BIJVOEGSEL
Tor NGUZQnschs Courant
Zaterdag 11 October 1902. No. 4289.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DE
VAN
Vergadering van Donderdag 9 October 1902.
Voorzitter de heer J. A. P. Oeill, Burgemeester.
Aanwezig de heeren Moes, Van den Hoek, lte leijter,
Harte, Visser, De Koeijer, Qrenn, Dees, Van de Velde,
De Jonge en Veralnijs.
Afwezig de heeren Wieland en Van der Hooft
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
a. Scbrijven van J. 1. Israel, dat hij zijne benoeming
tot onderwijzer bij het openbaar lager onderwijs alhier aanneemt.
b. Scbrijven van N. J. Imandt, die onder dankbetuiging
bericht dat hij de benoeming als onderwijzer bij het herha-
lingsonderwijs te Slniskil aanneemt.
c. Schrijven van C. F. Kohler, die onder dankbetuiging
bericht de benoeming tot onderwijzer bij het herhalings-
onderwijs aan school A te aanvaarden.
«i. Een schrijven van den eervol ontslagen ambtenaar
ter secretarie I. A. Koene, waarbij deze zijnen hartelijken
dank betuigt voor het hem toegekende wachtgeld, ten bedrage
van 150 'sjaars.
e. Mededeeling van de door Burg, en Weth. gehonden
aanbesteding der straatreiniging. Voor de kom is het gegund
nan H. Ruben voor 1040 en voor Driewegen aan A.
van Drongelen voor f 60.
f. Schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 6 Sept.
1902, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het raads-
besluit van 30 Aug. 11. tot wijziging der begrooting voor 1902.
g', Schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 6 Sept.
1902, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het raads-
beslu'it van 30 Aug. 1.1. tot beschikken op den post voor
onvoorziene uitgaven op de begrooting voor 1902.
Schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 13 Sept
1902, waarbij van het bewijs hunner goedkeuring voorzien
wordt teruggezonden het suppletoir kohier van den hoofde-
lijken omslag voor 1902.
i. Brief van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 20 Sept.
1902, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het raads
beslu'it van 2 Sept 1.1. betreffende nadere regeling van dejaar-
wedde van den in de vacature-Nieuwkoop te benoemen onder
wijzer voor het verplieht bezit der akte voor de Fransehe taal.
J, Kennisgeving van Ged. Staten van Zeeland, dd. 20
Sept. 1902, dat bij Kon. beslnit van 6 Sept. 1902, no. 59,
voor school B itj de gemeente voor het tijdvak van 1 Januari
tot 1 Juli 1902 ontheffing is verleend van den eisch, gesteld
in het 4e lid van art. 45 der wet tot regeling van het lager
ondernijs.
De Voorzitter herinnert dat deze ontheffing betreft de vacntnre-
Faas, hij voorziet dat ook voor de vacature-Nieuwkoop ont
heffing zal moeten worden gevraagd, daar het zich niet laat
voorzien dat de vacature tijdig zal vervnldzijn. Het wil met
de oproeping niet erg vlotten.
Al!e hierboven genoemde stukken worden aangenomen voor
kennisgeving.
It. Schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 13 Sept.
1902, waarbij wordt teruggezonden de verordening tot heffing
van schoolgeld, daar de daarin aangebrachte wijzigingen aan
Ged. Staten nog niet voldoende voorkomen. Wanneer zij de be-
doeling der regeling duidelijk vatten, dat voor het taalonderwijs
en dat in wiskunde van 3J4J uur aan school B gegeven,
en dat tot het onderwijs op de dagschool gerekend wordt,
wil reductie wordt toegestaan voor meerdere kinderen uit
hetzelfde gezin, en voor dat gegeven nh die uren niet, dan
verdient het naar hunne meening aanbeveling den slotzin
van art. 3 aldus te lezen.Voor dit onderwijs en voor
herhalingsonderwijs, wordt geene reductie toegestaan, wanneer
mecr dan d£n kind uit den gezin daarvan gebruik maakt."
De Voorzitter, desgevraagd, toestemmende dat de bedoeling
van het artikel van eerst af zoo is geweest, stelt voor art. 3
te wjjzigen zooals Ged. Staten aangeven, waartoe z. h. s.
wordt besloten.
1. Een verzoek van het BeBtuur der Ecrste Nederlandsche
Cooperatieve Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent, om
adhaesie te verleenen aan het adres in zake de beetwortel-
cultuur, door genoemd bestunr gericht tot de Ministers van
Buitenl'andsche Zaken, Financien, Waterstaat, Handel en
Nijverheid en Kolonieu
Met algemeene stemmen wordt besloten adhaesie te verleenen.
■si. Een adres van F. Dekker Az. en 8 andere bewoners der
Nieuwediepstraat in de buurt van eerstondergeteekende,
waarin verzocht wordt het daarheen te leiden dat de toestand
van den gemeentegrond, liggende langs de schuur en voor
het erf van Dekker, verbeterd worde, daar dit een ware
modder- en slijkpoel is.
Tevens wordt beleefd verzocht de electrische lamp op den
hoek zdo te plaatsen, dat de bewoners van den achtergang
aldaar er ook licht van kunnen genieten, wat thans niet
het geval is.
De Voorzitter atelt namens Bnrg. en Wetb. voor dit adres
weder in hnnne handen te stellen, onder opmerking dat de
financieele toestand der gemeente op dit oogenblik niet ge-
doogd de noodige verbetering aan te brengen. Wat plaatsing
van een lantaarn betreft, de Raad moct daarvoor de fondsen
toestaan, doch het bepalen der plaats behoort tot de competentie
van Burg en Weth. Burg, en Weth. hebben den toestand
aldaar opgenomen, en daarbij bleek hun, dat het terrein
voor de schuur van Dekker werkelijk minder goed ligt, doch
de bestrating is vrij voldoende, er liggen ook wel enkele
putten, maar die vindt men in elke straat. En eene geheele
verbetering van dat terrein zou nog al een aanmorkelijk
bedrag vorderen. Burg, en Weth. hebben echter het voor-
nemen ora regelmatig, zoodra de financien het toelaten, ook
daar verbetering aan te brengen. Zij stellen voor dit aan
adressanten te berichten en het adres in hunne handen te stellen
Z. h. s. aldus besloten.
n. Overgelegd wordt bet proces-verbaal van de door
Burg, en Weth. op 25 Sept. 1902 gehouden kasopname by
den gemeente-ontvanger.
Daaruit blijkt dat over de dienstjaren 1901 en 1902 is
ontvangen eene som van 119050,01} en blijkens voor-
handen zijnde bewyzen van uitgaaf was uitgegeren
109324,29, zoodat meer ontvangen dan uitgegeven was een
bedrag van 9725,88$.
Het goed slot dor rekening van 190O, ad 2761,40, het
welk niet op de loopende begrooting in ontvang is gebracht
bedraagt nihil zoodat dus in kas moest zijn f 9725,88*,
juist overeenkomende met de vertoonde bewijzen.
Aangenomen voor kennisgeving.
o. Een adres van H. Kaijser e. a. welke verzoeken aan
hnnne respectieve woningen in de nieuwe verbindingstraat
tusschen de Nieuwediep- en Donze-Visserstraat over de trottoirs
draaiende blinden te mogen aanbrengen
lie Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor dit adres
naar hull college te renvoyeeren, aangezien blykens art. 22
der bouw verordening de beslissing over zoodanig verzoek by
Burg, en Weth. behoort.
Z. h. s. aldus besloten.
Een adrei van D. P. Solleveld, welke een gedeelte
van "een achter zijne woning liggenden gang, eigendom der
gemeente, in erfpacht wenscht te krijgen
De Voorzitter stelt namens Bnrg. en Weth. voor dit adres
aan te houden en te renvoyeeren naar dat college voor nader
onderzoek Er zijn andere menschen die daar in dien gang,
aan de gemeente behoorende, doch niet in erfpacht uitgegeven,
nitwe°- hebben. Van een perceel zou de uitgang vervallen
doch adressant zou die dan op een andere plaats willen maken
Met het oog op dit een en ander is een nader onderzoek
86 Wordt'besloten het adres aan te houden tot een volgende
vergadering.
Een adres van P. J. Scheele, dat hij voornemens is in
deze gemeente eene openbar-- straat aan te leggen.
blijkens de overgelrgde beschrijving en teekening zou de
nieuw te leggen straat worden aangelegd tegen den tuin van
den heer Schalk
Aan de zijde der te mnken straat zullen geen woningen
worden gebouwdhet doel is alleen een toegangsweg te. maken
van de Kerkhollaan naar de daarachter gelegen straat. Deze
zal eene breedte hebben van 4 Meter, met een verhard gedeelte
van 3 Meter, bestaande, vanaf de straat tot aan den duiker
onder de sloot, uit een zandbed dik 15 c. M., waarop een
bestrating van Waalklinkers. en het gedeelte vanaf den duiker
onder de Bloot tot aan de grintbaan der Kerkhofiaan, te ver-
harden met grint ter diite van 20 c. M. De klinkerbestratmg
heeft eene lengte van 28,50 M. en de grintbaan eene lengte
van 7,50 M.
De Voorzitter deelt mede dat het verder bouweu van hnizen
aan die straat is <erhinderd, omdat deze kwamen biunen een
afstand van 50 M. van de begraafplaats, Wat volgens de wet
verboden is. De ondernemers hebben daarop aan Ged. Staten
verzocht daarvan te mogen afwijken, waarop evenwel nog geene
b achikking is ingekomen. Afgescheiden daarvan meenen Burg,
en Weth. dat op het verzoek toch niet gnnstig kan besehikt
worden, aangezien de straat niet voldoet aan de tischen, welke
in art. 14 der verordening voor het aanleggen van openbare
straten zijn geateld. De straat zou maar over 3 meter breedte
verhard worden, en er wordt niet van trottoirs gesproken,
en adressant ook nog een deel met grint wil verharden,
en de verordening van straatkeien of klinkers spreekt.
Bnrg. en Weth. stellen daarom voor het verzoek niet toe te staan.
De heer Visser wil daaromtrent nog wat opmerken. Hij is
wel persooDlijk bij de zaak betrokken, maar hij geeft er niet
om of het verzoek wordt toegestaan of niet, daar er voor de
ondernemers in het geheel gecn voordeel in gelegen is. Het
is alleen hunne bedoeling ten gerieve der bewoners van de
achtergelegen straat een toegangsweg te maken naar de Kerk
hofiaan, nu kan dit nog geschieden, doch als de achterliggende J
straat tot het einde tie is volgebouwd, zou er geen loegaug
meer kunnen gemaakt worden. De nieuwe straat kan evenwel
•ok gemist worden.
De Voorzitter Maar de huizen die daar gebouwd worden
moeten toch nitgang hebben.
De heer Visser Die is er, daar de straat gansluit aan den
Provincialen weg. We wilden nu evenwel de ontworpen straat
maken opdat de menschen die aan de achterliggende straat
wouen niet een omweg zouden moeten maken om de Kerkhofiaan
te bereiken. Het is volstrekt niet het voornemen om aan de
nieuwe straat te bouwen.
De heer Van den Hoek acht de straat te srn.il, want als die
er eenmaal is zal er ook door gereden worden.
De heer Visser merkl op dat men op verschillende polderwegen
rijdt, waar de bestrating niet breeder is dan 2,75 M.
De Voorzitter wijst er op dat door de gezondheids- en
woningwetten de bemoeiingen van Burg, en Weth. ten deze
nog zullen uitbreiden, en bij gemeenten van boven de 10,0(10
zielen, wat hier wel eerlang het geval zal zijn, deze college's
zelfs zullen kunnen bepalen de richtingwaarin nieuwe straten
zullen moeten worden aangelegd.
Het gevraagde betreft een straatje dat nu misschien wel
voor het oogenblik van geringe beteekunis kan blijken, maar
later ook zou kunnen moeten dienen voor verbindingen van
nog andere aan te leggen straten, en zou alsdan de breedte
zooals die nu is opgegevon niet voldoende blijken.
Wil de Raad vergnnning toestaan, zoo heeft zij daartoe
het volste recht, doch Burg, en Weth. hebben nauwkenrig
de zaak overwogen en meenen dat het verzoek niet kan
worden ingewilligd.
De heer Visser blijft van meening dat hetgeen adressant
vraagt niet in eigen belang, maar in dat der gemeente is.
Wordt het toegestaan dan wordt de achter de Kerkhofiaan
liggende straat geen doodloopende en komt er een doorgang,
die zal worden verhard, en waarvoor de eigenaars dan aldus
eene uitgaaf doen, die zij voor hun persoonlijk belang niet
noodig hebben, terwijl zij in het tegenovergestelde geval
die nitgaaf niet doen, en bovendien den grond ook nog
ksnnen verkoopen.
De heer DeesMaar als de straat er eenmaal ligt kan
er toeh ook aan gebouwd worden
De heer Visser weerspreekt dit. De andere straten knnnen
alleen in de bestaande richting worden volgebouwd, met de
zijgevels tot aan het verbindingsstraatje.
De Voorzitter merkt op dat, wordt de voor het straatje
bestemde grond nn volgebouwd, er dan toch altijd nog de
tuin van den heer Schalk naast ligt, waarover een toegangs
weg naar eventueel later nog achter de bestaande straat nan
te leggen nieuwe zon knnnen worden gemaakt
De heer VisserMaar dat zou dan toch meer kosten
De VoorzitterDaar hebben wij niets mee te maken, dat
moeten de aanleggers van straten zelf weten.
De heer De Feijter Maar als het voor de gemeente gelijk
is, is het toch beter den voordeeligsten weg te kiezen.
Het komt den heer Visser voor dat de leden niet goed
met den plaatselijken toestand op de hoogte zijn, waarom
hij voorstelt het verzoek aan te houden, dan kunnen de
leden ter plaatse eens gaan kijken.
Aldus wordt besloten.
r. Schrijven van Ged. Staten van Zeeland, waarbij wordt
medegedeeld dat is goedgekeurd het raadsbesluit van
2 Sept. IX tot verzetten van den datum der jaarlijksche
veemarkt.
Aangenomen voor kennisgeving.
m. De Voorzitter stelt namens het Dag. Best, voor de
begrooting voor 1902 te wijzigen door onder de ontvangsten
op te nernen een post van f 8000 voor de gesloten tijdelijke
geldleening en onder de uitgaven f 8000 voor aflossing dier
lecning, benevens /215 voor rente van dat kapitaal, en
f 32,74 voor verzekering tegen ongevallenhet bedrag der
onvoorziene uitgaven waarop zonder nadere goedkeuring van
Ged. Staten mag worden besehikt, wordt verininderd met
247,74.
Goedgekenrd z. h. s.
De openbare vergadering wordt alsnu ge.schorst en gaat
over in eene met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der zitting komt aan
de orde
3- Vaststelling instructie gemeentebode
Deze instrnctie, waarin als nieuwe bepalingen is opgeno
men dat de instrnctie ten alien tijde door den raad kan
worden gewijzigd en dat de bode een ambtsecd moet atleggen,
wordt zonder discussie met algemeene stemmen goedgekenrd.
3Overname straat van J. A. Klaassen.
De Voorzitter deelt mede dat de heer Klaassen zijn ver
zoek heeft ingetrokken en dit punt der agenda dus is vervallen.
41 Benoemen gemeente-lowomeesttr.
De Voorzitter deelt mede dat zich daarvoor, zooals de leden
nit de ter visie liggende stukken hebben kunnen zien, 26
sollicitanten hebben aangemeld.
Tot stemming wordt overgegaan, waarvan de uitslag is dat
met 8 stemmen wordt benoemd H. Brand, opzichter-toekenaar
te Giesendam, 3 stemmen zijn uitgebracht op P. Willen;se,
hoofdopzichter te Leiden.
De indiensttreding wordt bepaald op 16 November a. s.
d. Benoemen gemeente-bode.
De Voorzitter deelt mede dat zich daarvoor ll sollicitanten
hebben aangemeld.
Benoemd wordt met 7 stemmen II. Sonnevijlle, chef-veld-
wachter te De Steeg; J. Bunrman, commissionair te Ter
Neuzen verkreeg 3 stemmen. Een briefje was bianco.
(iSuppletoir kohier hondtnbelas/ing.
Het suppletoir kohier der hondenbelasting wordt z. h. s-
vastgesteld op een bedrag van 52,25.
7. Suppletoir kohier schoolgeld.
Het tweede suppletoir kohior der sehoolgelden wordt vast
gesteld op een bedrag van 1.
HReclames schoolgeld.
De Voorzitter deelt mede dat in de vergadering met gesloten
deuren afschrijving van schoolgeld is verleend aan
A C. Risseeuw f 3,45, A.J. Faas f 1,22$, J. Goedemond
7,24 A. Meij 6,90. D. P. Solleveld 0,80, C. J.
Berwald 1,F. Rosenga f 2,10.
Voorts is aan A. Meij en F. Rosenga, wtgeus vertrek uit
de gemeente, afschrijving op den hoofdelijken omslag verleend.
respectievelijk over 5 en 4 maanden.
De vergadering wordt te 1 ure geschorst.
Nadat des namiddags 2 ure de vergadering geopend is,
zijn weder alle des voormiddags tegenwoordige leden aanwezig
en komt aan de orde
11. Gemeente-begrooting voor 1903.
De Voorzitter geeft lezing van het volgende rapport:
De Commisaie, belast geweest met het onderzoek der ge
meente-, en andere begrootingen voor het dienstjaar 1903,
heeft de eer het volgende rapport aan den gemeenteraad in
te dienen.
Bij hoofdstuk III, afd. 3, artikel 8 der inkomsten op de
gemeentebegrooting, werd de opmerking gemaakt dat de ver-
hooging der opcenten op de personeele belaating zeer belang-
rijk isen rees de vraag of velen hierdoor niet bovenmate
zwaar zullen worden getroffen.
Bij de uitgaven onder hoofdstuk II, meent de commissie
den Raad in overweging te moeten geven, voortaan onder de
kosten van »bestnnr der gemeente" ook te brengen de ver-
teringskosten voor de raadsvergaderingen en die ran Burg
en Weth., voor zoover zich die tot gebruik van koffie en
thee met eenig klein gebak beperken, daar het onbillijk wordt
geacht hen, die in het belang der gemeente bijeenkomen,
zelve daarvan de kosten te doen dragen.
Naar aanleiding van de kosten der straatverlichting, voor-
koinende onder hoofdstuk IV, afd. 3, meent de commissie
dat de verlichting in lichtsterkte veel te wenschen laat en
dat verbetering hierin dringend noodzakelijk is.
Het trok de aandacht der commissie dat op de begrooting
van den grintweg Ter NenzenHoek meer grind was uit-
getrokken dan vorige jaren, terwijl toch een aanmerkelijk
gedeelte van den weg niet meer bestaat.
Overigens gaven de begrootingen geene aanleiding tot
bijzondere opmerkingen.
L. DE KOEIJER.
A. VISSER.
GRENU.
De Voorzitter wil de verschillende opmerkingen der com
missie bespreken bij behandeling der posten waarop ze van
betrekking zijn en brengt artikelsgewijze in behandeling de
I I T G A V E K.
Hoofdstuk II, afd. 1, art. 5. De Voorzitter merkt op dat deze
post lOOhoogcr wordt voorgesteld, met het doel het salaris
der ambtenaren ter secretarie Dieleman en De Vos ieder
f 50 te verhoogen, wat Burg, en Weth. billijk achten.
De heer Visser heett bij het nazien der begrooting van het
Burgerlijk Armbestimr bemerkt, dat men daar voorneinens
is om het salaris van De Vos, die daarvan secretaris is, ook
met f 25 te verhoogen, zoodoende krijgt deze dan 75
verhooging, waarom spreker het billijk zon achten ook
Dieleman f 75 verhooging te geven, dan blijven de salarissen
dier ambtenaren ook meer in evenredigheid.
De heer Moes stemt toe dat het Armbestuur besloten
heeft, indien hare begrooting zoo word! goedgekenrd, het
salaris van den secretaris te verhoogen. Dat is echter ge-
daan omdat er zoo machtig veel werk aan is, wat nog steeds
toeneemt. En nu is het wel waar dat De Vos de ver-
gaderingen van het college die iedere maaod worden gehouden,
en een paar uur duren, in den bureautijd bijwoont, doch het
overige, en juist het meeste werk, doet hij thuis. Dat sa'aris
verdient hij dus buitenaf.
De heer Visser gunt aan De Vos die verhooging wel, maar
zou billijkheidshalve Dieleman ook met f 75 willen verhoogen.
Burg, en Weth. hebben aan die andere verhooging van De
Vos ook niet gedacht, althans een der wethouders zeker niet.
De heer Van den Hoek stemt toe, daarop niet bedacht
geweest te zijnhij had ook evenwel de begrooting van het
Armbestuur nog niet gezien.
De heer Moes blijft van meening dat men daarmec in
dezen geen rekening kan houden. Op een geheel jaar wordt
De Vos daarvoor maar 24 uren aan zijn bureautijd ont-
trokken en wat hij daar bniien verdient, daarvoor doet hij
extra-werk.
De heer De Koeijer is het daarmee eens. Wat DeVos
thuis verdient, daarmee moet men geen rekening houden
Dieleman zal ook nog wel verdiensten hebben van werk-
zaamheden die hij thnis verricht.
De beerVisBer wijst er op dat DeVos ook nog f 50,
van den heer Grenu krijgt, voor de werkzaamheden die hij
voor dezen als ambtenaar van den burgerlijken stand verricht
en dat werk wordt toch geheel in den bnreautijd gedaan.
De VoorzitterDat kan ook niet anders, want het publiek
meet hier in de bureau uren komen en dan ook geholpcn
worden. Ik meen voorts dat, waar hier sprake is van het
vaststellen der jaanvedd* die de besproken ambtenaren van
de gemeente zullen krijgeD, men ook alleen moet baoordeelen
de diensten die zij voor de gemeente verrichten. Al het
andere valt daarbuiten,
De heer Van den Hoek zou het salaris van Dieleman,
ook om dat wat meer in overeer.stemming te brengen van
den secretaris, willen verhoogen van 7 00 tot f 800. Bij
afwezigheid van den secretaris is Dieleman de aangewezen
persoon om dezen te vervangen en wanneer hij nn 800
krijgt, is zijn salaris nog maar iets meer dan de helft van
dat van dien titularis.
De heer GrenuMaar hoe moet het dan met De Vos.
De heer Van den Hoek acht de voor dezen voorgestelde
verhooging voldoende, daar Dieleman, door hetgeen De Vos
op andere wijze krijgt, nog maar met dezen gelijk staat.
De heer Moes blijft er by dat men met hetgeen De Vos
van 't Armbestuur ontvangt hierbij niet kan rekenen. Dat
staat niet gelijk met de door de gemeente te geven verhooging.
Het voorstel van den heer Van den Hoek om den post
nog f 50 hooger te ramen, teneinde het salaris van Dieleman
met f 100 te verhoogen, wordt aangenomen met 6 tegen 5
stemmen. Voor stemmen de heeren Grenu, Van de Velde,
Versluijs, Van den Hoek, Harte en Vissertegen de heeren
Dees, De Jonge, Moes, De Feijter en De Koeijer.
De Voorzitter brengt alsnu in bespreking het idee der
commissie om de kosten van koffie of thee en gebak, gebraikt
wordende bij vergaderingen van den Raad, van Burg, en
Weth. en van commission uit den Raad te brengen onder de
kosten van het bestuur der gemeente.
De heer Dees heeft er niets op tegen om dat te doen voor
de vergaderingen van Bnrg. en Weth., die zoo dikwijls ver-
gaderen, maar waarom zouden wij vraagt hij er voor
den Raad verandering in brengen Wij hebben nu al zoolang
zelf de kosten gedragen.
De VoorzitterEr is een voorstel om het voor alle ver
gaderingen te doen, dat is dus van de verste strekking Zij
die het dan alleen voor de vergaderingen van Burg, en Weth.
zonden willen doen, kunnen tegen stemmen, waarna bij ver-
werping over hun voorstel kan gestemd worden.
Het voorstol om de verteringakosten van alle vergaderingen
te brengen ten laste van de gemeente, wordt aangenomen
met 6 tegen 5 stemmenvoor stemmen de heeren Grenu,
Van de Velde, Moes, Van den Hoek, Harte en Vissertegen
de heeren Dees, De Jonge, Versluijs, De Feijter en De Koeijer.
Alsnu wordt met algemeene stemmen besloten, als art. 8
der afdeeling, voor het bestrijden der uitgaven voor die ver-
verschingen, welke berekend worden op*25 cent per persoon
en per vergadering, f 100 uit te trekken.
Onder hoofdstuk IV, afd. 1, art. 4 is voor memorie uitge-
trokken -kosten eener nieuwe politiewacht."
De VoorzitterDeze post is voor memorie uitgetrokken,
om den Raad in principe te doen uitmaken of hij genegen
is in den tegenwoordigen onhoudbaren toestand verandering
te brengen Het tegenwoordige houten bureau op de Markt
is veel te klein voor de menschen die daar moeten verblijven.
Ook is er geen aparte kamer voor den inspecteur en als er
een verhoor moet plaats vinden in een of andere zaak, moeten
de agenten en getuigen zoolang naar buiten worden gezonden.
De toestand is dus zeer slecht en verschillende malen is er
reeds getracht er iets op te vinden. Zoo heb ik by den
vorigen bouwmeester nog een plan laten opmaken voor het
bouwen van een politiewachthuis aan de Vischinarkt, waar de
gemeente het daarvoor noodige terrein bezit, en dat volgens het
ontwerp zou bevatten een kamer voor den inspecteur, een
voor de agenten, de noodige arrwtantenkamers, een privaat,
dat aan de tegenwoordige waeht geheel gemist wordt, maar
toch dringend noodzakelijk is, en op de tweede verdieping
een geschikte bergplaats voor in beslaggenomen goederen
waarvoor thans in dat kleine kotje op de Markt ook geen
gelegenheid bestaat. Wanneer de Raad in principe tot ver
betering besluit, kan later een definitief voorstel worden
gedaan en de kosten voor de inrichting gevonden worden
uit eene leening of, als deze dit toelaat, uit de begrooting,
De Wethouders achten de vischmarkt niet de geschikte
plaats.
De VoorzitterMaar waar dan? De vischmarkt zon ge-
makkelijk naar de Markt kunnen worden overgebracht en
dan had men toeh het voordeel dat, men geen terrein be-
hoefde aan te koopen
De heer Van den Hoek; Als er nu maar een nieuw
ziekenhuis was, dan kon het tegenwoordige voor politie-
bureau worden ingericht.
De VoorzitterMaar dat is er nn nog niet en dat kan
ook nog wel enkele jaren duren. Daarop kan met eene ver
betering in deze niet worden gewacht, want zooals het nu is,
kan het niet blijven.
De heer Dees vraagt of die noodige nieuwe inrichting ook
niet op de Markt kan worden geplaatst.
Burg, en Weth. zijn daar niet voor; de Markt is nu toch
al klein genoeg en dan zou men het zicht lieelemaal wegnemen.
De heer Van den Hoek zou willen wachten tot de nieuwe
bouwmeester er isdie moet dan maar eens eerst een plan
maken voor eene verbouwing van het stadhuis. Daar voelt
spreker meer roor.
De Voorzitter zou verbouwing van het tegenwoordige
stadhuis, met zulke gevaarlijke belendingen, ten zeerste moeten
ontraden. Dan zon hij het beter achten een nienw te bouwen
ter plaatse van de werf en de haven te dempen. Wanneer
in het gezicht van de alsdan te verrnimen Markt een
monumentaal stadhuis werd gebouwd, zou dit de stad veel
verfraaien.
De heer Van de VeldeEn waar zou dau de werf
moeten komen
De VoorzitterO, die dsn leeft, die dan zorgt.
De heer De Jonge Maar wy moeten, als gemeentebestuur
zoo'n inrichting toch niet zoo maar gaan opheffen Integendeel
moeten wij trachten dt nijverheid te bestendigen. Het lag
toch van eerst af in de bedoeling, om, wanneer het tegenwoordige
terrein der werf gebruikt moest worden, daarvoor een andere
geschikte plaats aan te wijzen
De Voorzitter: Ja, altyd als 't zoover kwam dat we over
de terreinen van oorlog konden beschikken De haven zal
evenwel toch dicht gaan, daar die geheel opslibt. Daar zij
door het afschaflen der haven- en kanaalrechten door de schippers,
die nu kunnen opschntten, niet meer gebruikt behoeft te worden,
en de gemeente er niets van trekt, kunnen er ook geene uit
gaven voor worden gedaan.
De heer Van den Hoek zou, als men over de terreinen van
oorlog beschikken kon, dan toch liever in de Nieuwstraat
bouwen. Op de te demptn kade en werf bouwen, sou ook
nog al schadelijk uitkomen.
De Voorzitter acht de door hem genoemde plaats, in het
centrum del- stad, veel beter. Dan zou het gebonw geheel vrij
komen te staan.
De heer Versluijs meent dat men den grond in de Nieuw
straat ook veel voordeeliger zou kunnen verkoopen en men er
misschien wel zooveel aan zou verdicnen, dat men er op een
andere plaats een stadhuis voor zou kunnen bouwen.
Z. h. s. wordt hLrna in principe besloten tot het maken
eener betere inrichting voor een politiewacht.
Bij afd. 8, art. 1, kosten der straatverlichting, brengt de
Voorzitter de opmerkingen der commissie dienaangannde te berde.
De heer Visser wijst er op dat de straatverlichting niet
voldoet, we hebben nu electrisch licht, het is wel iets beter
dan onze vroegere petroleumverlichting. maar we zijn er toch
niet veel mee voornitgegaan. Ik zou daarom gaarne zien, dat
Bnrg. en Weth. met het bestunr der electrische centrale eens
in onderhandcling traden, om te onderzoeken of geen verbetering
zou kunuen worden aangebracht door het, waar noodig, vervangen
der gloeilampjes door Nernstlampen, die by eenzelfde stroom-
vcrbruik de dubbele lichtsterkte geven, en zooals in de concessie
staat, het hier en daar aanbrengen van booglampen.
De Voorzitter wijst er op, dat iedere verandering geld moet
kosten. Het zou daarom misschien wel aanbeveling verdienen
om eenige verbeteringen aan te brengen. De drukke Noord-
straat is b.v. op tijden dat de winkels niet verlicht zijn erg
donker, misschien zijn er ook nog andere straten waar men
meer verlichting zou wenschen of plaatsen waar men een
nachl lantaarn noodig acht. Hij meent in den geest van
het Dag. Best, te spreken, door te verzoeken om, wanneer
de leden het eon of ander weten dat verbetering behoeft of
dat tot verbetering der verlichting zou kunnen leiden, dit ter
kennis van het Dag. Best, te brengen.
De heer Visser wijst op Groningen, dat met 70 booglampen
geheel wordt verlicht. Nu zullen daar wel breedere straten
zijn dan hier, maar toch wel niet alle.
De heer Moes zogt dat men daar lange breede straten heeft.
De heer Dees vraagt of de maatschappij aan hare ver-
plichtingen voldoet en of zij aan de hand der concessievoor-
waarden niet tot verbetering van de verlichting kan worden
verplieht. Er is in de concessievoorwaarden immert opgenomen
dat er 7 booglampen van 1000 kaarsen moeten zijn
De heer Van den Hoek; Twee van 1000 kaarsen of het
equivalent daarvan.
De heer Dees En is da maatschappij hare verplichtingen
nagekomen
De heer Van den Hoek: Die booglampen zijn er niet,
maar als we er hebben willen zullen ze die wel aanbrengen.
De heer MoesDie booglampen zijn niet aangebracht
omdat we het beter oordeelden de verlichting meer te ver-
deelen en om den prijs van den daarvoor te verbruiken stroom.
De VoorzitterEr is wel meer en betere verlichting te
verkrijgen, maar dat kost weer meer geld en het kost nu al
zooveel meer dan de petroleum-verlichting.
De heer Van den Hoek; Een duizend gulden.
De heer DeesRuim. Het scheelt wel f 1600.
De heer Versluijs noemt dit onjnist. Het komt op een
f 1000 meer. Vroeger waren alle uitgaven voor de straat
verlichting in de begrooting niet in een post saamgevat, en
daarom kan men dat niet zoo direct nagaan.
De heer Visser zou in elk geval gaarne zien dat het Dag.
Best, eens een onderzoek instelde.
De Voorzitter Daartegen kan geen bezwaar zijn.
De heer Visser: Wanneer die Nernstlampen, zooals gezsgd
wordt, bij hetzelfde stoomverbruik dubbele lichtsterkte geven,
zon de verbetering van het licht toch geen noemenswaardige
kosten opleveren.
De heer Moes ziel daarin weinig heilgeld zal het wel
moeten kosten.
Ten slotte wordt goedgevonden dat Burg, en Weth. een
onderzoek zullen instellen.
Onder hoofdstuk IV, afd. 5, art. 2 is blijkens de memorie
van toelichting geraamd 50 voor jaarwedde van 2 keur-
meesters van visch.
De Voorzitter deelt mede dat de tegenwoordige wijze wan
vischkeuren naar het oordeel van Burg, en Weth. niet goed
geregeld is. De man die de viscli moet verkoopen, de
afslager, is tevens keuvder van visch en handelt dus tegen
zijn eigen belang als hij eene partij visch afkeurt. Burg,
en Weth. zouden hierin verandering willen brengen en trachten
voor een salaris van f 25 twee andere personen daarmee te
belasten. Er komen wel eens klachten dat er visch verkocht
is die niet meer frisch was. Persoonlijk heelt spreker daar
van nog geen ondervinding, en als er zoo eens een klacht
ter oore komt, is de visch reeds weg.
De heer Versluijs wil, nu dit ter sprake komt, ook de
aandacht vestigen op de vleeschkenring en zou haast de vraag
willen stellen of er bij Burg, en Weth. nog nooit eens brieven
zijn ingekomen van andere personen die vroegen om ook
eens begunstigd te worden met het baantje om bij de slachters
de kwartjes op te halen, want meer is het volgens zijn idee
e'genlijk niet; van een bepaalde keuring is geen sprake.
Daarbij komt, dat hij 't onbillijk oordeelt dat de slachters
dat keuren zelf moeten betalen. Als het gemeentebestuur
door de keuring wil zorgen dat de ingezetenen geen slechte
waar krijgen, zou zij zelf naar zijn inzien billykheidshalve
zelf die kosten moeten betalen. Zou daarin ook geen veran
dering zijn te brengen
De Voorzitter antwoordt dat er voor zoover hem bekend
s, nog geen klachten over het keuren van vleesch zyn inge
komen. Weten de leden daaromtrent iets, zoo hondt hij zich
voor mededeeling aanbevolen.
De heer Versluijs: Als er bij Galle een beest wordt ge
bracht dat ziek is geweest, of gebarsten is, knnnen onze
keurmeesters dan beoordeelen of dat vleesch schadelijk voor
de consumptie is 1 Kunnen zij constateeren wat het beest
heeft geraankeerd
De Voorzitter: Als er een beest wordt aangevoerd dat
ziek geweest is, moet dat vergezeld zijn van een verklaring
van den veearts, dat het voor de consumptU geschikt is,