kermis!
No. 4277. Ter Neuzensche Courant Zaterdag* 13 September 1902. 42e Jaargang.
Binnenland.
FEUILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
T^ftTKIIEIIDIEJ BLAJJD.
De Boeren-generaals in Amsterdam.
De Burgemeester van TER NEUZEX maakt bekend, dat
Sjeilureiide de kermis, die Maandag 15 September
a. s. begint en Zalerdag 20 September d. a. v. des nachta
uin 12 nur eindigt, de tapperijen, spellen, kramen, enz.
des nachts mogen openblijTen tenzij sluiting door de politie
wordt bevolen.
Ter Neuzen, 12 September 1902.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
was ingekomen de missive van het overlijden van
den Minister van Kolonienmet een missive van
rouwbeklag zal zij beantwoord worden.
Bij artikel 58a der Bsroepswet werd een amey-
demeDt-Rink, om den reclamaut te verplichten het
ofiicieele stuk over te leggen, waarin hem door
de Rijksverzekeringsbank de beslissing van den
Raad van Beroep is medegedeeld, na bestrijding
door den Minister van Justitie, verworpen met
41 tegen 21 stemmen.
Een amendement-Fock, om te doen vervallen de
verplichtiug van den griffier om op het klaagschrift
onverwijld den dag van ontvangst aan teteekenen,
werd eveneens verworpen met 57 tegen 5 stemmen.
Op art. 60 werd een amendement-Rink om te
doen vervallen de verplichte opgave der bewijs-
middelen waarop de reclame steunt in het klaag
schrift van den reclamant, door de Regeering over-
genomen.
Een amendenaent-Rink, op artikel 60 c. om de
niet-ontvankelijkverklaring bij overschrijding van
den termijn vooralsnog een gepleegd verzuim te
herstellen facultatief te stellen, werd met 86 tegen
27 stemmen aangenomen.
Op artikel 72b is overgenomen een araendement
Van Asch vau Wijck (Ede) om 't binnentreden
van woningen ook toe te laten in tegenwoordigheid
*an den commissaris van politie of een wethouder.
Bij de gisteren gehouden stemming voor de
Tweede Kamer in district IX van Amsterdam
zijn uitgebracht 5512 geldige stemmen. De vol-
strekte meerderheid was dus 2757.
Mr. P. J. Troelstra (soc. dem.) kreeg 2050 stem-
men, de heer H. Bijleveld (antir.) 1643, de heer
O. V. Gerritsen (vrijz. dem.) 1016 en Mr. N. G.
Pierson (lib.) 808.
Herstemming dus tusschen Mr. P. J. Troelstra
en den heer H. Bijleveld.
Bij de algemeene verkiezingen iu 1901 kregen
•bij de eerste stemming de heeren H. Bijleveld
(antir.) 1582, C. Lely (lib.) 1289, A. H. Gerhard
(soc. dem.) 877 en Mr. J. A. van Gilse (vrijz. dem.)
799 stemmen. Bij herstemming werd toen ge-
kozen de heer C. Lely met 2875 stemmen tegen
2058 op den heer II. Bijleveld.
Bij de gisteren gehouden stemming voor
de Tweede Kamer in district II van 's Graven-
hage zijn uitgebracht 8816 geldige stemmen. De
•volstrekte meerderheid was dus 1909.
Mr. W. Dolk (lib.) kreeg 1916 stemmen, Jhr.
Mr. W. Th. Gevers Deijuogt (autir.) 1883 en Mr.
P. H. van der Kemp 17.
Gekozen is dus Mr. W. Dolk.
Bij de algemeene verkiezingen in 1901 werd
gekozen de heer J. F. W. Conrad (lib.) met 2536
stemmen, tegen 1826 op den heer W. B. van
Liefland (r. k.) en 164 op den heer P. J. in de
Betou (vrijz. dem.)
Aan verscheiden hoofdstations worden in
den laatsten tijd de brievenbussen volgepropt met
Nadat hjj haar al die verschillende toestanden
had doen doorleven en kaar liefde verooideeld had
onthouding, toen hij wist dat zij velkomen
tot
naar
met
wille-
prentbriefkaarten, zoodat het postpersoneel niet
genoeg tijd heeft om de brieven er uit te zoeken.
Daarom heeft de directeur-generaal bevolen, dat
die bussen voor de aaDkomst der treinen gelicht
en uitgezocht moeteu worden, om vertraging voor
de brieven en gewone briefkaarten te voorkomen.
Men schrijft uit Amsterdam van Donderdag
De ontvangst der drie Boerenhelden Botha,
De Wet en De la Rey in de hoofdstad des
Rijks, voorbereid en met eerbiedige sympathie
geregeld, heeft men te beschouwen als de
officieele ontvangst door het Nederlandsche volk.
Zij had dieper indrukwekkendheid, hooger
bekoring dan de ontvangsten te Rotterdam en
te 's Gravenhage, al was zij wellicht iets minder
spontaan.
De vlag-versierde straten met de juichende
menigte gaven den intocht der generaals, iets
triomphaals, iets dat we den overwonnen, maar
onovertroffen helden zoo gaarne gunnen.
Er was een aangename drukte op de straat,
drukte van menschen in feestelijk opgewekte
stemming. lets Zondags was er over Amsterdam.
Ook het weder, wat druilig in den vroegen
morgen, ging feestelijk doen tegen het ont-
vanguur.
We vonden dan, in de bijzondere wacht-
kamer, tot de begroeting gereed een aantal
militaire autoriteiten, aan wier hoofd generaal
Kool, commandant van de stelling Amsterdam,
en den vice-admiraal Zeegers V eeckens met de
commissie ter begroeting uit de Amsterdamsche
burgerij. De wachtenstijd duurde lang, toch
was de trein slechts enkele minuten over den
bepaalden tijd.
Op de perrons, overal waar een ,/gunstig"
plaatsje vrij was, stond een kleine merfigte,
tegen het kapwerk van het station waren nieuws-
gierigen opgeklommen. Daar was, ten slotte,
de trein. In een storm van, van alle zijden
opploffende, hoera's stapten de drie groote
mannen in hun eenvoudig zwart pak zoo simpel,
zoo gewoontjes schijnend, uit hun salonrijtuig,
zij en hun gevolg.
Het driemanschap, de secretarissen en Dr.
Leyds werden geleid naar de bijzondere wacht-
kamer.
De heer Mr. W. baron Roell verwelkomde
hen met de volgende woorden
HGeneraals! Als voorzitter der commissie
aan wier uitnoodiging om in Amsterdam te
komen, gij wel hebt willen voldoen, veroorloof
ik mij een enkel woord van welkom tot u te
richten. In u begroeten wij het stamverwante
volk, twee jaren lang in een ongelijken strijd
voor zijn vrijheid en onafhankelijkheid gewik-
keld een opgedrongen strijd, die, en wegens
het doel, dat er mede werd beoogd, en om de
wijze, waarop hij tegen u werd gevoerd, zeker
tot de meest afkeurenswaardige behoort, welke
in de geschiedenis staan opgeteekend. Gij hebt
dien tot het einde toe gestreden met een moed,
een volharding, een zelfopoffering, welke de
bewondering der geheele wereld hebben opge-
wekt, en toen gij ten slotte de wapens neder-
egdet, geschiedde dit alleen omdat krachten
erT middelen tegen u in beweging werden gezet,
die het stoutste hart en den krachtigsten arm
moesten verlammen.
Nederland, in hart en nieren aan uw volk
verknocht, heeft in dlen strijd met u medegeleetd,
wij hebben, gij weet het, met u gehoopt, ge-
.eden, gebeden en wij treuren met u, nu
uitslag naar Gods raad een ander was
vurig werd verlangd. Daarom
ouderworpen was, zeide hij op zekeren
-eigenaardig warme stem, waarover hij
keur kon beschikken
De opoffering welke ik mij vrijwillig opgelegd
heb, gaat boven mijn krachten Ik kan mij er
niet mede tevreden stellen u hier te zien in deze
zaal, evenala een vreemde. Zoudeu wij niet, ten-
minste gedureude eenigen tijd geheel alleen kunnen
leven, ver van de wereld, ver vau het drukke
aewoel, zijde aan zijde, elkauder bemiuuende zonder
eenigen dwang, in voile verrukkelijke vrijheid
ja> j8) riep zij geheel door hem medegesleept.
Dat is ook mijn innigste wensch, mijn eenige
droom Waarom zullen wij Parijs. niet onlvluch-
reizen Niets weerhoudl
ten
mij
en te zamen gaati
hier, dat proces zelfs niet. De president
der rechtbank heeft mij ontslageu van de verplich-
ting om er in op te treden. Hij zal mijn
geschreven getuigenis voorlezen. Wij kunnen
vertrekken zoodra gij wilt, morgen of zelfs vandaag
nog. Laat ons reizeu door Italie, Zwitserland,
Spanje. Wat komt 't er op aaD, als ik u slechts
tiij mij hebt
Neen, mijn beveling, ik zou er met in
kunnen toeatemmen, u te laten reizen. In Frankrijk
in den vreemde, zoudt ge in de hotels 8®
afstapt, niet kuunen verbergen wie ge zqteea
kan
de
dan zoo
het u niet
een onbescheidene zou u dadelijk
zich er over verbazen, mij aan uw
lk heb een ander denkbeeld.
hooren. Ik wed, dat het mij
hebben bevreemd. dat wij, toen uw komst in
ons vaderland zekerheid was geworden, er prijs
op stelden, de mannen, wier namen als die der
aanvoerders, van zoovele helden, steeds op aller
lippen hadden gezweefd, in Neerlands hoofdstad
van aangezicht tot aangezicht te ontmoeten en
hen persoonlijk getuige te doen zijn van de
gevoelens, aldaar ten opzichte van henzelven
en van hun volk gekoesterd.
Wij danken u, dat gij aan dat verlangen
gehoor hebt gegeven en spreken er den wensch
bij uit, dat ook de ontvangst u hier bereid,
moge medewerken om een straal van hoop en
bemoediging te doen lichten aan den donkeren
hemel van uw zoo zwaar geteisterd volk.
In naam van alien, hier tegenwoordig, van
de velen daarbuiten verzameld om u hun hulde
te brengenheet ik u van ganscher harte
welkom".
Met een /bravo I" tuigden de omstanders
van hun instemming met deze woorden.
Toen werden de autoriteiten voorgesteld aan
de generaals.
Typisch, die zwaar beuniformde, fraai be-
kruisde officieren in een handdruk met de nu
vooral o zoo eenvoudige mannekens, die vrien-
delijk, glimlachend de handdrukken ontvingen.
Generaal De la Rey, sprekend in zijn Afri-
kaansch, bracht het eerste woord van dank uit.
Het was den generaals aangenaam geweest, zei
hij, van de hoofdstad van Holland een uit
noodiging te ontvangen. Wij zijn niet hier,
zij hij, voor ons zelf, ook niet uit politieke
oogmerken. Nadat wij den vrede te Vereeniging
hadden moeten sluiten, gedwongen, is het voor
ons niet om naar Europa te komen om groote
ontvangsten te hebben. Wij hebben niets
gekregen, waar wij voor gebeden en gestreden
hebben, maar wij moeten ons onderwerpen aan
den wil van God, Die gezegd heeft//Tot
hiertoe en niet verder. Daarom zijn wij niet
gestemd voor groote ontvangsten. Doch toen
wij, te Madera aankomend, de eerste hand van
vriendschap toegestoken kregen uit Holland en
een uitnoodiging uit Amsterdam, toen zeiden
wij: //Dat mogen we niet afslaan." Zoo komen
we hier, zonder politieke bedoeling, %iaar om
hulp te zoeken voor ons volk, dat aan al het
noodige behoefte heeft.
Wij weten, dat vele oogen op ons gevestigd
zyn, maar wij zijn geen menschen die ons
bezighouden met wat is het werk van den
staatsman. Nogmaals dank ik u voor de vele
banden die uw volk ons toegestoken heeft om
ons te helpen."
Weer een kort //Bravo
Dan gingen de generaals naar buiten, naar
de rijtuigen en een stoet vormde zich daar
voor den feestelijken intocht in de hoofdstad.
Langs den korten weg waarover verspreid een
massa van vele duizenden in geestdriftvol ge-
juich voor de generaals, ging de stoet, Botha
in het eerste, De Wet in het tweede, De la
Rey in het derde rijtuig, naar de Nieuwe Kerk,
den hoofdingang op den Dam. Het prachtplein
indrukwekkend weer in zijn massale levende
bevolking.
Het geheele enorme grijsbelichte kerkinterieur
was gevuld, propvol, een massa, eerbiedig ge-
rezen toen de generaals binnentraden.
Weemoedig dreunden de slepende orgeltonen
door de kerkruimte.
In de middelste der drie overheidsbanken
tegenover het preekgestoelte namen de generaals
plaats om de toespraken aan te hooren, die nu
tot hen gericht werden. Zij zaten onbeweeglijk
met strakke gezichten, De la Rey soms de hand
even aan het oor en geen moment toonden zij
nieuwsgierige,
herkennen en
,ijde te zien.
Laat eens
bevalt.
Wij moeten, om ons geluk te verbergen,
een stil, afgelegen hoekje zoeken, op het land of
__n het strand. Wij nemen deu een of anderen
naam aan en leven doodeenvoudig, zonder iemands
aandacht te trekken. Niemand zal weten, waar
wij ons verborgen hebben, niemand zal ons lastig
vallen. Wij zullen geheel voor elkander leven.
Laat ons zoo spoedig mogelijk gaan, riep
zij, geheel in verrukking bij de voorstelling welke
hij aan de zaak gaf.
Zij kozen als plaats der afzondering een klein
huisje zeer landelijk gelegen, in het lieve gehucht
Vaucotte op de Normandische kust.
Zij had alles vergeten, haar rang, haar forluin
den dood van haar echtgenoot, alles, om hem.
Wat hem betreft hij vergat niets. Integendeel
dacht bij onophoudelijk aan zijn plannen, en glim
lachend zeide hij tot zichzelf
Prins Orsilof had gelijk. Het huwelijk is
thans zeker. Haar en haar millioenen heb ik
aan den haak
Zooals Hanley Gardiner aan Jeanne Berard be-
loofd had, was hij dadelijk begonnen met de
pogingen, welke moesten voeren tot vernietiging
van het eerste vounis, waarop de zaak opnieuw
voor een andere rechtbank behandeld zou worden.
Na een laag enderhoud met de* adrocaat kreeg
hg de overtuigimg, dat do kanse* om veruietiging
van het vonnis te verkrijgen, zoo slecht mogelijk
stonden. De straf, levenslange dwangarbeid, was
geheel in overeenstemming met het karakter van
de misdaad, waaraan Berard schuldig was en in
den loop der debatten, had de president geen
enkele van de fouten of vergissiogen gemaakt
welke de verdediger dadelijk opteekent, om er
later een wapen uit te smeden. Om kort te
gaan, alle door de wet voocgeschreven vormen
waren in het oog gehouden, en het hof van cassatie
hield zich steeds enkel bezig met den vorm van
de zaak, zonder zich in te laten met het feit,
waarover de zaak liep.
Toen hij deze overtuiging gekregen had, begon
sir Gardiner er aan te wanhopen, met wettige
middelen en langs den gewonen weg te zullen slagen.
Daarom keerde hij terug tot het eerste echt Ameri-
kaansche denkbeeld, om zich niet te beroepen op
het verstand der rechters maar een aanval te
doen op hun hartstochten. Hij wilde hen er toe
brengen, door de stem van hun gaweten tot
zwijgen te brengen, redenen tot vernietiging van
het vounis te zien terwijl deze in werkelijkheid
toch niet bestonden.
Om kans van slagen te hebben, wilde hij
zijn tegenpartij eerst leeren kennen: hun gewoonten,
hun 8inaak, hun neigingen, in e£n woord, het
zwakke punt van elk kuras, om er tussche* te
dringen en des te zekerder ts kunnen treffen.
Dit ouderzoek vertrouwde hij toe aan eenige
verknochte vriendeu, die steeds gereed stonden
om de meest kiesche diensteu te bewijze*, en
waaraan een schatrijk man noait gebrek heeft.
Men' wist hem spoedig made te deelea, dat van
de twaalf rechters, die eea oordeel sondes moetea
voor de wel wat langdurige redevoeringen eenige
verveling.
Het eerst sprak professor De Louter, voor
zitter van de Zuid-Arikaansehe Vereeniging.
De schare zong Psalm 121 vers 1
z/Sla de oogen naar't gebergte heen, vanwaar
ik dag en nacht, Des Heeren by stand wacht."
Daarna sprak de heer Bijleveld namens het
Christelijk Nationaal Boeren-Comite die zijn
speech gevestigd had op het Wilhelmuscouplet
z/Mijn schildt ende betrouwen".
Na deze toespraak werd gezongen//Een
vaste burcht is onze God".
Dan was het woord aan den derden spreker
Ds. De Visser, namens de Amsterdamsche pre-
dikanten.
Ds. De Visser noodigde ten slotte de schare
uit te zingen Psalm 27 vers 7 //Zoo ik niet
had geloofd, dat in dit leven mijn ziel Gods
gunst en hulp genieten zou."
En als de stilte was gedaald, verhief zich
Ds. De Visser weer en sprak den Oud Tes-
tamentischen zegen
De Heer zegene u en behoede ude Heer
doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u
genadig. De Heer verheffe Zijn aangezicht
over u en geve u vrede.
Uit de kerk eveneens langs een korten weg
reed men naar het stadhuis. En ook gedurende
dezen rit was het een overstelpende geestdrift
van een enorme, dicht op de trottoirs saamge-
pakte massa.
In het stadhuis werden de generaals officieel
door het gemeentebestuur ontvangen. In de
raadszaal stonden burgemeester en de wethouders
en de leden van den gemeenteraad tot die ont
vangst gereed. De burgemeester Mr. W. F.
Van Leeuwen sprak hen toe.
Generaal De Wet antwoordde in een toespraak
zoo vol eenvoud en toch zoo vol welsprekend-
heid, dat in dezen dag van niet altijd even
fraaie rethorica, geen indruk dien kon evenaren,
welken het rustige woord van den glorieusen
held gaf.
In diepe stilte aangehoord, klonk na de
woorden van den generaal even een ontroerd
bravo op.
Daarna werden de Raadsleden aan de gene
raals voorgesteld en de plechtige ontvangst ten
stadhuize was afgeloopen.
De generaals begaven zich thans voor een
rijtoer door de stad.
Met een lunch in den huize Couturier aan
het slot, weer naar buiten.
Overal groote geesdrift van een massa be-
langstellenden. Hier en daar werden uit de
huizen bloemen geworpen in de rijtaigen.
Het lunch droeg een meer intiem karakter.
Nadat het geeindigd was, werd om halfdrie
opnieuw een stoet gevormd, voor een rit naar
het Paleis voor Volksvlijt, waar de vereenigingen
zullen defileeren en betoogen.
Om drie uur kwamen de generaals aan by
het Paleis voor Volksvlijt. Zij werden ge-
recipieerd op het tooneel van de kleine zij zaal,
waar zij plaats namen op stoelen en waar nu
langzaam de stoet der vereenigingen om een
middenrotonde van groen heen, langs hen trok.
Indrukwekkend was dit om het blij-juichend
spontane van de begroeting, die telkens zoo'n
groep vereenigingen zich veroorloofde en die
de generaals met een vriendelijken hoofdknik
of een wuiving met de hand beantwoordden.
De groote zaal van het Paleis in haar tooi
van vlaggen en gurlandes, een reuzenschild met
w welkom" tegenover het podium, waarop de
stoelen stonden voor de generaals en de hunnen,
maakte, bevolkt alweer door een groote menigte
een frappanten indruk. In de rechtsche hal
stonden met haar vaandels de 88 vereenigingen,
die defileerden.
uitspreken iu zake het cassatieberoep van Berard,
vijf of zes oDaantastbaar waren. Deze stonden
boven elke omkooperij en het zou dwaasheid zijn
eene poging aan te wenden, om de stem van huu
geweteu tot zwijgen te brengen.
Onder de zeven die overbleven telden er vier
niet mede. Dit waren ook uiterst eerlijke lieden,
rechtsgeleerden, die vroeger een goeden naam
hadden, maar ouderdom, ongesteldheden, enz.
hadden figuranten van hen gemaakt. In plaats
van een eigen meening te vormen, spraken zij de
drie overblijvende ambtgenooten na en stemdeu
eveuals dezen.
Deze drie, in de voile kracht van hun leven,
waren zeer invloedrijk, en erkeud hoogst verdienste-
lijke en knappe menschen, maar gelukkig voor
Hanley Gardiner, behoorden zij juist,
zeide, tot de personen, die niet ongenegen
a aan zekere invloeden te gehoorzamen.
Dadelijk besloot hij op hen zijn aanval te richten,
maar zeer slim en handig in zaken, begreep hij,
dat 't uoodig was, zich zoo min mogelijk met de
zaak in te laten. In het belang van mejuffrouw
Berard wenschte hij zelf de leiding op zich te
nemen, zonder dat iemand bemerkte, dat hij er
achter zat. Hij vond het bovenal wenschelijk,
zich niet te wenden tot de betrokken personen,
maar tot hunne omgeving.
naar men
waren
(Wordt vervolgd).