A1 g 9 a a s a Hieuws- sa Advertentieblad t o o r Zeeuwsch-Vlaaadarsa. No. 4272. Dinsdag 2 September 1902. 42e Jaargang. Belasting op bedrijfs- en andere inkomstea. Kamer van Koophandel en Fabrieken. Binnenland. FE TJILL ETON. 0NSCHULDIG VER00RDEELD. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren opden dag der uitgave. (Tervisie-legging Kiezershjst). ZUID-AFRIKA. Een interview met den heer Reitz. Keizer Wilhelm in Posen. SEDKEISCHE (MRAIT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zich bq alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ABTESIENTiSSi Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regcl meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driem&al plaatsing derzelfde advertence word* da pr|s slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsmimte berekend. Dlt bi^rt v.r.«HJ«.* VHaAnctag-, WowidiTg. en VrIJrt»K«von.T Be Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den Directeur der Directe Belastingen enz. te Mrddelburg, den 28 Augustus 1902 invorderbaar verklaard kohier van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten dezer gemeente, over het jaar 1902/3, No. 3, op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invordering, is ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den by de wet bcpaaldcn voet, te voldoen. Ter Neuzen, den 30 Augustus 1902. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, Gelet op art. 9 vat. het Koninklijk beslnit van den 4 Met 1896 (Staatsblad No. 76); Brengen hiermede ter openbate kennis, dat de door hen definitief opgemaakte lijst van kiesgerechtigden in die gemeente voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen gednrende acht dagen, te rekencn van af heden op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Bezwaren tegen die lijst, hetzij die den klager. hetzij die andere personen betreffen, kunnen gednrende acht dagen, te rekenen na lieden, dus vodr den 10®" September a. s., by den Gemeenteraad worden ingebracht. Gedaan te Ter Neuzen, den 1 September 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. In het Kaapsche parlement hebben de Afri- kaanders de uaeerderheid. Om nu te voorkomen, dat deze over in den oorlog door Engelschen bedreven gruwelen zouden interpelleeren, of oak maar 't woord er over zoudeH voeren, werd de bekende bewegiug tot scborsing van de Grondwet op touw gezet. Ze mocht tot heden althans niet niet gelukken. Maar nu heeft lord Milner er dan toch wat anders op bedacht om de stem van de Afrikaanders te smoren. Men stelde een verklaring op, liet die drukken en bood haar de ledeu van het Parlement ter onderteekeuing aan. Ziehier de tekst van zoo'n gedrukt stuk, dat men aan eeri lid van de wetgevende vergadering heeft, voorgelegd, welke tekst wij aan de #N. R. Ct. outleenen. 't Biad meent er uit te mogen op- maken, dat het stuk aan alle leden der vergade ring en van den wetgevenden raad is voorgelegd of tenminste aan die leden, van wie men vreesde dat zij onaaugename onthulhngen konden doen, in I I De menigte, bestaande uit zulke verschillende menschen, vermoeid door de lange verhooren, ontroerd en hougerig, bewaarde een diep stilzwijgen. Men luisterde oplettend naar den president, die nogmaals veor het laatst de belangrijkste punten van de zaak opsomde. In de laatste jaren is deze gewoeute veranderd en heeft de advocaat van den beschuldigde het laatste woord, zooals ook gewenscht is. De opeosaming van den president riep het be langrijkste nog eens in de herinneriug, en ook wat de ambtenaar van bet openbaar ministerie en de advocaat van den beschuldige in het midden hadden gebracht. Een dergelijk uittreksel is kort, droog, kond. Men ziet geen tranen meer vloeien en hoort geen harten meer slaan. Alles wat leveu aan de zaak gegeven heeft, is verdweneu de advocaat, hunkerde naar de verdediging, partij trekkende van de onbeduideoste kleinigheden, telkens verzet aanteekenend tegen de beschul- digingeen helder licht werpend op alle onwaar- schijnlijkhedeu, welsprekend en hartstochtelijk de beschuldigde, ep zijn bank gezeten, bleek, ver- legen, vergeefsche pogingen aanwendende zich te onttrekken aan al de op hem gerichte blikken hoe driftig hij voorheen ook was, thans is hij getemd, ©nderworpen, verpletterd door het ongelnk, dat hem vervolgt, slechts een weinig geestkracht ontwikkeleude, als zijn dochter hem toeroept Maar autwoord dan toch, verzet u er tegen, in het midden latende of dit middel uitging van de schorsingspartij, veor't geval zij in haar streven niet mocht slagen, of van de regeering, die wel geen schersing wil, maar toch gaarne het ver- leden begraven zou zien Yerbintenis. Ik ondergeleekende, lid van de wetgevende vergadering van de Kaap de Goede Hoop, beloof en verbind mij bierbij plechtig en eerlijk, dat ik, in het geval de parlementaire Grondwet van deze kolonie gehandhaafd wordt, gednrende alle toe- komstige zittingen van het Parlement mij zal onthouden van op eenigerlei wijze te spreken, schrijven of handelen, waardoor rassenhaat tusschen de verschillende geachte leden opgewekt zou kunnen worden, of van het bestendigen van vroeger verschil van meeniag over de oorzaak en het voeren van den oorlog en den opstand, die nu gelukkig ten einde zijn gebracht; en dat ik integendeel zal doen al wat in mijn vermogen is om hartelijke gevoelens en welwillendheid tussGhen alle ledeu van beide Huizen te bevorderen, en dat ik mijn steun zal geven aan een [udemnity Bill (wetsontwerp tot wettiging van daden onder de krijgswet) ten opzichte van gezegden oorlog en aan alle wetgevende maatregeleu, door de regeering ingediand tot herstel van verzuim ter zake van de bepalingen der wet met betrekking tot de inschrijviug van kiezers, de bijeeukomst van het Parlement en aanverwante oaderwerpen. Gedagteekend, enz. Of dit denkbeeld nu zal opgaan P Wij twijfelen er aan, vertrouwende op de speeches van Merri- man en Theron, in de laatste dagen overgeseind. Dr. Smartt is thans in de Wetgevende Ver gadering hevig bezig tegen de benoeming vaB een koloniale commissie van oaderzoek naar de werking van de krijgswet. Maar ook daar zal wellicht niet aan te ontkomen zijn. De heer Reitz heeft op zijn terugreis van Frankrijk naar Holland, te Brussel een onderlioud gehad met een medewerker van de Petit Bleu". Aan het verslag van dit onderkond wordt het volgende ontleend De heer Reitz verklaarde, dat bij het sluiten van den vrede h8t juiste getal Boeren op het oorlogsterrein 14,000 bedroeg, waarvan 7000 in Transvaal, 3000 in den Vrijstaat en 2000 in de Kaapkolonie, terwijl de anderen, door het gebrek aan paarden, niet meetelden. De Engelschen be- weerden, dat de Boeren 21,000 man telden, verdedig n En zij, zij, Jeanne Berard, tintelend van vernuft, vol tegenwoordigheid van geest en koelbloedigheid, laat zij het ware licht vallen op de feiten, geeft ze raad aan den advocaat, moedigt zij haar vader aan, roept zij den ambtenaar van het openbaar ministerie toe ,/Zoo is 't niet, ik heb dat niet gezegd, niemand heeft 't beweerd Allen hebben haar bewonderd, zoowel om haar schoonheid, als om haar geestkrachthet publiek, de juryleden, de getuigea, de rechters. De president is gereed met zijn verslag. Zich daarop tot de juryledeu wendende, semt hij de vragen op welke zij zullen moeten beantwoarden hij roept hen hun eed in herinnering, waarbij zij beloofden, uoch de belangen der maatschappij, noch die van den beschuldigde uit het oog te zullen verliezen en uitspraak te does, geheel volgens de stem van hun geweten. De jury verdween in het voor haar bestemde vertrek. Een half uur verstreek. Plotselisg werden alle gesprekken in de zaal onderbrokea, toen een schelletje weerklonk. Indrukwekkende stilte volgde op het geraas. De rechters en de jury- leden namen wederom plaats. De president wendde zich tot de juryledeu en vroeg hun wat de uitslag was van hunne beraad- slaging. De voorzitter der jury stond op en met de hand op het hart, zeide hij met een ontroerde stem Op mijn eer en geweten, voor God en de menschen, is de verklaring der jury Ja, volgens het oordeel der meerderheid is de verdachte schul- dig. Volgens de meerderheid moeten verzachtende omstandigheden ten gunste van den beschuldigde in aanmerking genomen worden. natuurlijk, verklaarde de heer Reitzzoo lang de oorlog duurde, werd van Engelsche zijde officieel verklaard, dat wij slechts een haDdjevol mannen telden om hun landgenooten op te wekken den oorlog vol te houdende vrede, eens ge- sloten, werden onze krachten systematisch over- dreven, om niet tot de bekentenis te komen, dat hun reusachtig leger door zoo weinigen werd weerstaan. Wij hebben ons moeten overgeven ik zeg niet vrede sluiten, omdat die niet geslaten is alleen voor het lieil van onze vrouwen en kinderen. Wij hadden aaar believen ons van nieuwe wapens kunnen voorzien, ten koste van de Engelschen. Het bewijs is, dat wij alien Lee Metford geweren hebben afgegeven, wapens, op den vijand veroverd. Nooit zullen de Engelschen durven opgeven het aantal Mauser-geweren, het wapen der Boeren, aan hen overhaHdigddie zouden niet 1 pCt. beloopen. Aan den anderen kant zijn de Engelsche ver liezen veel grooter dan zij bekennenbeweerd wordt, dat zij 5700 dooden verloren in alle ge- vechten. En de Boeren alleen telden 4200 dooden zij waren 66n tegen tien en legden zeker vier of vijf Engelschen neer voor elken gesneuvelden Boer. Bijzonder stresg oordeelde de heer Reitz over het optreden van lord Milner, die, na de teekening van de acte van overgave, een bijzonderen en zeer zwaren eed wilde opleggen aandeBoerengevangenen, die niet gedeporteerd waren, omdat de vrede aan- staande was. De Boeren wer.dden zich tot den voornaamsten Engelschen magistraat in Transvaal, den rechter Salomon. Deze erkende, dat de eisch van lord Milner tegenover die gevangenen onwettig en strijdig met het verdrag was. Desniettegen- staande dwong lord Milner de Boeren tot dien Draconischen eed. Een perseon uit de omgeving van den heer Reitz verklaarde nog, dat in het laatste deel van den oorlog de Boeren in het westen van de Kaapkolonie slechts te maken hadden met Kaffers, Hottentotten nog wel, die door de Engelschen tegeD hen gewapend waren. Wanneer een Boer hun gevangen in handen viel, werd hij gepijnigd en gemarteld en eindelijk gedood. De heer Reitz betreurde nog, dat enkele Boeren de zaak van hnn land verlaten en de Engelschen als verkenners gediend hadden. Hij besloot echter Het is een vlek op het verleden, maar een zegen voor de toekomst. Er is nu zuivering gekomen. Het kaf is voor goed van het koren gescheiden. Wij hebben nu een praclitig ras Het was alsof een huivering door de geheele zaal toog en achter uit het publiek hoorde men verwarde geluiden. Wat er geroepen werd, was echter niet te verstaan. Jeanne Berard wilde spreken in haar veront- waardiging. De verdediger greep haar echter bij de kanden en smeekte haar te zwijgen. Zij ge- hoorzaamde, en doodsbleek, sidderend over het geheele lichaam, ging zij weder zitten. Men bracht den beschuldigde binnen. Hij keek zijn dochter aan, begreep dat hij ver loren was en nam plaats. Hij hield het hoofd op de borst gebogen. De president vroeg aan den beschuldigde en aan den advocaat, of zij niets te verzoeken hadden omtrent de straf welke opgelegd zou worden. Zij antwoorddeu niet. De rechters stonden op ea zonder de zaal te verlaten, beraadslaagden zij op de verhooging. Weldra gingen zij weder zitten en de president sprak het vonnis uit. Jan Berard werd veroordeeld tot levenslangen dwaugarbeid. Toen verliet Jeanne Berard haar plaats. Zij deed twee stappen in de richting van de bank der juryleden, en met de arisen over elkander gekruist, hun flink in het gelaat ziende, riep zij met een stem trillend van verontwaardiging„Mijne heeren, gij hebt een onschuldige veroordeeld De zitting van de rechtbank had zoo lang ge- duurd, dat mejuffrouw Berard niet meer durfde hopen toegang tot de gevangeuis te krijgen, om haar vader te omhelzen en met hem te inogeu spreken. Toch ging zij naar het soinbere gebouw. Het gelukte haar den directeur te spreken te krijgen en zij trachtte hem te verteederen, maar Boeren, gehard door den oorlog, zonder eenige slechte bijvoeging en voortaan versterkt door het geheele Afrikaander-ras aan de Kaap. Het is de zekere opstanding van het vaderland, ten spijt van alle jongste of tegenwooidige gebeurtenissen De Duitschgezinde vPosener Ztg." heeft van Poolsche zijde vertrouwelijke mededeelingen ontvangen over de houding, die de Polen bij het bezoek van Wilhelm II aan Poseu zullen aanne- men. Hoewel de aartsbisschop er naar aan toe is, zal hij toch beproeven zich voort te sleepen, om den Keizer het gewone bezoek te brengen. )e oudere katholieke geestelijkheid zal, zooals reeds eenige dagen geleden was aangekondigd, bij de ontvangst van den Keizer aanwezig zijn. Voor let overige zal echter de Poolsche bevolking een volkomen lijdelijke houding bewaren. De Poolsche eden van den provincialen landdag en de hoffahige ?oolsche adel blijven weg van alle feesten eveneens zullen de Poolsche raadsleden, gemeente ambtenaren enz. ontbreken bij de ontvangst. Het dagelijks bestuur der vereenigmg ,.Vergun- ning" heeft een adres gericht aan de Tweede Kamer, waarin het als zijn meeniog te kennen geeft: dat het in bet algemeen belang zal zijn de drankwetgeving zooveel mogelijk te laten wat zij was en slechts die verbeteriagen aan te brengen als de ondervinding van ruim twintig jaren als noodzakelijk heeft leeren kennen dat die verbeteringen in hoofdzaak de volgende zijn 1. De vergunning zij voortaan een recht, verleend aan een persoon en niet langer streng gebonden aan een bepaald perceel. De vergunning zij dus een eigendom van dengene, die het bedrijf uitoefent, die hij aan een ander kan overdoen en die bij zijn dood op zijn erfgenamen overgaat. Zij wordt op verlangen uitgereikt aan elk die op 1 Mei 1901 een vergunning bezat, of aan diens weduwe en erfgenamen, die door de wet van 27 April 1901 in bijzondere omstandigheden geraakten. De vergunning zij ook verplaatsbaar, echter onder beperkende voorwaarden, en wel zoo, dat voor den verkoop van sterken drank in het klein in een perceel, waarin op 1 Mei 1901 die verkoop niet plaats had, de toestemming noodig is van burge meester en wethouders. Van hunne beslissing kan een ieder in hooger beroep komen bij Ge- deputeerde Staten en omtrent de beslissing van dit lichaam bij de Koningin. Waaneer ongeveer gelijktijdig meerdere personen verzoeken het bedrjjf te mogen uitoefenen in perceelen, waarin die verkoop op 1 Mei 1901 niet plaats had, gelegen in dezelfde wijken en buurten, hebben zij den slaagde niet. Het reglement op den inwendigen dieust der gevangenissen verbied zeer beslist avond- bezoeken. Wanhopig en diep verslagen verwijderde zij zich om terug te keeren naar de kleine kamers, welke zij sedert eenigen tijd bewoonde. Den mergen na de arrestatie van haar vader, bad zij niet den moed gehad langer te blijven wonen in de straat Courcelles. Zoo alleen, zonder dien dierbaren vrieud uit haar kindsheid en meisjesjaren, was 't haar onmogelijk daar te blijven. hn zij was gegaan, alles overlatende aan de politie e« de deurwaarders. Dezen mochten de hand leggen op de meubels en al de voorwerpen welke voor haar het gelukkigste tijdperk uit het leven vertegen- woordigden. Zij nam slechts eeDige portretten mede, herinneringen zonder waarde, waarop zelfs de onbarmhartigste deurwaarder de hand niet zou gelegd hebben. Van dien dag af, bad zij haar leven doorgebracbt in het paleis van justitie, bij haar advocaat, en in de gevangenis, zoodra haar vader bezaeken mocht ontvangen. Zij had zich geheel gewijd tan de verdediging van haar vader, geheel beheerscht door de gedachte, dat zij zijn onschuld zou be- wijzen en hem moest redden. Helaas Al die pogingen waren dus nitgeloopen, op een verschrikkelijke veroordealing. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 1