BIJVOEGSEL Tsr Hsusenschs Courant Donderdag 27 November 1902. No. 4309. De haven van Ter Neuzen. VAN DE VAN Toeii we in ons vorig nummer mededeeling deden van een uittreksel uit de Memorie van Antwoord op het voorloopig;verslag betreffende de goedkeuring van de met Belgie gesloteu over- eeukomst aangaande de verbetering van het kanaal GentTer Neuzen, moesten wij ons bij gebreke van het volledige stuk met uittreksels uit andere bladen behelpen. Thans, nu wij de volledige Memorie van Antwoord voor ons bebben, lezeu wij omtrent /,de aangelegenheid betreffende de exploitatie der spoorwegen in Zeeuwsch- Vlaauderen waarbij de Belgische Regeering had blijk gegeven aau dezerzijds geopperde bezwaren legemoet te willen kornen" nader het volgende ffDoor den handel van Ter Neuzen was herhaalde- lijk gtklaagd over een door het Belgische Staats- spoorwegbestuur genomen maatregel, krachtens welken goederen, van Ter Neuzen langs een der beide spoorlijuen verzonden naar in Belgie gelegen plaalsen, welke alleen langs de andere lijn ge- tarifieerd zijn, met eene, ten behoeve van den Etat Beige geheven surlaxe werden belast. Op dezerzijdsch aandringen om die surtaxe weder in te trekken, inocht nu van de Belgische Regeering de mededeeling worden ontvangen, dat zij tot het opheffen van den genomen maatregel bereid was." Verder lezeu wij nog iu de Memorie van Autwoord z/Of de uitvoering der voor verbetering van de haveuiurichtiugeu noodige werken, die bestaan in het makeu van een losplaats voor diepgaande zeeschepen, benevens afzonderlijke havens voor den hout- en sleenhandel, ter hand zal worden genomen, zal iu da eerste plaats afhangen van het resultaat der maatregelen, ten aanzieu van de beide spoorwegen te nemen en waarop in 2 dezer memorie wordt gedoeld, doch boveudien van de mate van medewerkiug der meest belang- hebbenden bij die verbetering." Hierop volgt de vermelding van het als noodig geraausd bedrag van f 700,000 it f 760,000 en de mededeeling dat deze belangrijke uitgaaf niet in haar geheel vau 's Rijks schatkist kan worden gevergd, doch daarin door de spoorwegbesturc-n, de gemeeute eu de provincie een zoo ruim rnoge- lijke bijdrage behoort te worden verstrekt. Als bijlage is aau de Memorie vau Autwoord toegevoegd een UITTltEKSEL uit het .rapport der Com- missie, belast met het onderzoek naar de behoefte van uitbreiding van de havenwerkeu te Ter Neuzen in verband met de exploitatie der spoorwegen uaar Gent eu Mechelen, (dd. 3 Juli 1901). Daaruit blijkt o. m. dat aan de Commissie als tweede punt ten onderzoek is opgedragen de vraag Of voor de behoeften van den handel te Ter Neuzen uitbreiding van de havenwerken aldaar noodig is. Daaromtrent lezen wij in het rapport o. m. Reeds aanstonds zij opgemerkt, dat, lerwijl de plaatselijke handel te Ter Neuzen beperkt blijft tot dien in hout, en in natuurlijken steen, (meer bepaald steen voor de.i dijkbouw), de behoeften van den handel in het algemeen eigenlijk zijn die vau het transitverkeer, dus van de scheepvaart, hier te onderscheiden in de zoogeuaamde biuuen- vaart en de zeevaart, waarvan de eischen onder- ling gehtel verschillen. Ter tegemoetkoming aan de behoeften van de binnenvaart werden belangrijke trouwens zeer noodzakelijke verbeteringen aar.gebraehtin deze richting wordt voortgegaan. Naar het oordeel der Commissie is, na tot 8tandkoming der bekleedingsmuren in den ooste- lijken kanaalarm (waarvan het laatste deel dit jaar voltooid is) op bevredigende wijze voorzien in de behoefte van aanleg- tn asplaats voor de binnenvaart. Met betrekking tot de zeevaart echter is uit breiding der havenwerken noodig. De havenwerken zijn niet berekend op een eeuigszins omvangrijk verkeer; de ontwerpers dier werken hadden dergehjk verkeer niet voor oogen, wat reeds dadelijk blijkt uit de wijze waarop die zijn tot stand gekomen. Bij de concessie voor aanleg en exploitatie van een spoorweg van Ter Neuzen naar St. Nicolaas werd toch bepaald, dat het kanaal over (ten minste) 100 M. moest worden verbreed, om behoorlijke losplaats voor schepen te verkrijgen A1 spoedig bleek die lengte geheel onvoldoende bij latere Ministerieele beschikkiugen werd ver- gunning verleend tot verlenging der losplaats zoodat deze omstreeks 1882 eene lengte had van ruim 400 M. In 1890 kwam de Regeering te hulp, door de loskade met bijna 300 M. te verlengen. Intusschen ging, door uitbreiding van het aantal sporen, het terrein van opslag nabij de oude loskade verloren. De bemoeiing der Regeering bleef beperkt tot bovengenoemde loskade. Wei kwamen de achtereeuvolgende verlengiugen der loskade eenigszius tegemoet aan deonmiddel- ijke behoeften van het verkeer, maar een be- hoorlijk doordacht algemeen plan ontbrak eu daardoor werd een gebrekkig geheel verkregen. Aan de haven vau Ter Neuzen, reeds niet vol- doende voorzieu van de onwisbare hulpwerktuigen, bleveu ontbreken eu voldoende opslagplaatsen eu overdekte bergruimten. Kan de niet bevredigende tocstand vau het spoorwegverkeer voor een deel aansprakelijk worden gesteld voor de geriuge outwikkeling der haven, toch mag niet worden over het hoofd gezien, dat de geriuge diepte der sluis zeer belemmerend werkt op den bloei van Ter Neuzen. Schepen met meer dan 5 M. diepgang kunnen niet ge- regeld binnenkomen, mosten wachten op spring- tijeu of gedeeltelijk iu lichters lossen of daaruit overuemen zoowel het eene hulpmiddel als het andere brengt aanzienlijke kosten mede. Toch heeft zieh, ondanks deze miu guustige toestar.den een belaugrijk verkeer over Ter Neuzen ontwikkeld, en behoudens een enkele uit- zonderiug staande gehouden, het scheepvaart- verkeer vertoont echter ook hier schommelingen, evenals elders veroorzaakt door verschillendc wijzigingen in de handelsconjuucturen. Een overzicht wordt gegeven van de scheepvaart op Ter Neuzen gedurende de jaren 18911900 en in eene afzonderlijke bijlage de hoeveelheid eu den aard der in dat tijdvak in- en uitgevcerde goederen. De cijfers dier tabellen geven der commissie aanleiding tot de bemerking dat, terwijl in de laatste 10 jaren bijna overal de scheepvaart kracbtig is toegenomen, dit voor Ter Neuzen niet kan wordeu geconstateerd, terwijl toch deze uitnemend gelegen haven, met bijzonder goeden toegang uit zee en een rijk achterlaud, vooruitgaug moest toonen. Voor een deel mag de oorzaak gezocht worden in de omstandigheid dat dit achterlaud al zeer spoedig is //Vreeind grondgebied", maar dit ver- klaart niet voldoende het waargeuomen feit t. w. het ortsvervoer te Ter Neuzen is duchtig ver- minderd, terwijl dit artikel uitsluitend voor het achterland bestemd, over de twee groote Neder- laudsche havens steeds iu belangrijke hoeveelheid wordt aangevoerd, om grootendeels te water, maar toch ook voor .een deel per spoorweg de plaats van bestemming te bereiken. De min gunstije toestand van dit onderdeel der handelsbeweging inoet voor een groot deel geweten worden aan den to.stand van den toegang tot de haven, m. a. w. aan de afmetirgen der bestaande sluizen. Handel eu scheepvaart streven, om medediuging te kunnen volhouden, naar vermindering vau de eigeniijke zelfkosten, o. a. te bereiken door het vervoer met groote, d. i. met diepgaande vaartuigen, welke in de havens zoo spoedig mogelijk moeten laden en lossen. De scheepvaart wendt zich dientengevolge meer en meer tot de havens, welke aan deze eischen voldoen, d. w. z. tot die, welke langs een veiliger toegang tot zee met diepgaande schepen kunnen bevaren worden eu boveudien uitgerust ziju met de noodige hulpmiddelen voor het spoedig lossen en laden der vaartuigen, met al de gemakken, welke de scheepvaart thans vordert. De ligging van Ter Neuzen, ten opzichte van de zee is zoo gunstig mogelijk, ze is uit den aard der zaak voordeeliger dan die van Antwerpen. De toegang tot de biuneuhaven zal, ua voltooiing der thans aangevangen sluiswerken, aau alle rede- lijke eischen voldoen en veroorloven het verkeer te bedieneu met grootere, meer diepgaande stoom- booten dan thans kunnen biunenvallen, wat aau al le deelen van het handelsverkeer zal ten goede komen, in de eerste plaats aau het ijzererts, dat naar verwacht mag worden dan weer in grootere hoeveelheid te Ter Neuzen zal worden aan- gebracht. Zal echter de nieuwe sluis, waardoor het kanaal toegankelijk zal worden voor schepen van groote afmetingen, aan Ter Neuzen werkelijk ten goede komeu, dan moeten de achter de sluis gelegen havenwerken voldoen aan de thans te stellen redelijke eischen. Is zulks niet het geval, dan zullen de vaartuigen de Nederlandsche haven een- voudig voorbij varen, Gent als de haveu be- schouwen en zal Ter Neuzen geen enkele vrucht plukken van de in uitvoering zijude werken. De nijverheidsondernemiugen te Ter Neuzen en Sas van Gent opgericht zullen naar het oordeel der Commissie de welvaart in Zeeuwsch-Vlaanderen bevorderen en zeer zekeraan de scheepvaartbewegiug te Ter Neuzen ten goede komen, wanneer die haven daartoe is iugericht. Mag dus worden aangeuomeu dat te Ter Neuzen aanwezig zijude elemeuten, welke recht geven om eene belangrijke toename van het verkeer te ver- wachten, dan moet ook worden onderzocht of gelegenheid bestaat om niet alleen het thans voor handen, maar ook het te verwachten verkeer te bedienen. In de eerste plaats geldt dit onderzoek de los kaden. Bij beoordeeling in hoeverre de bestaande loskaden aan de behoeften van den handel beant woorden, is niet alleen te letten op de cijfers, welke het verkeer over het geheele jaar weergeven, dat is immers niet gelijkelijk over het geheele jaar verdeeld ook in de korte periodes van drakke scheepvaart moet de noodige gelegenheid tot lossen en laden beschikbaar zijn. Aangehaald worden alsnu vier weken in het I jaar 1900, waariu resp. 13, 14, 12 en 13 schepen f binnenkwamen. Daarin waren telkens twee booten begrepen van den geregelden dienst op Londen, die alleen 150 M. loskade in beslag nemen, zoodat er voor de elf audere vaartuigen slechts 550 M. loskade beschikbaar blijft. Wijl ook een verblijf van gemiddeld vier dagen moet worden gerekend, zou de kade over de geheele lengte bezet gedacht (eene natuurlijk te gunstige onderstelling) voor elk vaartuig slechts 75 M. kade beschikbaar geweest zijn. De voorhandeu gelegenheid tot lossen en laden is derhalve reeds voor de tegenwoordige behoeften niet toereikend, terwijl de inrichting der los- en laadplaatsen het werd boven reeds aange- teekend niet aan redelijke eischen voldoet. Vrij belangrijke gedeelten van den kanaaldijk zijn verpacht eu dieuen aan de pachters als los plaats; dientengevolge zijn ze aan het algemeen verkeer onttrokken, komen niet meer aan de gaande en komende vaartuigen ten goede. Bestaat dus nu reeds gevaar, dat binuenkomeude schepen in het betalen van ligdagen zullen ver- vallen, of uaar een naburige haveu verwezen worden, dan kan bezwaarlijk van ontwikkeling van het verkeer sprake ziju. De tegenwoordige en de weldra te stellen grootere eischen van het verkeer vorderen derhalve uit breiding der loskaden. De na voltooiing der nieuwe sluis te verwachten vaartuigen, met grooter diep gang dan die thans de haven bezoeken, moeten reeds na bedacht doen zijn om aan die schepen gelegenheid tot lossen eu laden te verzekeren waar de bestaande kaden daartoe niet ziju of kunnen worden ingericht, zijn nieuwe loskadeu voor diepgaajide schepen met ruimen toegang on- misbaar. Te Amsterdam en te Rotterdam zorgt de ge- meente voor goed aaugelegde havens, voorzien van alle hulpmiddelen, voortdurend uitgebreid en ver- beterd, zoodat ze steeds zooveel mogelijk voldoen aan de immer hoogere eischen vau het heden- daagsche verkeer. Voldoende kraehtige spoorwegondernemingen trachten met de gemeente samenwerkend de havens, d. w. z. de scheepvaart, zoo goed mogelijk te bedienen, het lossen en laden, den afvoer in kort tijdsbestek te bewerkstelligen. Van de gemeente Ter Neuzen kan dergelijk optreden niet verwacht wordenhare draagkracht is uit den aard der zaak beperkt. Ditzelfde geldt ook voor de Belgische spoor- wigmaatschappijen, welke de haven bedieneu. Zij zullen bezwaarlijk kunnen ontkennen, dat de ont wikkeling der scheepvaart te Ter Neuzen haar in hooge mate zal ten goede komen, maar de erken- teuis is niet voldoende om tot handelen te nopen, wanneer de krachten te gering blijken; en dit zal toch wel het geval zijn, zelfs voor Mechelen Ter Neuzen. Waar gemeente en spoorwegmaatschappijen daartoe niet in staat zijn, mo t het Rijk op doel- treffeude wijze optreden, zooals reeds bij de be- handeling van het Ontwerp van Wet tot goed keuring van de overeenkomst met Belgie van 1895 in uitzicht is gesteld; voor dit optreden bestaat te meer aanleiding nu de Staat voor den bouw der sluis geen offer behoeft te brengen. De Commissie vermeeut, dat de Staat zich van zijn plicht jegens Ter Neuzen slechts kan kwijten door het ter hand nemen en uitvoeren der voor de ontwikkeling vau handel en scheepvaart noodige havenwerken. Die werken betreffeu zoowel het heden als de naaste toekomst. Aan de bestaande behoeften kan aarstonds, zonder belangrijke uitgaven, worden tegemoet- gekomen, daarbij tevens voldoende aan den wensch der Kamer van Koophandel en Fabrieken, dd. 17 Maart 1900, door dit college ter kenuis der Regeering gebracht. De Kamer gaf daarbij als hare meening te kennen, dat, ter verbetering van de onvoldoende gelegenheid tot laden en lossen van zeevaartuigen, de zuidelijke oever van den oostelijken kanaalarm tot los- en laadplaats moet worden ingericht. Door 's Rijkswaterstaat is dit denkbeeld wel voor verwezenlijking geschikt geacht en een ont werp van den te maken steiger vervaardigd, de uitvoering echter ontradeu. Terecht werd door den arrondissements-iugeuieur opgemerkt, dat boveubedoeld werk de binnenvaart belangrijk zou belemmeren. Ter nadere toelichting zij herinnerd, dat de oostelijke kanaalarm aan de noordzijde over eenige lengte wordt begrensd door het zoogenaamd Eiland, dat verpacht is, welks zuidelijke oever derhalve kan worden benuttigd als en werkelijk dient tot los- en laadplaats. Liggeu nu onder den wal van het Eiland vaartuigen in lossing of lading en zijn terzelfdertijd langs den door de Kamer verlangden steiger zeevaartuigen gemeerd, een zeker gewettigde verouderstelling, dan zou de binnenvaart, welke gewoonlijk de oostsluis benuttigt, zeer ernstig belemmerd worden ongetwijfeld zouden iuderdaad gegronde klachten worden vernomen. De binnenvaart zou iu dergelijken toestand aanleiding vinden om de oostsluis te mijden en door de westsluis te varen, wat de groote vaart zou hinderen. Is de nieuwe sluis gereed, kan de zeevaart den ruimen weg kiezen, dan zal de binnenvaart, zonder bezwaar voor de zeevaartuigen de westsluis kunnen gebruiken, wanneer de bovengeschetste toestand den oostelijken kanaalarm min of meer onbruikbaar maakt. Tegen uitvoering van de door de Kamer van Koophandel gewenschte werken bestaan derhalve na in gebruikstelling der nieuwe sluis geen bezwaren. Moet op de opening der nieuwe sluis gewacht worden, alvorens aan den wensch der Kamer wordt tegemoet gekomen, dan zal gedurende vijf of zes jaar, zeer ten nadeele van den handel van Ter Neuzen, eeu zeer onvoldoende toestand blijveu bestaan, wat der Commissie zeer ongeraden voor- komt, wijl de scheepvaart dringend meer kadeleugte behoeft. Noodig is reeds nu langs den oostelijken kanaal arm gelegenheid tot laden en lossen te verschaffen, door uitvoering van de door den arrondissements- ingenieur ontworpen werken, eveowel met opheffing der door dien ambtenaar terecht geopperde bezwaren; dit doel wordt bereikt door voldoende verbreeding van den oostelijken kanaalarm met enkele meters, ter plaatse en ten koste van het Eiland daartegen bestaan geen technische bezwaren, terwijl de pacht- voorwaarden aan de uitvoering geen beletselen in den weg stellen. Zal de op deze wijze te verkrijgen meerdere gelegenheid tot lossen en laden het scbeepvaart- verkeer in werkelijkheid ten goede komen, dan is noodig eeu tweede spoorbaan en voldoende ruimte tot opslag. Het daarvoor benoodigd terrein kan worden verkregen door opheffing van den bestaanden toe- gangsweg vau het station, welke opheffing mogelijk is, zoodra de nieuwe toegangsweg door de ge meente in beheer en onderhoud wordt overgeno- meu. De gemeeute heeft zich hiertoe nog niet bereid verklaard, wijl die weg niet voldoet aan de gemeentelijke bouwverordening. De Commissie vlijdt zich echter dat de spoorwegmaatschappij MechelenTer Neuzen, die reeds gedeeltelijk aan de bezwaren der gemeente tegemoet kwam, bereid zal worden bevonden zulks volledig te doen, te meer, wanneer zij weet dat daarna verbetering van de gelegenheid tot lossen en laden volgt, wat ook het spoorwegverkeer zal te goede komen. Boven omschreven werken in den Oostelijken kanaalarm moeten naar het oordeel der Com missie zonder dralen worden onderhanden genomen, waardoor al dadelijk zonder belangrijke uitgaven verbetering van den huidigen toestand wordt verkregen. De naaste toekomst, welke zal intreden bij de opening van de in aanbouw zijnde sluis, vordert meer en belangrijker werken. De Commissie zou zich kunnen bepalen tot de mededeeliug, dat zij zich vereenigt met het zoo genaamd plan B, aanbevolen door den Hoofd- ingenieur van den Waterstaat in het i lde district zij veroorlooft zich echter hare meening over deze aangelegenheid nader te ontwikkelen. Voor bovenbedoelde noodig geachte werken behoort te worden aangewezen het terrein tusschen den spoorweg en het kanaalverleggiug van den spoorweg is daarbij vooralsnog met noodig, aan- siuiting der verschillende werken aan den spoorweg uit den aard der zaak onafwijsbaar. In de eerste plaats komt in aanmerking een kade van voldoende lengte, waarlangs de diepgaande vaartuigen, welke thans niet, maar later door de nieuwe sluis het kanaal bereiken, kunnen lossen en ladenlangs deze kademuur moet ongeveer 8 meter water staan. Deze kade, te recht ontworpen langs een ver breed gedeelte van het kanaal, zoodat langs die kade gemeerde vaartuigen de scheepvaartbewegiug niet hinderen, kan aanvankelijk ter lengte van 275 meter worden gemaakt, terwijl reeds aanstonds de mogelijkheid moet voorzien worden, deze kade muur over 175 meter te verlengen, zoodat te eeniger tijd over 450 M. kade, geschikt voor diepgaande schepen, kan worden beschikt. De beide artikelen, welke voornamelijk den eigeulijken handel bepalen hout eu steen zijn de uitgaven waard, gevorderd om den handel in die artikelen in stand te houden. De handel in steen blijft beperkt tot Doorniksche en Lessinesche steen. Als bewijs dat de omzet van dit artikel vrij belangrijk is worden medegedeeld de cijfers van de door de //Steenmaatschappij Ter Neuzen", ge durende de 10 laatste jaren verhandelde steen, en waaruit blijkt dat in dat tijdvak zijn aangevoerd 304,000 scheepston Doorniksche en 159,900 scheepston Lessinesche steen, terwijl door andere haudelaars bovendien in de laatste 10 jaren zouden ziju aangevoerd 83,000 scheepston Door niksche en 26,000 scheepston Lessinesche steen. Laalstgenoemde steensoort wordt meestal per spoorweg, de Doorniksche grootendeels te water aan gevoerd, om korter of langer tijd te Ter Neuzen te blijven en eiudelijk per vaartuig de bestemming te bereiken. Het artikel vordert dus niet alleen overladen, maar ook ruime opslagplaatsen. De thans als opslagplaats voor de per spoorweg aangevoerde Lessinesche steen dienende kanaaldijk tusschen de hectometerpalen 132 en 135, moet bij bouw van bovenbedoelden kademuur worden opgeruimdvoorziening in de da&rdoor ont- stane leemte is noodig. De Doorniksche steen wordt met toestemmiug der pachtster, voor een deel opgeslageu op den door de staalfabriek gepachten dijk, tusschen de hectometerpalen 121 en 128; zoodra de fabriek dit terrein behoeft, zullen de handelaars, bij

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 5