BIJVOEGSEL
Ter Hsuzensche Courant
Diasdag 2 December 1902. No. 4311.
FEUILLETON.
Binnenland.
Gemengde berichten.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
Zuid-Af rika.
Het Duitsche toltarief.
Herrie in de Fransche Kamer.
66)
VAN DE
VAN
De Londensche correspondent van de „N. R. Ct."
heeft een langdurig onderhoud gehad met Schalk
Burger. Deze verklaarde o. a., dat Chamberlain
in een samenspreking met hem verklaard had, dat
de heeren Fischer, Wolmaraus en Wessels tot
degenen behoorden, die geen vergunning hadden
om naar Zuid-Afrika terug te keeren, zoodat zij,
als zij repatrieeren, gevaar loopen, dat men hun
het landen te Kaapstad verbiedt. Burger gelooft
echter niet, dat de landing te Kaapstad hun belet
zal worden, maar zij zullen in geen geval verdei
kunnen gaan, zonder dat zij den eed van trouw
aan den Koning afleggen. Over Kruger werd niet
gesproken. Burger verklaarde, dat hij in geen
geval een Engelsche regeeringspost zou aannemen.
Het zou echter iets auders wezeu, als de burgers
hem b.v. tot lid van den Wetgevenden Raad kozen.
Dan zou hij die benoeming aannemen.
Londen, 29 Nov. Schalk Burger, Wessels,
Wolmarans en De Villiers zijn vandaag te
Southampton aangekomen op de reis naar Zuid-
Afrika. Een talrijke schare vriendeu was op de
kade om hun vaarwel te zeggen.
Londen, 29 Nov. In antwoord op de woorden
van Croydon zeide Rutchie, dat het geld voor de
Boeren en de loyalen in Zuid-Afrika uit de schat-
kist reeds gegeven was.
Het is niet waarschijnlijk, dat het bedrag ver-
hoogd zal worden, daar hij Woensdag te kennen
heeft gegeveu dat hij de voorkeur gaf aan het
verstrekken van voorschotten uit de schatkist van
Transvaal. Hij had geen plan, de belastingplich-
tigen in het moederland te vragen nog meer in
dit opzicht te doen.
Er was groote belangstelling Vrijdag voor de
beraadslaging van den Rijksdag. Men was nieuws-
gierig hoe het afloopen zou met het tolfarief-
gegoochel. Zoowel de zaal als de tribunes wareu
dicht bezet. Er heerschte groote bewegingtal
van afgevaardigden verdrongen zich om den zetel
van den president.
Ouder groote spanning der afgevaardigden,
waarvan er velen om de redenaars-tribune stonden,
zette de heer Spahn, de redenaar van het centrum,
uiteen, dit de minderheid niet het recht heeft,
het den vorigen dag ingediende voorstel-Kardo.-ff,
om het taltarief nu maar in-eens in zijn geheel
aan te nemen, als in strijd met het reglement
van orde en daarorn ontoelaatbaar, af te wijzen.
De heer Spahn ontdekte nu plotseling dat het
toltariefontwerp in de commissie-vergaderingen
breedvoerig is behandeld, en dat het slechts het
middel is om tot haudelsverdragen te komen.
(Bijval bij de meerderheid, gelach bij de linkerzijde.)
De afgevaardigde Schrader, van de vrijzinuige
vereeniging, bestreed het betoog van Spahn. Het
optreden der meerderheidspartijeu was z. i. een
ongehoorde minachting der vele belangen, die door
de tollariefwetten erustig worden benadeeld.
(Bijval links.)
De beraadslaging, die een tijd lang tamelijk
kalm is geweest, werd rumoerig.
Baseman, de Rider der nalionaal-liberalen,
nam het woord om te verklaren, dat de nationaal-
liberalen van meening zijn, dat het voorstel van
Kardoff volgens het reglement van orde geoorloofd
is, daar zij tegenover het land niet de verant-
woordelijkheid willen hebben voor de zegepraal
van de dwarsdrijverij van de sociaal-demokraten.
De meerderheid juichtte zijn verklaringen aldoor
toe, de sociaal-demokraten schreeuwden en sislen
er tusschen door.
Lieb^rmaun von Sonnenberg, de antisemi^t,
vond het voorstel van Kardorff formeel en
materieel nog ontoereikend. Het optreden van
de sociaal-demokraten heeft de noodzakelijkheid
vsn wijziging van het reglement van orde bewezeb,
zegt j i
In den verderen loop van de beraadslaging
uoemde de sociaal-demokraat Qeijer den Rijksdag
een sjacherkraam, waarvoor hij tot de orde ge-
roepen werd.
Toen daarna Bachem, van 't centrum, sprak,
viel de sociaal-demokraat Stadthagen hem leikens
in de rede. Vergeefs riep de president hem tot
de orde. Stadthagen sloeg met de vuist op tafel
en werd tenslotte door partijgenooten tot bedaren
gebracht.
Bachem werd, toen hij de taktiek van ver-
traging beschreef, voortdurend op rumoerige wijze
door de sociaal-demokraten weersproken.
TSeff hij betoogde, dat de vrijzinnige vereeniging
de sociaal-demokraten als handlangster gediend
heeft en op den naam wijst, dien de sociaal-
demokraten zelf daar kortelings aan gegeven hadden,
liepen de sociaal-demokraten Stadthagen, Ulrich
en Baudert, onder het geroep van Ruk op!"
met levendige gebaren op den spreker toe en
verlangden, dat Bachem dieD naam zal noemen.
Gothein, die tusschenbeide wilde komen, werd
de trap afgeduwd.
Biising, de ondervoorzitter, trachtte vergeefs de
kalmte te herstellen. Men overschreewde hem
voortdurend, zijn vermaningen vonden in 't lawaai
geen gehoor.
Toen de sociaal-demokraten Bachem, die tijdens
het geheele tooneel een kalme, afwachtende houding
bewaarde, uitmaakten voor schoft en hond, schorste
Biising de vergadering een half uur.
Bij de heropeniug zegt Biising, dat hij de
woeste en rumoerige tooneelen van straks, die
nog nooit in den Rijksdag zijn voorgekomeu,
betreurt.
Toen Bachem daarna zijn rede wilde voorl-
zetteu, maakten de seciaal-demokraten zoo'n lawaai,
dat Bachem er het bijltje bij neerlegde en de
vergadering werd gesloten.
Parijs, 28 Nov. De afgevaardigde Bos diende
heden bij de Kamer een voorstel in om het mandaat
van lid van den gemeenteraad van Parijs met
dat van afgevaardigde of lid van den Senaat
onvereenigbaar te verklaren. Hij vroeg de urgentie
voor zijn voorstel en het werd urgent verklaard.
Pastre diende een tegen-voorstel in. Na debat
maakte hij van zijn tegen-voorstel een interpellatie.
Roger-Ballut vroeg naar de meening van de
regeering. Combes, de Minister-President, zeide,
dat het gebruik was, dat gemeenteraadsleden van
Parijs, verkozen tot senator of afgevaardigde, als
gemeenteraadslid hun ontslag namen.
Nu outaardde de beraadslaging in hevig rumoer.
Zich richtend tot de linkerzijde, riep ContiffGij
zijt bang voor het groote Parijs Het rumoer
wordt onbeschrijfelijk. Binder wordt tot de orde
geroepen, met aanteekening. Conti wendt zich
naar den voorzitter van de Kamer en maakt groot
lawaai. Zijn vrienden juicheu hem buitensporig
toe. Binder bestijgt de tribune. De President
luidt de bel. Het tegen-voorstel Pastre wordt
verworpen. Lasies roept//Leve Parijs. We zullen
commune maken." Na deze ontboezeming werd
het voorstel van Bos aangenomen.
Bij Ron. besl. is aan den majoor G. J. C.
A. Pop, van het 4e regiment infanterie, op zijn
verzoek, met ingang van 1 December 1902, een
eervol ontslag uit den militairen dienst verleend,
en bij een ander Kon. besl. van gelijke dag-
teekening is, met ingang van denzelfden datum,
de majoor der infanterie G. J. C. A. Pop belast
met de waarneming van de betrekking van directeur-
generaal der posterijer. en telegraphie, en hem de
titel verleend van directeur-generaal der posterijeu
en telegraphie.
Blijkens het voorloopig verslag der Kameraf-
deelingen over de waterstaatsbegrooting voor 1908
werd aangedrongen op wederinvoering van een zoo
noodig gewijzigd wetsontwerp ter verzekering van
de veiligheid van het verkeer op de openbare
wegen. Aangedrongen werd daarbij op vereen-
voudiging in de formaliteiten voor het berijden
van wegen met automobielen. Eenige leden achtten
ook regeling van het verkeer met rijwielen, be-
paaldelijk met motor-rijwielen, bij de wet gewenscht.
Gevraagd werd, of de Minister bereid is, een
onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de
te late oplevering van Rijkswerken en zoo moge-
lijk maatregelen tot verbetering te nemen en of
hij uniforme verlichting van alle bruggen wil
bevordereu. Men wenschte in de bestekken van
Rijkswerken bepaald te zien, dat het overwerk per
dag wordt berekend.
Op spoedige verbetering van den Waterweg
van Dordrecht naar zee werd aangedrongen.
Men hoopte, dat de Minister spoedig maatregelen
zal nemen voor verbetering en uitbreiding der
havenwerken te Ter Neuzen, om verplaatsing van
den handel naar Gent te voorkomen en de spoor
wegtoestanden te Ter Neuzen te verbeteren.
Men meldt uit Eindhoven
Zekere M. J. was op het land der 72jarige weduwe
v. d. V., te Tongerle, aan 't plaggen steken.
Toen de oude vrouw daarover aanmerking maakte,
greep J. haar aan en brak haar een pols. Toen
de dochter der weduwe tusschenbeide kwam, werd
zij door J. deerlijk met een riek gehavend.
De zaak is in handen der justitie.
Een der Zeeuwsche correspondenten van de
Tel. schrijft.
Dezer dagen ontving een hoofd eener plattelauds-
school in Zeeland htt volgende briefje
Gehachte muster. Omdat miju zoontje Kees
brutaal tegen je is geweest, ei je urn van ochtend
bie zen erm gepakt en de schoole uutgepoest.
Dat leste mot jie wete, daavoe ben je meester
maa ik raaje je an, je viengers van zen af te ouwen,
anders zal ik joe ies bie je maegere schonken
pakken.
De groetenisse vandie zich noemt.
U vriendt.
In den laatsteu tijd gaat er geen week
voorbij of er worden gevangenen uit de straf-
gevangenis te 's Hertogenbosch naar die te Breda
of Rotterdam overgeplaatst. Gebrek aan plaats
in die te 's Hertogenbosch, in verband met het
groot aantal vonuissen door de rechtbank en het
gerechtshof aldaar gewezen, is de oorzaak van
dezen toestand.
Zaterdagochtend zaten in de voorkamer vau
het hotel De Jonge te Assen verscheidene menschen
te wachten op het bekende //Slaphorster boertje",
dat vandaag in genoemd hotel ,/zitting" zou houdeu.
Zelfs op straat stonden nieuwsgierigen te wachten.
Het //boertje" telegrafeerde echter Zaterdag
ochtend, dat hij eerst met den middagtrein zou
komen, naar men zegt wegens ongesteldheid.
Hij kwam 's middags. Er waren ruim 60
patienten, onder wie vele personen van buiten.
Een 70jarig huwelijk. Gisteren was het
70 jaar geleden, dat de heer J. Doesburg Lannooy
te Leiden met zijne echtgenoote H. de Waal in
het huwelijk is getreden. De bruid is thans 90
en de bruidegom 89 jaar en met het oog op hun
hoogen leeftijd is de staat van hun gezondheid
nog vrij goed. Het echtpaar is gezegend geweest
met 14 kinderen, van wie er nog 4 in leven zijn.
Het aantal kleinkinderen is 14, en dat der achter-
kleinkinderen ongeveer 40.
Een agent van politie, tevens buitengewoon
gemeente-veldwachter te Amersfoort, is gevankelijk
naar Utrecht overgebracht. Hij wordt verdacht
des nachts, terwijl hij dienst had, een rijwiel te
hebben ontvreemd, dat hij aan een uitdrager heeft
trachten te verkoopen.
De man moet reeds bekend hebben.
Zaterdagochtend had op de cobperatieve
stoomzuivelfabriek te Dongen een vreeselijk ongeval
plaats. De machinist, zekere Van Corput, had
den ketel beklommeu om aldaar eenige werk-
zaamheden te verrichten. Naar men vermoeJt,
moet hij bezig zijn geweest met het smeren der
machine, is onverwachts van den ketel gevallen,
zoodanig, dat hij met het hoofd op de steenen
terecht kwam. Kort daarna is de man overleden,
eene vrouw achterlatende met twee nog jeugdige
kinderen.
Een nieuwe true. Door een als heer
gekleed persoon van omstreeks SOjarigen leeftijd,
met Duitsch accent, werd Vrijdagmiddag te Utrecht
een ledig staand huis in de Koekoekstraat gehuurd
en na een week huur vooruit te hebben betaald,
aanstonds betrokken. De inboedel liet echter op
zich wachten, niettegenstaaude de man, naar hij
beweerde, nog wel op een spoedige toezendiug had
aangedrongen. In de plaats daarvan werd evenwel
een rijwiel bezorgd, dat meneer kort te voren
voor enkele uren bij een handelaar in rijwielen
had gehuurd. Hij had namelijk, zooals hij zeide,
zooveel commissies te doen, dat hij bepaald vau
een rijwiel moest gebruik maken, wilde hij althans
op tijd klaar komen. De sleutel der woning werd
des avonds bij den eigenaar teruggebracht en men
heeft den man sedert niet meer gezien. Ook
omtrent het rijwiel werd niets vernomen.
Ben dergclijk geval heeft zich een paar dagen
geleden voorgedaau op de Bleekerskade aldaar,
waar ook een ledig huis werd gehuurd, doch
aanst >nds weder werd verlaten, nadat men er bij
enkele winkeliers gedaue bestellingen had in
ontvangst genomen en dit spreekt van zelf
met betaald.
In de laatste weken werden in Kleef en
omstreken herhaaldelijk diefstallen gepleegd met
inbraak. Het is nu gebleken, dat dit het werk
is van een bende. Bij het doorzoeken van het
Ltijkswald kwam de Kleefsche politie 4 leden
van dat gezelschap op 't spoor en nam er twee
gevangen. Uit de bekentenissen van deze beiden
blijkt, dat de bende gehuisvest was in een woou-
wagen in de buurt van Groesbeek, vauwaar uit
ze haar strooptochteu oudernam in den aangreuzen-
deu kreits Kleef.
Het was een feestmaal, hetwelk Hanley Gardiner
den vooruaamsten ingezetenen voor het meeren-
deel ambtenaren van het gouvernement en eenige
marine officieren aaubood. Veertien dagen
geleden was Hanley Gardiner aangekomen enz .n
naam van schatrijk te zijn, zijn prachtig jacht, de
weelde die hjj in alles ten toon spreidde, hadden
hem weldra, tot den held van den dag gemaakt.
Hij zelf had trouwens geen kosten gespaard om
zich van de gunst der bewoners te verzekeren.
Hij had den dag zijner aankomst bij al de beamten
bezoeken afgelegd, geen enkelen overgeslagen en
zich iunemend getooud voor de grooten en vrien-
delijk tegenover de geringeren. Het was voor de
ongelukkige banneliugen in dien uithoek der aarde
geen geriug buitenkansje, zulke gasien bij zich te
zien, die daaTbij met de daad tooudeu, zelven zoo
goed te weten hoe men gasten moet outvangeu.
Hanley Gardiner had zijn bezoek aan het eilaud
verklaard uit zijn reeds lang gekoesterden wensch
de strafgevangenissen van Noumea en het daar
heerschende stelsel persoonlijk te leeren kt-nnen.
Niemand had er iets vreemds in gevouden, voor
een Amerikaan die daarenboven dagbladschrijver
was. Zijn belangstelling achtte men dus uatuur-
lijk. De erustige studie, welke hij voorguf van
de zaak te maken, had hem weldra op ongezochte
manier, met het gausche administraiie-personeel
vau het eiland Nou in kennis gebracht. Hij gaf
geen enkel feest aan boord van zijn jacht, zonder
den directeur der gevaugenis, de offieieren van
administratie en den commandant der marine er
bij teuooligen. Hij ondervroeg alien voortdurend,
hield vau elke iulichting aanteekening, blcek zelf
zeer goed op de hoogte en stond met iedereeu op
zulk een goeden voet, dat men er niet het miuste
bezwaar in zag, hem toe te staan, ook het inwen-
dige der gevaDgenis te bezichtigen.
Hanley Gardiner was trouwens gewoon zijn
vragen bescheideu en voorzichtig in te richten.
Het waren juist niet uitsluiteud de gevangenen
welke hem belang schenen in te boezemen. Hij
deed met denzelfden ijver onderzoek naar den
laudbouw, den grond, de hulpbronnen der kolonie
naar de werken, die ondernomen zoudeu worden
of reeds in uitvoering waren, naar de praatjes van
de stad en het nieuwste nieuws uit Frankrijk.
Sedert dit feest aan boord van zijn jacht,
was Hanley Gardiner de onafscheidelijke metge-
zel van den militairen commandant van het eilaud
Nou geworden. Daartoe was in zekeren zin rnoed
en volharding noodig, want om dien ambtenaar
te behagen, zijn vertrouwen te winnen en geen
vermoedeus bij hem op te wekken, was Hanley
Gardiner geen middel te gering. Hij prees zijn
bestuur, hoewel hij er duidelijk de fouten en ge-
breken van inzag zijn geest van rechtvaardig-
heid, ofschoon hij wist hoe weinig er op te roemen
viel. Nu en dan zeide hijIk ben bezig aan
eeu uitvoerig artikel over uwe wijze van beheer,
ik heb u daarin met name genoemd en met niet
weinig lof over u uitgeweid. Binnen een paar
maanden zijt ge in Amerika een bekende en be-
roemde persoonlijkheid. De oud-kapiteiu van de
mariniers bloosde vau genoegen bij zulke gelegen-
heden en begon een borst op te zetten, waarvoor
zijn uuiform echter te uauw werd. De groote
Amerikaansche dagbladschrijver, de millionair uit
Amerika was het onderwsrp zijner dagelijksche
gesprekken, 's morgens liet hij zich met zijn eigen
sloep naar het jacht roeien, om vertrouwelijk bij
zijn //vriend" te outbijteu, 'a middags verzocht
hij hem mede naar deu wal te gaan en nog eens
met hem om te loopen. Hanley Gardiner liet
zich eerst een tijd lang noodigen, maar eindigde
steeds met mede te gaan, en in gezelschap van
den oppergebieder van het eilaud, langs den ge-
vangenismuur te wandelen, de timmerwerven, het
hospitaal, de boerderij, de plaatsen van uitspanning
voor de gevangenen, te bezichtigen en steeds alles
uitbundig te bewonderen, ofschoon hij daarbij
dikwerf trilde van verontwaardiging.
Zijn edel, rechtvaardig gemoed kwam in opstand
bij de tallooze misbruiken en ongerechtigheden,
die hij overal ontdekte, bij het zien van al die
onnoodige wreedheden, die ruwheid der opzichters
en vooral der bazen eenvoudig veroordeelden,
evenals de anderen, maar door het bestuur tot
cipiers en beulen aangesteld.
Hij rilde van afschuw bij het aanschouwen der
innerlijke verdorvenheid, die hij opmerkte, zoowel bij
de gevangenen, als bij de over hen gestelde wachters.
Verdorvenheid overal hier sluimerend, giuds
brutaal te voorschijn tredenddronkenschap dik-
wijls niet alleen oogluikend toegelaten, maar zelfs
aangemoedigd door de opzichters, die zelfs hande-
laars in wijn en jenever waren geworden om hun
karig inkomen te vergrooten diefstal onder
alle vormen, misdaad en schande in alle gedaanten
Het personeel was er langzamerhand aan ge-
wend geraakt Hanley Gardiner tusschen de gebouwen
en inrichtingen alleen te zien rondloopen, om zijn
vriend den commandant op te zoeken, nu en dan
een heuvel beklimmende, van waar men een uit-
zicht had over het geheele eilaud, dat slechts 6
kilometers lang en 4 breed is en in weinig ureu
kan worden rondgeloopen.
Toch was zulk een bezoek van een vreemdeling
geen alledaagsch feit. Het was zelfs den iuwoners
vau Noumea niet geoorloofd op het eiland Nou
te komen. Hanley Gardiner was echter de vriend
van den commandant, een titel die alleen afdoet
in dat laud van waubestuur en misbruik van
gezag. De eigenaar van het jacht maakte er zoo
veel hij kon gebruik van en vervolgde vlijtig zijne
waarnemingeu en onderzoekingen.
Ik ben vast besloten, zeide hij aan Jeanne
Berard, toen hij bij haar in het hotel kwam, waar
zij verblijf hield, uw vader niet langer dan hoogstens
een maand in die hel te lateu versmachteu. Ik
zal hem er uit weten te krijgen, al moest ikmijn
matrozen wapenen en het met geweld doen.
Niet tevreden met het eiland Nou aan alle
zijden te bestudeeren, vervolgde hij zijn onderzoek
tevens in alle gedeelten en velden van Noumea,
waar Berard, door een of andere gril van den
commandant, even goed te werk kou worden ge-
steld. De gouverneur van Nieuw-Caledonie, dien
hij zich evenzeer tot vriend trachtte te maken,
verschafte hem toegaug tot de werkhuizen van
den heiligen Lodewijk.
Van een dezer tochten terugkeerende, vernam
hij, dat het transportschip, door den uitkijk op
de kust in het gezicht was gemeld. Zonder een
oogenblik te verliezen, liet hij zich aan boord
van zijn jacht brengeu. Hij vond Jeane Berard
op het jacht, die van het h6tel er naar toegegaan
was en met den kijker voor het oog op dek stond.
(Wordt vervolgd).