A1 g e m e e a
Nieuws- 8n Advertentieblad
roof
2eeuwsch»Vlaaad
No. 4309.
Donderdag 27 November 1902.
Landbouwberichten.
42e Jaargang.
F EUILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Zuid-Afrikaansche zaken.
Het Suiketwraagstuk.
Cooperatie bij den aankoop van
meststoffen.
SEIIZESSCHE COIIBAIT.
Per drie maanden bitinen Ter Neuzen f 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82J.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
i.
A D V E K T E T I E H j
Van 1 tot 4 regela 0,40. Voor slken regel meer 0,j
Bij directs opgaaf ran drienuai plaatsing derselfde ad.r«vt*Tia» word! <sa pr%
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Uit blttd tensMJat Haandag-, t¥oen»dag. en VilJJagaTuad, ■Itgesonderil op yee.tdagen, bl| de Klnna P. J. VH »K l» Tw
In het Engelsche Lagerhuis is eergister de vraag
gedaan, of het waar is dat een predikant van de
Ned. Geref. Kerk in de Kaapkolouie van zijn
bestaan is beroofd, omdat hij loyaal is geweest
en een ander predikant genoodzaakt is veront-
schuldigingen te maken, omdat hij gepoogd heeft
den vrede te bevorderen, en voorts of schadever-
goeding is gegeveu aan de rebellen, terwijl de
loyalen geboycot worden.
Minister Chamberlain antwoordde, dat de be-
richten omtrent de predikanten juist zijn. Hij
voegde er bij »Ik betreur dit optreden zeer.
Niets kan meer strekken oin de eendracht en den
voorspoed in Zuid-Afrika te vertragen. Te meer
betreur ik dit optreden, omdat het blijkt te zijn
uitgegaan van een kerkelijk lichaam.
fflk ben overtuigd, dat de berichten omtrent
het boycotten overdreven zijn. Er bestaat ecbter
zonder twijfel reden tot klagen en ik zal de zaak
nauwkeurig ouderzoeken.
„Wat de schadevergoeding betreft, bepaalt de
laatste wet, door het Kaapsche parlemeut aauge-
nomen, dat het toegekende bedrag in de eerste
plaats zal worden besteed ten bate van hem, die
loyaal gebleven zijn gedurende den oorlog. Als
er nog wat overblijft nadat hun eischeu zijn afge-
daan, zal men sehadevergoeding geven aan hen,
die zich bij de eerste rebellie aansloten, zich ver-
volgens overgaven en loyaal bleven, voor ver-
liezen geleden, terwijl ze loyaal waren. He
Britsche regeering zal niet toelaten dat geld uit
's rijks scbatkist of uit Trausvaalsche middelen
zal besteed worden voor schadevergoeding aan
rebellen." (Toejuichingen.)
Londen, 24 November. De Minister-president
Gerald Balfour diende heden bij het Lagerhuis
een motie betreffende de suikerconventie in en
verdedigde daarbij het toetreden van de regeering
tot de conventie. Hij zeide te vertrouwen, dat in
de komende tien jaren de suikerprijs lager zou
zijn dan in de laatste tien jaar. Het premiestelsel
zou te eeniger tijd opgegeven worden of anders
zoudeu Duitschland en Oostenrijk de overmacht
krijgen over hun mededingers, met dit gevolg,
dat de suikerprijs veel hooger zou rijzen dan te
verwachten was bij het afschaffen der premies.
54)
Hij was bet tusschendeks doorgekomen om zich
op zijn post te begeven, toen bij op eenmaal een
zwareu slag tegen bet voorhoofd, bij den slaap
had ontvangen. Een der gevangenen had het
haugslot weten af te breken en hem daarmede
geworpen.
En bebt ge dien kerel niet op de plaats
doodgeschoten, waartoe bet reglement u het recht
geeft vroeg de officier.
Ik was op bet punt dat te doen, luitenaut,
doch de veroordeelden kwamen juist terng van
de dekwandeling, en scheidden mij van hem.
Hoe heet de gevangene, van wie ge spreekt
Armand Fortier, No. 109.
Waar zit hij?
Hier; zie maar, hij heeft zijn ijzers los-
gerukt.
Laat dien kerel oogenblikkelijk weer in de
ijzers sluiten, gebood de officier.
Fortier bood niet den minsten tegenstand. Hij
glimlachte weemoedig.
Officieren, matrozen en mariniers trokken
langzaam terug en begaven zich weder naar het dek
beueden had alles zijn gewoon voorkomen her-
notnen.
Berard trad toe op Fortier.
Wat hebt ge gedaan, ongelnkkige? \er-
haal mij alles, fluisterde bij zacbt.
Een uur later werd het sein voor het eten geblazen.
Matrozen en wachters brachten de blikken ketels
ea houteu uappen voor de veroordeeldeu naar be-
Wat betreft de positie van Busland, wees de
Minister er op, dat het grootste dee] van de door
Rusland uitgevoerde suiker gaat naar Aziatische
lauden. Als Rusland de overige suiker naar Europa
wilde uitvoeren, dan was het veeleer te verwachten
dat het zich zou aansluiten bij de conventie,
zoodat het suiker kon uitvoeren naar Engeland,
waar de prijzeu hooger zijn.
He economische bezwaren tegen de toetreding
tot de conventie zijn te alien tijde overdreven en
hebben nu bijua alle kracht verloren.
Sir William Harcourt diende een tegenmotie in
waarin gezegd wordt, dat het Huis weigert de
conventie goed te keuren en in het bijzonder be-
zwaar heeft tegen de strafbepalingen, die de
behandeling op den voet van meest-begunstigiug
in gevaar brengen. De invoering van gelijk-
makende rechten zal in vele gevallen noodlottig
zijn voor de handelsverdragen. En de opzeggiug
vau deze verdragen is een te hooge prijs.
Minister Chamberlain, den spreker in de rede
vallend, zei »Dat hebben we al gedaan in twee
gevallen tenminste".
De heer Harcourt: „Des te erger".
Chamberlain: „Het heeft geen schade gedaan".
Sir William Harcourt besloot met de verklaring,
dat de conventie vol gevaren is en geen voor-
deelen oplevert.
Bij de verdere beraadslaging over de motie
verklaarde Minister Chamberlain betreffende de
uitgesproken vrees, wat zou kunnen gebeuren als
op Russische suiker straf bepalingen werden toe-
gepast*Wij moeten ons fiscaal stelsel doorvoeren
op onze eigen wijze. (Toejuichingen). Dat zal
onze staatkunde zijn en we zullen ons in het
minst niet storen aan wat vreemde landen daarvan
denken. Wij zullen ous niet laten influenceeren
door bedreigiugen, uitgebracht door de oppositie
in verband met wat tegenover ons zal worden
gedaan door vreemde mogendheden, welke meer
of minder rechtstreeks worden getroffen als wij
doen wat wij het best achten voor de Britsche
bel ngen."
De heer Chamberlain zette verder uiteen, dat
de conventie in overeenstemming is met de be-
ginselen van den vrijhandel en te rechter tijd is
gekomen. Frankrijk was juist verslagen in den
concurrentiestrijd eu Duitschland met Oostenrijk
verkregeu feitelijk een monopolie. Als de premies
bleven bestaan, zouden de prijzen stijgen tenge-
volge van dit monopolie.
De Minister eindigde met een beroep op bet
nedenmaar wijn werd dien dag niet verstrekt,
als een straf voor hun rumoerig gedrag.
Twee der veroordeelden sloten geen oog gedu
rende den uacht, die op het bovenverhaalde volgde.
Armand Fortier en Marcelle Hebert. De eerste
lag met de beide voeten aan een ijzeren stang ge-
bonden, de handen met de polsen op den rug
vast tegen elkaar gesnoerd, voorover op den
buik met het gezicht tegen de tralies. In het hok,
tegenover het zijne had Marcelle zich uitgestrekt
met het hoofd op de hand.
Het was een Vrijdag, de dag der inspectie
van den commandant. Omstreeks negen uur trad
bij het yscheepsbagno" binnen.
Na een en ander te hebben bekeken bleef hij staan.
Waar bevindt zich de man, die van
voor den krijgsraad moest komen vroeg hij.
Men wees hem het hok van Fortier.
De commandant trad vooruit en hield stil tegen
over den gevangene, zonder een woord te zeggen.
Na hem eenige oogenblikken aandachtig te heb
ben gadegeslagen, keerde hij hem den rug toe,
om been te gaan, toen er plotseling uit het hok
een stem klonk
Commandant
Het was Berard, die naar voren trad.
Wat verlangt ge
Zou ik u een oogenblik mogen spreken, com
mandant Gij bebt beloofd mij te woord te zullen
staan, als ik het vroeg.
De kapitein keek hem aan, zooals hij een
oogenblik te voren Fortier had aangezien, maar
herinnerde zich zijn belofte, zoodra hij Berard
berkeude.
Weinige minuten later bevond Berard zich alleen
met den commadaut vau het schip.
Huis om in het belang van het land de conventie
goed te kenren.
De motie-Harcourt werd met 216 tegen 213
stemmen verworpen.
De motie der Regeering werd vervolgens aan-
genomen.
In de maand October van bet jaar 1877 hield
de heer Vorsterman van Oyen eene voordracbt
te Aardenburg over het gebruik van hulp-
meststoffen. Hij wees op de talrijke knoeie-
rijen en bedriegerijen, waaraan de mestbereiders
en verkoopers zich schuldig maakten en tevens
op bet bestaan van een Rijks-landbouwproef-
station te Wageningen, waar en zaad en hulp-
mest onderzocht werden, zoodat men niet langer
beboefde bedrogen te worden, dan men zelf
verkoos. Hij toonde door eenige voorbeelden
aan, welk verscbil er bestaat, of men de hulp-
meststoffen in 't groot of in 't klein aankocht
in de prijsconrant van Serruijs te Rotterdam
stond de guano per 30,000 E.G. genoteerd
148 per 1000 E.G., en tegen 170 per
1000 E.G. als men er sleehts 1000 of minder
E.G. kocht en deed opmerken, boe men
zoodra men met velen is. niet aarzelt bij elken
aankoop een scbeikundig onderzoek te laten
instellen, dat naar zijne meening boog noodig
was.
Hij meende daarom aan den aanwezigen, die
niet in grooten getale waren saamgekomen, te
moeten aanraden zich te vereenigen om ge-
meenschappelijk mest en zaden aan te koopen,
onder controle van het Rijkslandbouwproef-
station.
Een acbttal landbouwers, die zich al eenige
jaren van kunstmest badden bediend, besloten
dien raad op te volgen, een paar dagen later
sloten zich bij hen nog een viertal anderen
aan, en in de eerste samenkomst werd besloten
een reglement te ontwerpen, eene oproeping te
doen in de courant en in November eene ver-
gadering te houden om zich te constitueeren.
'tWas op die vergadering, dat de heer J. H.
de Milliano mededeelde, dat hij met eenige
landbouwers uit zijne omgeving 5000 E.G.
guano bad aangekocht, welke de beste uit-
Ge schijnt u dien Fortier bijzonder aan te
trekken, zei de commandant.
Dat doe ik inderdaad, mijnheer. Dat ik
indertijd uw vriendelijk aanbood afgeslagen en
verkozen heb, beueden te blijven, was voorname-
lijk om hem. Het was mijn vurigste wensch, dat
arme, gemartelde hart tot kalmte te brengen.
Gij zijt er slecht in geslaagd. Dat bewijst
zijn woede van gisteren.
Die woede zou u zeker niet vreemd, althans
vergeeflijk voorkomen, mijnheer, indien ik u mocht
mededeelen, hoe zich alles heeft toegedrageu.
Welnu, ga uw gang.
Berard vervolgde zijn verhaal en zich onwille-
keurig opwindende, deelde hij den commandant
alles mede wat hij van Fortier vernomen had,
hoe deze tot zijn verwondering en ontzetting
Marcelle Hebert aan boord van het transportschip
had teruggevonden hoe hij haar nog even innig
beminde, ofschoon niemand dan Berard er ooit
een woord van hem over gehoord had hoe hun
beider straf ze in de hokken tegenover elkander
had gebracht en Fortier, zonder een enkele maal
geluid te geven, zich had vergenoegd met haar
aan te zien en te bewonderen, totdat. Robin, de
hoofdopzichter, was gekomen. Dagenlang had
deze den gevangene gesard en geplaagd door zijn
urenlange gesprekken en eindelijk had hij hem
tot een noodlottig uiterste gedreven door zijn
laaghartig sarren der gevangen vrouw. Was het
te verwonderen dat alle nadenken hem op dat
oogenblik had verlaten Hij had immers geen
andere gedachte gehad, dan zijn geliefde te be-
schermen. Zijn haat trof niet den opzichter,
maar den slechten inensch Robin.
En gij zijt zeker, dat zich alles zoo heeft
komsten leverde. Dezelfde landbouwers ge-
bruikten er het volgend jaar 10900 E.G.de
uitwerking was merkelijk minder. Men schreef
dit toe aan 'tseizoen en lei het volgend jaar
nog meer guano. Uitwerking geene. De
goede guano bleek slechts geleverd te zijn om
de ratten aan 't spek te krijgen.
Die eenvoudige mededeeling noopte velen tot
toetreding.
Het ontworpen reglement werd goedgekeurd,
de vereeniging ontving den naam „Welbegrepen
Eigenbelang" aan alien, die zulks verlangden
werd de gelegenbeid aangeboden als lid toe te
treden en zijne bestelling op te geven aan den
heer Vorsterman van Oyen, dan zoude den
8sten Januari daaraanvolgende eene vergadering
worden gehouden, teneinde daarin een bestuur
te benoemen en de eerste bestelling publiek
aan te besteden.
Den 15det December telde de vereenigincr 27
o o
leden, nl. 10 uit Aardenburg, 7 uit St. Eruis,
6 uit Sluis, 3 uit Waterlandkerkje en 1 uit
Groede.
In de vergadering, gehouden den 83ten Janu
ari 1878 werden tot eerste bestuursleden ge-
kozen de heeren J. H. de Milliano te Water
landkerkje, J. de BruijneDe Die te Sluis
(Heille) en G. A. Vorsterman van Oyen te
Aardenburg.
De heer De Milliano vond het eigenaardiger,
dat het bestuur in zijn geheel meer gevestigd
bleef in de onmiddellijke omgeving van Aar
denburg en bedankte voor de hem aangeboden
betrekking. In zijne plaats werd toen gekozen
de heer C. F. Lievens te Heille, die het voor-
zitterschap aanvaardde, terwijl de heer De
Bruijne aangewezen werd als penningmeester
en de heer Vorsterman van Oyen als secretaris.
Daarop volgde de eerste inschrijving. Er
was slechts een aannemer, de heer F. van
Maldeghem uit Sluis.
Aan hem werd gegund de levering van
3400 EG. superphosphaat 14 pCt a f 7,75,
2050 chili-salpeter a 21,
9000 verbeterde Peru-guano a 16,50;
de prijzen zijn opgegeven per 100 EG.
Den 8sten Januari 1903 zal het dus 25 jaar
geleden zijn, dat de vereeniging Welbegrepen
Eigenbelang voor de eerste maal handelend is
opgetreden.
Wanneer men bedenkt, welke onberekenbare
voordeelen deze vereeniging aan den land-
toegedragen, als ge mij daar vertelt vroeg de
bevelvoerder, die aandachtig had toegeluisterd.
Volkomeu zeker, commandant, antwoordde
Berard.
Gij hebt er toch niets van gezien
Dat is waar, commandant. Maar Fortier
was in geen stemming om mij te bedriegen, toen
hij mij alles vertelde. Het was geen autwoord
op mijn vraag, het was een vrijwillige bekentenis
voor den dood, dien hij heden verwacht.
Heel goedlaat hij straks even openhartig
hetzelfde voor den krijgsraad vertellen, dan kan
deze zijn zaak beoordeelen.
Och mijnheer, hernam Berard lernederge-
slagen, gij keut Fortier niet. Voor den krijgsraad
zal hij zoo min spreken, als hij indertijd voor de
rechtbank heeft gedaan.
Maar waarom
Omdat hij zich tegen geen sterveling dan
tegen mij over zijn liefde wil uiten. Hij denkt
altijd, dat hij er haar mede zal benadeelen. Ik
ken hem, hij zal zich opofferen en eeuvoudig
zeggen Ik heb dien opzichter willen dooden, omdat
ik hem haat Meer zult ge er niet uitkrijgeu I
Hij zal zich ter dood laten brengen, zonder zijn
geheim te verraden.
Het is goedik weet genoeg. Eeer thans
terng.
Berard was nauwelijks beueden, toen de com
mandant Marcelle Hebert voor zich deed verschijnen
en haar nauwkeurig ondervroeg, naar hetgeeu
den vorigen dag was voorgevallen. Haar verhaal
kwam in alle bijzonderheden met het verslag van
Berard overeeu. Zij had sedert het gebeurde met
geen mensch gesprokenhaar woorden verdiendea
dus ten voile geloof. (Wordt vervolgd).