Mengelwerk.
iioogwatergetij te Ter Ncnzen.
sticht opgeleid zullen worden voor andere be-
roepen dan dat van hun euders, en de meisjes
voor het huiahouden.
Het tehuis komt te Scheidwitz.
Een speurder te Parijs, zoo zegt althans de
z/Dalziel", verborg zich onlangs dea nachts in
een ledig wijnvat om de daders van de herhaalde-
lijk voorkomende wijudiefstallen uit de pakbuizen
te Bercy te ontdekken. Zooals hij verwachtte,
namen de dieven hem in zijn vat met andere
vaten, die eene behoorlijken inhoud hadden, mee
naar hun hoofdkwartier, een niet gebrnikt wordende
fabriek, en stelden hem zoo in staat alle uoodige
inlichtingen te verkrijgen, en zich daarna te ver
zekeren van de vier dieven.
Eerst nu ii de uitslag van de volkstelliug
van 1897 in Rusland officieel bekeud geworden.
Het Czarenrijk telde op 31 Dec. van dat jaar
125,600,000 inwoners. Er waren 178 steden
met tusschen de 20,000 en 50,000, 33 met
tusschen de 50,000 en 100,000, 125 met 150,000
en 7 met 200,000 zielen of meer.
Manoeuvre-heerlijkheden. Bij gelegen
heid van de manoeuvres zijn er ditjaarin Duitschlard
vrij veel ongelukken voorgekomen, waarvau wij
hier de vooraaamste opsommen
In de nabijheid van Ronneburg is een iufanterist
door zonnesteek getroffen en onmiddellijk doodge-
bleven. Een groot aantal manschappen werdeu
door de groote hitte buiten dienst gesteld.
Nabij Grosskarben viel een huzaar bij de achter-
volging van den #vijand" toen hij over een sloot
wilde springen, met zijn paard zoo ongclukkig
dat hij een ribbe brak, die hem in de lougen
drong. De man stierf 2 uur later. Het paard
brak den nek en was dadelijk dood.
Tusschen Gronau en Wachenbuchen zakten 20
infanteristen bij een marsch bij groote hitte in-
een. 2 hunner stierven op de plaats.
Tusschen Friedbergen Nidda werd een artillerist
overreden. De man zal zijn beide beenon rnoeten
missen.
Te Kreuznachk warn het tusschen ingekwartierde
soldaten en burgers tot een vechtpartij zoodat de
politic tusschenbeide moest komen. Een politic
agent werd ernstig mishandeld.
Te Windesheim sloeg een dragonderpaard een
heer den schedel te pletter. Zijn toestand is
hopeloos.
Een huzaar, die nabij Heldenbergen van zijn
paard viel, werd door achter hem komende pavrden
de borst ingetrapt. Hij stierf kort daarna.
Een ongelukkige kleptomanist te Parijs,
een muzikant van een orkest, die in een tabaks-
winkel werd betrapt op het wegnemen van drie
pakjes sigaretten, heeft zich opgehangen, hoewel
de winkelier hem gezegd had geen klacbt te
zullen indienen.
Uit Kingstown (Saint-Vincent) wordt gemeld,
dat de Soufriere kalm is. Groote hoeveelheden
doode visch zijn op de kust geworpen. Bij
gebrek aan wetenschappelijke bewijzen, weet men
niet of de vulkaan lava heeft uitgeworpen. Het
stof, door den krater uitgeworpen, had de kleur
van zwavel. Het omhulde den berg, en dreef
voorts naar de zee over een afstand van ongeveer
15 mijlen.
Van verschillende deeleu der aarde komen be-
richten van vulkanische werkzaamheid.
Stoombooten aangekomen te Aljaska (N. Ame
rika) brachten het bericht dat dikke wolken stoom
zich boven de vulkanen Redoupt en Uiainma, ge
legen in de Augustijner bergen, verhieven. De
Redoupt wierp dikke reok wolken uit, die door den
wind over grooten afstand werden meegesleept.
Verder wordt uit Honolulu gemeld, dat de
Kilanca ook in werking is en vuuntroomen uit-
braakt.
De Vesuvius blijft ook nog steeds werkzaam,
maar er is geen gevaar voorhaudea. De vulkaau
op het eilandje Stromboli bij Sicilie begint krachtiger
te werken. Men hoort op een afstand luide
oritploffingen. De rook van den vulkaan hangt
in een zwaren wolk over het geheele eiland
De dienst van de fourage en van de keukens
in het keizerlijk paleis te St-Petersburg staat
zoo meldt De Hotelhonder onder de leiding
van een »Kammerfourier". Deze intendentgene-
raal, die uniform en degen draagt en den rang
bekleedt van kolonel, heeft te spreken met den
maarschalk van het paleis, graaf Beakendorff,
voor de samenstelling van de menu's en bespreekt
net hem alles wat den smaak van den Tsaar
betreft; hij alleen blijft echter verantwoordelijk
voor de goede uitvoering der gegeven orders,
Bijgestaan door een staf van twaalf secretarissen,
die hem volgen, voert de//Kammerfonrier" het be
vel over een waar leger van cbefs, knechts en
koksjongens. De keukens worden op het oogeublik
geregeerd door twee Franschen De heer Lucien
Poncent en Cubat, de stichter van het oud
restaurant van de Champs Elysees, hebbeu onder
hnnne onmiddellijke leiding de vier afdeelingschefa
acht en dertig koks, twintig leerlingen, twee en
dertig keukenbedienden een chef voor de patiserie,
die een Franschman is, twee chefs voor de cenfi-
serie twee chef-bakkers en twintig helpers.
Wat den dienst voor de eetzaal betreft, deze
wordt nog verzorgd door vier hulp-fouriers, zes
en twintig offioieren, vier en dertig lakeien,
twintig grooms en vier en vijftig zaalkellners.
EEN DUELLIST.
Een Neuvailler, de laatste afstammeling van
een geslacht, dat helden aan Palestina, kapiteins
en generaals aan de legers van Frans I, Lodewijk
XIV schonk, mocht zich uit principe geen andere
loopbaan kiezen dan die van den degen. De
militaire school stond voor den rijken Robert
de Neuvailler, markies van Clerfons, open en
met de schitterendste vooruitzichten zou de
jeugdige stamhouder van een zoo roemrijk ge
slacht weldra zijn carriere beginnen met de
intrede in de koninklijke lijfgarde.
Het toeval bracht Robert op een goeden
dag in het park van St. Cloud, waar een open-
baar feest in vollen gang was. Er heerschte
een gezellige drukte en de jonge edelman voelde
zich er door aangetrokken. Hij mengde zich
onder de menigte en werd bijna omvergeloopen
door een knappen jongen man die zich eenige
beleedigende opmerkingen liet ontvallen, ten
aanzien van Robert's kleedij, die nu juist niet
naar de laatste mode was. In die dagen was
het duel een tak van sport, een mode-artikel,
waaraan ieder edelman den tol moest betalen.
Wanneer zal ik het genoegen hebben
kennis met u te maken vroeg de opgewonden
jongeling.
Niettegenstaande Robert's stijgende drift,
scboot 't hem te binnen, dat hij niet veel vrijen
tijd bad en hi) antwoordde een beetje in de war
Aanstaanden Zondag
O, spotte de ander, mynheer gaat zeker
nog op school en toch alleen uit
Morgen dan, schreeuwde Robert, buiten
zichzelf.
De jongelieden wisselden hun naamkaartjes
en Robert's tegenstander bleek Ernst von Reichel
te zijn, een Duitscher, die te Versailles woonde.
Robert deed geen oog dicht dien nacht en
bij het aanbreken van den dag klom bij over
den muur van den tuin der school. Een fiacre
bracht hem weldra naar de plaats van bestem-
ming, waar Robert een jongen man aantrof.
Von Reichel heeft mij de geschiedenis
verteld, zeide hij. Wij hebben hier degens en
pistolen, sabels desnoods
Ik kies den degen, zeide Robert.
Het is het wapen der edellieden, luidde
het korte antwoord. Zijn uw getuigen er reeds
Tot zijn schaamte moest Robert bekennen,
dat hij die niet had.
O, dat is niets. Dan zullen twee onder-
officieren van mijn regiment u assisteeren.
Weldra verscheen Robert's tegenpartij en men
begaf zich gezamenlijk naar het diepst van het
bosch van Satory. Twee onderofficieren in rood
uniform flankeerden den kleinen stoet, doozen
dragende, waarin de degens lagen.
Eindelijk hielden zij stil op een lommerrijke
plek, een mooi grastapijt, omringd met zware
eiken.
Kan deze plaats de goedkeuring der heeren
wegdragen vroeg de jonge officier, die Robert
had ontvangen. Een bevestigend antwoord
volgde.
De degens werden gemeten en de duellisten
ontdeden zich van hun bovenkleeding.
Begin, heerenklonk eindelijk de stem
van den officier.
Die uitroep electriseerde Robert als het ware
en hij voelde zijn spieren buigzaam worden als
staal. Het vuur van den haat straalde uit zijn
oogen. Enkele oogenblikken waren hem vol-
doende om de methode van zijn tegenstander
te leeren kennen. Spoedig was hij er van over-
tuigd, dat Von Reichel hem wilde ontwapenen.
De onderofficieren stonden als standbeelden
onbeweeglijk. Von Reichel wilde met een
schitterenden stoot het duel eindigen, maar gaf
zich daarbij een oogenblik bloot. Sneller dan
de bliksem vond Robert's hand de richting naar
zijn borst, waaruit het glinsterend staal een
stroom van bloed deed golvenErnst von
Reichel breidde de armen uit, zyn degen viel
machteloos in het gras, hijzelf tuimelde achter-
over
Plotseling kwam een man, Ernst's vader,
Duitsch militair attache, uit een nabij zij nd
zijpad loopen, onder den hartverscheurenden
uitroep
Ach Gij hebt mijn zoon gedood
Robert stond als versteend. Plotseling wierp
hij den bebloeden degen weg en snelde het
bosch verder in. Een bijgeloovige vrees dreef
hem voortden geheelen dag en daaropvolgen-
den nacht dwaalde hij door de bosschen. Telkens
meende hij den wanhoopskreet van den onge-
lukkigen vader te hooren dan voer een
koude rilling door Robert's leden.
Weldra verliet hij de militaire school en trad
als officier in dienst van de lijfwacht des Konings.
Het duurde niet lang of Robert ging door voor
den meest geduchten duellist van de garde. Het
was alsof een dueldemon hem beheerschte. Elke
gelegenheid om zijn moed, onverwinlijke be-
hendigheid, vlugheid van lichaam en zekerheid
van hand te toonen greep hij aan, alsof het
noodlot hem dreef tot zulke ontmoetingen,
waarbij altijd bloed vloeide.
Men vreesde Robert den duellist, men achtte
bem tevens, doch men hield niet van hem. Zijn
trots belette hem zich er over te beklagen,
doch bij leed onder de bestendige vijandschap,
die men hem toedroeg. A1 was het niet altijd
oorlog, vrede was het toch ook nooit.
Robert besloot korte metten te maken. Hij
noodigde het korps officieren te dineeren, zelfs
de kolonel nam de uitnoodiging aan. Geen
plaats bleef aan tafel onbezet en bij het dessert
nam de gastheer het woordonder een doodsche
stilte begon hij
Mijneheeren, ik drink op het welzyn van
den Koning, den eersten kurassier der garde.
Leve de Koningviel de kolonel en-
thousiast in. Een gedonder van stemmen en
aanstooten van glazen volgde, daarna was men
weer stil.
Mijneheeren, hernam Robert, ik vernam
dat er onder u alien, officieren zijn, die meenen,
dat zij, om hun reputatie te handhaven, den
degen met mij rnoeten kruisen. Mij dunkt zulk
een proefstnk behoeven wij geen van alien
meer af te leggen. Indien dus zulk een meening
bestaat onder mannen wier bloed aan de vlag
toebehoort, dan is dit, omdat zij de een of
andere grief hebben tegen mij, den jongstaan-
gekomene.
Laten zij spreken. Maar vooraf wensch ik
bardop te verklaren, dat als ik buiten mijn
weten op de een of andere plaats onder om-
standigheden, welke ook, dezen afkeer verdiend
heb, ik hier oprecht en vrijwillig mijn spijt te
kennen geef over een fout, die lkzelf met kende.
Een goedkeurend gemompel volgde op deze
woorden. Alleen een oude kapitein, niet ver
van den gastheer af gezeten, had zijn glas niet
geledigd.
W aarde gastheer, riep de oude snorre-
baard met zware stem, het ware eenvoudiger
geweest te zeggen, dat gij niet duelleeren wilt
Dat was bijna zoo goed als een uitdaging.
Aller blikken waren op Robert geveetigd. Een
plotselinge ingeving volgend, trad by op den
officier toe en hem de hand reikende, zeide hij
Kapitein, waarom is het noodig den degen
te trekken om nog te bewijzen, dat gij een
dapper man zijt Waart gij niet bij Dresden
Bij Leipzig Draagt ge aan 't voorhoofd niet
het litteeken der Engelsche sabels, waarmede
gij bij Waterloo kennis maaktet Moge de
fortuin ons vergunnen eveneens over zulke slag-
velden te gaan. Uw voorbeeld zullen wij voor
oogen houden, dat zweer ik uIntusschen
vraag ik, die u nooit beleedigde, uw vriendschap
De kapitein was overwonnen en gaf Robert
den broederlijken handslag. Onder toejuichingen
stonden alle aanwezigen op en de gastheer
scheen de zaak gewonnen te hebben.
Weinig tijds later was er inderdaad geen
feest zonder Robert en hij was gelukkig om
zich heen een atmosfeer van sympathie te
voelen. Kapitein Gondebaut alleen was somber.
Toevallig ontmoette Robert hem op een avond
in een der buitenwijken van de stad. De oude
soldaat liep langzaam en met gebogen hoofd,
als diep in gedachten verzonken. Blijkbaar
drukte hem iets geheimzinnigs.
Robert ging naar hem toe en hem vriend-
schappelijk op den schouder kloppend, vroeg hij
Wat is dat nu Hebben wij niet den
handslag gewisseld Als de hulp van een
kameraad u soms van dienst kan zijn, beschik
dan over my
De kapitein stampte met den voet.
Drommels dat is nu juist, wat me dol
maakt. Sedert den dag, dat uw hand de mijne
ontmoet heeft, is mijn leven een hel.
Mijn oude vrienden zelfs sparen mij hun laflen
spot niet Als ik er geen twee of drie
.naar de andere wereld help, zal het niet uit te
houden zijn, besloot hij eindelijk.
Robert verliet den kapitein in een droef-
geestige stemming de gedacbte aan een duel
hinderde hem th'ans. Tegen den avond steeg
hij te paard en reed in galop een geruimen tijd
voort. Juist bij den ingang van het bosch
ontmoette de eenzame ruiter een stoet. Vier
mannen droegen een baarhij herkende de
uniform der kurassiers van de garde. Twee
officieren, die druk, doch op gedempten toon
spraken, vergezelden den stoet. Robert dreef
zijn paard aan en maakte zich bekend. De
hand van kapitein Gondebaut schoof de gor-
dijntjes weg en met zwakke stem zei hij
Mijn rekening is vereffend. Ik heb mijn
portie eigen schuld
Bij elke ademhaling kwam er bloed uit zyn
mond.
Robert kwam van een der getuigen te weten,
dat de kapitein, in een bui van dolle drift,
's morgens een oud-officier der dragonders had
uitgedaagd, met wien hy de veldtochten van
1813 en '14 had meegemaakt. Men had ge-
duelleerd met de cavaleriesabel. Reeds na den
eersten aanval was de kapitein buiten gevecht
gesteld.
De kapitein wenkte Robert
Be wij s hulde aan mijn nagedachtenis en
wreek mij ik bid u er om, een
vriend bidt u er om
Het waren zijn laatste woorden. Robert
herinnerde zich den degenstoot, dien hy aan
zyn eerste slachtoffer toebracht. Hij begon in
te zien, dat het noodlot hem omgaf, immers
had de kapitein hem niet ontmoet, hij zou
nooit het mikpunt van het sarcasme zijner
kameraden geworden zijn en het duel waarbij
hij nu het leven inschoot, had nooit plaats
gevonden. Robert was ter wille van zijn naam
en positie verplicht den tegenstander van den
ongelukkigen kapitein uit te dagen. Een voor-
wendsel tot een duel was spoedig gevonden.
De ontmoeting met den oud-kapitein Richevaut
zou binnen eenige dagen plaats hebben. Merk-
waardig was het juist op den gedenkdag van
Robert's eerste duel, waarbij de jonge Von
Reichel zoo noodlottig het leven verloor.
Het was een koude voorjaarsmorgen, dat
Robert zich per rijtuig naar de ontmoetings-
plaats aan den zoom van het Bois de Boulogne
liet brengen. Er was nog niemand. De mist
hing over de velden en droop met groote
druppels van de takken. Robert ging zitten
op den tronk van een omgehakten eik en
onwillekeurig dwaalden zijn gedachten terug
naar het verleden. De schim van Ernst von
Reichel kwam hem weer voor den geest.
Inmiddels waren kapitein Richevaut en zijn
getuigen ter plaatse aangekomen en tot Roberts
niet geringe verbazing was een hunner
overste Von Reichel, de vader van Ernst
Welke noodlottige omstandigheid bracht
dezen man hier, wiens zoon door Roberts hand
was gevallen Alles had Robert willen geven
om de plek te kunnen verlatenzyn polsen
klopten met hevige slagen en zijn hoofd dreigde
te bersten.
Partijen kruisten de degens. Roberts tegen
stander bezat trots zijn jaren, een angstwekkende
koelbloedigheid en een stalen hand, die door
niets was af te leiden. Een uitdrukking van
dierlijke vreugde schitterde in de oogen van
overste Von Reichel.
Ach, gij hebt mijn zoon gedood klonk het
plotseling weer in Roberts ooren.
Roberts hand weifelde. Het volgend oogen
blik had de kapitein hem ontwapend.
He, mijnheer de markies, gij houdt den
degen niet beter dan uw beloften spotte hij.
Robert was overwonnen hij de meest
geduchte duellist
Dood mij, schreeuwde Robert woedend
en hij klemde opnieuw den degen in de vuist
om als een razende zyn tegenstander aan te
vallen. De adem stokte in de keel der toe-
schouwers. Richevaut ontweek behendig den
geduchten uitval van Robert, die zich daardoor
een seconde bloot gaf. Het volgende oogenblik
weergalmde een brullende kreet. Robert sloeg
met uitgebreide armen en doorboorde borst
achterover. Hij was dood.
Gerechtigheid is hier geschied zeide de grijze
Von Reichel plechtig het hoofd ontblootend.
Z E E T IJ DINGEN.
Van 12 tot en met 14 Sept.
o
Van 12 tot en met 14 Sept. werden langs de
Oostsluizen alhier 34 binnenvaartuigen op- en 33
afgeschutdoor de Westsl. 11 op- en 10 afgeschut.
DAGEN.
Voorm.
Nun.
Dinsdag 16 September
W oensdag 17 n
Donderdag 18
Vrjjdag 19 n
Ziaterdag 20 u
Zondag 21
Maandag 22
0.50
1.25
2.—
2.32
3.7
3.44
4.22
1.9
1.43
2.16
2.51
3.26
4.4
4.44
SB
2
B
VLAG.
NAAM. M'. i Vno an naar Lading
I
Voor Ter Sman I
Eng. 8.s. River Lagan
idem Golfer
idem Ann Webster
Eng. sch. Swift
tan Tea
13 Eng. 8.8.
idem
Noor. s.8.
Duits. 8.8.
12
14
12
13
14
Duita. 8.8.
Noor. 8.s.
Duits. 8.8.
Units, zeel
idem
Duiti. i.s.
idem
Eng. 8.8.
idem
Belg. s.jacht
Eng. a.8.
Belg. 8.8.
Eng. s.8.
idem
idem
idem
idem
Deen8. s.s.
Duits s.s.
Deen. s.s.
Zweed. s.s.
Golfer
flailing
Aarstein
Georg Mahn
V
Zar
Odd
Regenstein
Duitsche Warte
Nordzee Zeitir
Vulcan
Hansjost
Ouse
Hero
Prima Vera
Sea Hound
Van
Palomaris
Faraday
Sea Gull
Anglia
Don
Truro
Noutic
V ulcan
Kamma
Eldorado
Voor
Alchymist
Van
Alchymist
2272 Londen
stukg.
1066
idem
ledig
2241
idem
tukg.
375
Par
>ijpaarde
Kenteii i
1064 Londen
macadam
2199
idem
stu kg.
4597 New-Castle
edig
3062
idem
idem
Went i
2485
Tvedestrand
[tout
2085
Methil
fcolen
4266
tiango
bout
2261
Koningsb.
idem
1901
idem
idem
544
Rotterdam
ledig
2702
Gefle
hout
2158
Goole
stukg.
2194
Hull
idem
I 270
Middelburg
ledig
3085
Londen
stukg.
i
3933
Bleyth
ledig
2525
New-Castle
stukg.
2727
Londen
idem
2570
Leith
idem
2658
Goole
idem
3366
Hull
idem
2921
Warkworth
ledig
544
Rotterdam
idem
I 4285 Bleyth
idem
4330 idem
idem
Selznetei
1 1079
Stokholm
creosoot
lelzaete i
1079 Hamburg
ledig
12 Eng. s.a.
14 Eng. 8.s