Telegrafische berichten.
Geniengde berichten.
TER NEUZEN, 5 December 1902.
aij ligfc onmiddellrjk aan het water, haar prijzen moeten dus
zoo loonend mogolijk zijn. Eu wat ziet men Dat in het
afgeloopeu jaar niet meer is kunnen gegeven worden dan
8,26 per duizend kilogram.
Nu heeft men een andere gelijksoortige, de Noord-Neder-
landsche fabriek die evenwel niet geheel cooperatief isdeze
is niet beter ingericht dan de fabriek te Sas van Gent en
niet beter gelegen dan deze De landbouwers-aandeelhouders
hebben daar eehter ontvangen f 9,8- per 1000 K G. en dus
ruim /1,50 meer. 6 pet werden afgeschreven, 4$ pet. uit-
gekeerd aan de aandeelhouders-niet-landbouwersde aandeel-
houders-landbouwers krijgen er niels bij. Een aanzienlijk
verachil dus.
Welnu, ook dan zal men dus in het duister tasten en de
Regeering, wanneer zij zich van dien kant laat inlichten, zal
wel nauwkeung mogen nagaan wat de oorzaak is van het
groote verachil tusschen de cijfera van die groote fabr eken
werkende onder gelijke omatandigheden.
Maar de Regeering heeft reeds een zeer verstandigen wtg
ingeslagen door na te gaan of do r de vermindering van de
beetwortelcultuur een cr sis voor den landbouw komen zal van
zoo groo e beteekenis als men ons wil doen g»-looven. De
Minister heeft aan de burgerm eaters opgaven gevraagd van het
aantal hectaren dat dit jaar beboawd werd met beetwortelen
en welke oppervlakte in 1901 daarmede wa9 bebouwd. De
vraag werd onvolledig overgebracht, althans aan dezen burge-
meester. Men kreeg immevs van elders ook daarnevens gestelde
vragen te lezen, eu toen bleek het dat de Rezeering ook de
zeer verstandige vraag ha i gedaan wat op de hectaren waa 'op
nu geen bieun verbouwd waren, nu geplant was Van hen
die ook deze vragen te lezen kregen onlving zij ongeiwijfeld
het antwoord, dat de landbouwers zoo verstandig waren geweest
te beg* ijpen dat, waar het getij verloopt, de bakens moeten
verzei worden, eu dat vele landbouwers mtt andere producten,
als vlas, haver, erwten, aardapp len, enz. loonender opbi'engsten
verkregen. vvelnu> mijnheer de Voorzitter, hoezeer ik de beet-
worte.cultuur in den wisselbouw een belangrijke plaats wil
zien behouden eu in natu irlijken omvang ongaarne zoude missen,
meen ik tocb bier een aanwijzing te mogen zien by de be-
oordeeiing van de toekomsl der beetwortelcultuur, en te motr n
adeiden dat voor den landbouwer de quaestie niet zoo moeilijk
zal worden opgelost. Het is gebleken dat, met name in ver-
schillende streken van Zeeland, ajuin geplant werd en op andere
plaatseu aardappelen, tarwe, via-, en haver; de overproductie
van beetwortelen heeft voor een groot deei scbuld aan de lage
pry/.en dier gowassen in v rige jaren. Met het ophouden dier
overproductie in mijn oogen geen ramp voor den landbouw,
kan het lnireden eener verbetenng van de suikerprijzen worden
verwacht.
De komende toestand moge dan voor den landbouwer
be-iwaren opleveren, ik ben volkomen overtuigd dat, dank
ook de vorderingen van de wetenschap, in het landbouwbedrijf
gretig opgenornen, deze crisis door onze landbouwers glansrijk
zal worden doorstaan.
De beer Rbell acbt zich verplicht tot een woord van
verweer tegen hetgeen de heer Van der Kun zeid* omtrent
de houding van onze gedelegeerden ter conference. Het is
een t'eit, dat ons optreden daar den doorslag heeft gegeven,
op twee hoofdpumten. De eer*te gedacbte was de kolonien
buiten de conventie te houden. Later verklaarden onze
gedelegeerden, dat Nederland niet tegen een bepaling was
dat in de kolonien geen preuiien zouden worden geheven.
De voorzitter der conference sprak toen den weusch ui dat
de gedelegeerden tot een beduit zouden komen overeeukom-
stig de verklaring van de Nederlandsche delegatie. Deze
heeft toen op het gescbikte oogenblik een clausnle vuorgedragen,
welke besteuid was om de moeielykheden op le lossen waar-
op de conventie had kunnen stranden.
Wat kieromtrent het betoog van den heer Tydeman betreft,
spreker acht de uitlegging door de Regeering gegeven aan de
betrekkelijke bepaling volkomen jnistop Engeland kan de
verplichting wel opgelegd worden tot het heffeu van compen-
sace-rechten in zijn autonome kolonien bij den invoer van
da.r geproduceerde suiker. Dit blijkt uit het protocol en uit
art; 8 der conventie- Die autonome kolonien worden daarbij
als volkomen zelfstandige 'taten beschouwd en in dezen zin
moet niet em eiikeie bepaling, maar moeten alle bepalingen
worden uilgelegd, o. a. art. 4 De discussies in het Engelsehe
parlement zijn hier niet beslisseudwant de Regeering is
daar over de kweatie heengeloopen.
De heer Van Wijck bestrijdt de stelling van den heer
Ter Laan, dat de belangen der arbeiders, der schipperij, enz.
niet samen zouden gaan met die van de suikerfabrikanten.
De beetcultuur is de reddende engel geworden voor da
landbouwers; van niel minder belang is de beetindnstrie voor
de binnenschipperij en voor de arbeiders, die door den beet-
bouw op het platieland werk vinden, terwijl zij anders naar
de groote centra zouden worden gedreven.
De heer Van Karnebeck constateert, dat niet de conventie
is aangevallen, alleen critiek geoefend op eenige bijzondere
gedelegeerden. Die critiek vloeit vooraf daaruit voort, dat
aezellde gedelegeerde die zooveel heeft bijgedragen tot het
toutandkomen van de conventie, later bleek te zijn een
tegenstander van de surtaxe. Ware hij een voorstander
gebleken van de surtaxe, dan zon de critiek zeker niet zoo
scherp geweest zijn.
Overigens is spieker 't geheel eens met den heer Rbell
omtrent de beteekenis van de conventie, en omtrent de
verplichting van Engeland tot heffing van compensatoire
rechten van zijn autonome kolonien, wanneer zij gepremieerde
suiker uitvoeren. Hierbij bestrijdt hij 't betoog van den heer
Tydeman dat art. 4 alleen toepasselijk is op die landen, die
niet hebben gecontracteerd, en dat die kolonien niet zouden
kunnen contracteeren. Dit laat-ite is juist door den heer
Rbell op goede gronden bestreden. Hij geeft de Regeering
eehter in overweging om voor de ratificatie de kwestie nog
e«ns ter sprake te brengen bij de contracteerende mogend-
heden.
len slotte betreurt de heer Van Karnebeek 't, dat de aan-
kondiging van het voornemen der Regeering be'rekkelijk de
heffing van een surtaxe als een zwaard van Damocles over het
hooid der suikfrindusirie zal biijven hangen, omdat de surtaxe
is een quaestie van tarief en omdat de suiker verhandeld wordl
op langen termijn, zoodat zekerheid hiervoor noodig is.
D<' heer Jruijtier: Ik heb het woord gevraagd om mij aan
te sluiten bij den heer Van Wyck en om te bestrijden den
heer Hennequin.
Wij hebben hier te doen met een Industrie die voor ons
laud van het hoogste belang is, vooral omdat zij haar gror.d-
stoffen moet /erkrijgen uit eigen land, wat vaak niet het geval
is met andere iudustrieen. Zeeland, de bakermat van de
suikerbeelenteelt in Nederland, is wel het mcest bij deze In
dustrie betrokken, en om nu den schijn te voorkomen, dat
men in die provincie algemeen zou instemraen met de rede
van den beer Hennequin, voorzitter der Zeeuwsche Maatschappij
van Landbouw, moet ik diens woorden kortelijk rescontreeren.
De heer Hennequin heefi gezegd wij hebben geen surtaxe
noodig, want die bevoordeelt alleen de suikerfabrikanten. Ik
zal daarop nu niet iugim omdat wij later die surtaxe in uii-
gebreider zin zullen bekandelen bij het tosgezegde wetsontwerp.
De heer Hennequin heeft vcrdcr gewezen op de uitkomsien
van de codperatieve suikerfabriek te Sas van Gent en de vrees
uitgedrukt, dal de Minister daa mede te veel rekening zou
houden. Hij heeft gezegd die fabriek heeft over het vorige
.jaar uitgekeerd f8,26, terwijl de fabriek «de Vier Verlaten"
veel meer uitkeertmaar de heer Hennequin was eeriijk
genoeg er bij t; voegen, de eene fabriek is zuiver cooperatief,
de andere maar halC De vergeiijking tussehen beiden gaat dus
niet op.
Dan heeft de heer Hennequin gezegd men moest aan de
verschiliend^ burgemeesters gevraagd hebben of de teen van
uien, karwei en andere gewas->en niet even voordeelig was als
die van suikerbeeten. Dit had men dit jaar wel in den zin
van den heer Hennequin met succes kunnen vragen, ma.irdat
zou het geval niet zijn als" men de uitkomsten van het vorig
jaar voor oogen hield. De prijzen toch zijn dit iaar eensklaps
naar beneden gegaan, zoodat de industrie belangrijk nadeel
leed en de suikerbeeten dn ntengevolge minder in prijs waren.
Verder zeidc de het-r Hennequinals het geiij verloopt,
moet men de bakens verzetten, maar als men het getij niet
laat verloopen, behoeft men geen bakens te verzetten. Men
zorge slechts, dat de suikerindustrie in het belang van laid-
bonwer8 en fabrikanten en zooveel anderen, als arbeiders en
schippers, in het leven blijft.
De heer Van Wijck hesft er op gewez»n, dat de meecrap
uit Zeeland verdwenen is. Dit wordt daar nog altijd betreurd.
Ook de vlas-industrie is verhuisd. Het vlas dat tegenwoord g
in Zeeland verbouwd wordt, gait onbewerkt het land uit naar
Belgie, en ik zou het zeer betreuren wanneer wij ook al onze
beeten aan de Belgen moesten leveren. Dit nu zou h^t geval
zijn, wanneer wij onze suikerindustrie niet van dezelfde wapenen
voorzagen als het buitenland dit de zijne doet. Het komt mij
voor, dat wij hetzelfde moeten doen wat ook in andere landen
geschiedt, al is het ook niet in dez Tide mate.
Wanneer in ons land een surtaxe geheven wordt zooals in
Dmtschland, Oostenrijk en Frankrijk, dan bestaat voor fabrikanten
de mogelijkheid om een kartel te vormen, het bedrag der
surtaxe zal daarom hier te lande lager kunnen worden gest Id
dan in genoemde landen, want 5} francs is wellicht voor
Nederland te veel.
Met Belgie staan wij gelijk. Met de Belgen zullen wij
hebben te j-trijden en inden wij dan inferieure wapens hebben,
zullen wij het onderspit delven.
Ik ben voor groote verminderiDg van accijns, maar dat moet
men zorgen, dat die verlging ten goede komt aan onzen land
bouwer, aan onze Industrie en niet aan die van het buitenland,
met andere woorden, indien, tengevolge van vermindering van
accijns het suikergebruik toeneemt, dan moet die toeneming
ten goede komen aan onze fabrikanten en aan onzen land-
bonwer en niet aaD den buitenlandschen en dat kan alleen door
het heffen eener suriuxe geschieden.
De heer Van Idsinga betoogt, dat hij de behandeling van
de conventie in de House of Commons de Engelsehe Regee
ring wel degelijk heeft verlaten het aanvankelijk ingenomen
standpunt omtrent de verplichting van compensatoire rechten
van gepremieerde sniker, uit de autonome kolonien ingevoerd.
Hij bestrijdt het door den heer Tydeman verdedigde verouderde
standpunt. Ging diens bewering op, dan zou men ook niet
het recht hebben coo pensatoire rechten te heffen van Rusland
en andere landen die niet tot de conventie zijn toegetreden.
De Minister van Financien (de heer Harte van Tecklenburg)
wyst er op, dat vele hier behandelde quaestien slechts door
de toekomst zijn te beslissen. Intusschen wil de Minister
het suikervraagstuk in 't algemeen even bespreken en den
invloed dien de conventie zal hebben op de suikerindustrie.
Het premiesteLel werkte zeer absurd hoe 't in vroegeren
en lateren tijd werkte, wijst de Minister iii bijzonderheden
aan evenals de redenen waarom in Engeland de suikerprijs
zooveel lager is dan elders. Waren onze industrie en land
bouw daarmede eenigszius gebaat, wij zonden in den abnorrnalen
toestand knnnen berusten, maar de conventie zal werkelijk
aan misstanden een einde rnaken. En tot welken prijs zal
onze industrie bij die opruiming verkrijgen De Minister
laat hier de koloniale suiker onbesproken; deze zal de voor-
deelen genieten zonder de lasten te dragen, doch dit is
onvermijdelijk met het oog op de bijzondere verhouding van
de koloniale suiker. Voor de binnenlandsche industrie zal
het verlies der premien zeker offers kosten, maar dat hebben
zij gemeen met de andere suikerproduceerende landen doch
onze fabrikanten zullen dat verlies beter kunnen dragen dan
de buitenlandsche concurreoten. Doch de conventie op zich-
zelve zal ontegenzeggelijk ten voordeele strekken van onze
bietsuikerindustrie.
Daartoe zal ook de accijnsverlaging strekkenzij is niet
groot. dat is waar, doch de verlaging zal niet strekken in
de eerste plaats tot bevoordeeling van de consuraenten, maar
om te zorgen de snikerindustrie te beveiligen tegen de ge-
volgen van de conventie, zonder die verlaging, welke de
concurrentie moet vergemakkelijken.
Nu kan men den accijns nog wel lager stellen, doch de
Minister is verantwoordelijk voor de belangen der schatkist,
die men met praatjes niet kan goedmaken.
De uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijkheid
van verdere accijns verlaging zijn niet zoo gunstig geweest
als de Regeering zich had voorgesteld. De accijnsverlaging
in Engeland hield geen gelijken tred met de consumptie, die
eerst van lieverlede is toegenomen na geheele afschaffing
van den accijns. In zeven jaren tijds it de consumptie slechts
met 36 pet. toegenomen. Gelijke ervaring heeft men in
Frankrijk opgedaan. Voor ons land bewijzen de cijfers dat,
als men de consumptie wilde vermeerderen met 6£ millioen
kilogram, de schatkist een offer van 10 millioen zou brengen.
Op deze kwestie van de beteekenis en de gevolgen der surtaxe
zal eehter bij de betrekkelijke ontwerpen nader kunnen worden
teruggekomen.
H-1 ppijt hem eehter dat hij van de goede gewoonte is
afgeweken om niet voornit te loopen op later te maken rege-
lingen. Doch er was zekere connexiteit tusschen de conventie
en die andere voorstellenin bijzonderheden daarover moet
men thans niet treden.
De Minister van Buitenlandsche Zaken (de heer Melvil van
Lijnden) wijst op de moeilijkheden aan het sluiten en de
voorbereiding van deze conventie verbonden. Sinds 1898
is reeds tusschi n de gedelegeerden van gedachten gewisseld
en hij meent dat dezen alien dank verdienen voor hun be-
moeiingen.
Omtrent de gepremieerde snikers uit de kolonien wijst de
Minister op art. 8 en doet hij uitkomen, dat, wanneer geen
compensatoire rechten worden geheven, b. v. van Rusland
en andere niet-toegetreden Staten, die gepremieerde suiker
ook niet zal kunnen profiteeren van de voordeelen in art. 5
genoemd (heffing van het laagste recht van het tarief.) De
Minister voegt hierbij, dat Engeland wel degelijk volgens de
conventie verplicht is compensatoire rechten te heffen van
de gepremieerde suiker uit de autonome kolonien. De Minister
licht dat alles nader toe uit de processen-verbaal der con-
ferentie, uit de woorden der overeenkomst en uit de debatten
in het Parlement.
Htit wetsontwerp is zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Men meldt ons
Naar wij veruemen wordt ernstig overwogen, om
bij wijze van proef, wanneer de tramlijn Hulst
Walsoordeu geopend is, twee brieveumalen voor
Holland te verzenden over Vlake in plaats van
over Antwerpen.
Natuurlijk zal de Hollandsche correspondentie
daar zeer veel bij winnen men denke slechts aan
den afstand VlakeRozendaal en den grooten
afstand HoistRozenrlaal over Antwerpen, waar
bij deze laatste route nog verschillende keeren
lang oponthoud komt.
't Is te wenschen dat de proeven tot definitieve
regeling over Vlake zullen leiden.
Woensdag werd aan het gebouw van het
provinciaal bestnur te Middelburg aanbesteed
het onderhoud van het Nederlandsch gedeelte van
het kanaa) van Ter Neuzen, met bijbehtorende
werken gedureride de ja ren 1903, 1904 en 1905.
(Raming 23,950 per jaar).
Hiervoor werd, zooals wij reeds in ons vorig
numuner meldden, het minst ingeschreven door
den heer A. Tholens Dingz. te Ter Neuzen voor
22300.
Verder werd i-tigeschreven dpor de heeren ,J.
Lindenbergh Cz. te Wemeldinge voor /"23910,
G. J. Balkenstein te Ter Neuzen voor f 22990,
C. van der Hooft te Ter Neuzen voor f 22741 en
W. Dekker te Veere voor f 22460.
Een biljet was van ouwaarde.
Tot kapelaan te Groenendijk is benoemd de
beer P. R. den Boer, R.-K. priester te Zierikzee,
15 Aug. jl. tot priester gewijd.
Naar men ons meedeelt, behoeft het bericht
in ons vorig nummer, omtrent de aanhouding van
den persoon die de aarranding onder St. Jansteen
pleegde, eenige aanvulling en was die persoon
door de gemeente-politie alhier, voor de tweede
maal binnen eene week, aangehouden als vreemdeling
zonder middel van bestaan. De gemeente-politie
was met het sinds 28 Dec. bij de rijks-politie
verspreide signalement niet op de hoogte gebracht
en gaf den persoon aan de rijks-politie over om
hem over de grenzen te brengen. Deze bespeurde
toen dat zij met den persoon te doen had, die
zij ook reeds een week te voren had getranspor-
teerd en waarvan zij na het ontvangen van het
signalement reeds vermoed had, dat hij daaraan
beantwoordde.
lloek, 4 Dec. Heden werd bij den heer Jac.
Drabbe alhier verpacht vier perceelen grasgewas
in de Loven- en Willemskerkepolders. Pachters
werden voor de verschillende perceelen de heeren
P. Buijze voor 70,—, J. de Feijter voor 15,—,
A. van Hoeve voor 80,en M. Dieleman
voor f 100,
Hoewel de commissie nog niet geheel en
al met de inschrijving klaar is, kan toch met
zekerheid gemeld worden, dat onze gemeente een
vaandel rijk zal worden. Ruim 220,is
reeds bijeengebracht, zoodat men alvast in onder-
handeling is getreden met eene soliede firma, van
welke reeds een ontwerp is ingekomen. De zaak
marcheert dus goed.
Zaaiuslag. 5 Dec. De vereeniging //In 'tbelang
der landbouwers" alhier, hield dezer dagen hare
gewone jaarlijksche vergadering, waarin bleek Hat
was aangekocht 871,800 K.G. kunstmeststoffen
tot een gezamenlijk bedrag van 54,152 en
283 K.G. klaverzaad voor 212,25. In'tgeheel
bedroegen de inkomsten 54,847,175 en de uit-
traven 54,761,94, goed slot 85,235. Tot
leden van het bestuur werden herkozen J. van
Hoeve en G. de Visser. Het aantal leden ver-
ineerderde met 3 en bedraagt thans 85.
St. Jansteen. Niet zonder afkeer neem ik de
pen op om in korte trekken den inhoud weer te
geven van een huiveringwekkend drama, dat in
den vroegen morgen van Woensdag 3 December
alhier is afgespeeld.
Stelt u dan voor een armzalig huisje, waarin
eene zenuwzieke vrouw, eenzaam en verlaten hare
laatste levensdagen slijt. Verder een dertienjarig
meisje van een trouw vrieud, dat tot gezelschap
der oude vrouw bij deze geregeld den uacht door-
brengt om haar bij eveutueele toevallen eenige
hulp te kunnen verleenen.
Eerste bedrijf
De vrouw verlaat in den uacht de bedstede,
neemt het broodmes eu breDgt de slapende kleine
ernstige kwetsuren toe aan de hand, in den nek
en op het hoofd.
Tweede bedrijf
Het meisje wordt eenigen tijd later wakker door
het schrijnen der wonden, bemerkt haar toestand
en bespreekt dien met de vrouw, die haar verzoekt
alles te willen stilhouden.
Het kind wordt angstig en wil naar buiten.
De vrouw belet haar dit, maar gaat spoedig zelf
op de vlucht. De kleine wacht tevergeefs op de
terugkomst der oude eD gaat eindelijk de buren
wekken, die, een onderzoek ter plaatse instellende,
het ongelukkige mensch omstreeks vijf uren, in
nopeloozen toestand vinden liggen, blijkbaar uit
den beerput gekropen. Spoedig wordt nu de on
gelukkige in huis gebracht, van andere kleederen
voorzien, verwarmd en te bed gelegd.
Derde bedrijf
Men haalt priester en geneesheer. De vrouw
sterft om acht uren.
Naschrift.
De toestand van het dertienjarige meisje is
zeer gunstig.
Hengstdijk, 4 Dec. In den verloopen nacht
heeft men hier weer getracht kippen en konijnen
weg te halen. Doordat de eigenaars wakker werden
en terstond gingen zien, werden de dieven verjaagd.
Men zij dus op zijn hoede.
's Gravenhage, 5 Dec. De Eerste Kamer
heeft heden de Beroepswet aangenomen, na de
verzekering van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, dat hij alles zal doen om de Ongevallenwet
en Beroepsraden het volgerid jaar gelijktijdig in
werking te stellen. De Kamer is uiteeugegaan
tot 29 Dec.
Tweede Kamer. Op de interpellate van
den heer Ferf, over de belemmeringen van den
veeuitvoer, betoogde de Minister van Buitenlandsche
zaken tegenover de meening van den interpellant,
dat hij de tijdsomstandigheden thans niet gunstig
achtte bij Duitschland aan te dringen op opeu-
stelljng der grens.
Onze gezant te Brussel heeft opdncht bij de
BelgiscHe Regeering aan te dringea op voor.waar-
delijke opensteHing der grens, maar er was van
den gezant nog geen antwoord ontvangen.
De interpellant had ter zake van Duitschland
krachtiger optreden gewenscht.
Op de interpellate van den heer Melchers,
over de uitzetting uit Duitschland van twee
Nederlandsche arbeiders, waaraan z.i. de fahrikant
Van Heek niet vreemd was, antwoordde de Minister
dat hij gemeend heeft te moeten berusten in
de vauwege de Pruissische regeering verstrekte
inlichtingen.
Voor een leening ten laste der gemeente
Middel burg, groot f 5700, tegen een rente van
4 pCt. 'sjaars, waarvoor slechts e6n schuldbe-
kentenis zoude worden uitgegeven, is geen enkel
inschrijvingsbiljet ingekomen.
Een der timmermansknechts van De Brakke
Grond te Amsterdam trachtte Woeusdagmiddag
door middel van terpentijn verf van zijn jas te
verwijderen. Waarschijnlijk is hij daarmee te
dichl bij de kachel gekomen, althans vlogen
eensklaps zijn kleeren in brand.
Radeloos van schrik eu pijn snelde de man
van den timmerzolder naar beneden naar het
veilingslokaal, waar de vlammeu door een der
aanwezigen gedoofd werdeu.
De man, die op verschillende plaatsen brand-
wouden had gekregen, werd in het gasthuis
opgenornen.
Doodgevroren. Diusdsgmorgen om half vijf
is door twee mauschappen der brigade marechaussee,
die op nachtdienst waren, in het veld tusschen
Heerlen en Kunrade laugs den weg gevouden een
zwerveud persoon, zekere v. R., die door de koude
bevangen en den dood nabij was.
Hij werd naar Voerendaal gebracht, doch over-
leed reeds onderweg. t
Vijf jaren geleden werd bij den heer Jac.
Wijnands, slager te Huisen, petroleum opgepompt,.
wa' zich ieder jaar bij lagen watersiand heihaalde.
Ten aanschoiiwe van velen is dezer dagen weer
het brandbare vocht opgepompt, dat, in de lamp
gedaan, uitmuntend brandde.
Te Rozendaal (N.-B.) zijn thans zoo
meldt men van daar de iubraken en diefstallen
aan de orde van den dag. Geen nacht gaat
voorbij of er is ingebroken. In de laatste zeven
dagen niet minder dan acht gevallen. Ook Don-
derdagnacht heeft men voor de zooveelste maal
in de K. kerk ingebroken en de offerblokken
geforceerd.
Een aardige geschiedem's van de exercitie-
plaats doet in militaire kringen de ronde.
Een onderofficiet had een recruut (een nieuw
indienst gekomen soldaat) reeds verscheidene malen,
doch te vergeefs, vermaand om toch zijn beeneu
aan elkander te sluiten, en eindelijk begon hij
zijn geduld te verliezen.
De jonge soldaat had nu wel geen hoepelbeenen,
maar zij sloten lang net behoorlijk tg-nelkaar;
tusschen zijn knieen bleef er steeds een opening.
Eu zulks hinderde den sergeant zeer, als in strijd
zijnde met de voorschriften van de militaire
houding in het gelid.
En nu wilde hij het eens op een andere manier
probeeren. Hij nam een kwartje en stak dit den
recruut tusschen de knieen, die hij met geweld
tegen elkaar drukte, en zeide Nu korn ik over
vijf minuten terug, hoor jeen zee als het
kwartje dan niet meer tusschen je knieen zit
Met alle inspanning had de recruut het nog
niet e£n minnut volgehouden daar viel het stukje
geld reeds op den grond. Wat te doen P Hij
zon op een middel om het dreigende onweer van
zijn hoofd af te wenden, en daar kwam hij op
een even vernuftigen als gelukkigen inval. Toen
hij begreep, dat de vijf minnten bijua om waren,
pakte hij in een onbewaakt oogenblik snel het
kwartje op en stak het in zijn zak, maar in plaats
daarvan klemde hij een gulden tusschen zijn knieen
en deed nu zijn best om de voorgeschreven houding
vol te houden tot de komst van den sergeant
en het gelukte hem.
z/Wel, heb je 't kwartje nog vast?" vroeg deze^
toen hij aankwam, en de soldaat knikte.
We zullen eens zien of het waar is!"
Hoe helderde zijn gram gelaat op, toen hij den
gulden vond, en met vrieDdelijken blik zeide hij
vKereldat heb je eens knap gedaan door je
drnkken is het stak geld veel grooter geworden
De gulden verdween in den zak van den
onderoSicier, en hij maakte het den recruut over
de gaping tusschen zijn knieen voortaan niet
meer lastig.
Het land der pruimen. Dat is ontegen
zeggelijk Servie en de aangrenzende provincie
Bosnie. Van Servie zijn de pruimen een der voor-
naamste, uitvoerartikelen, kortelirgs bedroeg die
uitvoer 23,228,777 kilo's ter waarde van ongeveer
f 2,780,000 ouzer munt. Een derde gedeelte
dezer pruimen gaat rechtstreeks over Regensburg
naar Duitschland, een derde gedeelte over Fiume
naar Amerika eu het overige naar Pesth, van
waar ze naar verschillende Europeesche markten
verzonden worden.
Voor de zerzending over zee, grootendeels naar
N.-Amerika. is de Hongaarsche haveustad Fiume
beter gelegen d-an Triest niet minder dan 409
voile, waggoula.dingen, worden daar gedurende d^n
verzendingstijd aangevoerd en verladen. In 1896'
bedroeg de pruimenoogst in Servie 17,000,000
kilogram, hiervan werd meer dan een drie vierde
gedeelte uitgevoerd. De qualiteit dezer pruimen