, zoo spoedig mogelijk, de
geslagen wonde te heelen, de pijn te verzachten.
En ook worden steeds meerderen overtuigd,
dat de moed in den krijg niet de eenige is,
dat de moed, die zich toont in den dagelijkschen
handel en wandel vaak grooter, immers zeer
zeker nobeler is. Naast het Roode staat het
Groene Kruis
Ons bestek laat niet toe bijeen te garen, wat
hier en daar, in Oost en West, in Zuid en Noord
ziedt en kookt, hoe men hier star blijft staan
bij het oude en zich blind staart op verschoten
kleuren en verbleekte toestanden van't verleden,
en daar alles hoopt van vernieuwing en ver-
andering, zoodat men tegen vernieling en ver-
woesting niet opziet en zijn gezicht benevelt
door bedriegeljjke schitteringen in 'tverschiet
Trouwens, we trachten in onze wekeljjksche
uitgaven alien op de hoogte te houden van wat
er belangrijks voovvalt, zoowel in regeerings,
als in maatschappelijke kringen. Maar toch
Yaderlandsliefde is een niet juist te omschrij-
ven begrip. Maar we meenen toch heden er
op te kunnen wijzen, dat we gelukkig ons
mogen noemen Nederlanders te heeten.
J a, de wind werd wel eens hevig, in regeerings-
als in andere kringen, storm werd wel eens
voorspeld orkaan is het nooit geworden.
Zeker, de wateren kwamen wel eens hoog en
de nacht werd wel eens duister, dijkbreuk
ontstond er niet en het nachtelijk donker werd
niet zoo ondoordringbaar, dat er geen enkel
starretje meer gloorde. In de politiek, zoowel
als in het maatschappelijk leven bleef over
't geheel de goede toon bewaard, zoo dat menig
ander volk er zich aan spiegelen kan. Neder
land, ons vaderland, en wij, Ter Neuzen,
kunnen dankbaar terugzien op 1902.
Rust een wijle
Binnen in ons. Gewis, veel leed is er ge-
leden, veel smart, ook stille, is gedragen maar
naast de onspoed stond ook vaak het geluk,
gereed om zich door ons te laten grijpen, als
we de rechte manier maar kenden. Het best
waren zeker zij er aan toe, die opmerkten
de bloeme, die groeit aan 't kruis."
1903 staat voor de deur. Het nieuwe jaar
heeft gekloptwe moeten opendoen, of we wiilen
of niet. Wat zal het ons brengen Wie, die
het antwoord geven kan. Voorteekenen be-
driegen vaak, dus daaruit kunnen wij geen
conclusie trekken. Hoe we ook staren de
toekomst brengt geen licht. Maar wel mogen
we hopen, en met te meer grond naarmate we
vaster gelooven
En ook mogen we gelooven, gelooven, dat
de mensch is, kraehtens de bovenaangehaalde
Kerstwoorden,
Als ieder eens trachten wilde gelukkig te
maken, om gelukkig te worden
We herinneren ons de schoone in figuur-
lijken en letterlijken zin schoone woorden
van een verlicht man
Rust wat
Als de Ter Neuzensche Courant ook eens
even rusten mag om naar achteren en naar
voren te kunnen zien, dan stemt het eene haar
tot groote dankbaarheid voor velerlei waar-
deering, al bleef haar pogen niet onaangevoohten,
en geeft het andere haar hoop op een goede
toekomst, die zij met al haar krachten zal
probeeren waardig te zijn.
Aan alien een gezegend Nieuwjaar
Onlangs is gemeld, dat te Gramsbergen het
volgende geval zich had voorgedaan Een paartje
zou in ondertronw worden opgenomen toen men
goed en wel met de plechtigheid was begonnen,
verscheen de rijkspolitie, om den pantalon, welken
de bruidegom aan had, in beslag te nemen. Deze
was genoodzaakt, dat kleedingstuk uit te trekken,
en daar in neglige gevoeglijk niet met de plech-
tigheid kon worden voortgegaan, leende de burge
meester hem een anderen pantalon.
Voor de rechlbank te Assea is nu tegen den
iruidegom, Jan H., uit de Krim, wegeus het
wegnemen van den pantalon uit den winkel van
Alsters te Coevorden 3 maanden gevangenisstraf
geeischt.
Van je familie moet je het maar hebben
Juffrouw S., wonendeinde Borgerstraat te Amster
dam, had onlangs van haar zuster, die sedert
eenige jaren in Duitschland woont, een brief ont-
vangen, waarin zij mededeelde, dat zij met de
[Cerstdagen haar eens zou komen bezoeken.
Allerlei heerlijke plannen werden gemaakt en toen
znsjelief kwam, was het eerste zeggen om toch
vooral niet te gauw weg te gaan en ten minste
▼eertien dagen te blijven logeeren. Nu, dat zou
de Duitsche zus dan maar doen, zij hadden elkaar
in zoo'n langen tijd niet gezien. Zaterdagmiddag
zou juffrouw S. even een paar boodschappen gaan
doenhaar zuster bleef thuis, voorgevende, dat
zij hoofdpijn had. Toen zij terugkwam, was echter
ook de zuster uitgegaan. Wel was zij daarover
eenigszins verwonderd, maar bleef geduldig wachten.
Het werd etenstijd en nog was zusjelief niet
thuisgekomenals zij maar niet was verdwaald I
In elk geval zou maar vast de tafel gedekt
worden. Maar, o schrik, uit het penantkastje
waren tien zilveren eetlepels weg, ook van de
messen met zilveren heften waren er tien zoek,
en al verder den boel eens nakijkende, miste ze
nog zes zilveren koffielepeltjes, een gonden dames-
remontoir, twee gouden ringen en een dito broche.
Al spoedig bleek, dat de zuster naar haar
//Heimath" was teruggekeerd en behalve het
bovengenoemde, ook nog een nieuwen hoed en
een wandelcostuum van haar gastvronw had aan-
gedaan.
Wanneer ze nu te weten komt, dat in hetzelfde
kastje, waaruit de kostbaarheden waren wegge-
haald, onder een courant honderd vijf en twintig
gulden aan specie lag, zal zij zeker spijt hebben,
dat ze niet nauwkeuriger gesnuffeld heeft.
Dat iemand op zee door een roofdier wordt ver-
volgd, komt niet alle dagen voor, zegt't //Nieuws."
Dezer dagen overkwam dit een Dungerdammer
visscher, die zijn vangst op een slede had geladen
en zich daarmede huiswaarts begaf. Eensklaps
bespeurde hij achter zich een grooten otter, die
waarschijnlijk de lucht van de visch gekregen had
en blijkbaar een aanval op de slede iu den zin
had. De visscher bleef zijn weg vervolgen, en het
dier heeft hem zoolang op den voet gevolgd, tot
hij dicht onder den w&l kwam, waarna het zich
weer verwijderde.
In de Vaaltstraat (te Zutphen). 'n Vrouw-
mensch smijt nit een borenverdieping een schurf-
tige kat op straat. Jongens en opgeschoten lum-
mels staan er naar te kijken. 't Vrouwmensch
roept hen toe maken jnllie 't nu maar verder
kapot."
De jongens en de opgeschoten lummels gaan
de kat met stokken te lijf't beest, stervend, tracht
zich weg te sleepen, valt telkens weer neer.
Telkenmale weer wordt het opgehitst, geprikt
en geslagen.
Menschen met een goed hart, komen langs,
nemen de kat op, om het halfdoode dier pijnloos
te laten afmaken.
De dierenbeulen hoonden hen nog wat na.
(Z. C.)
Donderdagochtend is er zooveel sneeuw te
New-York gevallen, dat de wegen met een dikke
laag bedekt zijn. Het verkeer is ten
eeneumale belemmerd, niet slechts in de straten,
maar ook langs de hooggelegen spoorwegen.
TBI \KISE\S(BK C0HRA1IT.
naaoilag-, Wuenadag- en VeiHtnunvond. mltgeaonderd op feeatdagen, blj de Flrma P. M. YAM DB
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, brengt
ter algemeene kennis, dat de lotelingen dezer gemeente van
tie lichting 1003, die zich hebben aangemeld tot deememmg
aan het onderaoek naar de geoefendheid van hen, die dingen
naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid,
hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel
▼oor heide (art. 104 der Militiewet 1901,) voor dat onderzoek
zullen raoeten aanwezig zijn op Maandag. den Janu-
Ari des voormiddags te lO uur, in de kazerne,
Korte Noordatraat te Midddburgen dat zij die er de voorkear
aan geven aan bedoeld onderzoek, dat te IJzendyke zal plaats
hebben, deel te nemen, in laatstgenoemde plaats den llea
Januari lOOS, des voormiddags 9,30 uur in het Bears-
«eboaw moeten aanwezig zijn.
Ter Neuzen, den 29 December 1902.
De L* Burgemeester,
P. MOES.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad n». 222
van 189(1,) maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd
een verzoek van GOVERT VAN DER PEIJL, metselaar
te Ter Neuzen, om vergnnning tot het uitbreideu zijner kalk-
blusscherij, staande aan den toegangsweg naar het spoorweg-
station, kadasiraal sectie C 2915;
en dat op Maandag, 12 Januari 1903, des namiddaga van
S tot uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal
worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren
in te brengen en deze mondeling of scbriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 29 December 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
P. MOES, L° Burgemeester.
J. L. OOSTERHOEF, Secretaris.
Uit der menschen duizendtallen
Leeft niet &n
zich zelf alleen.
Dus de Volkren, groot en kleen
Allen zijn bestemd voor alien 1
Daarom moeten ze eens elkaar
Naadren, kennen en waardeeren,
Liefde leeren, Leven leeren
Lonterend elkanders waarde,
Ruilend, bij het gned der aarde,
Al den schat ran Hart en Geest,
Kennis, Kunsten, Gunsten, Gaven,
Die ontwikklea en beschaven
Diensten, Deugden allermeest
Is 't staal de Waarheid,
Die 't pleit beslecht
Staaft zeker Onrecht
Onzeker Recht
De krijger keert naar huis, zijn erf en goed,
Zijn vrouw en kind, eilaas, 'tis al verslonden
Langs alle wegen drijft er menschenbloed,
En de aarde drinkt dit vloeisel van de wonden.
Een doodsche stilte volgt den naren strijd
'tis wee in 't land, 'tis rouw in veel gezinnen
Nu wordt de grond rerdeeld bij vredestijd.
Der groote maaiers oogst is binnen
Bij plaats voor alien
En brood voor elk,
Wat leegt de Hebzucht
Den zwijmelkelk,
Totdat zij, dronken
Van overmoed,
Den greep durft wagen
In'sbreeders goed?
Welzalig huis en harte,
Waarin de Liefde woont,
En ook in tijd van smarte
De heil'ge Eendracht troont.
Een kind
Van God bemind
En tot gelnk gescbapen.
De lendenen omgord en brandende de lampen
Zoo roept het jaar u toe, nu ge aan zijn ingang staat
Weest vaardig en bereid tot werken, dienen, kampen,
Tot scheiden als u* ure slaat
Steekt uwe lampen aan ook als een zon van zegen
Uw levenspad bestraalt en in nw woning lacht
Omgordt ngij moet voort op de onbokende wegen
De lampen aanstraks komt de nacht
Kweekt bloemen, bloemen,
.Wie ge zijt
Een bloens heeft 't leven
Vaak verblijd