Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 6 December 1902. 42' Jaargang. Ilinneiiland. No. 4313. TWEHEHDEl BLAD. FEU1LLET0N. ONSCHULDIG VEROORDEELD. Suikerconventie. In de zitting der Tweede Kamer van gis- teren kwam by de voortgezette discussie de heer Nolens op tegen het verwijt van den heer Staalman, dat dit coalitiekabinet conservatieve neigingen vertoont en een kruidenierspolitiek drijft. Spreker meende, dat de heer Staalman niet door zijn kiezers is afgevaardigd om een oppositie te voeren als thans door hem geschiedt. Verschillende belangrrjke hervormingen zijn voor- bereid of in studie. Spreker wenschte in den nood der gemeenten in Zuid-Limburg door een plaatselijke mijnbelas- ting te doen voorzien, vereenigde zich met den wensch van Mr. Drucker om voor de regeling van den rechtstoestand der ambtenaren een Staats- commissie te doen benoemendrong aan op bevaarbaarmaking van de Maas in Limburg en bepleitte een gemeenschappelijke samenwerking, waarbij het minder aankomt op de wijze waarop, dan op de zekerheid waarmede het doel bereikt wordt. De heer Passtoors was van oordeel, dat deze Regeering met een zekere voldoening op haar korten staat van dienst kan terug zien. Ondanks enkele zaken die hij betreurt, o. a. de aangekondigde drankaccijnsverhooging, stelde spreker het volste. vertrouwen in de Regeering. Z. i. zouden overigens de sociaal-democraten niet tevreden zijn, ook al kwam vanwege dit Kabinet een ouderdoms-pensioensverzekering tot stand. Zij stellen 't steeds voor alsof van een christelijke Regeering niets goeds op het gebied der sociale wetgeving te verwachten is. Spreker kwam op tegen de critiek van den heer Schaper op de Regeering, die z. i. zeer eenzijdig is en somde op wat deze Regeering heeft gedaan op het gebied der Zondagsrust, voor den arbeid (onderzoek naar de werkloosheid, optreden bij de staking te Enschede, strenger handhaving der Arbeidswet enz.). De heer Schokking vertrouwde, dat de oppo sitie binnenkort het „Chrisfcelijk zout" in de wetsontwerpen der regeering wel dnidelijker zal proeven en betoogde, dat zoolang omtrent de Christelijke beginselen geen vastheid aanwezig is, de verhouding tusschen Overheid en Maat- schappij in de klem zal komen. Overigens heeft in dit opzicht de linkerzyde, wat ver- scheidenheid van inzicht en richting betreft de rechterzijde niets te verwijten. Spreker kwam op tegen de bewering van den heer Staalman, dat in 1901 bij de stembus aan de rechterzijde overeenstemming omtrent details aanwezig was. Klaagt men, dat voor de kleyne luyden" nog niet voldoende gedaan is, men vergete niet, dat dit Kabinet niet over de schatkist kan beschikken zonder de volksvertegenwoordiging. Omtrent de Zondagswet wilde spreker een afwachtende houding aannemen, doch vroeg hoe staat de Regeering tegenover de bestaande Zondagswet Met het werkplan der Regeering vereenigde spreker zich, behalve met betgeen omtrent het onderzoek naar het vaderschap wordt ge zegd. Spreker bepleitte steun aan de vrouw voor haar natuurlijk kind. Zij dit ook in zonde verwekt, de vader heeft aan die daad stellig niet minder schuld. Op hem moet de plicht rusten, in de verzorging van dit kind bij te dragen. Geschiedde dit, er zou menige sociale nood minder te lenigen zijn. Tegen het vicieus beginsel der Leerplichtwet hield spreker zijn 5T) NEGENTIENDE HOOl'DSTUK. Met het opgaau der zon van den volgenden morgen heerschte er groote, levendigheid in de haven van Noumea. Sleepbooten, aan den kant Vastgemeerd, maakten stoom. Mannen met schoppen en emmers gewapend, hoosden het water uit plat geboomde schuite achter de hooien gelegen. Kleine kano's met een of meer iuboorlingen be- mand, vlogen pijlsnel over het water en onder- hielden de gemeenschap tusschen de ,/Saone" en den vasten wal. Vroolijk en verheugd, uit de hokken verloat te worden, de zuivere lucht in te ademen en de hel- dere zonnestralen weder te aauschouwen, kwamen de gevangeuen naar boven en begaven zich zingende en joelende naar de hun aangewezen plaats. Marcelle Hubert kwam het laatst. In tegeu- stelling van de anderen, liep zij langzaam, zonder zich te haasten, een treurigen blik om zich heen werpende alsof zij vruchteloos naar een gelaat zocht onder de lange rijen der veroordeelden. Eindelijk ontdekte zij Forlier. Terwijl de vrouwen een voor een de trap afsicgen, om zich in de sloep te begeven, bleef zij achter, de oogen on- afgewend op de zijne gevestigd. Toen zij op haar bturt afdaalde, bleef zij een oogen blik staan drukte de vingers tegen de lippeu en zond hem een handkus toe. Al de gevangeuen, welke aan dien kant stouden, meendeu, dat de scboone jonge vfouw, in de vreugde over de aankomst, alien verzet vol. Z. i. viel ten aanzien van dit punt nog wel iets voor dit Kabinet te doen. Spreker kwam met name op tegen de schoolvoeding en -kleeding van gemeentewege die uit de wet geschrapt dient. Voorts verklaarde hij zich tegen verhooging van den drankaccijns. De heer De Savornin Lohman meende, dat waar de heer Drucker zich zoo verheugd toonde over dit Kabinet, omdat het was gekomen op de hoogte der liberale beginselen, hij dit Kabinet niet 4 maar 8 jaren moest willen laten zitten, daar het toch niets anders doet en wil dan het vorige. Reden tot vreugde was voorts gelegen in het feit, dat nu homines novi gebleken waren regeerkracht te bezitten. Uit de indiening van het Speetwetje is z. i. gebleken en de oprechte wil van dit Kabinet om zonder ontziening van personen, haar plicht te doen, en haar groote wijsheid, daar nu een- maal de Arbeidswet er is, zij ook dient te kunnen worden uitgevoerd. Intrekking der Leerplichtwet zou vererge- ring van het schoolverzuim tengevolge hebben. De wet zal dus gehandhaafd moeten worden, maar spreker hoopte dat de Regeering een anderen weg zal vinden om de wet vruchtbaar te maken. Wat de legende betreft van gemis aan homogeniteit, constateerde spreker dat de vry- antirevolutionnaire partij dit Kabinet nooit een stroobreed in den weg heeft gelegd. Ten aanzien van het huismanskiesrecht en het strafrecht bestaat trouwens geen principieel verschil tusschen de beide fracties der anti- revolutionnaire partij slechts omtrent detail- punten bestaat verschil. Er is nog geen enkele reden geweest, waarom spreker's party aan dit Kabinet haar vertrouwen heeft moeten ontzeggen. Spreker vraagt. waarom de vrij-antirevolu- tionaire partij met dit Kabinet niet zou kunnen samenwerken voor maatregelen op sociaal gebied. Den heer Staalman, die een uur lang het' Kabinet had gemaakt tot mikpunt voor zijn aardigheden, wees spreker er op, dat wij hier niet staan in een meeting, maar op een plaats, waar zekere verhoudingen bestaan, die men heeft in acht te nemen. De heer Staalman lydt echter aan een zekere zinsbegoocheling hij staat op zoo verren afstand van den premier, dat hy meent dat deze even groot is als hij zelf. Voorts betoogde hij tegenover den heer Staal man, dat dit Kabinet zich niet gebonden kon rekenen door het program van urgentie der anti-revolutionaire partij, bij de keuze en volg- orde van voorgestelde maatregelen en de wijze van uitwerking daarvan. De fout ligt z. i. in hetongeluk,datwij hebben gekregen programma's van actie en van urgentie. Spreker wil wel samenspreking met de kiezers, maar acht het onmogelijk programma's van actie in te lossen aan de groene tafel Die programma's demo- raliseeren het volk, maken het tot egoisten, die maar zooveel mogelijk uit de schatkist willen zien geput ten eigen bate. Voortdurend wordt zoodoende wantrouwen gezaaid tusschen de Regeering en de Kamer en het volk de Kamerleden komen aldoor met kleine belangetjes aan, waardoor de Verslagen hoe langer hoe grooter worden, wat het werken byna onmogelijk maakt. Het Unierapport is volstrekt niet zoo ge makkelijk uit te voeren vooral na de daarin gebrachte wijziging betreffende het schoolgeld is het z. i. onuitvoerbaar. De keuze van de volgorde der maatregelen moet aan de Regeering blijven. Ten slotte drong spreker aan op een politiek in een andere gezonder richting dan de thans revolgde, met haar ellendige programma's van actie, waarvan weinig gunstige gevolgen zijn waar te nemen. De heer Heemskerk achtte critiek op het Kabinet op dit oogenblik prematuur en oor- deelde de critiek op het Speetwetje buiten proportie. Spreker verdedigde de volgorde der in uitzicht gestelde wetten en betoogde dat er tijd noodig is o n uit onze wetgeving te doen verdwijnen wat met de Christelijke grondslagen in strijd is en dat coalitie met andere partijen ongewenscht en onmogelijk was. een afscheidskus toezond. Slechts Robin, die weder ouder de opzichters stood, wist voor wien die groet bestemd was. Goed, goed, mompelde hij, 't is toch voor den laatsten keer. Ik zweer u, dat ge hem in uw leven niet weerom ziet. Inderdaad, het was geen ijdele bedreiging Robin, uit zijn arrest en van het opzicht vau den commandant der Saone" outslagen, zou op het eilaud zijn gewonen dienst hervatten en had daar- door het lot van Fortier grootendeels in handen. Zoodra het vaartuig der vroawen zich verwijderd had, kwamen de sleepbooten met de schuiten langs zijde. Een half uur later konden ook deze zich verwijdereu, volgepropt met gevangenen. Op hetzelfde oogenblik begaf zich Hanley Gar diner in zijn sloep, om aan de uitnoodiging van den commandant gevolg te geven. Hij siuurde opzettelijk tusschen de schuiten door, ten einde Berard gelegenheid te geven hem te zien en liet zich snel naar het eilaud roeien. Zijn ^vrieud de commaudant had hem reeds bespeurd. Hij ontving hem aan de afzonderlijke ligplaats waar de sloep kon aanleggen, zonder dat zij op strand behoefde te loopen. Ge komt juist bijtijds, riep hij hem toe. De gevangenen zullen in een oogenblik hier zijn. Kom met mij mede. Ik heb een paar stoelen laten klaar zetten bij dat schuurtje onder het afdak, daar hebt ge de mooiste plaatsge kunt er alles zien, zonder dat u iets zal ontgaan. Uistekend in zijn humeur stapte hij vooruit om sir Gardiner den weg te wijzen, die van zijn kant zijn best deed even opgeruimd te schijnen. D« prauwen waren aan land gekomen en de (Vervolg en slot.) De heer Van Bylandt erkent de noodzakelijkheid om deze conventie aan te nemen en het nut er van, omdat zij een einde zal maken aan de premien van nitvoer en omdat de depreciatie van onze suiker niet langer zal bestendigd worden. Doch onbiilijk is 't tegenover de fabrikanten en de belang- hebbenden, dat zij inmiddels in 'tonzekere blijven omtrent de toekomstige regeling van het suikervraagstuk, waar toch zekerheid en vastheid zoo noodig zijn voor de industrie. Tegenover den heer v. d. Kan neemt hij in bescherming de houding van den heer d'Aulnis ter conferentie, waar men niet mag vergeten dat op zoodanige conferentie veel moet gegeven en genomen worden't is een soort van schacher- partij. In elk geval ware 't raisschien den heer v. d. Kun aangenaam geweest den heer d'Anlnis tegenover zich te zien als regeerings-commissaris. De strekking der conventie is gelijkmatige bescherming aan de binnenlandsche industrie te verzekeren het beginsel van den snrtaxe ligt w&l in de conventie. Het is geen premie, al werkt hij als zoodanig. In elk gevalbescherming van de industrie is onmisbaar; en de gevolgen daarvan kan men niet door theoreiische voorspellingen bewijzen. Spreker misgunt de industrie haar winsten niet: maar vooral komt hij op voor de belangen van den landbouw, die maar niet zoo gemakkelijk teelland in weiland kan veranderen. Al ziet spreker de gevolgen niet zoo rooskleurig in, toch is hij voor de conventie, omdat zij aan een ongezonden toestand een einde zal maken. De heer De Ram, verwijzende naar zijne bij het verslag gevoegde nota, en bedenkend dat eene conventie als deze moet aangenomen of verworpen worden, zegt dat napleiten niet helpt. De aanneming bedreigt onze binnenlandsche industrie met ondergang. wanneer wij althans niet trachten er voor te zorgen, dat onzerzijds de strijd met onze concurrenten gestreden zal worden met gelijke wapenen. Nu acht hij de in uitzicht gestelde accijnsverlaging to geringen wat den surtaxe betreft, wordt door de Regeering een bestuursmaat- regel voorbehouden, die den schijn heeft voor- en tegen- standers tegelijk tevreden te moeten stellen. De heer Tydeman zegt, dat het tractaat tweeerlei be- teekenis heefteen technisch-industrieele en een sociaal- oeconomische beteekenis. Het eerste ligt in de opheffing van de bescherming van dezen tak der wereld-industrie. 01 na de afschaffiug van de premies de bietsuiker de concurrentie zal kunnen volhoudeu tegenover de koloniale suiker, zal de toekomst moeten leeren. Maar de premies, die eerat opvoe- dend werkten, later bescherraend, eindelijk als een omarming van den fiscus, zullen nu kunnen ophouden, en dat is de sociaal-oeconomische beteekenis de vroegere bescherming zal ten goede komen aan duizenden verbruikers van de suiker, terwijl wij onze Java suiker-industrie kunnen bevorderen. De conventie "is echter slechts een eerste stap, omdat er landen zijn (Rusland en Amerika, met hunne groote pro- ductie), die niet aan de conventie hebben deelgenomen, zoo- dat de premien niet overal zullen ophouden en naar die evenredigheid de prijzen niet gelijkelijk zullen dalen. Ook de mogelijkheid tot behoud van een surtaxe betreurt hij. En nu deelt ook spreker niet in de afkeuring van de houding vooral van onzen gedelegeerde d'Anlnis de Bourouill, wijl deze in een zeer moeielijke positie was, aangezien toen hij over de surtaxe sprak, de groote Mogendheden zich daar- ovdr volstrekt nog niet hadden verklaard. Het eenige wat men den heer d'Aulnis zou kunnen verwijten, is dat hij te vroeg heeft gesproken. Maar het gronddenkbeeld van den heer d'Aulnis en van onze geheele delegatie was om de surtaxe gelijkmatig te doen heffen. Er zijn ook nog enkele speciale wondeplekken in de con ventie. De eerste is de pariteit tusschen de net- en de bietsuiker. Zal Engeland verplicht zijn dat is de vraag om rutorsieraaatregelen te nemen indien geraffineerde suiker uit zijne autonome, suiker produceerend kolonien in Engeland wordt ingevoerdof die verplichting zal bestaan, dan wel zal het van een faculteit kunnen gebruik maken waartoe de conventie ruin te laat. En welke zal de verhouding van Nederland zijn als 't zijnerzijds geen retorsie-maatregelen neetnt tegenover de koloniale suiker? Het antwoord door onze Regeering daarop gegeven, is niet in overeenstemming met den tekst der conventie en met de verklarmg der Regeering. In het Engelsche Lagerhuis is gezegddat Groot-Brittannie niet verplicht zal zijn compensator re rechten te heffeu van zijn koloniale geraffineerde suiker. Terwijl onze kolonien mee contracteeren met 't moederland, staan de Britsche kolonien op zichzelren. gevangenen betraden den vasten wal. Op hen vestigde Hanley Gardiner thans uitsluiteud zijn aandacht. Zij stelden zich in twee lange rijen op. De geueesheer begon zijn onderzoek, zond enkelen die er magerder en haveloozer dan de anderen uitzagen naar het hospitaal en schreef de rest een week rust met dagelijks rantsoen van vleesch en wijn voor. Eindelijk weerklouk het signaal van inrukken. Wilt ge dat boevenpak bijgeval in de ge- vangenis volgen vroeg de commandant aan Hanley Gardiner. Deze haaste zich het voorstel aan te nemen. Hij had slechts het voorspel gezien en wenschte zeer het slot van dit bedrijf bij te wonen en vooral Berard de zekerheid te geven, dat hij voor hem werkte en aan hem dacht. Hij moest het woord houden, dat hij Jeanne Berard had gegeven, van alles te zullen zien, alles te onderzoekeu om het haar later mede te deelen. Langs de kerk gaande, bereikte de troep weldra den Martelaar" of ffGalgeu weg", benamingen, die de veroordeelden aan den voornaamsten toe- gang tot de poort der gevangenis gegeven hadden naar aanleiding van de slagen, welke daar dage lijks 's morgeus werden uitgedeeld, en van de doodstraf, die er niet zeldzaam voltrokken werd. Twee rijen van lange gebouwen en met gras be- groeide, steil afloopende kanten begrenzen dezen weg. De gebouwen, door een open ruimte van drie meter van elkaar gescheiden, bestaan uit twee lange en lage woningen van een lengte van lb en een breedte van 6 meter, waarvan de vloer twee of drie tredea boven den beganeu grond ligt, en die elk ongevcer 60 veroordeelden kunnen Zij vormen geen siaten volgens deze convenfin en England mag derhalve uit die conventie nietage^ren tegen die kolonien. Spreker is dus van oordeel dat Engeland geen retorsierechten mag heffen van zijn kolonign, omdat deze bniten de conventie staan en de processen-verbaal der conferentien pleiten voor de juistheid der opvatting van de Engelsche Regeering. Er is hier dus eene lacune in de overeenkom t, waarop wel de aandacht maz worden gevestigd Spreker komt nu to# de pariteit van onze Java-suiker met de West-Europeesche bietsuiker. Principieel zal de gestelde vraag meer te pas komen bij de aangekondigde surtaxe en accijnsverlaging. Maar hoe zal onze beetsuikerindustrie komen te staan tegenover de concurreerende suikerlanden Bij die vraag gaat hij uit va n de onderstellmg dat niet gebruik zal worden gemaakt van de bevoegdheid tot surtaxeheffing. Zal dan onze industrie op de been kunnen blijven En dan feedt hij alleen in vergelijking met de landen, waar geen rietsuiker wordt geproduceerd. In die landen zal de atschaffing der premien onze industrie minder schaden dan de eigen nationale industrie in die landen. Om dit te betoogen gaat spreker na den toestand in de verschillende landen, om tot de conclusie te komen, dat. waar in ons land de premien lager waren dan in de door hem bedoelde landen, onze industrie toch de concurrentie heeft kunnen volhouden, ondanks de afloopende premien en ondanks de ongunstiger productie-voorwaarden. Hij berrenrt 't intusschen dat de landen, die aan de conventie hebben deelgenomen, een achterdenr naar protectie open hielden en daardoor den voorsprong hielden over de landen, die geen snrtaxe wilden bestendigen, die gelijk staat met een vermomde premie. Hoe hoog de premie zai zijn, dit hangt af van ons onbekende factoren, waarvan de voornaainste wordt gevormddoorde verhouding van de cohsumptie tot do productie. Dat hangt ook samen met het bedrag der accijnsverlaging in de verschillende landen en de mate van uitbreidiug daardoor van de consumtie. In elk gevalde surtaxe evert gevaarlijke punten op, zooals cartel-vorming, die gemakkelijk in ons land zal kunnen geschiedeu met zijn 31 a. 32 labrieken. De surtaxe bemoeilijkt het vrije verkeer en den invoer van de koloniale suiker. Zij belemmert het bedrijf der raffi- naderijen. De opbloei van de suikermarkt zal daardoor worden tegengegaan. En eindelijk werkt de surtaxe nadeelig op de wereldmarkt in 't algemeeu. Niet dan bij uiterste noodzakelijkheid dan ook, die vooraf gebleken moet zijn, mag de snrtaxe worden ingevoerd. Op theoretische be- rekeningen mag men hierbij niet afgaan Het voornemen der Regeering om den accijns slechts met f 3 te verminderen heeft hem zeer teleurgesteld. Dien maatregel acht hij on- practisch en klein, dns afkeurenswaardig. Er zal gelegenheid zijn daarop terug te komen, maar inmiddels mogen wij, zegt spreker, onze teleurstelling uiet ontveinzen over het voor nemen der Regeering. De heer Van Nispen tot Sevenaer bevestigt de opvatting van den heer Tydeman, dat Engeland niet verplicht is door compensatoire rechten te treffen zijne autonome kolonien. Hij treedt daartoe in een onderzoek van de officieele be- scheiden en wijst meer bepaaldelijk op art. 8 der conventie, waar uitdrukkelijk worden uitgezonderd de autonome kolonien van Groot-Britannie en Britsch Oost-Indie v >n de maat regelen om te beletten dat gepremieerde suiker bij doorvoer genieten van de voordeelen der overeenkomst. De heer Hennequin Het zal wel eenigszins vreemd kliuken, dat ik mij aansluitende bij het gevoelen der Regeering ook gedeeld door u, mijnheer de Voorzitter dat in hoofdzaak alleen thans de conventie ter sprake dient te komen, verklaar een enkel woord te zullen zeggen over een paar pnnten, die slechts in verwyderd verband staan met de conventie en beter kunnen worden behandeld bij een eventueel in te dienen wetsontwerp, namelijk over de surtaxe en de quaestie van de verlaging van den aecyns. Ik zal daaromtrent zeer kort zijn, maar waar door enkele leden en ook in de gewisselde stukken een meening is geuit en woorden zijn gezegd over deze onderwerpen, waarmede ik niet instem, wensch ik een woord van protest uit te *preken. Wat betreft de invoering der snrtaxe wil ik, mij aansluitende aan hetgeen de heer Tydeman heeft gezegd, verklaren, dat ook mij de invoering op het oogenblik onnoodig voorkomt. D.ardoor bovendien zouden alleen de fabrikanten worden bevoordeeld, want of men spreekt van kartel of trust, het is vrywel gelijk van beteekenis als het woord bond, thans door de fabrikanten ook tegen de verbruikers van suiker te keeren, zooals die vroeger tegen de landbouwers optrad wanneer de Regeering met een wetsontwerp komt, zal zij om de uoodige kennis van het cyfer der surtaxe bij voorbeeld te krijgen, de prijzen en de uitkomsten van het bedrijf moeten vernemen bij de fabrikanten en dan krijgen wij ongetwijfeld mededoelingen, die zeer rieken zullen naar eenzijdige voor- stellingen. Ook van andere zijde dns moet men inlichtingen trachten te bekomen en onwillekeurig zal men aanlanden bij hen, die tegelijk fabrikant en landbouwer zijn. Hier heeft men ge- lijkheid van belangen. De fabrikant heeft er geen belang bij om de cijfers te wijzigen tegenover den landbouwer- aandeelhouder en de landbouwer heeft geen bezwaar voor den dag te komen met de cijfers die zijn fabriek maakt; men zoude zoo zeggen hier heeft men een betrouwbare basis. Het is gebleken, uit de gewisselde stukken, dat men ook hier evenwel zeer moeilyk duidelijke gegevens zal kunnen ver krijgen. Door den heer De Ram toch is in zijn nota reeds gewezen op de cijfers van de Cooperatieve fabriek te Sas van Gent in een ad res genoemd. In het bekende adres is gezegd dat die fabriek het best is ingericht en het gunstigst is gelegen. Ik weet dit van nabij, het is een geheel nieuwe fabriek, en bevatten. Het gezicht dezer van ruweu steen geinetselde, geheel bepleisterde gebouwen, met hunne vierkante daken hun ijzeren pannen, stangen en tralies aan elke opening is zoo treurig mogelijk. Zie, eens, zeide de commandant tot zijn gaat, nu worden ze in klassen verdeeld. In een oogenblik is het afgeloopeu en mijn heele troep is in de 3e of 4e klasse gestopt. Zoo? zeide Hanley Gardiner. In een oogen blik zegt ge vervolgde hij onwillekeurig. Het moet toch voor de menscheu eeu groot verschil zijn in welke klasse zij komen, als ge me wel eens gezegd hebt. De derde klasse heeft bijna dezelfde voir- rechten als de eerste en de tweede, en ook het traktement is er veel hooger dan in de vierde. In de drie eerste klassen mogen zij in de rusturen met elkaar praten, door de gevangenis loopen, rooken of lezec. In de vierde daaren- tegen genieten zij geen enkel van deze voorrechten. Zij zijn zelfs voor het grootste gedeelte van den tijd aan elkander vastgeklonken, terwijl al het smerige en onaangename werk door hen tnoet gedaan worden. Maar dan komt het mij voor, dat die klas verdeeling met groote zorg en niet dan na nauw- lettend onderzoek moest plaats hebben. Zeker, zeker. Dat gebeurd ook. In de vierde klasse komen alleen zij, die zich aan boord slecht gedragen hebben en aangeteekeud zijn wegens onbehoorlijk gedrag, poging tot oproer en dergelijke dingen.Gij zult het zien. Het gaat heel nauwkeurig eu ordelijk en buitenge- Swone rechtvaardigheid. (Wordt vwrrolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 5