A 1 g e m e e n
Uieuws- en Advertentieblad
Zeeuwscb'Tlaanderen.
No. 4320.
Dinsdag 23 December 1902.
a 40 cent.
Kantoorbehoeften.
Kantoor- on Schrijfbshoeftsn
7 0 0 f
42® Jaargang.
"Wegens het Kerstfeest
zal a.s. Vrijdagavond geen
nummer van dit blad ver-
schijnen.
BURGERLIJKE STANDr
FEUILLETON.
ONSCHULDIG VEROORDEELD.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgio 1,40. Voor Amerika 1,82}.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
OTIXTSNTiSS
Van 1 tot 4 regeli 0,40. Voor alien regel meei 0,10.
Bjj directs opgaaf ran driemaal plaatsing derselfde advertent)* voidi cu
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatanumte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Nieuwjaars-advertentien
voor het nummer van 1 Januari
1903, dat Donderdagmorgen
1 Januari zal verschijnen, worden weder
geplaatst
De inzendingen kunnen geschieden tot
uiterlijk Woensdag 31 dezer, des na-
middags 4 ure.
Ter Neuzen, 22 Dec. 1902.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
Ten einde teleurstelling te voorkomen zij
herinnerd, dat voor de TER NEUZENSCHE
COURANT met geen lljst om advertentien
wordt rondgegaan.
Prijsopgaaf wordt gevraagd van ten behoeve der
gemeente-administratie van TER NEUZEN te
leveren
naar ter gemeente-secretarie ter inzage liggende
opgaaf en monsters, uiterlijk Maandag, 5 Januari
1903, 's namiddags 8 uren.
Ter Neuzen, 22 December 1902.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Het Boerenhulpfonds.
Duitsche bladen beric'hteu, dat generaal Botha
door bemiddeliug van den beer J. Duiven te
#4) 1
Fortier had inderdaad meer reden van tevreden-
heid, dan hij zelf wist, daar Mr. Gardiner be-
sloten had nog dienzelfden dag zijn belofte om-
trent Marcelle Hebert gestand te doen. Tegen
twee uren in den middag liet hij zich met ziju
sloep naar Noumea brengen. Aan land gekomen
zocht hij zonder verwijl den directeur-generaal op,
het hoofd van bestuur over alle gevangenen en
inrichtingen der verbanuingskolonie.
Gaat ge nog eens naar Boural terug vroeg
de directeur, toen Mr. Gardiner had plaats ge-
nomen. Ik dacht dat uw studien daar geeiudigd
wren
Volkomen geeindigd, waarde heer. Maar
ik weuschte om een andere reden er heen te gaan,
en ik kwam juist hier om u toestemmiug te vragen,
die ik uoodig heb, om iemand daar te spreken.
Wien Een galeiboef?
Dat niet zoo zeer, ik wenschte een der
vrouwelijke veroordeelden te spreken, die met het
transport van de *Saone" is medegekomen.
Marcelle Hebert P vroeg de directeur.
Utrecht eenige bekende Boerenvrienden in Duitsch-
land heeft opgedragen, een lijst op te maken van
in Duitschland vertoeveude weduwen en weezeit
van uitlanders, die strijdende voor de republieken
gevallen zijn, en van verminkten onder die categorie
van strijders, voor zoover zij noodlijdend mochten
zijn. De generaal wenscht hun namelijk uit het
,/Generale Boerenhulpfonds" onderstand te ver-
leenen. Aan de belofte van generaal De la Rey,
onlangs in Duitschland afgelegd, wordt hicrmee
reeds een begin van uitvoering gegeven.
Manifest der Boeren-generaals.
Brussel, 19 Dec. De dagbladen maken een
manifest van de generaals Botha en De la Rey
openbaar, gedagteekend Londen, 12 Dec. Daarin
wordt gezegd, dat het besluit van den Britschen
Minister van Kolonien om naar Zuid-Afrika te
gaan, de generaals heeft doen besluiten hnn voor-
nemen op te geven om verschillende centra van
Belgie te bezoeken. Wij vertrekl&n, zeggen zij,
Zaterdag naar Zuid-Afrika om ons ter beschikking
van Chamberlain te stellen en hem ter plaatse
de inlichtingen en de hulp te verstrekken, welke
hij wenschen mocht, in de hoop, dat wij daarmee
ons verlangen zullen bewijzen om met onze nieuwe
regeering samen te werken en om aan onze on-
gelukkige landgenooteu de bestediensten te bewijzen.
Wij betnigen onze zeer diepe dankbaarheid aan
alien die, in Duitschland, Frankrijk, Zwitserland
en Belgie, zoo edelmoedig hebben geantwoord op
ons beroep ten gunste van de weduwen en weezen.
Wij rekenen er op, dat onze edele vrienden hun
pogingen zullen voortzetten ten bate van onze
arme landgenooteu.
De Engelsche politiek.
Lord Lansdowne, de Engelsche Minister van
Buitenlandsche Zaken heeft dezer dagen het woord
gevoerd aan een politiek feestmaal in het Hotel
Cecil te Londen. Na Washington's waarschuwing
tegen ingewortelde anlipathieen te hebben aan-
gehaald, sprak hij er zijn genoegen over uit, dat
Duitsche en Britsche oorlogsschepen gemeenschap-
pelijk handelen in Venezuela. Wat Frankrijk
betreft, ofschoon hij tot zijn leedwezen verplicht
was de uit een rijke verbeelding ontsproten bewe-
ring tegen te spreken dat alle denkbare moeilijk-
heden op het punt waren, bijgelegd te worden,
waren zulke geruchten hem toch welkom, omdat
zij aantoonden dat de wind der openbare meening
in de goede richting waait.
Er zijn andere mogendheden voor wie wij een
ingewortelde sympathie voelen, vervolgde Lans
downe, b. v. de Ver. Staten en Portugal. Ook
maakte hij gewag van de faciliteiten die Italie
aan Engeland verschaft in Somaliland.
Hij gaf als zijn meening te kennen, dat, hoe
meer de groote mogendheden samen handelden
en elkander vertrouwden, hoe beter dit voor de
belangen van den wereldvrede zou. wezen.
Hoe weet ge dat
Ik raadde het omdat ik weet, dat gij in
dien Fortier belang stelt. Ha, gij deukt, dat ik
niets weet Maar gij vergist u, ik weet integeu-
deel alles en ik weiger u eenvoudig mijn toe
stemming om naar Bonral te gaan.
Mr. Gardiner ontstelde in het eerst niet weinig
bij deze woorden. Hij stelde zich echter weldra
gerust, toen de directeur hem bij den arm nam
en in een hoek van de zaal tot hem zeide
Ik wil niet toestaan, dat ge u de moeite
zult geven om naar Boural te gaan, daar ge Mar
celle Hdbert veel gemakkelijker te spreken kunt
krijgen. Ik zal dadelijk bevel geven, dat zij naar
Noumea moet gebracht worden. Ge kunt haar
dan in het hospitaal of in het St. Jozefs-klooster
spreken.
Ik dank u zeer voor uw goedheid, sprak
Mr. Gardiner uit den grond van zijn hart.
Kom, kom. Bedank mij niet, voor zoo'n
kleinigheid. Ik ben gaarne bereid u in alles van
dienst te zijn. Bezoekers als gij zijn zeldzaam
genoeg in dezen verloren uithoek, en daarom
moeten wij het hun naar den zin trachten te
maken, dat zij nog eens terugkomen Er is
slechts een ding, vervolgde de directeur met een
fijn glimlachje, dat ik u eenigszins kwalijk heb
genomen.
Het Venezolaansche geschil.
La Guayra, 18 Dec. De Duitsche kruiser
„r'alke" heeft heden deu Venezolaanschen schoener
Victoria" te Maracalbo genomen en onklaar ge-
maakt. Het geval heeft groote opschudding te
Maraca'ibo verwekt.
Caracas, 18 Dec. Niettegenstaande deu kritieken
toestand zijn alle vreemdelingen veilig, zijn de
winkels heropend, en is de spoorwegdienst hervat.
Londen, 19 Dec. Men verneemt, dat van
Engelsche zijde op het door de Ver. Staten
geopperd voorstel om de Venezolaansche kwestie
aan scheidsrechterlijke beslissing te onderwerpen,
geantwoord is op een wijze, die een bevredigende
opiossing waarschijnlijk maakt. Engeland wil
echter uitsluitend met de Ver. Staten te maken
hebben en geheel buiten president Castro om
handelen.
Caracas, 20 Dec. De regeering wacht met
smart op antwoord uit Washington omtrent't arbi-
tragevoorstel.
In de avondvergadering der Tweede Kamer van
Vrijdag werd een aanvang gemaakt met de be-
handeling van de Waterstaatsbegrooting.
De heer De Klerk vroeg wijziging in de voor-
schriften betrefifeude overwerk en op vergoeding
van salaris voor zon- en >feestdagen.
De heer Van Nispen vreest dat partieele regeling
van het verkeer per automobiel de algemeene
regeling, die noodig is, van veiligheid op de
openbare wegen zal praejudicieeren.
De heer Van de Velde maakt bezwaar tegen
het toestaan van tolheffing voor rijwielen.
De heer Helsdingen wenscht betaling van over
werk aan werklieden bij den Waterstaat die langer
dan 11 uur per dag werken.
De heer Melchers ondersteunt den aandrang tot
droogmaking der L&uwerzee.
De Minister van Waterstaat wil nagaan of in
den werktijd der arbeiders bij den Waterstaat
wijziging is te brengen en aan den schaftijd wil
hij gaarne de hand laten houden. In de betaling
der losse arbeiders is z. i. geen wijziging te
brengen. Met het or.derzoek der plannen naar
droogmaking der Lauwerzee is een techuische
commissie bezig. Het ontwerp inzake veiligheid
op de wegen is terug van den Raad van State.
Tolgeldheffing voor rijwielen is niet onbillijk.
Bij artikel 9 bepleit de heer Van Gijn nu voor
de 12e maal en bij de 5e Regeering de zaak van den
Dordtschen Wsterweg.
De Minister verklaart dat ten aanzien van het
Hellegat gebleken is uit het voltooid ouderzoek, dat
verbetering van hetstroomvak blijvend mogelijk is.
De toestand van den Dordtschen Waterweg is
ongunstig, niet omdat de Waterweg achteruit gaat
maar omdat er meer dan ooit te voren schepen
Wat heb ik dan gedaan?
Het betreft de zaak van Fortier. Het spijt
mij, dat ge u niet dadelijk tot mij in plaats van
tot den commandant van Nou hebt gewend, om
dien man te helpen.
Ik verzeker u, waarde heer, dat ik dit
alleen uit bescheidenheid heb gelaten. Ik wist
te goed, hoe overladen gij zijt met werk, en achtte
het dus beter n niet lastig te vallen met zulk
een kleinigheid als de overplaatsing van een ver-
oordeelde van de vierde in de derde klasse
Zooals ge weet is dat alles wat ik gevraagd heb.
Ik weet het. Ik zou er misschien niets
van gehoord hebben zonder de bijkomende ge-
schiedenis van dien opzichter Robin. De com
mandant van Nou heeft een rapport over dien
man bij mij ingediend. Ik deed onderzoek en
vernam tegelijkertijd dat gij belang in Fortier
stelt een bijzonder groot belang, niet waar?
Inderdaad, de brief die mijn zuster ontving
was zoo dringend, dat wij niet anders konden
doen dan er dadelijk werk van te maken.
Tot miju genoegen hoor ik, dat de man onze
belangstelling volkomen waard is.
Dat hoor ik ook en ik verzeker u, dat ik
hem van nu af aan onder mijn bescherming zal
nemen. Zijn straf kan ik niet verminderen en
evenmin zijn straftijd verkorten, er zullen nog
met grooter diepgang langs Goeree binnenkomen.
De Minister is tot speed bereid, maar de zaak
eischt uauwgezet onderzoek.
De beer Smeenge wees op het belang van een
vlnchthaven te Krammer en sloot zich overigens
aan bij den heer Van Gijn.
Bij art. 11 dringt de heer Krap aan op ver
betering der positie der ingenieurs van den Water
staat.
De Minister zal de ontvangen wenken overwegeu.
Bij art. 15 dringt de heer Smeenge, dankbaar
erkennend dat de kanaalbeambten de laatste Z
jaar in gunstige conditie zijn gekomen, aan op
tegemoetkoming in andere wenschen dezer lieden,
met name opname dezer beambten in het pensioen-
fonds.
De heer Passtoors, zich hierbij aansluitend,
acht gewenscht dat alle salarisverhoogingen in
1906 afloopen en bepleit meerdere uacht- en
Zondagsrust, verbetering der dienstkleediug voor
zooveel mogelijk beambten en betere woningen
voor de slniswachters te IJmuiden.
De Minister zal een en ander gaarne nader
onderzoeken.
Bij art. 28 wenscht de heer Kolkman verbetering
der aanlegsteigers te Lobith.
De Minister verklaart dat hij voornemens is
de visitatie aan die steigers op te heffen hij zal
de onderhandelingen inzake den Ouden Rijnmond
met Pruisen hervatten.
Bij art. 34 verklaart de Minister den heer
Arnoldts, niet de verzekering te kunnen geven, dat
spoedig zal worden overgegaan tot bevaarbaarmaking
van de Maas, een werk van 20 millioen.
Te 12 uur werd de vergadering gesloten.
In de zitting der Tweede Kamer van Zaterdag
werd de algemeene beraadslaging over de oorlogs-
begrooting voortgezet.
De heer De Boer vestigde 's Minister aandacht
op een toepassing van art. 53 van de Militiewet,
betreffende de vrijstelling wegens broederdienst,
welke voor belanghebbeuden onaangename gevol-
gen heeft, zoodat hij aandrong op wetswijziging,
teneinde die onrechtvaardige gevolgen weg te nemen.
De heer Schokking protesteerde tegen de vooi-
stelliug der socialisten, dat het leger bedoelt de
eene klasse tegen de andere te beschermen, onder
opmerking, dat niets meer de verwezenlijking van
den wensch om te komen tot het volksleger, in
den weg staat dan die gedachte, welke integen-
deel er toe moet leiden, het militaristisch karakter
van het leger nog meer te versterken.
Hjj bracbt den Minister hulde voor zijn streven
tot bevordering der godsdienstige en zedelijke
belangen der militairen, weuschte den Zondags-
dienst in de kazerne nog meer te beperken
achtte met het oog op het tekort aan officieren,
traktementsverbetering van het korps urgent en
ondersteunde den wensch om het reservekader te
doen zijn de band tusschen de kazerne en het
burgerlijk leven.
verscheidene jaren moeten verloopen eer hij zijn
vrijheid herkrijgt, maar ik kan hem ten rninste
een verlofpas geven om zich als kolonist te ves-
tigen. Hij krijgt dan een stuk land om te be-
bouwen, een huis, een
Een vrouw, voegde Hanley Gardiner er
lachend bij.
Een vrouw zelfs, ge ziet dat ik niet karig
ben.
Gij zijt waarlijk al te beleefd, waarde heer.
Ik weet niet, hoe ik er u voor danken zal
Zou ik die goede tijding aan mijn beschermeling
mogen mededeelen?
Zonder twijfel, antwoordde de directeur. Ik
zal u een toegangskaart geven, waarop gij hem
ten alien tijde kunt bezoeken en spreken.
Mr. Gardiner nam afscheid. Zijn hart klopte
van blijdschap over het welgelukken zijner plannen.
Het was duidelijk, dat de directeur alles wist, alles
behalve juist datgene wat voor hem verborgen
moest blijven. Hij was in den strik geloopen.
Zijn aandacht was geheel op Fortier en Marcelle
Hebert gevestigd, en dat het integendeel juist om
een ander, om Berard te doen was, kwam niet
in hem op. Het was de vraag of hij wist, dat
zich iemand van dien naam onder de veroordeelden
bevond.
(Wordt vervolgd).
TER \EI7.EVX('HE (OIRAVT.
Dit bind Temhgat M»*nil»«-, Waenadag- en Vrtjdagavwnd, ■ltge«o»ite>d op Feealdagea, fclj de tlruiB r. M. »A»PW
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente
TER NEUZEN brengt ter kennis, dat het bureau op den
vijrentwinstissten deirr zal zijn gealoten, en dat
tot het doen van aangiften van geboorten en overl\jden den
dnaropvolgenden das sjelegenheid zal worden ge-
jeren, des voormiddags van 11 12 uren.
Ter Neuzen, 22 December 1902.
De Ambtenaar voornoemd,
GRENU.