Mcngelwerk. Hoogwatergetij te Ter Ncuzen. Te Stuttgart stond onlangs een soldaat terecht voor den krijgsraad wegens het niet salueeren van een officier, dien hij op straat ontmoet had. Te zijner verontschuldiging voerde de beklaagde aan, dat het geen gebrek aan eerbied was voor zijn meerderen, docb dat hij, daar hij bijziende was, den officier niet gezien had. De krijgsraad ver- oordeelde hem tot 2 maanden gevangenis voor de overtreding, en voegde er nog 14 dagen aan toe, omdat de soldaat aan zijn chefs zijne bijziendheid niet had opgegeven. Er is, volgens de Westm. Gaz., een machine uitgevonden tot het bereiden van frissche lucht. Het is niet anders dan een toestel om door electri- citeit ozon te maken. In het gebouw of de kainer, waar men de lucht wil ververschen, worden ge- isoleerde metalen schermen geplaatst met electrische geleidiugen verbonden, zoodat zij de polen vormen van de electrische machine. De lucht, die door openingen in deze schermen in het verlrek treedt, wordt dus rijker aan zuurstof, en men zegt dat dit terstond merkbaar is, nadat het toestel in beweging is gebracht. Volgens geneeskundigen raakt de lucht op deze wijze al de onreinheden kwijt, die in de bedorven lucht der groote steden zoo veelvuldig voorkomen. Het puin, dat de grondslagen der voormalige kloosterkerk te Niedermiinster in de Elzas bedekt, wordt weggeruimd. De beroemde abdij Nieder miinster zou omstreeks 'tjaar 700 gesticht zijn door St. Odilia en is in 1542 grootendeels door brand vernield alleen de prachtige Romaansche kapel uit het einde der 12e eeuw bleef gespaard. In het laatst der 18e eeuw waren er van dein 1180 gewijde abdijkerk nog tamelijk aanzienlijke ru'inen overmaar sedert nam het verval hand over hand toe, en nu toonen nog maar eenige kollossale brokken muur de plaats, waar zij ge- staan had. Bij de opgravingen komen nu tal van voor- werpen aan het licht, o. a. een reliek-schriju, een prachtig bewerkt wijwatervat, en vooral kost- baar beeldhouwerk, o. a. in het midden van de kerk een goed bewaard steenen waschbekken, van ongeveer een meter middellijn, dat steeds gevuld was met water uit de St. Odiliabron, waar het door een leiding mee in verbing stond, benevens twee grafmonumenten van abdissen, een uit de 14® en een uit de 15* eeuw. Hoe gevaarlijk het luiden van klokken is, voor den betrokkeu toren, blijkt uit de volgende proef. Een bode van het gemeentebestuur van Weimar had in een balk van een klokketoren een mes stevig vastgestoken en bemerkte, dat dit, als de klok geluid werd, wel over een hand- breedte slingerde. EEN E G O I S T E. Juffrouw Christine Storm was ongetrouwd gebleven, ofschoon zij de eenige dochter van een vermogend koopman was en na den dood harer ouders in haar eigen huis woonde. In haar jeugd hadden haar blozende wangen, haar schitterende, donkere oogen en mooi bruin haar, gevoegd bij haar slank figuurtje, haar tot een schoonheid gestempeld. Het mag dus wel een wonder genoemd worden, dat zij niet in het huwelijk trad. Een van de mannelijke sekse echter had haar voor goed van den echt afkeerig gemaakt. Toen zij den leeftijd van 16 jaar bereikt had, was er inkwartiering in de stad geweest en een luitenant had zijn intrek bij haar ouders ge- nomen. Hij had met de hupsche dochter des huizes zich geamuseerd, en door haar 't hof te maken haar 't hoofdje op hoi gebracht. Bij het afscheid was het een„tot weerziens geweest, en op een engagement en huwelijk werd gezinspeeld. Arme, domme, lichtgeloovige Christine Hij was heengegaan en keerde nooit terug, terwijl hij ook niets van zich liet hooren. Christine stierf niet aan een gebroken hart, daarvoor was zij te gezond en te krachtig maar haar liefde voor den luitenant verkeerde in haat, niet alleen tegen hem, maar ook tegen alle andere mannen en daarom bleef zij on getrouwd. Zij zou het niet hebben willen bekennen, dat, met den knappen, beschaafden, wereld- wijzen officier vergeieken, alle verdere preten- denten af moesten vallen en de een na den ander een blauwtje kreegook toen na den dood van haar ouders, zelfs weduwnaars om de hand van het meisje dongen, dat reeds op jaren begon te komen. Christine bleef met een meid alleen in het ouderlijke huis, maar daar zij het toch jammer vond dat zooveel ruimte ongebruikt bleef, liet zij op haar bovenverdieping een huisgezin wonen. Men kan niet zeggen dat zij dat deel van haar huis verhuurdewant zij redeneerde//zulk soort van menschen betaalt toch de huur niet geregeld, daarom zal ik mij de ergernis liever besparen", en ze liet ze kosteloos wonen. Juffrouw Storm was niet weldadigmaar uit gemakzucht, en om geen geloop van bedelaars en menschen met inschrijvingslijsten aan haar deur te hebben, zond zij op Xieuwjaarsdag den predikant van de wijk, waarin zij woonde, een belangrijke som voor de armen, onder verplichting haar naam te verzwijgen. Er behoefden zooveel arme menschen niet te zijn, zeide zij eens, als maar meerderen mijn voorbeeld volgden en ongetrouwd bleven, dan zou de volkswelvaart toenemen. De medebewoners van haar huis sprak zij nooitzij hoorde alleen door Rika soms wat van hen, en verlangde niets van ze dan netheid, orde en stilte. Op dit oogenblik waren zij boven alien tegelijk ziek de man was stervende, de moeder kwijnde langzaam weg en de drie kinderen hadden den kinkhoest. Het was een zware beproeving voor het gezin maar juffrouw Christine deed niets dan knorren over de ellende van de menschen, die daarboven woonden. Waarom behoefde die man hier te komen om te sterven, waarom was die vrouw zoo ziek Dat zjj zes weken lang, iederen morgen, een groote pan met heete melk boven liet brengen, was alleen om het vreeselijke hoesten te doen ophouden, daar zij er 's nachts niet van kon slapen, en er zoo zenuwachtig door werd. Toen de man overleden was en zij voor de begrafeniskosten zorgde, kwam dat alleen, omdat Rika haar vertelde, dat de arme vrouw zoo jammerde en klaagde, dat haar man van de armen begraven zou worden, terwijl hij toch van zoo'n goede familie was. Zijn vader was immers kerkeknecht geweest Het was kinderachtig van die vrouw, zij moest liever over zichzelve en haar drie onver- zorgde wurmen van kinderen gejammerd hebben, dan om haar dooden manMaar toch stoorde het den vrede in juffrouw Storm's gemoed en zij had immers geld genoegBehalve de begrafenis kwam er nog heel wat bij want zou die fatsoenlijk zijn, dan moesten er kransen wezen en die menschen woonden hier te kort, om veel kenissen te hebben, die ze zouden zenden. Rika moest er dus maar een halt dozijn bestellen. De vrouw kon niet meegaan, maar de kinderen moesten het lijk toch volgen, bij kinkhoest kon de buitenlucht geen kwaad. Er was natuurlijk voor rouw niet gezorgd maaj- Rika had een nicht, die naaister was en die kon voor het meisje wel een jurkje maken van een lapje zwart goed dat zij nog hadde twee jongens hadden alleen maar zwarte petten en een rouwstrik om den arm noodig. Natuurlijk moest het meisje iets op het hoofd hebben, een zwart omslagdoekje en ook een zwart boezelaartje voor dagelijksch gebruik. Voor de moeder hoeft u geen rouw te koopen, zei Rika, want die leeft op zijn hoogst nog maar een paar weken en dan zijn de kinderen over beiden in den rouw. Juffrouw Christine werd woedend bij dat denkbeeldnu nog mooier, alweer een lijk in huisen wat moet er dan van de kinderen worden Het is den hemel geklaagd, dat de ouders maar heengaan en die arme wurmen onverzorgd achterlaten. Nu, de weeshuizen zijn daar goed voor Zij kon evenwel de weeshuizen nooit goed lijden, ja, zij had er een antipathie tegen Als kind had zij namelijk een teergevoelig harte, voor dat de luitenant het door zijn vertrek in een steen veranderde, en zij had altijd diep medelijden gehad met de arme, verlegen, bleeke weezen, die iederen Zondag in hun grof pakje in de kerk kwamen en met hunne stompzinnige gezichtjes naar de preek luisterden. Er zullen ook wel welgedane, vroolijke, opgewekte weezen zijn, waarom niet maar juffrouw Storm kende alleen die anderen en kon haar tegenzin, om de kinderen in een weeshuis te plaatsen, niet overwinnsn. Het was natuurlijk puur ego'isme, dat zij dagelijks de krachtigste soepen liet koken en vleesch liet braden voor de zieke vrouw en haar kinderen, want als die stumpers hun moeder zagen eten, zouden zij het ook doen en misschien dat door krachtige voeding dat lastige hoesten zou op houden, dat haar in haar slaap stoorde. Telkens moest zij aan de bewoners van haar bovenhuis denken, in plaats van aan zichzelve, zooals zjj altijd gewoon was, en niettegenstaande het heerlijk vooruitzicht dat zjj binnenkort alleen met Rika in huis zou zijn en niets haar rust storen zou, kon zij toch den slaap niet vatten. Zij zond den volgenden dag eieren en wijn en alles wat de zieke maar goed kon doen, ja, zij liet zelfs den dokter bij zich komen, schoon het haar een grooten strijd kostte een m&nnelijk wezen te hulp te roepen, en zij vroeg hem zelfs, toen hij naar beneden kwam, hoe hjj de zieke had gevonden. Daar is niets meer aan te doenwas het antwoord, met een treurig hoofdschudden ge- geven, het kan nog maar op zijn hoogst een week of drie durenzij zei ve vermoedt het gelukkig niet, want het sterven zou haar te z waar vallen, als zij haar drie aan valligekindertjes aanzietNa een beleefden groet vertrok hij. Aanvallige kinderen, had hij gezegd gek, dat zij volstrekt niet wist, hoe zij er uitzagen. Maar waarom zou dat ook noodig zijn Toch vroeg zij nog dienzelfden avond aan Rika, wat het voor kinderen waren, en deze zeide Zij zien er heel aardig uit, vooral het meisje, dat een lief hartelijk schepseltje is. Van de jongens is niet veel te zeggen zij kende haar meesteres. Nu, dacht deze, het meisje zal ik in het oog houdenmaar de jongens moeten maar ergens anders been Een paar dagen later ontmoette juffrouw Storm het kleine meisje op de trap, dit zeide dadelijk Dag goede, lieve juffrouw Nu bedrieg je je kind was het antwoord, ik ben niet goed De kleine meid was niet gauw van haar stuk gebracht, en terwijl zij Christine's zitkamer met deze binnentrad, vervolgde zij Moeder zegt, dat u onze goede engel zijt en moeder jokt nooit Juffrouw Storm lachte en trachtte het spot- achtig te doen, maar haar oogen werden vochtig. Dat komt er van, dacht zij, als men zich met een vreemd kind inlaat, dat spoedig een weesje zal zijn. Alles wat zij voor die boven- bewoners deed was alleen, om zichzelf rust te bezorgen en nu wordt zij hun goede engel genoemd Het kleine ding had intusschen haar hart gestolen, iederen dag riep zij het bij zich in de kamer en verlustigde zich in haar blauwe oogjes, gouden haren en lief gebabbel. Het kind sprak altijd zoo hartelijk over haar moeder en hoe heerlijk het zijn zou als zij weer gezond is, en vertelde van haar broertjes die zij, al was zij maar een jaar ouder, zoo moederlijk verzorgde en voorthielp. Mag ik ze eens meebrengen vroeg zij eens, toen er over hen gesproken was, maar een kort en knorrigNeenschrikte haar af, en deed haar spoedig heengaan. Eindelijk stierf de vrouw zacht en kalm, zonder doodstrijd en zonder te vermoeden dat zij haar kindertjes aan vreemde zorg moest overlaten. Rika was er bij geweest, want de juffrouw had haar de laatste dagen veel vrijaf gegeven. Zij had niet rustig kunnen slapen bij de gedachtedaar boven ligt een zieke moeder en kon wel sterven zonder iemand bij zich te hebben als die kleine kinderen Neen, dan moest Rika er maar naar toe, want zij kon haar slaap onmogelijk missen Wat moest er nu met het drietal gebeuren? De armverzorger kwam, maar wist geen anderen raad, dan dat zij alien in het weeshuis werden opgenomen. Er was niemand, die verplicht was voor hen te zorgen, dat had de vader in zijn ziekte hem al gezegd. Het is een erg bezwaar voor de armvoogdij, eerst de begrafenis en dan de kinderenmaar er is niets aan te doen, de wet beveelt het. J uffrouw Storm was het met die redeneering volkomen eens, maar zij vond, dat de kinderen tot na de begrafenis hier moesten gelaten worden. Dat was meer welvoeglijk en Rika kon zoolang wel voor ze zorgen de kosten van de begrafenis nam zij op zich. Nu, zooveel te beterdacht de armvoogd en zeials het lijk der moeder is weggehaald, valt het weggaan der kinderen ook minder zwaar. Hij vertrok met de afspraak dat het drietal den morgen na de begrafenis afgehaald zou worden. Nu kon juffrouw Storm vrijer adem- halen zij zou voortaan kalm van haar onge- stoorde rust genieten Maar het was vreemd niettegenstaande dat heerlijk vooruitzicht kon de oude dame dien nacht maar niet in slaap komen. Zij zag het meisje maar altijd voor zich staan, met de lieve oogjes vol tranen en het mondje saamgetrokken van verdriet. Nu was het alleen nog maar om moeders dood, maar weldra zou het om andere oorzaken daarbij zijn. Dat lieve aardige ding! Zou zij het lachen misschien voorgoed ver- leeren Die gedachte hinderde haar zoo, dat zij haar al het genot van den rustigen tijd, die haar wachtte, benam. Neenzoo besloot zij, dat zal niet gebeuren, het kind zal niet in een weeshuis wegkwijnen, dat verkies ik niet, het is een veel te lief meisje. Ware het een jongen, dan was het iets heel anders, maar een meisje Daarbij, ik word gaandeweg oud en voel mij soms zoo verlaten Juffrouw Christine zat in haar bed overeind, de tranen liepen haar langs de wangen uit meelij met zichzelfen dat meelij deed haar besluiten, dat het meisje niet naar het weeshuis zou gaan, maar bij haar blijven, om als haar eigen kind opgevoed te worden. Nu werd zij kalmer en sliep in. En de jongens vroeg Rika, toen haar des morgens dit besluit werd meegedeeld. De jongens Wel, die gaan natuurlijk naar het weeshuis. Hoe kan je zoo'n domme vraag doen Je denkt toch niet Rika, dat ik zoo gek zou zijn de jongens dat kan je begrijpen Och hemel neeo, juffrouw, zoo bedoelde ik het niet. Ik dacht alleen het meisje is zoo aan haar broertjes gehecht, en wat die voor hun zusje zijn en doen neen, zoo iets hebt u nooit gezien en daarom geloof ik, dat het maar beter zou zijn, ze bij elkaar te laten. Neen, zoo dom ben ik nietIk geloof toch, dat het meisje liever met hen naar het weeshuis zal willen gaan, dan hier alleen te blijven. Houd je mond, ik wil er geen woord meer van hooren, sprak de oude dame rood van toorn, en Rika trok haastig af. Het zou toch al te gek zijn, als het meisje liever in het weeshuis zou zijn, dan hier bij mij te blijven en het zoo goed te hebben, dacht zij. Zij schelde Rika en sprak: Ga naar boven en zeg aan de kleine meid, dat ik haar bij mij houden wil, in plaats van haar naar het weeshuis te laten gaanenjezult zien, hoe blij zij zal zijn. Na een korte poos kwam Rika terug met kwalijk verborgen triomf op haar gelaat. Nu vroeg haar meesteres. Hm net als ik dachthet meisje heeft het wel niet met ronde woorden gezegd,"maar dat kon men wel zien, dat zij er niet blij om was en de jongens deden niets dan huilen, waarlijk juffrouw, het is beter ze maar alle drie naar 't weeshuis te laten gaan. Heb ik jou misschien om raad gevraagd was het knorrige bescheid. Je hebt het dom aangelegd en ik zal er zelf maar eens op afgaan. Zulk een onverstand en ondankbaarheid is mij onbegrijpelijk Juffrouw Storm klom de trappen op, zoo snel, dat zij even voor de deur moest blijven stilstaan, om op adem te komen. De deur stond op een kiertje en zij hoorde het meisje zeggen Nu is moeder al in den hemel bij vader en ik zou wel willen, dat wij drieen er ook bij hen waren. Maar later, dan zal het heerlijk zijn als wij alien weer bij elkander zijn. Jelui gaat nu al gauw naar het weeshuis en ik moet bij juffrouw Storm blijven. De juffrouw is erg goed, dat heeft moeder altijd gezegd, maar ik zal hier zoo alleen zijn en als ik bij haar ben, heb ik altijd een beetje angst, waarvoor weet ik nietmaar ik zou veel liever met jelui meegaan. Maar Rika zeide, sprak Jan, het oudste broertje, dat wij daar toch ook niet bij mekaar zouden blijven. Maar Zondags zou ik jelui toch zienen nu hoorde juffrouw Christine ze alle drie huilen en snikken. Zoois ze bang voor me Dat zal op den duur wel overgaan. Ik zou het naar vinden als zij zich verveelde en niet op haar gemak bij mij was, dacht de luisteraarster. Als zij zoo aan haar broertjes gehecht is, laat ze dan in 's hemelsnaam met ze naar het wees huis gaan, ik wil die bengels hier niet houden Nu gooide zij de deur wijd open en zag de drie kinderen op een bankje bij de kachel zitten. Het was aandoenlijk, zooals zij elkander omvat hielden en hoe bedroefd zij er uitzagen met hun betraande gezichtjes. Het was te veeldat gezicht overwon iedere bedenking bij juffrouw Christine en zij riep uit Scheidt toch uit met dat huilen en snik ken, kinderen je blijft bij elkaarik ik houd je alle drie bij mijmaar dat moet je eens en vooral weten, als je niet stipt gehoor- zaam zijt en doet wat ik je zeg, jaag ik je weg. Wil je me weleens loslaten, kleine bengels De kinderen hadden haar eerst verbaasd aan- gekeken en toen haar woorden tot hen doorge- drongen waren hadden zij hun plaats verlaten en waren naar haar toe geijld, om haar handen te kussen en aan haar rokken zich vast te klemmen. Zij gehoorzaamden haar eerste bevel niet dadelijk, maar zij verdroeg het, ja, zij verheugde zich er over, en de traan van medelijden werd op haar gelaat door een glimlach vervangen. Zij meende, dat zij nog nooit zulk een ge- lukkigen dag beleefd had, zelfs met haar luitenant niet. Dit is de geschiedenis van de egoi'stische oude vrijster Christine Storm. Het was toch een vreemde persoon ZEETIJDINGEN. Van 20 tot en met 21 Oct. b| Van 20 tot en met 21 Oct. werden langs de Oostsluizen alhier 87 binneuvaartuigen op- en 40 afgeschutdoor de Westsl. 14 op- en 6 afgeschut. DAGEN. Voorm. Nam. Donderdag 23 October 5.47 6.17 Vrjjdag 24 6.53 7.34 Zaterdag 25 8.14 8.59 Zondag 26 10.55 11.26 Dinsdag 28 11.52 Woensdag 29 0.15 12.87 S3 P VLAG. NAAM. Van en naar. Lading. Voor Ter Veazen t 20 Eng. s.s. Ann Webster 2241 Londen stukg. 21 idem Golfer 1066 idem ledig Van Ter Semen t 20 Eng. s.s. River Lagan 2272 Londen stukg. 21 Noor. bark Alma 1291 Vlissingen ledig Voor Went t 20 Eng. s.s. Sea Hound 3085 Londen atukg. idem Electra 1399 Caen ledig idem Whimbrel 2514 Manchester stukg. idem Egret 3492 Liverpool idem idem Elaine 1425 Goole kolen 21 Duits. 8.8. Heinrich Horn 4053 Riga hout Eng. 8.8. Aberforth 1897 Methil kolen Duits. zee). Reichbote 2238 Frederikatad bout a an Wont i 20 Eng. s.s. Sea Serpent 2553 Londen stukg. 21 idem Electra 1399 Cardiff aardapp. i/ K U 9.43 10.20 Maandag 27 1/ H K

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 6