A1 g e a e e a
Nieuws' sa Advorteatieblad
t o o r
Zeeuwsch-VUaaderen,
No. 4273.
Donderdasc 4 September 1902.
42e Jaargang.
Onderwijzer
PTf BLIP AfT&
Beseeming Wethouder.
FEBILLETON.
0NSCHULDIG VER00RDEELD.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertenti&n v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ZUID-AFRIKA.
De Boerengeneraals te Londen.
Generaal Cronje.
TER NEUZEN, 3 September 1902.
TER AEIZEVSfBK COURAST.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32J.
Men abonneert zich bq alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYESllNIllS:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10,
Bij direote opgaaf yan driemaal plaatsing derzelfde advertenti* wordt d« pr$s
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
I»tt hlnil ver.ahijBt Haandaa-, Woenadag- en Veljdnjrnvonrt, allgeaonderd op I'eentdaifei), bij lie Firms P. JT. Til WW MIDI in T.r Nemex.
Burgemeester en Wethouders Tan
TER NEUZEN, roepen op sollicitanten
naar de betrekking van
bij het Openbaar Lager Onderwijs in die gemeente,
op eene aanvangsjaarwedde van f 500,met
vier vijfjaarlijksche verhoogingen van 50,
Het bezit der akte voor de Fransche taal is
vereischte, waarvoor, behoudens hoogere goed-
keuring, 150, per jaar wordt Vergoed.
Voor het bezit van andere akten, genoemd
onder m, n, p, r, en van art. 2 der wet op
het lager onderwijs wordt, wanneer het geven van
onderwijs in die vakken verplicht is, voor elk
75 vergoeding gegeven.
De tegemoetkoming in de huishuur bedraagt
voor de kom 60 en daarbuiten 50.
De sollicitatiestukken kunnen tot en met 21
September a. s. bij den Burgemeester worden
ingezonden.
Ter Neuzen, den 8 September 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen
ter openbare kennis dat de Puinetortplaats aan de Noordzijde
van den Vlooswijkschen weg vanaf heden niet meer mag
worden gebrnikt tot het storten van mil.
Bij het storten van jniin mag dit alleen plaats hebben op
hat terrein zelve en niet op den term van den weg.
Ter Nenzen, den 3 September 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken
bekend dat door den Gemeenteraad in zijoe vergadering van
2 September 1902 tot Wethouder is herbenoemd de heer
P. MOFS.
Ter Neuzen, 3 September 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
De „Times"-correspondent te Pretoria wijst er
op dat, nu de schadevergoedingen aan de burgers
worden geregeld door twee commissies, een mili-
taire en een burgelijke, verwarring ontstaat. De
regeling wordt vertraagd en is een bron van on-
En toch, zij kon slapen in den nacht, volgende
op deze veroordeeling. Als zij geslaagd was, had
de vreugde haar wellicht wakker gehouden, terwijl
de smart haar geest verdoofde. Onmachtig, ge-
broken naar ziel en lichaam, viel zij op haar bed
neer en smaakte enkele uren rust, een rust, zooals
zij die niet meer kende sedert drie maanden,
waarin haar zenuwen voortdurend in een over-
spannen toestand hadden verkeerd.
Maar welk een ontwaken, we'.k een verschrik-
kelijk ontwaken Alles was geeindigd. De gerech-
tigheid van den mensch had gesproken. Haar vader
was veroordeeld, veroordeeld om weggevoerd te
worden, ver weg, over zee, ver van haar Ver
oordeeld tot de zwaarste bezigheden, hij, de man
der wetenscbap, de man van studie Veroordeeld
om te leven met misdadigers, ellendelingen, hij
zoo goed, zoo onhandig, zoo teeder Veroordeeld
om levend begraven te worden
En welk een toestand wachtte haar Alleen,
geheel alleen op de wereld. Want zij had voor
zoover zij wist geen enkelen bloedverwant, noch
een vriendin. Haar vader leefde zoo afgezouderd
en zij had altijd met hem geleefd, bij hem en
voor hem.
Het stoffelijke leven zelfs, het dagelijksch brood,
hoe zou zij daarin voorzien, als haar laatste hulp-
bron, bestaande uit enkele honderden guldens,
was opgedroogd Ron zij de hoop koesteren,
dat zij genoeg zou verdienen met werken, dat zij
rechtvaardigheid en bedrog. Zooals het nu gaat,
zullen er jaren noodig zijn voor dat alles is ge
regeld en zou het mogelijk zijn, dat zij, die zich
het eerst hebben onderworpen, minder voordeelig
behandeld werden dan zij, die tot het eiude hebben
doorgevochten.
De correspondent van de //Standard" te Kaap-
stad meent dat er vooral twee dingen zijn, die de
verzoening van Afrikaanders en Engelschen in de
Kaapkolonie in den weg staan de houding van
Sauer, die door zijn bedekte en opeulijke hate-
lijkheden de progressieven prikkelten de houding
van Dr. Smartt, wiens vergedreven jingoi'sme en
gemis aan zelfbeheersching aldoor de Hollandsche
Afrikaanders ergeren. De gematigdheid van Mer-
riman steekt daar gunstig bij af. En dan beslnit
de correspondent met te zeggen, dat Dr. Jameson
met zijn redevoering zoo'n goeden indruk heeft
gemaakt, dat vele progressieven in hem hun eeuig
mogelijken leider zien.
Het Britsche bestuur te Pretoria heeft de hut-
belasting vervangen door een jaarlijksche belasting
van twee pond van elken meerderjarigen kaffer,
alsmede van elk zijner vronwen op een na, op wie
de kaffer, naar inlandsch gebruik, recht heeft.
Van de 27,000 Boeren, die in de concentratie-
kampen in Natal gehuisvest waren, zijn er thans
13,000 naar Transvaal en Vrijstaat teruggezonden.
De gouverneur van Natal heeft aan zeven
gevangen gezette rebellen deu nog overblijvenden
straftijd kwijtgeschelden.
De Boerengeneraals zijn te Londen ongemerkt
aan wal gestapt. Zoodra echter hun aanwezig-
heid in het hotel bekend werd, verzamelde zich
daarvoor een groote menigte. De generaals
weigerden toen echter, gelijk al gemeld, alle
inlichtingen.
De correspondent van de //Daily Express" te
Johannesburg heeft aan het station aldaar generaal
Cronje en zijn vrouw ontmoet, die doorreisden
naar hun hoeve te Klerksdorp. Volgens den
correspondent zou de generaal gezegd hebben, dat
hij kalm te Klerksdorp ging wonen, en een even
trouw onderdaan van het Britsche rijk zou zijn,
als hij trouw geweest was aan de oude regeering.
Telkens als buitenlandsche bladen aankwamen
met berichteu over staatkundige besprekingen, die
partij zou kunnen trekken van de uitmuntende
opvoeding, welke zij ontvangen had Dikwijls,
zelfs reeds vroeger, had zij er over gedacht om
les te gaan geven, maar wie zau zijn kinderen
durven toevertrouwen aan Jeanne Berard, dedochter
van een moordenaar, van een banneling?
Gezeten op een stoel, midden in het vertrek,
met gekruiste armen, starenden blik, drogeoogen,
zat zij na te detfken en vroeg zich af, of men in
sommige wanhopige toestauden niet gerechtigd was
om zelfmoord te plegen, maar neen, neen, daartoe
had zij het recht nietZij moest aan hare ziel
denken, zij moest haar vader nog verdedigen, zijn
toestand trachten te verzachten, hem helpen om
het groote ongelnk te kunnen dragen. Zij mocht
den man, dien moeder haar had toevertrouwd,
niet verlateu, zij was immers steeds gewend ge
weest, hem haar groot kind te noemen. Zij meest
haar zwakheid overwinnen, de verdooving ver-
drijven, de geestkracht terugvinden, om te leven
voor hem, als ze niet meer voor zichzelve wilde
leven.
Toen begon zij zich plotseling met koortsachtige
haast te kleeden. Zij wilde hem zien, hem on-
middellijk zien. Men zou de wreedheid toch niel
hebben om de deur der gevangenis voor haar
gesloten te houden
Toen zij gereed was, en op het punt stond
om uit te gaan, werd er gescheld.
't Was wellicht haar advocaet, die uit medelijden,
baar uog een enkel woord van troost kwam brengen.
Zij opende. Het was een onbekende, een man
tusschen de dertig en vijf-en-dertig, groot, slank,
goed gekleed, en naar uiterlijk en manieren te
oordeelen een hoogst beschaafd man.
de Minister Kuyper in het buitenland heette te
hebben gehouden, werd gewaarschuwd, daaraan
voorloopig geen geloof te hechten.
Thans heeft, naar het schijnt, Dr. Kuyper
zich ook in dien zin uitgelaten.
Een berichtgever van de Parijsche //Figaro"
zegt nl., den Minister na diens terugkeer hier te
lande te hebben uitgevraagd over de geruchten
van onderbandelingen over een aansluiting van
Nederland bij het Drievoudig Verbond of bij
Duitschland en 't volgende antwoord te hebben
gekregen
Dr. Kuyper sprak de rondgestrooide praatjes
beslist tegen, zegt bij. Hij is Duitschland slechts
doorgereisd naar Weenen, waar bij de Staats-
gewerbescbule heeft bezichtigd. Evenmin als hij
in Duitschland den heer Von Richthofen sprak, had
hij te Weenen eeu onderhoud met graafGoluchowsky.
En in Oosteurijk en in Italie golden zijn reizen
alleen bezoeken aan nijverheidsscholen of tentoon-
stellingen. In Zwitserland sprak hij de directeuren
van het federaal en kantonnaal technisch onderwijs.
Sedert ik uit den Haag vertrokken ben zei
de Minister heb ik met geen enkel staatsman
een woord, een syllabe gesproken over een toe-
naderiug van mijn land tot Duitschland of den
Driebond. Ik heb gebruik gemaakt van mijn
vijf weken vacantie om beter op de hoogte te
komen van het vakonderwijs in het buitenland.
Anders niet. Sedert ik aan het bewind ben,
maakt de afdeeling Arbeid deel uit van mijn
departement, d. w. z. van Binnenlandsche Zaken,
waartoe ook onderwijs behoort. Het doet mij
veel genoegen dat ik, in die vijf weken, mij
geheel heb kunnen onttrekken aan alle staat
kundige gedachtenwisselingen of debatten.
U ziet, zei Dr. Kuyper ten slotte, dat mijn
reis wel zeer onschuldig was. Wat de kern van
de geruchten betreft, vergun mij die zelfs niet
aan te roeren, en u alleen te zeggen, dat ze
behandeld. zouden moeten worden door de Kamers,
alleen door de Kamers, indien deze dat geschikt
achten.
Allerwege blijkt de jaardag van H. M. de
Koningin met meer geestdrift dan anders te
zijn gevierd.
De muzikale wandelingen van //Apollo" en „De
Vereenigde Werklieden" alhier, op Maandagavond
met fakkellicht gehouden brachten een talrijke
menigte op de been. Het feest-concert van de
Wie zijt ge, en wat verlangt ge mijnheer
vroeg zij, zonder de deur geheel te openen.
Mejuffrouw, antwoordde hij op een eenigszins
verlegeu toon, met een zachte stem en Engelschen
tongval ik ben sir William Hanley Gardiner.
Dat zegt mij niets, mijnheer. Ik heb niet
de eer uw naam te kennen.
Is 't mogelijk Hebt ge nooit gehoord van
William Hanley Gardiner uit New-York?
Toen de naam ten tweeden male genoemd werd,
trof hij haar toch en zij herinnerde zich hem wel
eens gehoord te hebben. Zij had thans echter
geen tijd om bezoeken te ontvangen.
Vergeef me, mijnheer, uw naam is mij niet
geheel onbekend, maar ik heb haast.
Hij viel haar in de rede met te zeggen
Gij gaat ongetwijfeld uw vader opzoeken
Ja.
Welnu, mejuffrouw, dan verzoek ik u in
zijn belang, om uw bezoek een oogenblik uit te
stellen. Ik kom u over hem spreken.
Over hem
Ja, ik wilde u komen aanbieden, om hem
te redden.
Jeanne aarzelde niet langer. Zij verzocht den
Amerikaan binnen te treden in haar kleine zit-
kamer en bood hem een stoel aan.
Verklaar u nader, mijnheer, ik smeek u er
om, zeide zij. Dat woord van u heeft mij ten
diepste ontroerd, ik kan 't niet ontkennen en
brand van verlangen om te hoeren wat ge er
mede bedoelt.
Mr. Gardiner stak zijn lange beenen, welke
hem erg in den weg schenen te zitten, voor zich
uit en antwoordde
zangvereeniging //Geduld Overwiut" en de muziek-
vereeniging //De Volharding" op de boveruaal van
het //Hotel de Commerce" werd door velen bijge-
woond en ondanks de tropische warmte was er ook
nog veel ammo voor het slotnummerhet bal.
Men schrijft
Gelijk reeds gemeld is, werd tegen den pastoor
der gemeente St. Jansteen proces-verbaal opgemaakt
wegens wederrechtelijke vrijheidsberooving. W^
vernemen, dat zich het geval aid us voordeed.
Een inwoner van Stekene wilde onder den dienst
de kerk verlaten, en werd hierin door den pastoor
verhinderd, die verlangde, dat de dienst tot het
einde toe bijgewoond zou worden. Al moge het
eigenmachtig optreden van den pastoor vrij kras
wezen, toegegeven moet worden, dat het verlaten
der kerk, zooals nogal veel geschiedt, voor
en onder het geven van den zegen, velen een
ergernis is.
Slaiskil. Ter gelegenheid van den jaardag
van H. M. de Koningin Wilhelmina wapperde
alhier van vele gebouwen de nationale driekleur.
Laat in den avond speelde het fanfarengezelschap
volksliederen, en maakte een muzikale wandeling
bij fakkellicht. Een en ander bracht vele toe-
schouwers bijeen.
Hoek, 1 Sept. Op gebruikelijke wijze werd de
geboortedag van H. M. onze geeerbiedigde Koningin
door het uitsteken der vaderlandsche driekleur
van de publieke en verschillende bijzondere ge
bouwen gevierd. Bovendien gaf de muziekver-
eenigiug //Elk naar zijn krachten" op eene in
haast opgeslagen, zeer eenvoudige tribune op bet
Marktplein eenige vaderlandsche liederen en andere
muziekstukken ten beste, waardoor tot ongeveer
tien uur 's avonds de bevolking op de been bleef.
Hoek, 2 Sept. In de heden gehouden ver
gadering van den gemeenteraad werd tot wethouder
herbenoemd de heer F. Kaan.
Hoek. Bedankt voor het beroep naar de Ned.
Herv. gemeente alhier door den WelEerw. Heer
Ds. De Vries, van Grijpskerke.
Zaamslag, 2 Sept. In de op heden gehouden
vergadering van den gemeenteraad, bevond zich
onder de ingekomen stukken een verzoek van
bewoners van de Achterstraat, om voor hunne
woningen een gedeelte stoep met goot aan te
leggen, tot betere afvoer van het water, welk
verzoek tot een volgende vergadering werd
uitgesteld.
Tot wethouder werd met 7 van de 10 stemmen,
(de heer De Putter was afwezig) herbenoemd de heer
L. 1. Geelhoedt, die de benoeming aannam.
Adres van de Cooperatieve suikerfabriek aan
Ik begrijp uw ongeduld, mejuffrouw, en ik
haast mij er aan te veldoen, maar die woorden,
waarop ge doelt, zouden niet de minste waarde
hebben, en zouden u slechts middelmatig ver-
trouwen inboezemen, als ik eerst niet trachtte
mij beter door u te doen kennen.
Ik luister, mijnheer.
Ik heb het geluk of het ongeluk mejuffrouw,
hoe ge 't noemen wilt, van een der rijkste
personen van de geheele wereld te zijn. Ik ken
niet met juistheid het cijfer van mijn fortuin,
maar een van de Rothschilds, zeide kort geleden
tot mij
Mr. Hanley Gardiner, ik geloof op mijH
woord, dat ge rijker zijt dan wij.
Waarom vertelt ge me dat, mijnheer vrceg
zij een weinig ongerust.
Dat is onvermijdelijk, mejuffrouw, om u mijn
houding te doen begrijpen. Als ge me beter kent,
zult ge bemerken, dat ik niet in het minst ijdel
ben op mijn fortuin. Iutegendeel, ik schaam er
mij over, 't hindert mij, ik vind het belachelijk,
en ik vind mijzelf belachelijk, zooveel geld te
bezitten. Het verschrikkelijkste is, dat het elken
dag toeneemt. Ik ben directeur en eenig eigenaar
van drie groote dagbladen in de Vereenigde Staten,
die mij tusschen de twaalf- en vijftienduizend
gulden per dag opbreugen. 't Is me onmogelijk
een dergelijk inkomen te verteeren, en mijn kapitaal
dat toch reeds belachelijk groot is, neemt met
den dag toe.
(Wordt vervolgd).