A 1 g 8 m e e n
Hieuws- en Advertentieblad
voor
2eeuwsch»?Uanderea,
A
4306.
Donderdag 20 November 1902.
42e .laar^ang.
aanbesteden:
DE W0NINGWET.
FETJILLETON.
0NSCHULDI6 VER00RDEELD.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave:
i\ 11
het schoonhouden en werwar-
men der openbare scholen A,
B en C in de kom en D op
Sluiskil, gedurende 1903, en
de werlichting in 1903, voor
wat betrefft school D.
51) 7
f-
\KI7iEVS('HE (OIRAvr.
A BONNKMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32}.
Men abonneerl zich big alle Boekhandel&ars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADTEBTSNTlSli:
Van 1 tot 4 regeli 0,40. Voor elken regei meer /0,10,
By direct© opgaaf van dremaal plaatsing derselfdt advertent.!* wordt tie prjje
slechts tveemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
»lt bl».l Woenadmg- en Vr.Jrt»K»TQPd. »Uffe,on.le,«t op rees«d»Keo. b.J de Fl,m» 1». S. VA1T CTK
Tee SSeMwes-,
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Klaandag, 8 December a. s.,
des nainiddags 3 urea, in het gemeeutehiffs, in
het openbaar bij enkele inschrijving, in 4 af-
zonderlijke perceelen
De voorwaarden liggen van 22 clezer ter inzage
op de gemeente-secretarie en iu de herberg van
BRAKMAN te Sluiskil.
Deinschrijvingsbiljetten, op zegel gesteld, kunnen
ter gemeente-secretarie in eene verzegelde bus tot
het oogenblik der besteding worden ingeleverd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen by den
Burgemeester.
Ter Neuzen, .19 November 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Ji -
woningen in
drie
II.
De Woningwet heeft de
categorien gesplitst, n. m.
A. nieuw te bouwen woningen
B. geheel of gedeeltelijk te vemieuwen woningen
C. bestaande woningen, niet onder B bedoeld.
Deze splitsing vindeu we in art. 1terwijl
we in art. 3 nog genoemd vinden gebouwen of
gedeelten van gebouwen als wonmg m gebruik
te nemen.
Waarom hiervau niet
is niet duidelijk. imrners
zelf geven aau dat zij onderscheid maakt tusschen
woningen en gebouwen. f,
Terwijl we nu in art. 1 alleen uwoningen
vermeld vinden, komt art. 3, dat een uitwerking
is van art. 1, opeens met ^gebouwen" voor den dag
Vol gens art. 1 zal de Gemeenteraad (die eei
groote rol speelt in de Woningwet, reden waarom
ieder raadslid wel eene studie van die wet moest
maken) de eischen vaststellen waaraan de woningen
moeten voldoen.
Zoowel die voorschriften als de lat^1 daann
te brengen wijzigingen of aanvullingen zijn onder-
worpen, volgens art. 7,
Gedeputeerde Staten.
m
in art. 1 is gesproken,
de woorden der wet
Zijn die voorschriften, alzoo goedgekeurd, niet
voor 1 Augustus 1904 tot stand gekomen, dan
zullen de gemeenlebesturen aan hunnen plicht
worden herinuerd. Blijven zij dan nog nalatig
dan zullen, volgens art. 8, Gedeputeerde Staten
zelf de voorschriften vaststellen, welke voorschriften
dan weer door de Koningin moeten worden
goedgekeurd.
Maar daarua het is een wonderbaar samen-
stel hebben de Gemeenteraden het recht het
door Gedeputeerdeu vastgestelde aan te vullen, te
wijzigeu of geheel in te trekken; maar
dat moeten Gedeputeerden toch weer goedkeuren.
Wanneer men nu nog weet dat bij dit alles Bur
gemeester en Wethouders, en de Inspecteur (van
het Staatstoezicht op de volksgezondheid) eene
rol hebben te vervullen en zelfs de centrale
Gezondheidsraad en de Minister van Binnenland-
sche Zaken er bij kunnen te pas komen, dan
staat men vol bewondering over zooveel eenvoud.
Hoe dan ook de voorschriften door de
Woningwet bedoeld moeten er komen, op welke
wijze ook.
In gemeenten, waar reeds die voorschriften be-
staan, zullen deze, volgens art. 51, vervallen indien
zij niet zijn herzien vo<5r 1 Augustus 1905.
Al voldoet eene verordening dus geheel aan de
eischen ze moet opnieuw worden vastge-
steld.
Zijn
maakt
bepalingen omtrent dit laatste punt ge-
dan zullen die evenwel niet gelden voor
woningen, waarin geen andere personen wonen,
dan die haar reeds bewoonden bij het indienen
der verordening, waarbij die bepalingen zijn ge-
maakt, evenmin indien de overschrijding van het
geoorloofd aantal der bewoners het gevolg is van
vermeerdering door geboorte of door wederopneming
van leden van het gezin, die tijdelijk elders ver-
toefden. Dit alles volgens art. 2.
Opgemerkt moet worden
1. dat hier slechts eene bevoegdheid aan den
Raad is gegeveu, geen verplichting opgelegd.
2. dat in een bestaande toestand niet kan
worden ingegrepen d. w. z. in den toestand be
staande op het oogenblik der indiening van de
verordening.
Wat is echter te verstaan onder vindiening"
eener verordening
aau de goedkeuring van
De voorschriften voor de genoemde drie cate
gorien van woningen te stellen mogen evenwel
niet even ver gaan. Ook behoeft voor tot e^nzelfde
categorie behoorende woningen niet altijd hetzelfde
te gelden.
De bedoelde voorschriften toch kunnen, zegt
art. 2, verschillend zijn naar gelang van den aard,
de bestemming en de ligging der woningen. (Hier
schijnt het woord »woniug" weer te beteekeuen
„gebouw". Zoo wordt in artikels 5 en 6 ook
gesproken van „gebouwen").
Dat is om practische uilvoerbaarheid te verze-
keren, volgens den Minister.
Ik denk echter dat het aan vele Gemeenteraden
niet zoo erg gemakkelijk zal vallen elk der 3
categorien weer te gaan splitsen in verschillende
afdeelingen, naar gelang van aard, bestemming en
ligging, en dat dus de practische uitvoerbaarheid
niet veel gewicht in de schaal kan leggen voor
het toekenuen der bevoegdheid tot splitsing.
Wat te verstaan is onder „aard" naast ffbestem-
ming" is zeker ook niet beel duidelijk.
Voor alle categorien van woningen kunnen
men lette op dit ^kunnen") bij de te stellen
voorschriften eischen worden gesteld omtrent
zuivering van ougedierte, afscheiding van slaap-
plaatsen, aantal woningen in eeuzelfde gebouw en
het aantal bewoners in verband met de niimte
der verlrekken.
Het was doodstil geworden in het hok, iedereen
begreep het gewicht van de zaak.
Berard las
Ik dank u, dat ge woord hebt gehouden
Ik ben zeer gelukkig, nu ik weet, dat ge ook
hier aan boord zijtIk bemiu u nog teeder
Daarginds vinden wij elkaar terug.
Zie daarHet is waarachtig zoo kwaad niet
eezegd, riep Robin uit, terwijl hij de gevangenen
met woedende blikken gadesloeg. Het reglement
verbiedt evenwel ten strengste al zulke pogingeu
met de vrouwen iu verstandhouding te komen
de schrijver van het allerliefste kattebelletje
een maand in het cachot in de boeien
VooruitWie is het
En hij keek Berard strak in de oogen.
lk kan het u niet zeggen, mijuheer, ant-
woordde deze bedaard, ik weet er hoegenaamd
niets van.
Ge moet het weten. Ge zijt de baas van
ket hok.
Dat ben ik, mijnheer'.'om voor rust en
om
en
gaat voor
Behoudens hunne bevoegdheid om nog andere
voorschriften op het onderwerp betrekking heb-
bende op te nemen (volgens art. 135 Gemeente-
wet) mits niet in strijd met de Woningwet, (art.
45) moeten door de Gemeenteraden worden
gegeven de volgende voorschriften: (art. 3.)
le. Voor categorie A en B (dat zijn de nieuw
te bouwen en de geheel of gedeeltelijk te ver-
nieuwen woningen) en bovendien voor geheel of
gedeeltelijk als wouing in gebruik te nemen ge
bouwen (dit zijn dus bestaande gebouwen oor-
spronkelijk niet voor bewoning bestemd)
de plaatsing van de gebouwen ten opzichte
van den openbareD weg en van elkander
b. het hoogtepeil van den vloer der beneden
woonvertrekken en de hoogte van de gebouwen
de afmetingen der ter bewoning in te
ricbten vertrekken en van trappen en portalen
d. privaten
beschikbaarheid van drinkwater
vdorkoming van brandgevaar
voorkoming van vochligheid
hechtheid van fondamenten, rnuren, vloeren,
trappen, zolderingen en dak
i. verwijdering van rook, water en vuil
j. toevoer van licht en lucht.
2". Voor categorie C (dat zijn de bestaande
woningen niet onder le begrepen) hetgeen onder
e tot en met j is bepaald. Men ziet hetmeest
punten, welke gewoonlijk reeds in bouwverorde-
ningen enz. voorkomen. Zelfs gaan verschillende
bestaande verordeningen nog verder. Het
nieuwe zit echter in de toepasselijkheid op
bestaande woningen, zonder dat daarbij nog van
bijbouw, vernieuwing of wat ook sprake is, van
de bepalingen omtrentdrinkwater, brandgevaar,
vochtigheid, hechtheid van fondamenten enz.
afvoer van rook, water en vuil (waaronder ook
bijv. faecalien etc. te verstaan), licht en lucht.
En dat dit ingrijpend kan werken is dnidelijk
e.
9'
h.
het
orde te zorgen, den boel schoon te houden,
werk te verdeelen en zoo meer, en daarvau geloof
ik mij niet slecht te kwijten Het reglement
draagt mij echter niet op, de menschen, waar ik
mede leef te bespieden
Meent ge dat? Dan vergist gij u zeer.
Het reglement beveelt u juist te waken tegen
alle inbreuken op de gestelde orders. Of noemt ge
dit soms geen inbreuk op hetgeen er bevolen is,
- Zonder twijfel, mijnheer. Had ik iemand
dit zien schrijven, ik zou het hem belet hebben,
maar ik heb het niet gezien.Ik kan niet alles zien.
Genoeg. lk vraag u niets meer, ik ver*
bied u zelfs te antwoorden. Ik zal mij tot dat
ongedierte zelf richten. Heidaar, jelui allemaal,
schoeljes, die ge zijtwie heeft dit geschreven
Komt, antwoordt, ik wacht. Laat de kerel, die
het gedaan heeft voor komen.
Geen eDkele der gevangenen bewoog zich.
BahDe lafaard durft niet, schreeuwde
Robin woedend. Hij wil liever al zijn kameraden
gestraft zien.
Berard kon niet langer zwijgen.
Niets bewijst imrners, zei hij onwillekeung,
dat die appel uit ons hok is gekomen.
Ik heb u verboden te spreken. Een over-
treding van mijn bevel, goed zooriep Robin uit,
verblijd dat hij eindelijk een bepaalde klacht tegen
Berard had. Ik zal het in bet rapport zetten.
Ik zeg, vervolgde hij, ik zeg, dat de schuldige in
dit hok zit omdat dit hok het dichtst bij dat van de
vrouwen ligt. De andere zijn er te ver vandaan.
Maar praatjes genoeg. Luister alien eens goed
als ik binnen eeu kwartieruurs niet weet, wie het
gedaan heeft, worden jelni alien zonder onderscheid
gestraft en tien van de slechtst aangeschrevenen
gaan in de ijzers. Nu weet ge het en ik zeg
geen woord meer.
Hij vertrok en de veroordeelden keken elkaar
aan. Enkelen begonnen met elkander te fluisteren.
De gevaarlijksten, wel wetende, dat zij het wareu
die Robin bedoeld had met de #slechtst aange
schrevenen", mompelden, dat het gemeen was voor
een ander gestraft te worden.
Geen enkel verhief echter zijn stem, geen een
durfde den schuldige vragen zich bekend te maken.
Het toegestane kwartier verliep. De opzichter
plaatste zich voor de tralies en riep
Komaan, is de kerel, die het gedaan heeft,
nog bang. Durft hij nog niet voorkomen
Armand Fortier trad vooruit.
Ik ben niet bang, sprak hij op kalmen toon.
Ik heb den brief geschreven.
Zoo, zoo, zijt gij het riep Robin verheugd.
Ik dacht het al half. Ik heb u al meer dan eens
gesnapt met uv neus tegen de tralies, als de
als meu bedenkt hoe er op grond dier voor
schriften onbewoonbaarverklaring met sluiting en
ontruiming kan volgen.
Evenwel de Gemeenteraad behoeft aan bestaande
woningen niet dezelfde strenge eischen te stellen
als voor nieuw te bouwen of te veruieuwen
woningen.
Althans zoo is de opvatting en men kan art. 3
ook zeer goed zoo uitleggen.
Bovendien kunnen door Gedeputeerde Staten
(art. 4) vrijstellingen worden gegeven, hetzij voor
alle woningen hetzij naar gelang van aard, be
stemming of ligging.
En al verder (art. 6.) kunnen, indien zij daartoe
de verordening door den Raad beeoegd zijn
verklaard met betrekking tot gebouwen", zegt
het art., Burgemeester en Wethouders zoowel
mindere eischen stellen ten aanzien van bepaalde
in de verordening aangegeven punten, als vrij-
stelling verleenen voor het nakomen van uitdruk-
kelijk omschreven eischen.
En hiermede is aan den Gemeenteraad, eene op
grond der Gemeentewet zeer betwiste bevoegdheid
toegekend n. m. het laten wijzigen, ja geheel buiten
werkiug stellen door het collegie van Burgemeester
en Wethouders van door den Raad zelf vastgestelde
voorschriften.
Ik zal niel beweren dat de Gemeentewet zonder
gebreken is, dat zij niet op sommige punten in
overeenstemming dient te worden gebracht met de
eischen van den tegenwoordigen tijd.
Doch het is m. i. te betreuren dat men het zoo
steeds bewonderde samenstel dier wet op die
wijze gaat aantasten. Want waar is de grens
Waarom zou de door de Woningwet toegekende
bevoegdheid aan den Raad niet^evengoed, ja soms
nog met meer recht, moeten worden gegeven voor
tal van andere verordeningen
Wat blijft er dan ten slette over van de bepa-
ling van art. 135 der Gemeentewetde Gemeen
teraad maakt de verordeningen, die in het belang
der openbare orde, zedelijkheid en gezondheid
worden vereischt en van de bepaling van art. 179a
dier wet dat aan Burgemeester en Wethouders
opdraagt, de uitvoering der verordeningen aan den
Raad Wat blijft er dan over van art. 144 der
Grondwetde gemeenteraad maakt de verorde
ningen, die hij in het belang der gemeente noodig
oordeelt
Het is evenwel hier de plaats niet om daarop
verder in te gaan.
Ik wil nog alleen opmerkeu dat men evengoed
de heele zaak aan Burgemeester en Wethouders
had kunnen opdragen. Niet direct natuurlijk
maar door te bepalen, dat de Gemeenteraad bij
verordening aan het collegie van B. en W. het
maken der vereischte verordeningen kan gelasten.
Dat was in ieder geval heel wat eenvoudiger.
(Wordt vervolgd.) V. d. M.
vrouwen voorbij kwamen om naar boven te gaan.
En aan wie hebt ge dat minnebriefje geschreven
Fortier bewaarde het stilzwijgen.
Antwoordt ge niet Zijt ge soms bang uw
aangebedene in opspraak te brengen Ha, ha die
is niet kwaad, maar stel u gerust, wij zullen haar
wel laten praten. Ben jelui slim, wij zijn het ook,
geloof dat maar vast.
Gij zijt de sterkste, antwoordde Fortier.
Ge wilt praatjes verkoopen, geloof ik, ge-
meene hond, schurk, ellendeling. Pas op, ik heb
revolver bij mij en daarvan mag ik mij be-
een
dienen, als ik het noodig acht.
Indien ik de hand tegen u oplichtte ja,
hervatte Fortier, terwijl een doodelijk bleek zijn
gelaat overtoog en hij zich blijkbaar inspande om
kalm te blijven, maar ik hef mijo hand niet op.
Mooi, mooi. Meneer schrijft niet alleen
minnebrieven, maar hondt ook redevoeringen,
schijnt het. Het cachot zal u wel eens mores
leeren. Een maandje in het donker zal u wel wat
afkoelen, denk ik
Hij verwijderde zich, onder het mompelen van
scheldwoorden.
Robin begreep na eenig bedenken- dat alleen
list hem ecnig licht kon verschaffen aangaande
het punt, dat hij zoo gaarue wenschte te weten,
(Wordt vervolgd).