Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 6 December 1902. 42' Jaargang.
Ilinneiiland.
No. 4313.
TWEHEHDEl BLAD.
FEU1LLET0N.
ONSCHULDIG VEROORDEELD.
Suikerconventie.
In de zitting der Tweede Kamer van gis-
teren kwam by de voortgezette discussie de heer
Nolens op tegen het verwijt van den heer
Staalman, dat dit coalitiekabinet conservatieve
neigingen vertoont en een kruidenierspolitiek
drijft. Spreker meende, dat de heer Staalman
niet door zijn kiezers is afgevaardigd om een
oppositie te voeren als thans door hem geschiedt.
Verschillende belangrrjke hervormingen zijn voor-
bereid of in studie.
Spreker wenschte in den nood der gemeenten
in Zuid-Limburg door een plaatselijke mijnbelas-
ting te doen voorzien, vereenigde zich met den
wensch van Mr. Drucker om voor de regeling
van den rechtstoestand der ambtenaren een Staats-
commissie te doen benoemendrong aan op
bevaarbaarmaking van de Maas in Limburg en
bepleitte een gemeenschappelijke samenwerking,
waarbij het minder aankomt op de wijze waarop,
dan op de zekerheid waarmede het doel bereikt
wordt.
De heer Passtoors was van oordeel, dat deze
Regeering met een zekere voldoening op haar
korten staat van dienst kan terug zien.
Ondanks enkele zaken die hij betreurt, o. a.
de aangekondigde drankaccijnsverhooging, stelde
spreker het volste. vertrouwen in de Regeering.
Z. i. zouden overigens de sociaal-democraten
niet tevreden zijn, ook al kwam vanwege dit
Kabinet een ouderdoms-pensioensverzekering tot
stand. Zij stellen 't steeds voor alsof van een
christelijke Regeering niets goeds op het gebied
der sociale wetgeving te verwachten is. Spreker
kwam op tegen de critiek van den heer Schaper
op de Regeering, die z. i. zeer eenzijdig is en
somde op wat deze Regeering heeft gedaan op
het gebied der Zondagsrust, voor den arbeid
(onderzoek naar de werkloosheid, optreden bij
de staking te Enschede, strenger handhaving
der Arbeidswet enz.).
De heer Schokking vertrouwde, dat de oppo
sitie binnenkort het „Chrisfcelijk zout" in de
wetsontwerpen der regeering wel dnidelijker zal
proeven en betoogde, dat zoolang omtrent de
Christelijke beginselen geen vastheid aanwezig
is, de verhouding tusschen Overheid en Maat-
schappij in de klem zal komen. Overigens
heeft in dit opzicht de linkerzyde, wat ver-
scheidenheid van inzicht en richting betreft de
rechterzijde niets te verwijten. Spreker kwam
op tegen de bewering van den heer Staalman,
dat in 1901 bij de stembus aan de rechterzijde
overeenstemming omtrent details aanwezig was.
Klaagt men, dat voor de kleyne luyden" nog
niet voldoende gedaan is, men vergete niet, dat
dit Kabinet niet over de schatkist kan beschikken
zonder de volksvertegenwoordiging.
Omtrent de Zondagswet wilde spreker een
afwachtende houding aannemen, doch vroeg
hoe staat de Regeering tegenover de bestaande
Zondagswet
Met het werkplan der Regeering vereenigde
spreker zich, behalve met betgeen omtrent
het onderzoek naar het vaderschap wordt ge
zegd.
Spreker bepleitte steun aan de vrouw voor
haar natuurlijk kind. Zij dit ook in zonde
verwekt, de vader heeft aan die daad stellig
niet minder schuld. Op hem moet de plicht
rusten, in de verzorging van dit kind bij te
dragen. Geschiedde dit, er zou menige sociale
nood minder te lenigen zijn. Tegen het vicieus
beginsel der Leerplichtwet hield spreker zijn
5T)
NEGENTIENDE HOOl'DSTUK.
Met het opgaau der zon van den volgenden
morgen heerschte er groote, levendigheid in de
haven van Noumea. Sleepbooten, aan den kant
Vastgemeerd, maakten stoom. Mannen met schoppen
en emmers gewapend, hoosden het water uit plat
geboomde schuite achter de hooien gelegen.
Kleine kano's met een of meer iuboorlingen be-
mand, vlogen pijlsnel over het water en onder-
hielden de gemeenschap tusschen de ,/Saone" en
den vasten wal.
Vroolijk en verheugd, uit de hokken verloat te
worden, de zuivere lucht in te ademen en de hel-
dere zonnestralen weder te aauschouwen, kwamen
de gevangeuen naar boven en begaven zich zingende
en joelende naar de hun aangewezen plaats.
Marcelle Hubert kwam het laatst. In tegeu-
stelling van de anderen, liep zij langzaam, zonder
zich te haasten, een treurigen blik om zich heen
werpende alsof zij vruchteloos naar een gelaat
zocht onder de lange rijen der veroordeelden.
Eindelijk ontdekte zij Forlier. Terwijl de vrouwen
een voor een de trap afsicgen, om zich in de
sloep te begeven, bleef zij achter, de oogen on-
afgewend op de zijne gevestigd. Toen zij op
haar bturt afdaalde, bleef zij een oogen blik staan
drukte de vingers tegen de lippeu en zond hem
een handkus toe. Al de gevangeuen, welke aan dien
kant stouden, meendeu, dat de scboone jonge
vfouw, in de vreugde over de aankomst, alien
verzet vol. Z. i. viel ten aanzien van dit punt
nog wel iets voor dit Kabinet te doen. Spreker
kwam met name op tegen de schoolvoeding en
-kleeding van gemeentewege die uit de wet
geschrapt dient. Voorts verklaarde hij zich
tegen verhooging van den drankaccijns.
De heer De Savornin Lohman meende, dat
waar de heer Drucker zich zoo verheugd toonde
over dit Kabinet, omdat het was gekomen op
de hoogte der liberale beginselen, hij dit Kabinet
niet 4 maar 8 jaren moest willen laten zitten,
daar het toch niets anders doet en wil dan het
vorige. Reden tot vreugde was voorts gelegen
in het feit, dat nu homines novi gebleken
waren regeerkracht te bezitten.
Uit de indiening van het Speetwetje is z. i.
gebleken en de oprechte wil van dit Kabinet
om zonder ontziening van personen, haar plicht
te doen, en haar groote wijsheid, daar nu een-
maal de Arbeidswet er is, zij ook dient te
kunnen worden uitgevoerd.
Intrekking der Leerplichtwet zou vererge-
ring van het schoolverzuim tengevolge hebben.
De wet zal dus gehandhaafd moeten worden,
maar spreker hoopte dat de Regeering een
anderen weg zal vinden om de wet vruchtbaar
te maken.
Wat de legende betreft van gemis aan
homogeniteit, constateerde spreker dat de vry-
antirevolutionnaire partij dit Kabinet nooit een
stroobreed in den weg heeft gelegd.
Ten aanzien van het huismanskiesrecht en
het strafrecht bestaat trouwens geen principieel
verschil tusschen de beide fracties der anti-
revolutionnaire partij slechts omtrent detail-
punten bestaat verschil.
Er is nog geen enkele reden geweest, waarom
spreker's party aan dit Kabinet haar vertrouwen
heeft moeten ontzeggen.
Spreker vraagt. waarom de vrij-antirevolu-
tionaire partij met dit Kabinet niet zou kunnen
samenwerken voor maatregelen op sociaal gebied.
Den heer Staalman, die een uur lang het'
Kabinet had gemaakt tot mikpunt voor zijn
aardigheden, wees spreker er op, dat wij hier niet
staan in een meeting, maar op een plaats, waar
zekere verhoudingen bestaan, die men heeft in
acht te nemen. De heer Staalman lydt echter
aan een zekere zinsbegoocheling hij staat op
zoo verren afstand van den premier, dat hy
meent dat deze even groot is als hij zelf.
Voorts betoogde hij tegenover den heer Staal
man, dat dit Kabinet zich niet gebonden kon
rekenen door het program van urgentie der
anti-revolutionaire partij, bij de keuze en volg-
orde van voorgestelde maatregelen en de wijze
van uitwerking daarvan. De fout ligt z. i. in
hetongeluk,datwij hebben gekregen programma's
van actie en van urgentie. Spreker wil wel
samenspreking met de kiezers, maar acht het
onmogelijk programma's van actie in te lossen
aan de groene tafel Die programma's demo-
raliseeren het volk, maken het tot egoisten,
die maar zooveel mogelijk uit de schatkist willen
zien geput ten eigen bate.
Voortdurend wordt zoodoende wantrouwen
gezaaid tusschen de Regeering en de Kamer
en het volk de Kamerleden komen aldoor met
kleine belangetjes aan, waardoor de Verslagen
hoe langer hoe grooter worden, wat het werken
byna onmogelijk maakt.
Het Unierapport is volstrekt niet zoo ge
makkelijk uit te voeren vooral na de daarin
gebrachte wijziging betreffende het schoolgeld
is het z. i. onuitvoerbaar.
De keuze van de volgorde der maatregelen
moet aan de Regeering blijven.
Ten slotte drong spreker aan op een politiek
in een andere gezonder richting dan de thans
revolgde, met haar ellendige programma's van
actie, waarvan weinig gunstige gevolgen zijn
waar te nemen.
De heer Heemskerk achtte critiek op het
Kabinet op dit oogenblik prematuur en oor-
deelde de critiek op het Speetwetje buiten
proportie. Spreker verdedigde de volgorde der
in uitzicht gestelde wetten en betoogde dat er
tijd noodig is o n uit onze wetgeving te doen
verdwijnen wat met de Christelijke grondslagen
in strijd is en dat coalitie met andere partijen
ongewenscht en onmogelijk was.
een afscheidskus toezond. Slechts Robin, die
weder ouder de opzichters stood, wist voor wien
die groet bestemd was.
Goed, goed, mompelde hij, 't is toch voor
den laatsten keer. Ik zweer u, dat ge hem in uw
leven niet weerom ziet.
Inderdaad, het was geen ijdele bedreiging
Robin, uit zijn arrest en van het opzicht vau den
commandant der Saone" outslagen, zou op het
eilaud zijn gewonen dienst hervatten en had daar-
door het lot van Fortier grootendeels in handen.
Zoodra het vaartuig der vroawen zich verwijderd
had, kwamen de sleepbooten met de schuiten
langs zijde. Een half uur later konden ook deze
zich verwijdereu, volgepropt met gevangenen.
Op hetzelfde oogenblik begaf zich Hanley Gar
diner in zijn sloep, om aan de uitnoodiging van
den commandant gevolg te geven. Hij siuurde
opzettelijk tusschen de schuiten door, ten einde
Berard gelegenheid te geven hem te zien en liet
zich snel naar het eilaud roeien. Zijn ^vrieud
de commaudant had hem reeds bespeurd. Hij
ontving hem aan de afzonderlijke ligplaats waar
de sloep kon aanleggen, zonder dat zij op strand
behoefde te loopen.
Ge komt juist bijtijds, riep hij hem toe.
De gevangenen zullen in een oogenblik hier zijn.
Kom met mij mede. Ik heb een paar stoelen
laten klaar zetten bij dat schuurtje onder het
afdak, daar hebt ge de mooiste plaatsge kunt
er alles zien, zonder dat u iets zal ontgaan.
Uistekend in zijn humeur stapte hij vooruit
om sir Gardiner den weg te wijzen, die van zijn
kant zijn best deed even opgeruimd te schijnen.
D« prauwen waren aan land gekomen en de
(Vervolg en slot.)
De heer Van Bylandt erkent de noodzakelijkheid om deze
conventie aan te nemen en het nut er van, omdat zij een
einde zal maken aan de premien van nitvoer en omdat de
depreciatie van onze suiker niet langer zal bestendigd worden.
Doch onbiilijk is 't tegenover de fabrikanten en de belang-
hebbenden, dat zij inmiddels in 'tonzekere blijven omtrent
de toekomstige regeling van het suikervraagstuk, waar toch
zekerheid en vastheid zoo noodig zijn voor de industrie.
Tegenover den heer v. d. Kan neemt hij in bescherming
de houding van den heer d'Aulnis ter conferentie, waar men
niet mag vergeten dat op zoodanige conferentie veel moet
gegeven en genomen worden't is een soort van schacher-
partij. In elk geval ware 't raisschien den heer v. d. Kun
aangenaam geweest den heer d'Anlnis tegenover zich te zien
als regeerings-commissaris.
De strekking der conventie is gelijkmatige bescherming
aan de binnenlandsche industrie te verzekeren het beginsel
van den snrtaxe ligt w&l in de conventie. Het is geen premie,
al werkt hij als zoodanig. In elk gevalbescherming van
de industrie is onmisbaar; en de gevolgen daarvan kan men
niet door theoreiische voorspellingen bewijzen. Spreker
misgunt de industrie haar winsten niet: maar vooral komt
hij op voor de belangen van den landbouw, die maar niet
zoo gemakkelijk teelland in weiland kan veranderen. Al ziet
spreker de gevolgen niet zoo rooskleurig in, toch is hij voor
de conventie, omdat zij aan een ongezonden toestand een einde
zal maken.
De heer De Ram, verwijzende naar zijne bij het verslag
gevoegde nota, en bedenkend dat eene conventie als deze
moet aangenomen of verworpen worden, zegt dat napleiten
niet helpt. De aanneming bedreigt onze binnenlandsche
industrie met ondergang. wanneer wij althans niet trachten er
voor te zorgen, dat onzerzijds de strijd met onze concurrenten
gestreden zal worden met gelijke wapenen. Nu acht hij de
in uitzicht gestelde accijnsverlaging to geringen wat den
surtaxe betreft, wordt door de Regeering een bestuursmaat-
regel voorbehouden, die den schijn heeft voor- en tegen-
standers tegelijk tevreden te moeten stellen.
De heer Tydeman zegt, dat het tractaat tweeerlei be-
teekenis heefteen technisch-industrieele en een sociaal-
oeconomische beteekenis. Het eerste ligt in de opheffing van
de bescherming van dezen tak der wereld-industrie. 01 na
de afschaffiug van de premies de bietsuiker de concurrentie
zal kunnen volhoudeu tegenover de koloniale suiker, zal de
toekomst moeten leeren. Maar de premies, die eerat opvoe-
dend werkten, later bescherraend, eindelijk als een omarming
van den fiscus, zullen nu kunnen ophouden, en dat is de
sociaal-oeconomische beteekenis de vroegere bescherming
zal ten goede komen aan duizenden verbruikers van de suiker,
terwijl wij onze Java suiker-industrie kunnen bevorderen.
De conventie "is echter slechts een eerste stap, omdat er
landen zijn (Rusland en Amerika, met hunne groote pro-
ductie), die niet aan de conventie hebben deelgenomen, zoo-
dat de premien niet overal zullen ophouden en naar die
evenredigheid de prijzen niet gelijkelijk zullen dalen.
Ook de mogelijkheid tot behoud van een surtaxe betreurt
hij. En nu deelt ook spreker niet in de afkeuring van de
houding vooral van onzen gedelegeerde d'Anlnis de Bourouill,
wijl deze in een zeer moeielijke positie was, aangezien toen
hij over de surtaxe sprak, de groote Mogendheden zich daar-
ovdr volstrekt nog niet hadden verklaard. Het eenige wat
men den heer d'Aulnis zou kunnen verwijten, is dat hij te
vroeg heeft gesproken. Maar het gronddenkbeeld van den
heer d'Aulnis en van onze geheele delegatie was om de
surtaxe gelijkmatig te doen heffen.
Er zijn ook nog enkele speciale wondeplekken in de con
ventie. De eerste is de pariteit tusschen de net- en de
bietsuiker. Zal Engeland verplicht zijn dat is de vraag
om rutorsieraaatregelen te nemen indien geraffineerde suiker
uit zijne autonome, suiker produceerend kolonien in Engeland
wordt ingevoerdof die verplichting zal bestaan, dan wel
zal het van een faculteit kunnen gebruik maken waartoe de
conventie ruin te laat. En welke zal de verhouding van
Nederland zijn als 't zijnerzijds geen retorsie-maatregelen
neetnt tegenover de koloniale suiker?
Het antwoord door onze Regeering daarop gegeven, is niet
in overeenstemming met den tekst der conventie en met de
verklarmg der Regeering. In het Engelsche Lagerhuis is
gezegddat Groot-Brittannie niet verplicht zal zijn compensator re
rechten te heffeu van zijn koloniale geraffineerde suiker. Terwijl
onze kolonien mee contracteeren met 't moederland, staan de
Britsche kolonien op zichzelren.
gevangenen betraden den vasten wal. Op hen
vestigde Hanley Gardiner thans uitsluiteud zijn
aandacht. Zij stelden zich in twee lange rijen
op. De geueesheer begon zijn onderzoek, zond
enkelen die er magerder en haveloozer dan de
anderen uitzagen naar het hospitaal en schreef de
rest een week rust met dagelijks rantsoen van
vleesch en wijn voor.
Eindelijk weerklouk het signaal van inrukken.
Wilt ge dat boevenpak bijgeval in de ge-
vangenis volgen vroeg de commandant aan Hanley
Gardiner.
Deze haaste zich het voorstel aan te nemen.
Hij had slechts het voorspel gezien en wenschte
zeer het slot van dit bedrijf bij te wonen en vooral
Berard de zekerheid te geven, dat hij voor hem
werkte en aan hem dacht. Hij moest het woord
houden, dat hij Jeanne Berard had gegeven,
van alles te zullen zien, alles te onderzoekeu om
het haar later mede te deelen.
Langs de kerk gaande, bereikte de troep weldra
den Martelaar" of ffGalgeu weg", benamingen,
die de veroordeelden aan den voornaamsten toe-
gang tot de poort der gevangenis gegeven hadden
naar aanleiding van de slagen, welke daar dage
lijks 's morgeus werden uitgedeeld, en van de
doodstraf, die er niet zeldzaam voltrokken werd.
Twee rijen van lange gebouwen en met gras be-
groeide, steil afloopende kanten begrenzen dezen
weg. De gebouwen, door een open ruimte van
drie meter van elkaar gescheiden, bestaan uit twee
lange en lage woningen van een lengte van lb
en een breedte van 6 meter, waarvan de vloer
twee of drie tredea boven den beganeu grond
ligt, en die elk ongevcer 60 veroordeelden kunnen
Zij vormen geen siaten volgens deze convenfin en England
mag derhalve uit die conventie nietage^ren tegen die kolonien.
Spreker is dus van oordeel dat Engeland geen retorsierechten
mag heffen van zijn kolonign, omdat deze bniten de conventie
staan en de processen-verbaal der conferentien pleiten voor
de juistheid der opvatting van de Engelsche Regeering.
Er is hier dus eene lacune in de overeenkom t, waarop wel
de aandacht maz worden gevestigd
Spreker komt nu to# de pariteit van onze Java-suiker met
de West-Europeesche bietsuiker.
Principieel zal de gestelde vraag meer te pas komen bij
de aangekondigde surtaxe en accijnsverlaging. Maar hoe
zal onze beetsuikerindustrie komen te staan tegenover de
concurreerende suikerlanden Bij die vraag gaat hij uit va n
de onderstellmg dat niet gebruik zal worden gemaakt van
de bevoegdheid tot surtaxeheffing. Zal dan onze industrie
op de been kunnen blijven En dan feedt hij alleen in
vergelijking met de landen, waar geen rietsuiker wordt
geproduceerd. In die landen zal de atschaffing der premien
onze industrie minder schaden dan de eigen nationale industrie
in die landen. Om dit te betoogen gaat spreker na den
toestand in de verschillende landen, om tot de conclusie te
komen, dat. waar in ons land de premien lager waren dan
in de door hem bedoelde landen, onze industrie toch de
concurrentie heeft kunnen volhouden, ondanks de afloopende
premien en ondanks de ongunstiger productie-voorwaarden.
Hij berrenrt 't intusschen dat de landen, die aan de conventie
hebben deelgenomen, een achterdenr naar protectie open
hielden en daardoor den voorsprong hielden over de landen,
die geen snrtaxe wilden bestendigen, die gelijk staat met een
vermomde premie. Hoe hoog de premie zai zijn, dit hangt
af van ons onbekende factoren, waarvan de voornaainste wordt
gevormddoorde verhouding van de cohsumptie tot do productie.
Dat hangt ook samen met het bedrag der accijnsverlaging
in de verschillende landen en de mate van uitbreidiug
daardoor van de consumtie. In elk gevalde surtaxe evert
gevaarlijke punten op, zooals cartel-vorming, die gemakkelijk
in ons land zal kunnen geschiedeu met zijn 31 a. 32 labrieken.
De surtaxe bemoeilijkt het vrije verkeer en den invoer van
de koloniale suiker. Zij belemmert het bedrijf der raffi-
naderijen. De opbloei van de suikermarkt zal daardoor
worden tegengegaan. En eindelijk werkt de surtaxe nadeelig
op de wereldmarkt in 't algemeeu. Niet dan bij uiterste
noodzakelijkheid dan ook, die vooraf gebleken moet zijn,
mag de snrtaxe worden ingevoerd. Op theoretische be-
rekeningen mag men hierbij niet afgaan Het voornemen
der Regeering om den accijns slechts met f 3 te verminderen
heeft hem zeer teleurgesteld. Dien maatregel acht hij on-
practisch en klein, dns afkeurenswaardig. Er zal gelegenheid
zijn daarop terug te komen, maar inmiddels mogen wij, zegt
spreker, onze teleurstelling uiet ontveinzen over het voor
nemen der Regeering.
De heer Van Nispen tot Sevenaer bevestigt de opvatting
van den heer Tydeman, dat Engeland niet verplicht is door
compensatoire rechten te treffen zijne autonome kolonien.
Hij treedt daartoe in een onderzoek van de officieele be-
scheiden en wijst meer bepaaldelijk op art. 8 der conventie,
waar uitdrukkelijk worden uitgezonderd de autonome kolonien
van Groot-Britannie en Britsch Oost-Indie v >n de maat
regelen om te beletten dat gepremieerde suiker bij doorvoer
genieten van de voordeelen der overeenkomst.
De heer Hennequin Het zal wel eenigszins vreemd kliuken,
dat ik mij aansluitende bij het gevoelen der Regeering ook
gedeeld door u, mijnheer de Voorzitter dat in hoofdzaak
alleen thans de conventie ter sprake dient te komen, verklaar
een enkel woord te zullen zeggen over een paar pnnten, die
slechts in verwyderd verband staan met de conventie en beter
kunnen worden behandeld bij een eventueel in te dienen
wetsontwerp, namelijk over de surtaxe en de quaestie van
de verlaging van den aecyns.
Ik zal daaromtrent zeer kort zijn, maar waar door enkele
leden en ook in de gewisselde stukken een meening is geuit
en woorden zijn gezegd over deze onderwerpen, waarmede ik
niet instem, wensch ik een woord van protest uit te *preken.
Wat betreft de invoering der snrtaxe wil ik, mij aansluitende
aan hetgeen de heer Tydeman heeft gezegd, verklaren, dat
ook mij de invoering op het oogenblik onnoodig voorkomt.
D.ardoor bovendien zouden alleen de fabrikanten worden
bevoordeeld, want of men spreekt van kartel of trust, het
is vrywel gelijk van beteekenis als het woord bond, thans
door de fabrikanten ook tegen de verbruikers van suiker te
keeren, zooals die vroeger tegen de landbouwers optrad
wanneer de Regeering met een wetsontwerp komt, zal zij
om de uoodige kennis van het cyfer der surtaxe bij voorbeeld
te krijgen, de prijzen en de uitkomsten van het bedrijf moeten
vernemen bij de fabrikanten en dan krijgen wij ongetwijfeld
mededoelingen, die zeer rieken zullen naar eenzijdige voor-
stellingen.
Ook van andere zijde dns moet men inlichtingen trachten
te bekomen en onwillekeurig zal men aanlanden bij hen, die
tegelijk fabrikant en landbouwer zijn. Hier heeft men ge-
lijkheid van belangen. De fabrikant heeft er geen belang
bij om de cijfers te wijzigen tegenover den landbouwer-
aandeelhouder en de landbouwer heeft geen bezwaar voor
den dag te komen met de cijfers die zijn fabriek maakt;
men zoude zoo zeggen hier heeft men een betrouwbare basis.
Het is gebleken, uit de gewisselde stukken, dat men ook
hier evenwel zeer moeilyk duidelijke gegevens zal kunnen
ver krijgen.
Door den heer De Ram toch is in zijn nota reeds gewezen
op de cijfers van de Cooperatieve fabriek te Sas van Gent
in een ad res genoemd. In het bekende adres is gezegd dat
die fabriek het best is ingericht en het gunstigst is gelegen.
Ik weet dit van nabij, het is een geheel nieuwe fabriek, en
bevatten. Het gezicht dezer van ruweu steen
geinetselde, geheel bepleisterde gebouwen, met
hunne vierkante daken hun ijzeren pannen, stangen
en tralies aan elke opening is zoo treurig mogelijk.
Zie, eens, zeide de commandant tot zijn
gaat, nu worden ze in klassen verdeeld. In een
oogenblik is het afgeloopeu en mijn heele troep
is in de 3e of 4e klasse gestopt.
Zoo? zeide Hanley Gardiner. In een oogen
blik zegt ge vervolgde hij onwillekeurig. Het
moet toch voor de menscheu eeu groot verschil
zijn in welke klasse zij komen, als ge me wel
eens gezegd hebt.
De derde klasse heeft bijna dezelfde voir-
rechten als de eerste en de tweede, en ook
het traktement is er veel hooger dan in
de vierde. In de drie eerste klassen mogen zij
in de rusturen met elkaar praten, door de gevangenis
loopen, rooken of lezec. In de vierde daaren-
tegen genieten zij geen enkel van deze voorrechten.
Zij zijn zelfs voor het grootste gedeelte van den
tijd aan elkander vastgeklonken, terwijl al het
smerige en onaangename werk door hen tnoet
gedaan worden.
Maar dan komt het mij voor, dat die klas
verdeeling met groote zorg en niet dan na nauw-
lettend onderzoek moest plaats hebben.
Zeker, zeker. Dat gebeurd ook. In de
vierde klasse komen alleen zij, die zich aan boord
slecht gedragen hebben en aangeteekeud zijn
wegens onbehoorlijk gedrag, poging tot oproer
en dergelijke dingen.Gij zult het zien. Het
gaat heel nauwkeurig eu ordelijk en buitenge-
Swone rechtvaardigheid.
(Wordt vwrrolgd).