A I g e a e e a
Hieuws- en Advertentieblad
Zeeuwsch-YIaanderja.
No. 4317.
Dinsdag 16 December 1902.
voor
Commissi® van Pabricage.
Binnenland.
42® Jaargang.
FETJILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3uren op den dag der uitgave.
Venezuela en de IWogendheden.
De nieuwe Spaansche pegeering.
De Zoeloe's in Zuid-Afrika.
TER NEUZEN, 15 December 1902.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,321.
Men abonneert zich bjj alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
COFRAI
ADVEETENTIEMj
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bjj direete opgaaf van driemaal plaatsing derzalfde advertcntie word4 da prjjs
slechts tveemitl berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
o, ^.geo, blj de Klrnnai*. J.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken
bekend, dat door den Gemeenteraad in iijne Fitting van
11 December 1902, tot leden der Commissie van Fabncage
in deze gemeente, voor bet jaar 1903, zijn benoemd de
heeren A. VISSER, C. VAN DER HOOIT, P. A. VAN
DE VELDE en A. C. N. GRENU en tot voorzitter dierzelfde
commissie de heer M. VAN DEN HOEK.
Ter Neuzen, 13 December 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERUOFF, Secretaris.
Het volgende, niet onvermakelijke manifest is
door president Castro uitgevaardigd
De voet van den onbeschaamden vreemdeling
heeft Venezuela's heiligen grond ontwijdt. Ziedaar
een merkwaardige daad in de geschiedenis der
bescbaafde natien, zonder voorbeeld en zonder
mogelijke rechtvaardigiug. Het is een barbaarsche
handelmg, een aanslag tegen de eerste beginselen
van het volkenrecht. Het is ook een onedele
daad, want ze is de vrucht eener onzedelijke en
laffe' samenzweiing van geweld en slechtheid.
Ziedaar wat er gebeurd is op de reede van la
Guayra, eenige uren geleden, toen de Duitsche en
Engelsche eskaders gezameulijk drie weerlooze
schepen onzer marine buitmaakten, die hersteld
werden in het dok.
Voor de Venezolanen is bet een ongehjke stnjd,
want deze schandelijke daden zijn verricht door
twee van de macbtigste uatien tegen ons land,
dat ternauwernood een langdurige en moeilijke
worsteling te boven is. En waarom is die handelmg
op znlk een verraderlijke wijze geschied Vene
zuela kan zulk een onbeschaamden aanval met
weerstaan, immers, die natien hebben zich met
gehouden aan de voor zulke gevallen geldende
regels. Maar het recht is aan onze zijde. De
God der natien, die kracht gaf aan Bolivar en de
helden die hem behulpzaam waren in zijn groot
bevrijdingswerk, waardoor ons, ten koste van groote
opofferiug, de vrijbeid en de onafhankehjkheid
gegeven zijn, die God zal met ons zijn in deze
beslissende ure. Hij zal ons sterkeu en ons aan-
drijven tot zelfopoffering, om onze nationale
onafhankelijkheid te bevestigen.
Naar de „Daily Mail" uit Willemstad verneemt,
vereterkt het stadsbestuur van Puerto Cabello de
wallen. De consuls van Duitschland en Engeland
eu andere Duitsche en Engelsche onderdanen zijn
er in de gevangenis gezet en hun goederen zijn
verbeurd verklaard. Een Engelsche stoomboot,
die kolen loste, is ondanks de iumengmg van den
Amerikaauscheu consul in beslag genomen.
De vloot van Venezuela bestoud tot voor kort
uit 14 schepen.
Washington, 12 December. De Amenkaansche
gezant te Caracas, Bowen, bevestigt in een tele
gram, dat Venezuela hem verzocht heeft, Engeland
en Duitschland voor te stellen de bangende moei-
lijkheden aan scheidsrechterlijke beslissiug te
ondcrwerpen.
In een, onder voorzitting van den Koning ge-
houdeu Ministerraad, heeft Silvela het program
van de nieuwe regesriug ontwikkeld, die het
finantie-plan van Villaverde goedkeurde en een in-
grijpende hervorming van het gemeentebestuur als
de voornaamste taak beschouwde. Met de re-
geering staat of valt de algemeene weerplicht
onder opheffiDg van den afkoop van den militairen
dienst. De absolute onderwijsvrijheid zou inge-
voerd en de katholieke leer door bijzondere wetten
begunstigd worden.
Londen, 13 December. Aan de ^Staudaard
wordt uit Durban gemeid, dat een botsing ont-
staan is met Dinizoeloe, wiens volk wapens en
ammunitie buit maakte van de Boeren gedurende
den oorlog. Dinizoeloe heeft van de regeering
last ontvangen zijn buit uit te leveren, doch hij
weigerde.
61) --
Kan het niet die man zijn, die uw hoofdop-
zichter gisteren, zoo tegen zjjn zin in de vierde
klasse stopte Herinnert gij u nietHet feit
trof mij en u ook ge hebt er zelfs nog onder-
zoek naar gedaan
Mijn hoofdopzichter Wacht, ik ben
er Fortier Jawel, nu weet ik het weer
Jongens, jongeus, dat spijt mij
Wat spijt u, commandant? vroeg Jeanne
met een gelaat, dat plotseling betrok.
Wei lieve juffrouw 1 het spijt mij zoo, dat
uw bescbermeling zich juist in de vierde klasse
bevindtHet is mij daardoor zeer moeihjk
hem te beschermen.
Kom, kom, waarin zou de verdienste ge-
legen zijn,' als gij er u niet eenise moeite voor
uioest getroosten merkte Jeanne Berard op.
Volknmen waar Volkomen waar
Maar het reglement
Och watHet reglementGij zijt immers
geheel meester op bet eiland
Daar Zaterdag bij de opening van de zittiug
der Tweede Kamer, te halfelf slechts 48 leden
aanwezig bleken, werd de vergadering geschorst
tot 11 uur.
Bij de toen voortgezette behandeling van hoofd-
stuk V, Binnenlandsche Zaken, verklaarde de
Minister van Binnenl. Zaken aan de heeren
De Stuers en Cremer, die met het oog op den
onhoudbaren toestand, waarin's Rijks Ethnografisch
Museum te Leiden verkeert, de urgentie bepleitten
van eene beslissing op het aanbod vau Amsterdam
van een gebouw, twee jaar geleden gedaan, bij
de commissie ad hoc nogmaals te zullen aan-
dringen zoo spoedig mogelijk met haar voorstellen
voor den dag te komen.
Den heer Helsdingen, die klaagde over de lage
loonen aan de Rijkswerklieden bij de Univeraiteits-
gebouwen te Utrecht, wees de Miniater er op,
dat het loon zich heeft te regelen naar den
levensstandaard in de verschillende plaatsen. De
heer Helsdingen betoogde echter, dat het loon dat
het Rijk uitbctaalt, lager is dan dat der Gemeente.
lDtusschen was de Minister van oordeel, dat de
loonen der Gemeenten op vele plaatsen door den
invloed der werkliedenkiezers zijn opgedreven.
De heer Nolting bestreed dit en achtte het billijk,
dat waar een gemeente een loonregeling heeft
gemaakt, het Rijk zich hieraan eveneens houdt.
De heer Van Wijck, die er over klaagde dat
bij den bouw van het Ziekenhuis te Groningen
de verouderde en afgeschafte Algemeene Voor-
waarden waren toegepast, werd bestreden door de
heeren De Stuers eu Schaper, terwijl de heer Van
11 ini 11
En daarbij, merkte Mr. Gardiuer op, niets
bewijst immers, dat die Fortier verdiend heeft
zoo streng behandeld te worden. De opzichter
beweerde dat hij aan boord van de sSaone" met een
maad| cachot was gestraft, maar dat is immers geen
reden,' om hem nu nog meer te straffen. Zijt ge
wel zeker dat uw opzichter, dien man niet uit
haat of wraak opzettelijk het laven zwaar maakt
Dat de opzichter hem haat, geloof ik zeker,
sprak luitenaut Ramond, zich in het gesprek men-
gende, hetwelk hij tot nu toe stilzwijgend, maar
aandachtig had gevolgd. Althans, wauneer het
de hoofdopzichter Robin is, van wieu ge spreekt.
Zeker, zoo heet hij.
Ik dacht het al. Welnu, diezelfde Robin
werd door den commandant, voor den geheeleu
duur van onzen reis arrest opgelegd, toen wij
nog niet halfweg waren.
Daar hebt ge het al, riep Hanley Gardiner
verheugd uit. Ik merkte dadelijk, dat er iets
met dien man was voorgevallen. Wees toch zoo
beleefd mijnheer Ramond en vertel ons iets meer van
de zaak, die Fortier was er zonder twijfel in betrokken.
Ik zou u inderdaad zeer dankbaar zijn,
voegde Jeanne Berard er bij, indien gij ons iets
meer zoudt kunnen zeggen van den man waarin
mijn Parijsche vriendin zooveel belang stelt.
In weinige woorden verhaalde luitenaut Ramond
Veen meende dat de vertraging in den bouw het
gevolg is vau bijzondere werkzaamheden.
De Minister vau Binnenlandsche Zaken zal niet
nalaten, op spoed aan te dringen, doch niet in
verband met het verleende subsidie en niet z6d,
dat de deugdelijkheid van den bouw er door in
gevaar wordt gebraeht.
Bij de afdeeling Middelbaar Onderwijs hield de
heer Ter Laan een interpellate naar aanleiding
van de voorwaarden waaraan de toelating van
kostelooze leerliugen tot de Rijks Hoogere Burger-
scholen door den Minister zijn onderworpen. De
Minister heeft artikel 3 der voorwaarden krachteus
de Wet op het Middelbaar Onderwijs toegepast
op een wijze, die de onrust in het land gaande
heeft gemaakt.
Terwijl voor de betalende leerlingen het examen
is afgeschaft, wordt van de kostelooze een examen
geeischt en kunnen zij wegeus onvoldoendeu ijver
en aanleg geweigerd worden. Z i. bestaat geen
reden tot het maken van verschil tusschen beide
categorieen. Ook keurde spreker af, dat aangewezen
wordt het aantal kostelooze leerliDgen, dat op
elke school kan geplaatst worden
Spreker vroeghoeveel van de 27 afgewezen
oud-leerlingen zijn nu toch op school gekomen
als betalende leerliugen Wil de Minister aan
deze oud-leerlingen en aan de 11 leerlingen die
als betalende op school gekomen zijn, alsnog het
leergeld en de kosten voor de boeken kwijtschel-
den? Kan de Minister er toe overgaan om voor
armen en voor rijken het toelatingsexamen af te
schaffen? Kan de Minister art. 3 der Voorwaarden
zoo wijzigen, dat er gelijk recht voor alien komt
De heer Troelstra heeft zitting genomen.
Minister Kuy per was niet geneigd de door de heer Ter
Laan gewenschte radicale verbetering op dit oogen-
blik toe te zeggen, omdat zij aanleiding zou geven
tot consequenties, die tot ongeproportioueerd groote
uitgaven bij middelbaar en hooger onderwijs zou-
den leiden. Een grens moet blijven getrokkeu.
De Minister verdedigde tegenover de heeren
Verhey en Smidt de toelating van meisjes op de
Rijks Hoogere Burgerschool bij uitzoudering.
De heer Ter Laan was onbevredigd. Hij ant-
woordde, dat het door hem gevraagde met con
sequenties niets te maken had, omdat hij bij den
bestaanden toestand recht voor njk en arm had
Wegeus ingevallen dooiweder is het vervoer op
alle kunstwegen, behalve die in onderhoud bij den
staat, beperkt met ingang van middernacht tusschen
15 en 16 December.
Zaterdagmorgen bleek terstond dat het bestuur
der fflJsclub Ter Neuzen" nog juist bijtjjds de
wedstrijden had uitgeschreven, daar de dooi was
ingetredenhet weer hield zich echter goed,
zoodat men er, behoudens dat het ijs wat zacht
was geworden en er hier en daar wat water op
de baan kwam, geen hinder van ondervond.
Des namiddags was een groot publiek op de
baan aanwezig en een niet minder groot getal
nieuwsgierigen was op den wal naast de ijsbaan
geschaard, om van daar de verschillende wedstrijden
te volgen.
Voor het blokjesrapen, voor jongens en meisjes,
had zich het grootst aantal liefhebbers aaugemeld,
n. 1. 7 jongens en 5 meisjes.
De prijzen werden gewonnen als volgt
die voor de jongens le prijs, een inktstel, Y.
Stasse2® prijs, een portemonnaie, A. Vroegop;
3® prijs, een zakmesje, Fr. Hatnelink
die voor de meisjes 1® prijs, een briefkaarten-
album, D. van Pienbroek2® prijs, een hand-
taschje, A. C. Donze3e prijs, een werkdoos,
G. van de Sande.
Voor schoonrijden voor dames hadden zich 4
deelneemsters aangemeld. De 1® prijs, een zilvereu
ceintuurgesp, werd toegekendaan mej.T. Stuurman—
Bogtmande 2® prijs, een zilveren servetbaud,
aan mcj. M. Lommertzen.
Aan het schoonrijden voor heeren namen eveneens
4 liefhebbers deel. De 1® prijs, een zilveren
asch- en luciferstel, werd toegekend aan den heer
J. de Jonge, de 2® prijs, een kristallen glas, op
zilveren voet, aan den heer H. Brand.
Aan het hardrijden werd door 3 heeren deel-
genomen. De 1® prijs, een met zilver gemonteerd
inktstel, werd gewonnen door den heer Buikema,
uit Hulst; de 2® prijs, een zilveren asch- en
luciferstel, door den heer M. J. P. Mijnshergeu.
Vooral de wedstrijden in het schoonrijden trokken
veel belangstelling.
De wedstrqden werden opgeluisterd door muziek
van een lOtal leden van het muziekgezelschap
u A polio".
De aanhoudende dooi was oorzaak dat gisteren
niet meer kon gereden worden en de baan, nadat
zij zes dagen was opengesteld, moest gesloten
worden.
Met ingang van 16 Jannari 1903 is
A. B. de Coninck, postbode van Ter Neuzen
op Spui, overgeplaatst naar Overslag en belast
met de bodeloop OverslagZuiddorpeAxel.
Op Vrijdagavond jl. sprak D®. G. van Dis
in de bijzondere school te Driewegen in het be
lang vau het Chr. onderwijs. Zijne boeiende toe-
spraak naar aanleiding van Klaagliederen 2 19c
„Hef Uwe handen tot Hem op voor de ziel uwer
I kinderkens" werd met veel belangstelling en on-
verdeelde aandacht aangehoord.
Ten slotte sprak Z.Eerw. den wensch uit, dat
het overal mocht worden als hier, waar door sainen-
werking van Gereformeerden en Hervormden het
vrije Christelijke onderwijs bloeit.
hetgeen er aan boord tusschen Fortier, Marcelle
Hubert en Robin was voorgevallen.
Ik behoorde tot den krijgsraad, eindigde hij
zijn verhaal, die den man vrijsprak, en it kan
niet ontkennen, dat hij ook op mij den indruk
achterliet van iemand te zijn, die ten voile ons
medelijden en onze bescherming verdient.
Ge hebt nu alles zelf gehoord commandant,
sprak Hanley Gardiner, en dat verheugd mij niet
weinig. Die meQeer Robin nam eenvoudig wraak
toen hij Fortier tot de vierde klasse veroordeelde.
Welk een monsterachtige onrechtvaardigheid, niet
waar Gelukkig zijt gij daar met uw onkreuk-
baar gevoel vau recht en billijkheid, om de zaak
te herstellen.
Dat geloof ik ook riep den commandant
uit, een geweldig hooge borst zettende, ik ben er
ook, nogDat zou ik denken. De gedachte
dat er iemand onder mijn bestuur Ha, wacht
maar, die meneer Robin zal van mij hooren, wees
daar zeker van. En wat uw beschermeling betreft
mejuffrouw, van morgen af zal hij in de derde
klasse wezen, en ik zal er voor zorgen, dat hij
zoo spoedig mogelijk zijn vverlofpas" krijgt. Ver-
laat u gerust op mij. Ziet u dat is mijn karak-
ter. Streng waar het wezen moet, maar meegaand
en zachtmoedig voor dengenen die willen oppassen
en rechtvaardig altijd rechtvaardig
Een hand van ijzer, maar een hart van goad,
dat wist ik, zeide Hanley Gardiner. Het zijnde-
zelfde woorden, die ik in mijn laatst artikel voor
de courant, van u sprekende, gebruikt heb.
Och kom, hebt ge dat waarlijk van mij
gezegd
Gezegd, geschreven en laten drukken, mijn
waarde heer. Het is mij hoogst aangeuaam te be-
speuren, dat ik u dadelijk goed beoordeeld heb.
i De oud-kapitein der mariniers, die goed gege-
ten en den ouden Franschen wijn duchtig aange-
sproken had, en nu onder een heerlijke kop koffie
een uitmuntende sigaar zat te genieten, was in
de wolken en nam, alles, wat Hanley Gardiner
hem beliefde te zeggen, voor goede munt op.
Toen hij een weinig later afscheid nam, was
hij inderdaad aangedaan en drukte zijn gastheer
met kracht de hand. Hoe kan ik u ooit dank
baar genoeg zijn, waarde vriend, sprak hij, voor
de gelegenheid, waarin ge mij stelt, om opnieuw
een daad van rechtvaardigheid te verrichten.
Hanley Gardiner en zijn reisgezellin erkenden
met dankbaarheid, toen zij dien avond alleen waren,
dat het spel, ofschoon nog niet gewonnen, zich
uitmnntend liet aanzien.
(Worlt vervolgd).