g e m a e n
Hieuw* ea A d v e r t a t i s b 1 a d
7 o o r
Zeeuwsch-Vlaandsroa
4315.
Donderdag 11 December 1902.
42" Jaargang.
Aan bested ing.
aanbesteden:
F EUILLETON.
Binnenland.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
hetgedeeltelijkafbreken.wer-
anderen en wederopbouwen
wan een gedeelte wan tie
zoogenaamde oude school
op den Smidswal, teneinde
dit gebouw in te richten
woop politiewacht.
op Maandag, 15 Decembep a.s.,
Schandaal in de Fpansche Kamep.
TER NEUZEN, 10 December 1902.
A.BONNEMENT:
Vooi
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post:
Nederland f 1,10. Voor Belgiii 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zicb bjj alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven
bushouders.
AD" EUTHTIEKs
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor eiken regeJ meer
Bij direct® opgaaf van driemaal pimatsing derzelfde advertent* words «.e
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatamimte berekend.
IMS bind verxhljat flaaadas-, Woenndag- en Vrqdagayftad, attgeionder*^ Feeatdngen, bij de Flrma P. A. WAV BR liKBl tm Vet
Burgemeester en Wethouders van TERNEUZEN
zullen op Maandag, 22 December
a. S.j des uamiddags 3 ure ten Raadhuize,
het openbaar
Bestek en teekening liggeu op de gewone
kantoornren ter secretarie der gemeente voor een
ieder ter inzage.
Aanwijzing van het, werk zal plaats hebben
des voormiddags 11 ure.
Ter Neuzen, 8 December 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Er is weer eens een schandaal in de Fransche
Kamer geweest. Het ontstond bij de interpellate
over de zaak-Humbert, de bekende oplichtings-
"e8chiedenis. Die interpellate werd gehouden
door het lid van de opposite, Gauthier de Olagnj,
die verklaarde, dat hij bestrijdt het staatkundige
stelsel dat Panama en andere tinancieele rampen
heeft voortgebracht. Hij achtte de regeering
medeplichtig.
Toen begon de herrie al. De Minister van
Justitie, Vall£, antwoordde dadelijk en scherp
Die bewering, dat die politieke schandalen veel-
vuldiger voorkomen onder de republiek dan onder
elk ander regeeringsstelsel, moest men be~
wuzen. En men vergat, dat Frederik Humbert,
de man die de oplichterij op touw gezet heeft,
een Boulangistisch afgevaardigde geweest is.
Groot lawaai, bestaande nit toejuichingen van
de linkerzijde en protesten van de rechterzijde,
volgde op dezen zet, die door Gauthier, na veel
vergeefsche pogingen om het lawaai te over-
schreeuwen, werd beantwoord met de hennnering,
dat de tegenwoordige Minister Pelletan in en
verkiezinusstrijd de candidatuur van Humbert heeft
-helpen verdedigen. Toen daarna Paul Coutant
den Minister Valid verweet, meermalen in de
openbare vergadering overtuigd en opzettelijk de
waarheid te hebben verminkt, liep Valle op de
tribune toe, maar werd onderweg omringd door
een aantal leden van de rechterzijde, onder wie
Sjveton, die hem wilde slaan. Dit alles gebeurde
onder groot geraas en machteloos gelui van de
voorzittersbel. Nationalisten en radicalen verlieten
hun plaatsen en raakten handgemeen. Het werd
een algemeen gevecht. De afgevaardigde Coutant
klom op de tribune tegelqkertijd met den Minister-
president Combes, die iets voorlas, waarschijnlijk
het decreet tot sluiting der zitting.
De Kamer-president zette daarna den hoed op,
ten teeken dat hij de zitting ophief, verliet zijn
zetel en deed de publieke tribunes ontruimen.
Na de hervatting van de zitting trachtte de
afgevaardigde Coutant een opheldering te geven,
maar de Kamer sloot hem tijdelijk van de zitting
•it. Coutant weigerde de zaal te verlaten, waarop
te zitting opnieuw geschorst werd.
Nadat zij voor de tweede maal was hervat,
kachtte ook Sjveton een verklaring te geven.
Hij erkende dat hij den Minister had uitge-
naakt voor leugenaar, maar voegde er bij, dat
"rij hem zijn getuigen heeft gezonden.
De Kamer sprak de censuur met tijdelijke
utslaiting uit over den heer Sjveton, die, erenals
zjn voorganger, weigerde de zaal te verlaten.
Jresident Bourgeois zette nogmaals den hoed op
ai deed wederom de tribunes ontruimen.
Toen de zitting voor de derde maal was hervat,
sette Minister Valid omstandig de maatregelen
niteen die genomen waren om de Humberts te
vatten. Er schnilt geen politiek achter deze
zaak, zegt hij. De Minister bracht in herinnering,
dat hijzelf de eerste klacht tegen de Humberts
indiende.
De eenvoudige orde van den dag werd met
835 tegen 207 stemmen verworpen. Met 386
tegen 136 stemmen nam daarop de Kamer een
motie aan, verklarende dat zij de mededeelingen
van de Regeering goedkenrt en overtuigd is dat
de Minister van Justitie ten voile zijn plicht
heeft gedaan.
Minister-president Combes las vervolgens het de
creet tot sluiting van de Kamerzitting voor.
Bij de gisteren in Amsterdam III gehouden
lerstemming voor de Tweede Kamer werden uit-
jebracht 5992 geldige stemmen.
Gekozen Mr. P. J. Troelstra (soc.-dem.) met
1897 stemmeu.
De heer J. W. IJzeiman (lib.) kreeg 2595
temmen.
Bij de eerste stemming op Dinsdag 2 December
erden uitgebracht 4977 geldige stemmen.
59)
Diep gesehokt door het schouwspel, dat hij
had bijgeweond, nam Hanlej Gardiner, nadat hij
Berard zijn nieuwe gevangenis had zien binnen-
treden afscheid van den commandant. Zijn reis-
genoote wachtte hem vol ongeduld in het hotel
en verlangde van hem een uitvoeng verslag van
hetgeen hij had gezien. Toen hij zjjn treung
verhaal ten einde had gebracht, nep zij uit
Laat ons nu niet langer wachten, met langer
aarzelen, laat ons hindelen.
Zeker! antwoordde Haolej Gardiner. Maar
hoe zulleu wij handelen, iudieu uw vader ons van
zijn kant niet ondersteunt, zoolang hij met wret
hoe ouze plaonen zijn, zoolang wij, in een woord
ona niet met hem in verbinding weten te stellen
Hij bedacht zich eenige oogenhlikken en ver-
Ik heb er natuurlijk reeds aan gedacht,
op welke wijze wij een tusschenpersoon zouden
kunnen bekomen, en ik geloof lemand gevonden
te hebben.
Hij verhaalde hetgeen er met Fortier gebeurd
Wal Toen de naam van dien man voor de 4e
klasae werd afgeroepen, vervolgde hij, zag ik het
ilaat van uw vader betrekken. Ik zag hem
sven toen de hoofdopzichter op hem toeschoot,
s om hem te slaan.
Het zou mij niet verwonderen, dat die Fortier
9 zich bovendien door uiterlijk, houding en
tnieren zoo gunstig van de anderen onderscheidt
t vader een dienst heeft bewezen of goed voor
In geweest is aan boord.indien ik mij in
me weening niet bedrieg en stel u gerust
i zal niet handelen, vddr ik zekerheid heb,
d ik mij niet bedrieg dan zou die man
tichenpersoon en helper kunnen worden.
- Het is wel mogelijk, zeide zij peinzend.
Mr die man zou in dezelfde afdeeling moeten
zi waar vader ishoe kan hij hem iets uiede-
den zoolaug hij in de vierde klas blijft
Daar moet hij ook niet langer blijven,
anoordde Hanlej Gardiner. Ik kan het ge-
mselijk gedaan krijgen. Een enkel woord tegen
mi^vriend den commandant is zeker genoeg om
heiover te plaatsen. Ik heb mij zeer bepaald
voenomen, om hoegenaamd niets voor uw vader
te m bij deu commandant of de opzichters, uit
vrethun achterdocht op te wekken, maar ik kan
zee^oed eenige belangstelling toonen in een
andu gevangene. Dit zou zelfs uitstekend
werl om de vermoedens in slaap te wiegen,
die tr of daar misschien kunnen oprijzen. De
aanckt wordt zoodoende van uw vader afgeleid.
Jw denkbeeld is uitstekend. Maar ge zegt
zelf iij mogen ous niet vergissen, de gevolgen
Daarvan verkregen de heeren Mr. P. J. Troelstra
(soc.-dem.) 2476, J. W. IJzerman (lib.) 1165,
Mr. A. Anema (antir.) 959, H. Groenewegen
(christ.-hist.) 151, A. Sinnema (door onderofficieren
gesteld) 122 en B. H. Heldt (vrijz.-dem.) 101
stemmen.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
heeft het nieuwgekozen Kamerlid voor Leiden,
prof. Mr. W. van der Vlugt, zitting genomen.
In zijn antwoord op de replieken verklaarde de
Minister van Binnenlandsche Zaken, Dr. Kujper,
te erkennen, dat het moeielijk probleem voor het
Kabinet gelegen is in de financieele quaestie.
Den heer Drucker dankeud voor de strikt correcte
wijze, waarop hij zijn houding tegenover het
Kabinet heeft omlijud, hield de Minister vol, dat
uit de ffhandhaving van het gezag" wel degelijk
de nieuwe koers blijkt, daar voor den Minister
alle overheid gezag als uit God gesproten, streng
gehandhaafd dient te worden.
De toezegging van de Regeering te zullen
overgaan tot verwapening van de artillerie getuigt
geenszins van nltramilitarisme, daar Zwitserland
hiervoor 8 millioen uitgeeft.
Wat de gemeentefiuancien betreft wees de
Minister er op dat indien men programma's volgt
tot uitbreiding der gemeentebemoeiing veel meer
geld zal moeten worden uitgekeerd dan anders.
Tegenover den heer Staalman ontkende de
Minister dat de Gereformeerde moraal gebiedt
steeds en terstond bestrafifend op te treden indien
men iemand hoort vloeken.
Het voornemen der Regeering is, in de volgende
zitting een oplossing van de schoolquaestie voor
te stellen, betzij in den geest van het Unie-
rapport of van de bekeBde motie.
De Minister behandelde hierop de vraag in
haeverre de democraten der rechterzijde met die
der linkerzijde kunnen medegaan. Z. i. kunnen de
anti-revolutionairen het algemeen kiesrecht niet
accepteeren om des beginsels wil. Voorts gaat het
om de vraag wat te kiezen Marx of den Cbristus
Kunnen of mogen zij die uit overtuiging deu Christus
belijdeu, te dezen opzichte een oogenblik aarzelen
In den Bijbel zij o twee reeksen teksten de eene
welgevallig aan den bezitter, de andere aan den
verdrukte. Wie ddn van die reeksen apart neemt,
miskent den geest van het Christendom. De
Christelijke partijen zijn van oordeel, dat de
dreigende geest van materialiseering van het volk
dient tegengegaan. Daarom echter dieuen de
sociale hervorcningen geenszins op den achtergrond
geschoven. lutegendeel.
Door tariefsherziening wil de Regeering geens
zins het geld voor de sociale hervormingen uit
de zakken der armen kloppen, maar vermeerdering
der nationale welvaart bevorderen.
zouden verschrikkelijk zijn. Hoe komen wij er
achter of die onbekende inderdaad ons vertrouwen
verdient
Dat zal uw vader ons zeggen. Hij moet
bij zichzelven ongeveer op dezelfde wijze gerede-
ueerd hebben, als wij zooeven deden. Hij weet
zeer goed, dat wij in verstandhouding met elkander
moeten trachten te komen, en h(j zal ons het
middel zeker door een gebaar of een wenk weten
aan te wijzen zoodra hij er gelegenheid toe ziet.
Morgen vroeg doen de nieuwaangekomenen een
wandeling langs het strand, ik zal er bij zijn en
alles aanwenden, wat ik kan, om uw vader te
naderen.
Zou ik niet mede kunnen gaan.Ik zou
hem gaarne nog eens zien
Waarlijk, dat raad ik u af. Gij zoudt te
veel de aandacht trekken aan mij zijn ze gewend,
geen mensch zal het vreemd vinden, wanneer ik
er bjj ben.
Den volgenden morgen stapte Hanlej Gardiner
in jachtkleeding reeds vroeg in zjju sloep en liet
zich naar het eiland Nou roeiec. In plaats van
bij de gewone ladingsplaats aan te leggen, liet
hij zijn boot op het strand loopen, sprong aan
land en had weldra den heuvel beklommen, van-
waar men het uitzicht heeft over het geheele
eiland. Eerst des namiddaga, omstreeks drie uur
toen de grootste hitte van den dag voorbij was,
Mocht dit Kabinet genoodzaakt worden af te
treden door verwerping van voorgestelde maat
regelen, dan zal de Minister ook iu de oppositie
steunen elk Kabinet dat sociale hervormingen wil.
De heer Schaper vroeg hierop het woord.
De heer Van Bjlandt stelde voor het debat te
sluiten. De daartoe strekkende motie, die tot
ver8chilleude interrupties van sociaal-democratische
zijde aanleiding gaf, werd met 39 tegen 34 stemmen
verworpen.
Nadat de heeren Schaperen Staalman voor dederde
maal het woord gevoerd hadden, werden da Alge-
meene Beschouwingen gesloten.
Hoofdstnk I (Huis der Koningin) werd goedge-
kenrd.
Bij Hoofdstuk II (Hooge Colleges van Staat)
verklaarde de Minister van Financien in antwoord
aan deu heer Ter Laan in een wettelijke regeling
betreffende de vereenigbaarheid van openbare be-
trekkingen met ambten en bedieningen (wuarin de
heer Ter Laan ook de gemeentelijke en provinciala
ambtenaren en de onderwijzers wilde zien opge-
nomen), zoo ver te zullen gaan als mogelijk is.
Hoofdstuk II werd goedgekeurd.
Bij hoofdstuk IV (justitie) bepleitte de heer
Lncasse meer beschermiug van het zedelijk karakter
van het openbaar volksleven wenschte de heer
Passtoors ergerlijke straat-schandaal-colportage in
het algemeen strafbaar te stellen als strijdig met
de openbare orde.
De heer Van Limburg Stirum, wijzende er op,
dat zelfs de naam der Koningin wordt verbouden
aan een dubieuze financieele instelling om goedge-
loovigen te doen deelnemen, drong aan op her-
ziening der wetgeving op naamlooze vennoot-
schappen.
De heer Verhej wenschte onbeperkt recht appel
bij de militaire rechtspleging.
Gisteravond gaf het muziekgezelschap »Apollo"
alhier, op de bovenzaal van het cafe „La belle
vae" een concert ten voordeele van een alhier
op te richten ziekenhuis. Het aantal bezoekers
was niet groot.
Mochten de verschillende muzieknumtners het
applaus der hoorders verwerven, vooral was dit
het geval met de voor afwisseling opgevoerde
comische tooneelstukjes »Een nihilistische samen-
zwering en ffDe gestolen rok".
Met een geanimeerd bal werd deze uitvoering
besloten.
Gisteren namiddag is alhier een jongen,
zekere J. Michielsen, die water haalde, bij het
■cheppen van water aan een der trappen op d«
bm
ontdekte hij de lange dnbbele rij van gevangenen,
die zich langs een smal pad aan het strand lang-
zaam voortbewoog.
Een kwartier verliep. Hanlej Gardiner sloeg
laugzaam de oogen op en bemerkte, dat Berard
zieh dicht bij hem bevond. Qij wandelde langzaam
heen en weder, telkens meer in de nabijheid van
Hanlej Gardiner komende, tot hij eindelijk bijna
rakelings hem voorbij kwam. Zich van te voren
overtuigd hebbende, dat uiemand op hem lette
of hem kon beluisteren, sprak hij snel, met zachte,
eentenige maar duidelijke stem
Bescherm Fortier, rnaak dat hij in mijn
klasse komt. Ge kunt hem ten voile vertrouwen,
daarop verwqderde hij zich onmiddellijk zonder
er een woord bij te voegen. Hanlej Gardiner
had ook niet noodig meer te weten. Hij begreep
dat Berard de moeilijkheid had geraden, waarin
zij zich bevonden en alles in het werk had gesteld
hun deze aanwijzing te doen.
Zoodra Berard zich had verwijderd, richtts
Hanlej Gardiner zich op, alsof hij uit een diepen
slaap outwaakte, keek verwonderd om zich heen
en verwijderde zich, als had hij haast een dergelijk
onaangenaam gezelschap te ontvlieden.
Die haast vond voornamelijk zijn oorzaak in
het verlangen dat hij koesterde aan Jeanne Berard
de goede tijding mede te deelen en met haar te
overleggen, wat hun verder te doen stond.
(Wordt vervolgd).