Telegrafische berichten. Geniengde berichten. TER NEUZEN, 5 December 1902. aij ligfc onmiddellrjk aan het water, haar prijzen moeten dus zoo loonend mogolijk zijn. Eu wat ziet men Dat in het afgeloopeu jaar niet meer is kunnen gegeven worden dan 8,26 per duizend kilogram. Nu heeft men een andere gelijksoortige, de Noord-Neder- landsche fabriek die evenwel niet geheel cooperatief isdeze is niet beter ingericht dan de fabriek te Sas van Gent en niet beter gelegen dan deze De landbouwers-aandeelhouders hebben daar eehter ontvangen f 9,8- per 1000 K G. en dus ruim /1,50 meer. 6 pet werden afgeschreven, 4$ pet. uit- gekeerd aan de aandeelhouders-niet-landbouwersde aandeel- houders-landbouwers krijgen er niels bij. Een aanzienlijk verachil dus. Welnu, ook dan zal men dus in het duister tasten en de Regeering, wanneer zij zich van dien kant laat inlichten, zal wel nauwkeung mogen nagaan wat de oorzaak is van het groote verachil tusschen de cijfera van die groote fabr eken werkende onder gelijke omatandigheden. Maar de Regeering heeft reeds een zeer verstandigen wtg ingeslagen door na te gaan of do r de vermindering van de beetwortelcultuur een cr sis voor den landbouw komen zal van zoo groo e beteekenis als men ons wil doen g»-looven. De Minister heeft aan de burgerm eaters opgaven gevraagd van het aantal hectaren dat dit jaar beboawd werd met beetwortelen en welke oppervlakte in 1901 daarmede wa9 bebouwd. De vraag werd onvolledig overgebracht, althans aan dezen burge- meester. Men kreeg immevs van elders ook daarnevens gestelde vragen te lezen, eu toen bleek het dat de Rezeering ook de zeer verstandige vraag ha i gedaan wat op de hectaren waa 'op nu geen bieun verbouwd waren, nu geplant was Van hen die ook deze vragen te lezen kregen onlving zij ongeiwijfeld het antwoord, dat de landbouwers zoo verstandig waren geweest te beg* ijpen dat, waar het getij verloopt, de bakens moeten verzei worden, eu dat vele landbouwers mtt andere producten, als vlas, haver, erwten, aardapp len, enz. loonender opbi'engsten verkregen. vvelnu> mijnheer de Voorzitter, hoezeer ik de beet- worte.cultuur in den wisselbouw een belangrijke plaats wil zien behouden eu in natu irlijken omvang ongaarne zoude missen, meen ik tocb bier een aanwijzing te mogen zien by de be- oordeeiing van de toekomsl der beetwortelcultuur, en te motr n adeiden dat voor den landbouwer de quaestie niet zoo moeilijk zal worden opgelost. Het is gebleken dat, met name in ver- schillende streken van Zeeland, ajuin geplant werd en op andere plaatseu aardappelen, tarwe, via-, en haver; de overproductie van beetwortelen heeft voor een groot deei scbuld aan de lage pry/.en dier gowassen in v rige jaren. Met het ophouden dier overproductie in mijn oogen geen ramp voor den landbouw, kan het lnireden eener verbetenng van de suikerprijzen worden verwacht. De komende toestand moge dan voor den landbouwer be-iwaren opleveren, ik ben volkomen overtuigd dat, dank ook de vorderingen van de wetenschap, in het landbouwbedrijf gretig opgenornen, deze crisis door onze landbouwers glansrijk zal worden doorstaan. De beer Rbell acbt zich verplicht tot een woord van verweer tegen hetgeen de heer Van der Kun zeid* omtrent de houding van onze gedelegeerden ter conference. Het is een t'eit, dat ons optreden daar den doorslag heeft gegeven, op twee hoofdpumten. De eer*te gedacbte was de kolonien buiten de conventie te houden. Later verklaarden onze gedelegeerden, dat Nederland niet tegen een bepaling was dat in de kolonien geen preuiien zouden worden geheven. De voorzitter der conference sprak toen den weusch ui dat de gedelegeerden tot een beduit zouden komen overeeukom- stig de verklaring van de Nederlandsche delegatie. Deze heeft toen op het gescbikte oogenblik een clausnle vuorgedragen, welke besteuid was om de moeielykheden op le lossen waar- op de conventie had kunnen stranden. Wat kieromtrent het betoog van den heer Tydeman betreft, spreker acht de uitlegging door de Regeering gegeven aan de betrekkelijke bepaling volkomen jnistop Engeland kan de verplichting wel opgelegd worden tot het heffeu van compen- sace-rechten in zijn autonome kolonien bij den invoer van da.r geproduceerde suiker. Dit blijkt uit het protocol en uit art; 8 der conventie- Die autonome kolonien worden daarbij als volkomen zelfstandige 'taten beschouwd en in dezen zin moet niet em eiikeie bepaling, maar moeten alle bepalingen worden uilgelegd, o. a. art. 4 De discussies in het Engelsehe parlement zijn hier niet beslisseudwant de Regeering is daar over de kweatie heengeloopen. De heer Van Wijck bestrijdt de stelling van den heer Ter Laan, dat de belangen der arbeiders, der schipperij, enz. niet samen zouden gaan met die van de suikerfabrikanten. De beetcultuur is de reddende engel geworden voor da landbouwers; van niel minder belang is de beetindnstrie voor de binnenschipperij en voor de arbeiders, die door den beet- bouw op het platieland werk vinden, terwijl zij anders naar de groote centra zouden worden gedreven. De heer Van Karnebeck constateert, dat niet de conventie is aangevallen, alleen critiek geoefend op eenige bijzondere gedelegeerden. Die critiek vloeit vooraf daaruit voort, dat aezellde gedelegeerde die zooveel heeft bijgedragen tot het toutandkomen van de conventie, later bleek te zijn een tegenstander van de surtaxe. Ware hij een voorstander gebleken van de surtaxe, dan zon de critiek zeker niet zoo scherp geweest zijn. Overigens is spieker 't geheel eens met den heer Rbell omtrent de beteekenis van de conventie, en omtrent de verplichting van Engeland tot heffing van compensatoire rechten van zijn autonome kolonien, wanneer zij gepremieerde suiker uitvoeren. Hierbij bestrijdt hij 't betoog van den heer Tydeman dat art. 4 alleen toepasselijk is op die landen, die niet hebben gecontracteerd, en dat die kolonien niet zouden kunnen contracteeren. Dit laat-ite is juist door den heer Rbell op goede gronden bestreden. Hij geeft de Regeering eehter in overweging om voor de ratificatie de kwestie nog e«ns ter sprake te brengen bij de contracteerende mogend- heden. len slotte betreurt de heer Van Karnebeek 't, dat de aan- kondiging van het voornemen der Regeering be'rekkelijk de heffing van een surtaxe als een zwaard van Damocles over het hooid der suikfrindusirie zal biijven hangen, omdat de surtaxe is een quaestie van tarief en omdat de suiker verhandeld wordl op langen termijn, zoodat zekerheid hiervoor noodig is. D<' heer Jruijtier: Ik heb het woord gevraagd om mij aan te sluiten bij den heer Van Wyck en om te bestrijden den heer Hennequin. Wij hebben hier te doen met een Industrie die voor ons laud van het hoogste belang is, vooral omdat zij haar gror.d- stoffen moet /erkrijgen uit eigen land, wat vaak niet het geval is met andere iudustrieen. Zeeland, de bakermat van de suikerbeelenteelt in Nederland, is wel het mcest bij deze In dustrie betrokken, en om nu den schijn te voorkomen, dat men in die provincie algemeen zou instemraen met de rede van den beer Hennequin, voorzitter der Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw, moet ik diens woorden kortelijk rescontreeren. De heer Hennequin heefi gezegd wij hebben geen surtaxe noodig, want die bevoordeelt alleen de suikerfabrikanten. Ik zal daarop nu niet iugim omdat wij later die surtaxe in uii- gebreider zin zullen bekandelen bij het tosgezegde wetsontwerp. De heer Hennequin heeft vcrdcr gewezen op de uitkomsien van de codperatieve suikerfabriek te Sas van Gent en de vrees uitgedrukt, dal de Minister daa mede te veel rekening zou houden. Hij heeft gezegd die fabriek heeft over het vorige .jaar uitgekeerd f8,26, terwijl de fabriek «de Vier Verlaten" veel meer uitkeertmaar de heer Hennequin was eeriijk genoeg er bij t; voegen, de eene fabriek is zuiver cooperatief, de andere maar halC De vergeiijking tussehen beiden gaat dus niet op. Dan heeft de heer Hennequin gezegd men moest aan de verschiliend^ burgemeesters gevraagd hebben of de teen van uien, karwei en andere gewas->en niet even voordeelig was als die van suikerbeeten. Dit had men dit jaar wel in den zin van den heer Hennequin met succes kunnen vragen, ma.irdat zou het geval niet zijn als" men de uitkomsten van het vorig jaar voor oogen hield. De prijzen toch zijn dit iaar eensklaps naar beneden gegaan, zoodat de industrie belangrijk nadeel leed en de suikerbeeten dn ntengevolge minder in prijs waren. Verder zeidc de het-r Hennequinals het geiij verloopt, moet men de bakens verzetten, maar als men het getij niet laat verloopen, behoeft men geen bakens te verzetten. Men zorge slechts, dat de suikerindustrie in het belang van laid- bonwer8 en fabrikanten en zooveel anderen, als arbeiders en schippers, in het leven blijft. De heer Van Wijck hesft er op gewez»n, dat de meecrap uit Zeeland verdwenen is. Dit wordt daar nog altijd betreurd. Ook de vlas-industrie is verhuisd. Het vlas dat tegenwoord g in Zeeland verbouwd wordt, gait onbewerkt het land uit naar Belgie, en ik zou het zeer betreuren wanneer wij ook al onze beeten aan de Belgen moesten leveren. Dit nu zou h^t geval zijn, wanneer wij onze suikerindustrie niet van dezelfde wapenen voorzagen als het buitenland dit de zijne doet. Het komt mij voor, dat wij hetzelfde moeten doen wat ook in andere landen geschiedt, al is het ook niet in dez Tide mate. Wanneer in ons land een surtaxe geheven wordt zooals in Dmtschland, Oostenrijk en Frankrijk, dan bestaat voor fabrikanten de mogelijkheid om een kartel te vormen, het bedrag der surtaxe zal daarom hier te lande lager kunnen worden gest Id dan in genoemde landen, want 5} francs is wellicht voor Nederland te veel. Met Belgie staan wij gelijk. Met de Belgen zullen wij hebben te j-trijden en inden wij dan inferieure wapens hebben, zullen wij het onderspit delven. Ik ben voor groote verminderiDg van accijns, maar dat moet men zorgen, dat die verlging ten goede komt aan onzen land bouwer, aan onze Industrie en niet aan die van het buitenland, met andere woorden, indien, tengevolge van vermindering van accijns het suikergebruik toeneemt, dan moet die toeneming ten goede komen aan onze fabrikanten en aan onzen land- bonwer en niet aaD den buitenlandschen en dat kan alleen door het heffen eener suriuxe geschieden. De heer Van Idsinga betoogt, dat hij de behandeling van de conventie in de House of Commons de Engelsehe Regee ring wel degelijk heeft verlaten het aanvankelijk ingenomen standpunt omtrent de verplichting van compensatoire rechten van gepremieerde sniker, uit de autonome kolonien ingevoerd. Hij bestrijdt het door den heer Tydeman verdedigde verouderde standpunt. Ging diens bewering op, dan zou men ook niet het recht hebben coo pensatoire rechten te heffen van Rusland en andere landen die niet tot de conventie zijn toegetreden. De Minister van Financien (de heer Harte van Tecklenburg) wyst er op, dat vele hier behandelde quaestien slechts door de toekomst zijn te beslissen. Intusschen wil de Minister het suikervraagstuk in 't algemeen even bespreken en den invloed dien de conventie zal hebben op de suikerindustrie. Het premiesteLel werkte zeer absurd hoe 't in vroegeren en lateren tijd werkte, wijst de Minister iii bijzonderheden aan evenals de redenen waarom in Engeland de suikerprijs zooveel lager is dan elders. Waren onze industrie en land bouw daarmede eenigszius gebaat, wij zonden in den abnorrnalen toestand knnnen berusten, maar de conventie zal werkelijk aan misstanden een einde rnaken. En tot welken prijs zal onze industrie bij die opruiming verkrijgen De Minister laat hier de koloniale suiker onbesproken; deze zal de voor- deelen genieten zonder de lasten te dragen, doch dit is onvermijdelijk met het oog op de bijzondere verhouding van de koloniale suiker. Voor de binnenlandsche industrie zal het verlies der premien zeker offers kosten, maar dat hebben zij gemeen met de andere suikerproduceerende landen doch onze fabrikanten zullen dat verlies beter kunnen dragen dan de buitenlandsche concurreoten. Doch de conventie op zich- zelve zal ontegenzeggelijk ten voordeele strekken van onze bietsuikerindustrie. Daartoe zal ook de accijnsverlaging strekkenzij is niet groot. dat is waar, doch de verlaging zal niet strekken in de eerste plaats tot bevoordeeling van de consuraenten, maar om te zorgen de snikerindustrie te beveiligen tegen de ge- volgen van de conventie, zonder die verlaging, welke de concurrentie moet vergemakkelijken. Nu kan men den accijns nog wel lager stellen, doch de Minister is verantwoordelijk voor de belangen der schatkist, die men met praatjes niet kan goedmaken. De uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijkheid van verdere accijns verlaging zijn niet zoo gunstig geweest als de Regeering zich had voorgesteld. De accijnsverlaging in Engeland hield geen gelijken tred met de consumptie, die eerst van lieverlede is toegenomen na geheele afschaffing van den accijns. In zeven jaren tijds it de consumptie slechts met 36 pet. toegenomen. Gelijke ervaring heeft men in Frankrijk opgedaan. Voor ons land bewijzen de cijfers dat, als men de consumptie wilde vermeerderen met 6£ millioen kilogram, de schatkist een offer van 10 millioen zou brengen. Op deze kwestie van de beteekenis en de gevolgen der surtaxe zal eehter bij de betrekkelijke ontwerpen nader kunnen worden teruggekomen. H-1 ppijt hem eehter dat hij van de goede gewoonte is afgeweken om niet voornit te loopen op later te maken rege- lingen. Doch er was zekere connexiteit tusschen de conventie en die andere voorstellenin bijzonderheden daarover moet men thans niet treden. De Minister van Buitenlandsche Zaken (de heer Melvil van Lijnden) wijst op de moeilijkheden aan het sluiten en de voorbereiding van deze conventie verbonden. Sinds 1898 is reeds tusschi n de gedelegeerden van gedachten gewisseld en hij meent dat dezen alien dank verdienen voor hun be- moeiingen. Omtrent de gepremieerde snikers uit de kolonien wijst de Minister op art. 8 en doet hij uitkomen, dat, wanneer geen compensatoire rechten worden geheven, b. v. van Rusland en andere niet-toegetreden Staten, die gepremieerde suiker ook niet zal kunnen profiteeren van de voordeelen in art. 5 genoemd (heffing van het laagste recht van het tarief.) De Minister voegt hierbij, dat Engeland wel degelijk volgens de conventie verplicht is compensatoire rechten te heffen van de gepremieerde suiker uit de autonome kolonien. De Minister licht dat alles nader toe uit de processen-verbaal der con- ferentie, uit de woorden der overeenkomst en uit de debatten in het Parlement. Htit wetsontwerp is zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Men meldt ons Naar wij veruemen wordt ernstig overwogen, om bij wijze van proef, wanneer de tramlijn Hulst Walsoordeu geopend is, twee brieveumalen voor Holland te verzenden over Vlake in plaats van over Antwerpen. Natuurlijk zal de Hollandsche correspondentie daar zeer veel bij winnen men denke slechts aan den afstand VlakeRozendaal en den grooten afstand HoistRozenrlaal over Antwerpen, waar bij deze laatste route nog verschillende keeren lang oponthoud komt. 't Is te wenschen dat de proeven tot definitieve regeling over Vlake zullen leiden. Woensdag werd aan het gebouw van het provinciaal bestnur te Middelburg aanbesteed het onderhoud van het Nederlandsch gedeelte van het kanaa) van Ter Neuzen, met bijbehtorende werken gedureride de ja ren 1903, 1904 en 1905. (Raming 23,950 per jaar). Hiervoor werd, zooals wij reeds in ons vorig numuner meldden, het minst ingeschreven door den heer A. Tholens Dingz. te Ter Neuzen voor 22300. Verder werd i-tigeschreven dpor de heeren ,J. Lindenbergh Cz. te Wemeldinge voor /"23910, G. J. Balkenstein te Ter Neuzen voor f 22990, C. van der Hooft te Ter Neuzen voor f 22741 en W. Dekker te Veere voor f 22460. Een biljet was van ouwaarde. Tot kapelaan te Groenendijk is benoemd de beer P. R. den Boer, R.-K. priester te Zierikzee, 15 Aug. jl. tot priester gewijd. Naar men ons meedeelt, behoeft het bericht in ons vorig nummer, omtrent de aanhouding van den persoon die de aarranding onder St. Jansteen pleegde, eenige aanvulling en was die persoon door de gemeente-politie alhier, voor de tweede maal binnen eene week, aangehouden als vreemdeling zonder middel van bestaan. De gemeente-politie was met het sinds 28 Dec. bij de rijks-politie verspreide signalement niet op de hoogte gebracht en gaf den persoon aan de rijks-politie over om hem over de grenzen te brengen. Deze bespeurde toen dat zij met den persoon te doen had, die zij ook reeds een week te voren had getranspor- teerd en waarvan zij na het ontvangen van het signalement reeds vermoed had, dat hij daaraan beantwoordde. lloek, 4 Dec. Heden werd bij den heer Jac. Drabbe alhier verpacht vier perceelen grasgewas in de Loven- en Willemskerkepolders. Pachters werden voor de verschillende perceelen de heeren P. Buijze voor 70,—, J. de Feijter voor 15,—, A. van Hoeve voor 80,en M. Dieleman voor f 100, Hoewel de commissie nog niet geheel en al met de inschrijving klaar is, kan toch met zekerheid gemeld worden, dat onze gemeente een vaandel rijk zal worden. Ruim 220,is reeds bijeengebracht, zoodat men alvast in onder- handeling is getreden met eene soliede firma, van welke reeds een ontwerp is ingekomen. De zaak marcheert dus goed. Zaaiuslag. 5 Dec. De vereeniging //In 'tbelang der landbouwers" alhier, hield dezer dagen hare gewone jaarlijksche vergadering, waarin bleek Hat was aangekocht 871,800 K.G. kunstmeststoffen tot een gezamenlijk bedrag van 54,152 en 283 K.G. klaverzaad voor 212,25. In'tgeheel bedroegen de inkomsten 54,847,175 en de uit- traven 54,761,94, goed slot 85,235. Tot leden van het bestuur werden herkozen J. van Hoeve en G. de Visser. Het aantal leden ver- ineerderde met 3 en bedraagt thans 85. St. Jansteen. Niet zonder afkeer neem ik de pen op om in korte trekken den inhoud weer te geven van een huiveringwekkend drama, dat in den vroegen morgen van Woensdag 3 December alhier is afgespeeld. Stelt u dan voor een armzalig huisje, waarin eene zenuwzieke vrouw, eenzaam en verlaten hare laatste levensdagen slijt. Verder een dertienjarig meisje van een trouw vrieud, dat tot gezelschap der oude vrouw bij deze geregeld den uacht door- brengt om haar bij eveutueele toevallen eenige hulp te kunnen verleenen. Eerste bedrijf De vrouw verlaat in den uacht de bedstede, neemt het broodmes eu breDgt de slapende kleine ernstige kwetsuren toe aan de hand, in den nek en op het hoofd. Tweede bedrijf Het meisje wordt eenigen tijd later wakker door het schrijnen der wonden, bemerkt haar toestand en bespreekt dien met de vrouw, die haar verzoekt alles te willen stilhouden. Het kind wordt angstig en wil naar buiten. De vrouw belet haar dit, maar gaat spoedig zelf op de vlucht. De kleine wacht tevergeefs op de terugkomst der oude eD gaat eindelijk de buren wekken, die, een onderzoek ter plaatse instellende, het ongelukkige mensch omstreeks vijf uren, in nopeloozen toestand vinden liggen, blijkbaar uit den beerput gekropen. Spoedig wordt nu de on gelukkige in huis gebracht, van andere kleederen voorzien, verwarmd en te bed gelegd. Derde bedrijf Men haalt priester en geneesheer. De vrouw sterft om acht uren. Naschrift. De toestand van het dertienjarige meisje is zeer gunstig. Hengstdijk, 4 Dec. In den verloopen nacht heeft men hier weer getracht kippen en konijnen weg te halen. Doordat de eigenaars wakker werden en terstond gingen zien, werden de dieven verjaagd. Men zij dus op zijn hoede. 's Gravenhage, 5 Dec. De Eerste Kamer heeft heden de Beroepswet aangenomen, na de verzekering van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dat hij alles zal doen om de Ongevallenwet en Beroepsraden het volgerid jaar gelijktijdig in werking te stellen. De Kamer is uiteeugegaan tot 29 Dec. Tweede Kamer. Op de interpellate van den heer Ferf, over de belemmeringen van den veeuitvoer, betoogde de Minister van Buitenlandsche zaken tegenover de meening van den interpellant, dat hij de tijdsomstandigheden thans niet gunstig achtte bij Duitschland aan te dringen op opeu- stelljng der grens. Onze gezant te Brussel heeft opdncht bij de BelgiscHe Regeering aan te dringea op voor.waar- delijke opensteHing der grens, maar er was van den gezant nog geen antwoord ontvangen. De interpellant had ter zake van Duitschland krachtiger optreden gewenscht. Op de interpellate van den heer Melchers, over de uitzetting uit Duitschland van twee Nederlandsche arbeiders, waaraan z.i. de fahrikant Van Heek niet vreemd was, antwoordde de Minister dat hij gemeend heeft te moeten berusten in de vauwege de Pruissische regeering verstrekte inlichtingen. Voor een leening ten laste der gemeente Middel burg, groot f 5700, tegen een rente van 4 pCt. 'sjaars, waarvoor slechts e6n schuldbe- kentenis zoude worden uitgegeven, is geen enkel inschrijvingsbiljet ingekomen. Een der timmermansknechts van De Brakke Grond te Amsterdam trachtte Woeusdagmiddag door middel van terpentijn verf van zijn jas te verwijderen. Waarschijnlijk is hij daarmee te dichl bij de kachel gekomen, althans vlogen eensklaps zijn kleeren in brand. Radeloos van schrik eu pijn snelde de man van den timmerzolder naar beneden naar het veilingslokaal, waar de vlammeu door een der aanwezigen gedoofd werdeu. De man, die op verschillende plaatsen brand- wouden had gekregen, werd in het gasthuis opgenornen. Doodgevroren. Diusdsgmorgen om half vijf is door twee mauschappen der brigade marechaussee, die op nachtdienst waren, in het veld tusschen Heerlen en Kunrade laugs den weg gevouden een zwerveud persoon, zekere v. R., die door de koude bevangen en den dood nabij was. Hij werd naar Voerendaal gebracht, doch over- leed reeds onderweg. t Vijf jaren geleden werd bij den heer Jac. Wijnands, slager te Huisen, petroleum opgepompt,. wa' zich ieder jaar bij lagen watersiand heihaalde. Ten aanschoiiwe van velen is dezer dagen weer het brandbare vocht opgepompt, dat, in de lamp gedaan, uitmuntend brandde. Te Rozendaal (N.-B.) zijn thans zoo meldt men van daar de iubraken en diefstallen aan de orde van den dag. Geen nacht gaat voorbij of er is ingebroken. In de laatste zeven dagen niet minder dan acht gevallen. Ook Don- derdagnacht heeft men voor de zooveelste maal in de K. kerk ingebroken en de offerblokken geforceerd. Een aardige geschiedem's van de exercitie- plaats doet in militaire kringen de ronde. Een onderofficiet had een recruut (een nieuw indienst gekomen soldaat) reeds verscheidene malen, doch te vergeefs, vermaand om toch zijn beeneu aan elkander te sluiten, en eindelijk begon hij zijn geduld te verliezen. De jonge soldaat had nu wel geen hoepelbeenen, maar zij sloten lang net behoorlijk tg-nelkaar; tusschen zijn knieen bleef er steeds een opening. Eu zulks hinderde den sergeant zeer, als in strijd zijnde met de voorschriften van de militaire houding in het gelid. En nu wilde hij het eens op een andere manier probeeren. Hij nam een kwartje en stak dit den recruut tusschen de knieen, die hij met geweld tegen elkaar drukte, en zeide Nu korn ik over vijf minuten terug, hoor jeen zee als het kwartje dan niet meer tusschen je knieen zit Met alle inspanning had de recruut het nog niet e£n minnut volgehouden daar viel het stukje geld reeds op den grond. Wat te doen P Hij zon op een middel om het dreigende onweer van zijn hoofd af te wenden, en daar kwam hij op een even vernuftigen als gelukkigen inval. Toen hij begreep, dat de vijf minnten bijua om waren, pakte hij in een onbewaakt oogenblik snel het kwartje op en stak het in zijn zak, maar in plaats daarvan klemde hij een gulden tusschen zijn knieen en deed nu zijn best om de voorgeschreven houding vol te houden tot de komst van den sergeant en het gelukte hem. z/Wel, heb je 't kwartje nog vast?" vroeg deze^ toen hij aankwam, en de soldaat knikte. We zullen eens zien of het waar is!" Hoe helderde zijn gram gelaat op, toen hij den gulden vond, en met vrieDdelijken blik zeide hij vKereldat heb je eens knap gedaan door je drnkken is het stak geld veel grooter geworden De gulden verdween in den zak van den onderoSicier, en hij maakte het den recruut over de gaping tusschen zijn knieen voortaan niet meer lastig. Het land der pruimen. Dat is ontegen zeggelijk Servie en de aangrenzende provincie Bosnie. Van Servie zijn de pruimen een der voor- naamste, uitvoerartikelen, kortelirgs bedroeg die uitvoer 23,228,777 kilo's ter waarde van ongeveer f 2,780,000 ouzer munt. Een derde gedeelte dezer pruimen gaat rechtstreeks over Regensburg naar Duitschland, een derde gedeelte over Fiume naar Amerika eu het overige naar Pesth, van waar ze naar verschillende Europeesche markten verzonden worden. Voor de zerzending over zee, grootendeels naar N.-Amerika. is de Hongaarsche haveustad Fiume beter gelegen d-an Triest niet minder dan 409 voile, waggoula.dingen, worden daar gedurende d^n verzendingstijd aangevoerd en verladen. In 1896' bedroeg de pruimenoogst in Servie 17,000,000 kilogram, hiervan werd meer dan een drie vierde gedeelte uitgevoerd. De qualiteit dezer pruimen

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 6