A1 g e m e n
Hieuws- ea AdTsrteatisblad
voor
Zeeuwsch-VUaacUrea.
j
No. 4276.
Donderdag; 11 September 1902.
42® Jaar^ang.
Binnenland.
FETJILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
De conferentie met Chamberlain.
Een schip in den grond.
TEB SEIIZESSCHE (OIRIVT.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,—. Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich b(j alle Boekhandelaara, Postdirecteuren en Brieven'
bushouders.
iD ViBTlNTIiB:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regal meer /0,10,
Bjj directs opgaaf van driem&sl plaatsing derzelfde advertemie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Olt bind Terxhijat n.Mnil»a-, Woem/ida*- en Vrljda^av.nil, aHgeionSerS op t'eertdasen, by de H"n» P. Jf. V*» T<,r
ZUID-AFRIKA.
Renter's correspondent te Bloemfontein zegt,
dat een groot aantal burgers, die in het bezit
xijn van kommandeeringsbriefjes, door de militaire
overheid afgegeven, of recht hebben op schade-
loosstelling wegens nadeel, hun door de troepen
toegebracht, aandringen op spoedige nitbetaliog.
Sedert het slniten van den vrede heeft de
militaire overheid 1,200,000 beschikbaar ge-
steld om aan dergelijke aanvragea te voldoen,
maar de behoefte aan gereed geld doet zich nog
gevoelen. De commissie, die er voor te zorgen
heeft, dat de Boeren op hun plaatsen terugge-
bracht worden, kan rentelooze voorschotten voor
twee jaar verstrekken een derde daarvan wordt
in gereed geld, het averige in natura gegeven
paarden, ploegen, gereedschappen, zaad. Maar de
Boeren, die geen hypotheek op hun hoeven ge-
nomen hebben en die gaarne een leening zouden
sluiten, moeten zich tot bankinstellingen wenden,
wat voor hen zeer anvoordeelig is. Zij honden
nu staande, dat zij volgens de vredesvoorwaarden
evengoed het recbt hebben om een leening te
sluiten, ten einde de schade, hun door den oorlag
toegebracht, te herstellen, als de burgers, wier
bezittingen bezwaard zijn.
Ook klaagt men, dat de commission niet on-
middellijk, van de 36 millioen gulden, daartoe
bestemd, de noodige bedragen kunnen nemen om
geld uit te deelen.
Vele burgers weigeren wegens de ontberingen,
die met bet weer in orde brengen van hun hoeven
verbonden zouden zijn, de concentratiekampen te
verlaten.
De bezwaren, aan het terugbrengen van de
burgers op de hoeven verbonden, worden in den
Vrijstaat nog vergroot door de omstaudigheid,
dat men daar slechts te beschikken heeft over
een spoorweg, die dwars door het land loopt
men moet dus dikwijls gebruik maken van ossen
en muilen, wat natuurlijk moeilijker gaat en
langduriger is.
Intnsschen moeten in het district Boshof de
burgers reeds voor drievierden weer op hun hoeven
gebracht zijn, en de meening heerscht, dat tegen
het einde van dit jaar alle krijgsgevangenen
waarvau er nu nog slechts een 3000 in hun woon-
plaatsen terug zijn naar huis gebracht
sullen zijn.
In der Kaapschen wetgevenden raad heeft
Gordon Sprigg gezegd, dat de rijksregeeriug ver-
goediug zal geven voor schade, berokkend door
de ingevallen republikeinsche commando's en de
23)
Zij stootte hem aan den arm en zeide glim-
lachend
Ik bid u, laat ons bij de zaak blijven, eu
voor wij mijn vader naar Amerika brengen, moeten
wij probeeren hem uit de gevaugenis te bevrijden.
Dat is waar, volkomen waar. Ik praat te
veel. Mijn woorden zijn even lang als mijn beenen,
eu dat zegt uiet weinig. Als ge eens wist, boe
se me hindereu, die beenen, ik weet uooit waar ze
te stoppen.
Stop ze dan ouder uw stoel en laat ons
voortgaan.
Zoo is 't goed, nu zal 't wel gaan. Als ik
de redenen voor de nietig-verklaring gevonden
heb, zal ik eens gaan spreken met de rechters,
die zitting hebben in bet hof van cassatie, afdeeling
strafzaken. Zij zullen de juistheid mijner rede-
■eering moeten erkennen en bet vonnis van gisteren
vornietigen. Uw vader zal voor een andere recht-
bank gezondeu worden, die hem zal vrijspreken
De zaak kan ep die manier in drie maanden
a&oopen.
Wat weet ge dat alles goed in elkaar te
zetteu zeide zij, gij schijnt aan niets te twijfelen.
O, vergeef me, zoo erg is 't nog niet, ik
twijfel er aan of men mij ooit ter wille van
oiijzelf zal liefbebben, lachte hij vrooli]k. Dat
is ma nog nooit gelukt. De vrouwen vinden
aeker, dat ik al te lange beenen heb. Ik ben
beUchelijk en ik maak den iadrnk, alaof ik ap
Engelsche troepen, maar niet de schade, die de
rebellen veroorzaakt hebben.
Alsof dat geen schade wasEn weinig op-
wekkend klinkt ook't hoafdartikel in de /Standard"
dat breedvoerig uiteenzet, dat de Britsche regeering
loogere prijzen voor de mijnconsessies zal aanvragen
dan de Transvaalsche regeering deed. De //Stan
dard" erkent, dat de financiers zich met alle
macht zullen verzettendoch Johannesburg is
niet Zuid-Afrika, en zelfs niet de hoofdstad van
Transvaal, en het mag ook niet beproeven dit
te wordenschrijft het blad. Het uitvoerend be-
wind in de kolonie dient buiten aanhoudend
contact te blijven met een stad, die door financieele
belangen geheel beheerscht wordt.
De //Standard" prijst daama den Johannesburgers
de schoone deugd der zelfverlaochening aan.
De vos, die de passie preekt
Bij de conferentie der Boeren-generaals met
Chamberlain waren tegenwoordig hun tolk, De
Villiers, en dan aan Engelsche zijde Kitchener,
ord Onslow, (ondersecretaris van Kolonien) en
Graham (chef van een der afdeelingen)voorts
twee snelschrijvers.
Naar 't beet, zouden de Boeren-generaals ver-
zekerd hebben, dat als de kaffers opstaan, de
Boeren de Engelschen zouden helpen.
Chamberlain vertrok Zaterdag weer naar Birming
ham.
Een telegram uit Port-au-Prince meldt den
ondergang van een Hai'tisch roofschip, de //Crete-a-
Pierrot", tengevolge van 't krachtig en gewelddadig
optreden van de Duitsche kanonueerboot //Panther.
Het telegram luidtDe kommandant van het
Duitsche oorlogscbip //Panther" zond aan admiraal
Kullick bevel dat kij met de bemanning de
^Crete-h-Pierrot" moest verlaten en het sohip
binnen vijf minuten moest overgeven.
Admiraal Kullick vroeg om 15 minuten, wat
werd toegestaan, onder voorwaarde, dat de wapenen
en ammunitie moesten achter blijven, als de
bemanning vertrok.
De bemanning werd toen in de groetste wanorde
in de bootea gesleept. Toen de vijftien minuten
om waren verliet een troepenafdeeling de //Panther";
op een afstand van 30 yards van de ,/Crete-a-
Pierrot" gekomen zag deze vlammen aan boord.
De bemanning had voor het vertrek het schip
in brand geschoten.
stelten loop. Maar overigens hebt ge gelijk ik
twijfel aan niets en ben overtuigd, den tegenstand
welke zich bij uw rechters kan voordoen te zullen
•verwinnen.
Welke middelen denkt ge te gebrmken
De gewone middelen. 't Zijn ook menschen en
ik weet het middel om alle menschen naar mijn
hand te zetten.
Wat is dat dan?
Door hen rijkdommen of eerbewijzen te
beloven.
En zoudt ge dergelijke beleften durven doen
aan rechters
I„ hetzelfde oogenblik waarin ik aan niets
meer twijfel, durf ik ook alles. Dat is een na
tuurlijk gevolg.
Welnu, ge zult niet slagen, zeide zij.
Waarom niet? In Amerika is alles mij gelukt.
Wij zijn niet in Amerika, maar in Fraakrijk.
Gelooft ge, dat uw rechters meer waard zijn
dan de onze?
Ja, dat geloof ik zeker.
O, die is goed. Ik ben nieuwsgierig om dat
te zien.
Ge zult het zien. Gelukkig voor mijn
vaderlaud, ongelukkig voor mij.
En gij zijt het die de rechters verdedigt
terwijl uw vader, hoewel onsehuldig, door hen
vereordeeld is
Waarom niet? Zij hebben gemeend juist
te oordeelen. Zij hebben zich vergist, ziedaar
alles. Ik beschuldig hen niet, ik beklaag hen.
Wat zjjt gij een zonderliag msisje.
Neen, maar ik heb een groot gevoel voor
de gerechtigheid.
Van de /Panther" werden toen 30 schoten gedaan
p de zinkende #Crete-a-Pierrot."
Nader wordt over 't voorgevallene bericht
De kommandant van de /-Panther," luitenant
ter zee Eeckermann, had bevel ontvangen de
canonneerboot ,/Crete-a-Pierrot" die zich aan
zeeroof schnldig gemaakt had op te brengen. De
//Panther" stoomde dus van Port-au-Prince naar
Gauaives, waar zij de //Crete-a-Pierrot" volkomen
verrasteen de Duitsche kommandaut stelde een
ultimatum. De //Panther" was voornemens, na
t ontruimen van het schip, de //Pierrot" op
sleeptouw te nemen. Weldra echter had aan
boord van de //Pierrot" een blijkbaar door de
bemanning teweeggebrachte ontploffing plaats in
de achterste kruitkamer, die het. achterschip ver-
nielde en brand veroorzaakte. Dientengevolge
werd het onmogelijk het schip op sleeptouw te
nemen, aangezien verdere ontploffiugen te vreezen
waren, en daar buitendien de handeling der be
manning als een vijandelijke daad beschouwd mooht
worden, en de voorste kanonnen nog bruikbaar
ren, liet de Dnitsche kommandant ook de
voorste kruitkamer en den ketel door granaatvuur
ontploffen. Daarop is de //Pierrot" in tweeen
gebroken en gezonken. De admiraal bevond zich
aan boord.
Gonaivea is in handen van de rebellen.
Aan de gevolgen van zijn tweede operatie,
noodig geworden door 't plotseling terugkeeren
van de oude kwaal, is de Minister van Kolonien,
Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, Dinsdag-
middag tegen 12 unr overleden.
Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd want den 26*
Augustus was hij zijn 55° levensjaar iDgetreden.
Zijn ambtelijke loopbaan ving den heer Van Ascb
van Wijck aan als adjuDct-commies bij het departe-
ment van Oerlog en zijn staatkundige begun in
1881, toen hij, eerst voor Zwolle, later voor Kampen,
en in 1888 voor Amersfoort, naar de Kamer werd
afgevaardigd.
In 1891 werd de heer Van Wijck benoemd tot
gouvernear van Snriname, waarmee voor die kolonie
een tijdperk van beteekenis aanbrak. In Suriname
herdenkt men zijn bestuur met groote waardeering.
Tot 1896 bleef bij aan 't hoofd der kolonie
werkzaatn toen keerde hij Daar Nederland terug
en werd aldra door de Stateu van Zealand tot lid
der Eerste Kamer gekozen.
Vijf jaren later nadat hij intusschen in
Moet ik daaruit opmaken, dat ge niet ge-
diend zijt met de middelen, welke ik wil aan-
wenden om de uitspraak van gisteren te verbeteren
O, volstrekt niet. Integendeel. Mijn vader
gaat voor alles. Ik zie niets anders dan hem.
Als gij er in slaagt om hem te redden, door welk
middel dan ook, zou ik u uit den diepsten grond
mijns harten dauken.
Zeer goed Van heden af, ga ik aan het
werk.
En ik, zeide zij opstaande, ik ga eenigen
troost, een weinig hoop brengen aan den onge-
lukkige die daar ginds in wanhoop neerzit.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Hoe stond 't thans met de verhouding tnsschen
Sophia Lavisine en baron Karel Merieux
Door den verschrikkelijken dood van haar echt-
genoot, die ramp, dat plotselinge weduwschap,
waren de hartstochten, der prinses daardoor tot
kalmte gebracht Neen; dank zij de groote haudig-
heid van den heer Merieux.
Voorziende, welk een grooten invloed zulk een
gebeurtenis kou hebben op het karakter van de
prinses, vreezende, dat zij, gedreven door een ge
voel van wroeging, hem niet meer zou willen
ontmoeten, had hij zich getroost het volgende tot
haar te zeggen
Mijn liefde, mijn eerbied voor u, en ook
de eerbied, welk ik mijzelf verplicht ben, noodzaken
mij, om in dit oogenblik een zeer teruggetrokken
houding aan te nemen. Ge zult zelve wel begrijpeu
dat thans iedereen op u let en het voile licht
op a valt. Al uw bewegingen worden met angst-
valligo zorg gevolgd en men zou snel genoeg
1898 tot lid van den Haagschen gemeenteraad
was gekozen en in 1900 weder tot burgeraeester
van Amersfoort was benoemd in 1901 werd
de heer Van Wijck weder door Amersfoort tot
id der Tweede Kamer gekozen en eenige weken
ater door Dr. Knyper als Minister van Kolonien
in dieus kabinet opgenomen.
De heer Van Asch van Wijck was een nobel
en aangenaam mensch, buitengemeen ijverig voor
al wat hij aanpakte en onvervaard in't uitspreken
van zijn, altijd op grondig onderzoek herustende
overtuiging even *lastig" (in goeden zin) in
vergaderingen, waar hij niets onopgemerkt liet
voorbijgaan, als aangenaam en vriendelijk in den
particulieren omgang. Hij was een we-rker in den
vollen zin des woord9, nauwgezet gelijk hij ook
was in zijn particuiiere leven, een braaf man,
oprecht geloovig en met een zeldzaam hooge op-
vatting van zijn levenstaak als staatsburger,
volijverig voorstander van zijn politieke partij,
maar daarbij toch uiterst waardeerend voor anders-
denkenden en bescheiden burger ook in hooge
positie, een uitnemend staatsburger, een echte de-
mokraat van goeden hnize en een goed mensch,
een Nederlander, wiens dood niet enkel voor zijn
partij een verlies is. (H. C.)
Bij de voortgezette behandeling van het wets-
ontwerp tot uitvoering van art. 75 der Oagevallen-
wet in de zitting der Tweede Kamer van gisteren
werd na goedkeuring van art. 1825 een
amendement-Fock (art. 25a), om eok den griffiers
en hun plaatsvervangers der Beroepsraden ge-
heimhouding op te leggen als overbodig door den
Minister van J ostitis, den heer LoefF, bestreden,
doch namens de Commissie van Voorbereiding,
den heer Roell aanbevolen, waarop de Regeering
het amendement overnam.
Een amendement der Commissie van Voorbe
reiding op art. 25d, om mogelijk te maken dat
de Centrale Raad de leden van den Raad van
Beroep ontslaat bij gebleken achteloosheid in de
waarneming van hun functie, niet slechts bij
herhaling gebleken achteloosheid in de waar
neming dsarvan, werd door den Minister van
Justitie overgenomen.
Een amendement-Helsdingen om te doen ver-
vallen de vervallenverklaring van het lidmaatschap
der Beroepsraden wegens veroordeeliug tot ge-
vaugenisstraf of hechtenis werd toegelicht door
den heer Hugenholtz, die wees op de omstandigheid,
dat door het Regeeringsvoorstel personen wegens
lichte misdrijven, als overtreding van de Amster-
damsche postenorder, zouden worden uitgesloten.
De heer De Ridder, het amendement-Helsdingen
bestrijdende, wilde alleen vervallenverklaring
babbelen, als er iets op u te zeggen viel. Ik
smeek u, u niet bloot te stellen aan de blikken,
de onbescheidenheden en babbelarijen van nieuws-
gierigen. Zorg voor alles voor uw goeden naam.
't Is een droevig oogenblik, dat wij doorleven, en
't maakt mij wanhopig, u dezen raad te moeten
geven, maar de wereld zal u spoedig vergeten en
dan zallen wij elkander weder ontmoeten. Hebben
wij niet nog een geheel leven voor ons, om elkan
der te beminnen
De groote komediespeler zeide dit alles en nog
veel meer op zoo teederen toon, hij scheea zoo
te lijden over de opoffering, welke hij haar en
zichzelf moest opleggeu, hij was zoo ontroerd, zoo
beminnend, zoo belangeloos, zoo edel, dat de
prinses langzamerhand een waar gevoel vau liefde
in zich had voelea ontwaken.
Niet tevreden met dezen uitslag, wilde baron
Merieux dat prinses Lavisine tot de overtuiging
zon komen niet zonder hem te kunnen leven.
Onder een voorwendsel van zakeB, verwijderde hij
zich gedurende eenige dagen eu keerde niet terug,
dan na de ontvangst van enkele hartstochtelijke
brieven, waarin zij verklaarde niet zonder hem te
kunnen leven.
Hij meende ook dat 't noodig was, haar de
kleine pijuigingen van de ijverzucht te doen kennen
en schikte zijn handelingen zoo, dat zij een oogen
blik aan zijn ontrouw moest gelooven en als zij
dan vreeselijk geleden had, bewees hij haar zonne-
klaar dat zjj zich vergist had, en ten onrecht»
den braafste van alle aanbidders verdacht had.
(Wordt vervolgd}»